Associaties voor 3d

Toegevoegd op: 5-6-2015

Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Deze kunstvorm heeft momenteel nog geen definitie beschikbaar.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Dynastie die vanaf het einde van de 12de tot aan het begin van de 13de eeuw n. Chr. heerste over dat deel van Egypte dat nu het noorden van Irak, een deel van Syrië en Jemen omvat.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode en cultuur van de Alemannen, een losse confederatie van Germaanse volkeren die naar de streek van het Zwarte Woud trokken in de 3de eeuw n. Chr. en zich verder verspreidden naar de Elzas en het noorden van Zwitserland in de 5de eeuw. Zij namen hun taal en elementen van hun artistieke tradities mee.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar grote lustrewerkvazen met vleugelvormige handvatten die zijn aangetroffen in het middeleeuwse islamitische paleis Alhambra in de Spaanse stad Granada. De vazen hebben een gemiddelde hoogte van 125 cm en zijn daarmee de grootste lustrewerkvaten die ooit zijn gemaakt. Ze zijn vermoedelijk vervaardigd in de kustplaats Málaga. Dit amforavormige vaatwerk wordt onderscheiden in twee stijlgroepen. De vazen van de eerste groep dateren uit de 13de en vroege 14de eeuw en zijn boller van vorm, met een kortere hals, monochroom lustre en forse, hoekige inscripties. Vazen uit de tweede groep dateren uit de late 14de en vroege 15de eeuw, zijn langwerpiger van vorm en gedecoreerd in kobaltblauw met verguldsel. Bovendien zijn de inscripties minder opvallend. Deze vazen zijn vrij wankel en werden om die reden vermoedelijk op een standaard geplaatst of in gaten in de vloer bevestigd.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Aardewerkstijl die wordt gekenmerkt door aantrekkelijk graffitowerk met dicht ingesneden kalligrafische, figuratieve en geometrische ontwerpen op een crèmekleurige ondergrond met kruisarceringen. Dierontwerpen waren populair. Sommige ontwerpen op Amolwerk zijn mogelijk afgeleid van in metaalwerk uitgevoerde prototypen. De ontwerpen zijn bedekt met transparant kleurloos glazuur en groenoxiden in uiteenlopende hoeveelheden. De stad Amol, in de provincie Mazandaran in West-Perzië, was het productiecentrum voor deze aardewerkstijl, tussen de 11de eeuw en de vroege 13de eeuw.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een typische stijl in de architectuur die zich onder de heerschappij van het Engelse koningshuis Plantagenet ontwikkelde in de Loirevallei in het midden van de 13de eeuw. Opvallend is dat de stijl buiten de belangrijkste Franse stilistische ontwikkelingen bleef. De stijl kenmerkt zich door een gedeeltelijk vasthouden aan het vroegere lokale romaanse idioom, zoals in de kerkelijke bouwkunst tot uiting komt in extreem gebogen koepelvormige kruisgewelven, vele ronde bogen, robuuste maar slanke pijlers en het gebruik van drie schepen van ongeveer dezelfde hoogte en breedte.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een soort ajourwerk waarbij een witte draad door wit materiaal wordt getrokken. Het wordt meestal verwerkt in fijne mousseline, waarop een verscheidenheid aan textielsteken is gecombineerd met bloemen en andere motieven, uitgevoerd in satijnsteken waardoor het wat op kant lijkt. Dit soort werk werd gemaakt in het 13de eeuwse Duitsland en elders, maar het is genoemd naar het graafschap Ayr in Schotland, waar het vanaf 1780 werd geproduceerd.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de bouwkundige en decoratieve stijl die zich ontwikkelde op de Noord-Duitse hoogvlakte en in de steden aan de Oostzeekust, voornamelijk van de 13de tot en met 16de eeuw. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van baksteen, uitwendige polychromie, kleurrijke afwerking van het interieur en Rijnse maaswerkpatronen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Aardewerk dat is versierd uit de vrije hand, met opgelegde slipmotieven die zijn aangebracht met een pipet. De techniek werd het eerst gebruikt op Rijnlands aardewerk van vóór de 3de eeuw v. Chr., ter vervanging van decoratieve reliëfvormen. De engobedecoratie werd als bies aangebracht om de randen van vlakke schalen te versieren met kleine bloemen en andere motieven. De techniek werd wederom gebruikt in het midden en aan het einde van de 19de eeuw, maar was niet populair omdat er snel stukjes van de engobe loskwamen door problemen met het bakken.

Toegevoegd op: 5-6-2015

De algemene naam voor oölietkalksteen die in grote hoeveelheden wordt gevonden in Zuidwest-Engeland, met name in de buurt van Bath (vandaar de naam). Het is middel- of fijnkorrelig en de kleur varieert van grijs tot crème. Bathsteen wordt algemeen gebruikt sinds de Romeinse bezetting van Groot-Brittannië en is vooral veel gebruikt in de Engelse kerkelijke architectuur van de 13de, 14de en 15de eeuw.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Genoemd naar de Franse wiskundige Pierre Bézier. Te gebruiken voor krommen die wiskundig zijn geconstrueerd met driedimensionale formules die op basis van een reeks controlepunten zijn gegenereerd. Bézierkrommen worden in computerprogramma's gebruikt voor het creëren van krommen voor grafieken en complexe trajecten voor 3D-modellering. Een Bézierkromme is een vorm van een B-spline.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl en periode in de christelijke kunst die zich ontwikkelde in het oostelijke Middellandse-Zeegebied tijdens het Byzantijnse Rijk (330-1453), zich verspreidde over een groot deel van de christelijke wereld en in Oost-Europa bleef voortbestaan tot in de 16de eeuw. De stijl kenmerkt zich door de keizerlijke en religieuze onderwerpskeuze, en door een verwijdering van de Griekse naturalistische vormen ten gunste van een ritualistische stilering, bedoeld om spiritualiteit te suggereren.Gebruik ‘vroegchristelijk’ voor de stijl en periode in de christelijke wereld van Italië en het westelijke Middellandse-Zeegebied van de 3de tot het midden van de 9de eeuw.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een reeks lichtgrijs groene kleuren die lijken op de kleur van het keramiekglazuur celadon, dat sinds de 3de eeuw voor onze jaartelling wordt gebruikt voor Aziatisch steengoed.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Een rooms-katholieke orde die in 1098 in Citeaux, Frankrijk werd opgericht door de heilige Robert van Molesme. De cisterciënzers houden zich strikt aan de Regula Benedicti en hechten belang aan afzondering, armoede, uniformiteit en vooral lichamelijke arbeid. In de middeleeuwen was het een vooraanstaande orde, vooral onder het leiderschap van de heilige Bernardus van Clairvaux (1090-1153). In de 13de eeuw waren er meer dan 500 huizen in Europa, maar daarna raakte de orde in verval. Door de nadruk op lichamelijke arbeid, voornamelijk landbouw, speelden de cisterciënzers een belangrijke rol in de economische vooruitgang van de 12de eeuw en in de ontwikkeling van landbouw- en handelstechnieken. Na de hervormingsbewegingen van de 16de en 17de eeuw werd de orde uiteindelijk opgesplitst in de Orde van de Strikte Observantie (in de volksmond vaak de trappistenorde genoemd) en de Orde van de Commune Observantie. Tegenwoordig is er sprake van een grote verscheidenheid binnen de kloosters van beide orden en is het literaire werk van beide orden opgeleefd. Strikte Observantie is actief in Frankrijk, Engeland en Polen, terwijl Commune Observantie actief is in de Verenigde Staten en delen van West-Europa.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Het hindoefeest van het licht, een belangrijk feest dat in oktober/november overal in India wordt gevierd (vanaf de 13de dag van de donkere helft van de maanmaand Asvina tot aan de tweede dag van de lichte helft van Karttika). Bij dit feest vereert men Lakshmi, godin van rijkdom en geluk; het wordt met name enthousiast gevierd door handelaren, die op dat moment een nieuw boekjaar openen. (In Bengalen wordt de godin Kali vereerd.) De gelovigen plaatsen aardewerken lampjes in lange rijen op de balustrades van tempels en huizen; ook laten ze lichtjes op rivieren en beken met de stroom meevoeren. Zo herdenkt men de terugkeer uit ballingschap en de kroning van Rama, een incarnatie van de god Visjnoe. Op de vloer van de woonhuizen wordt dicht bij de deur een sierlijk patroon met lotussen aangebracht, om zo Lakshmi binnen te noden. Tijdens het feest gaan de mensen bij elkaar op bezoek, geven ze elkaar cadeaus, vieren ze feest en dragen ze nieuwe kleren. De vierde dag van het feest is tevens het begin van het nieuwe jaar volgens de Vikrama-kalender.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Complex zijden weefsel met één kettingstelsel en twee gelijkwaardige inslagstelsels, vervaardigd in Spanje in de 13de en 14de eeuw op een trekgetouw zonder voorkam. De stof dankt zijn naam aan het visgraateffect dat hiermee bereikt wordt.

Toegevoegd op: 5-6-2015

B Verwijst naar de vroegste fase van de Decorated Style in Engeland aan het eind van de 13de eeuw, toen vensterwerk werd samengesteld uit geometrische patronen zoals cirkels, cirkelbogen en cusps, maar voordat de patronen zich hadden ontwikkeld tot golvende curven.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl van de artistieke voortbrengselen in Etrurië, het tegenwoordige Toscane en een deel van Umbrië, van de 7de tot de 3de eeuw v. Chr. Tot de kunstwerken van deze cultuur, deels herkenbaar aan de overdadige grafheuvels, behoren bronzen spiegels en stenen grafkisten, muurschilderingen, en beelden in terracotta en brons die zich van de Griekse archaïsche stijl onderscheiden door hun levendige suggestie van beweging en verfijnde versiering. Tot de ontwikkelingen in de architectuur behoren de bouw van leemstenen en houten tempels, gedecoreerd met dakpannen en standbeelden in terracotta. In sommige classificatiesystemen begint de Etruskische cultuur al met de Villanovastijl, die voor het eerst op het Italiaanse schiereiland wordt aangetroffen in de 9de eeuw v. Chr.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de laatste jaren van de Gotische periode en stijl in de architectuur en andere kunsten in Europa, beginnend aan het eind van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een steeds grotere regionale verscheidenheid, die vaak gepaard gaat met een tendens naar extreme complexiteit, verrassings- en fantasie-effecten, een ambitieus spel van licht en schaduw en een overweldigende rijkdom aan lineaire vormen. Zie voor individuele regionale stijlen onder ‘Middeleeuwse regionale stijlen’.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Te gebruiken voor de onderkant van glazen bekers of schalen, versierd met ontwerpen in gegraveerd bladgoud, beschermd door een laag gesmolten en soms gekleurd glas. Ze werden voor het eerst gemaakt ten tijde van het Romeinse Rijk, tussen de 3de eeuw en de vroege 5de eeuw.

Toegevoegd op: 5-6-2015

De grootste religieuze orde binnen de rooms-katholieke kerk, gesticht door St. Franciscus van Assisi in het begin van de 13de eeuw. De strenge en eenvoudige voorschriften van Franciscus leggen de nadruk op de gelofte van armoede, een voorwaarde die tot veel conflicten heeft geleid. St. Franciscus riep zijn volgelingen op rond te trekken en te preken, maar ook om de armen en zieken te helpen. Het effect van de vroege straatpredikers en met name van hun stichter was enorm, zodat er binnen 10 jaar 5000 Franciscanen waren. St. Bonaventura (1257-1274) bedacht een gematigde interpretatie van de regel van St. Franciscus, waardoor de verschillende stromingen die zich door de jaren heen hadden gevormd werden herenigd. Om deze reden wordt hij soms wel de tweede stichter van de orde genoemd. Onder St. Bonaventura breidde de orde zich uit en werd deze bekend om zijn theologische scholen. Enkele van de vroegere stromingen vinden hun weerklank in de drie onafhankelijke takken van de Eerste Orde der Franciscanen: de observanten, de conventuelen en de kapucijnen. De Tweede Orde is de orde van nonnen, gesticht door St. Clara onder leiding van St. Franciscus, bekend als orde van de arme klaren of clarissen. De Derde Orde bestaat uit religieuzen en leken, zowel mannen als vrouwen, en is verder onderverdeeld in de seculiere derde orde (levend in de wereld, zonder gelofte) en de reguliere derde orde (levend in religieuze gemeenschappen, met gelofte).

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode en stijl van de Franken, een Germaanse stam die in ieder geval vanaf de 3de eeuw n. Chr. langs de oostelijke oever van de benedenloop van de Rijn leefde. De stijl wordt in het bijzonder geassocieerd met de expansie van de Franken in westelijke richting aan de overkant van de Rijn, in Gallië, door geleidelijke kolonisatie en verovering, met name onder leiding van de Merovingische koning Clovis. Deze expansie begon in de 5de eeuw en heeft eeuwen geduurd.De vroegste Frankische kunst zette de bestaande vroeg-christelijke tradities van de streek voort, behalve op het gebied van metaalwerk, waar de Franken een sterke eigen traditie hadden. In de loop van de tijd werd de Frankische traditie vooral sterk in de architectuur, de beeldhouwkunst en de verluchting van manuscripten. Kenmerkend zijn vaak de kleurrijke, vlakke, drukke composities met sierlijke lijnpatronen en een overvloed aan vissen, vogels en andere dieren.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een stijl van vaasdecoratie, die is genoemd naar opgravingen te Gnathia in Apulië (Italië) en dateert van circa 350 v. Chr. tot het begin van de 3de eeuw v. Chr. De stijl wordt gekenmerkt door ornamentale rood-witte schildering op een zwarte ondergrond en vertoont enige verwantschap met de Westhellingstijl uit Attica.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de aardewerkstijl uit de hellenistische periode in Egypte, in de 3de eeuw v. Chr., genoemd naar de begraafplaats in Hadra bij Alexandrië, waar veel vaatwerk in deze stijl is aangetroffen. De stijl wordt gekenmerkt door urnen die zijn bedekt met witte slip en versierd met uiteenlopende bloemen- en dierendessins in polychrome verf.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een periode en stijl die wordt geassocieerd met de laatste jaren van de heerschappij van het huis van de Paleologi, in het bijzonder aan het eind van de 13de en het begin van de 14de eeuw. De stijl is het duidelijkst zichtbaar in de schilderkunst, maar wordt ook aangetroffen in de kerkarchitectuur van Constantinopel in deze periode.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode van de Ikṣvāku-koningen. In het tweede kwart van de 3de eeuw namen de Ikṣvākus de macht over van de Satahavanas, en vestigden een koninkrijk in het district Guntur rondom de Nạgạrjunakonda-vallei.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Kenmerkende handschriften die werden gebruikt op de Britse eilanden en soms ook op het vasteland tussen de 6de en 9de eeuw, voor sommige teksten tot de 13de eeuw, en ook nu nog voor Gaelische teksten.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar vorsten, met name keizers, die over een van de volgende keizerrijken heersten: Het Heilige Roomse Rijk, het Oostenrijks-Hongaarse Keizerrijk (Donaumonarchie) sinds 1804, of Duitsland in de periode 1871-1918. De term wordt soms ook in meer algemene zin gebezigd als verwijzing naar elke Germaanse vorst die vanaf de 13de eeuw aan de macht was. Het woord is afgeleid van een Oud-Duits woord dat op zijn beurt is afgeleid van het Latijnse woord 'Caesar'.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Semicursief Chinees schrift dat zich ontwikkelde vanuit het lishuschrift van de Han-dynastie in dezelfde tijd waarin het reguliere kaishuschrift ontstond (1ste-3de eeuw n.Chr.). De karakters van het Chinese lopende schrift worden niet afgekort of met elkaar verbonden, maar de halen binnen een karakter lopen vaak wel in elkaar over. De kenmerkende ononderbroken penseelstreken van dit schrift zijn gemakkelijker te schrijven dan die van het formelere klerkenschrift of reguliere schrift, maar de lopende karakters zijn beheerster en leesbaarder dan die van het Chinees cursief. Dit is het meest gebruikte schrift voor dagelijks informeel schrijfwerk.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Japanse schilderstijl die is beïnvloed door de Chinese schilderkunst uit de Yuan- en de Song-periode, en die in de 13de eeuw vanuit Japan is geïntroduceerd.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar het werk van een school van boeddhistische schilders die in dienst waren van het Kasuga-heiligdom in Nara in het midden van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door dunne draadachtige lijnen, platte oppervlakken en heldere kleuren zoals oranjerood, diepblauw en groen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst oorspronkelijk naar puriteinse en ascetische separatisten die in de 3de eeuw de leer van de Romeinse bisschop Novatianus volgden. In de middeleeuwen ging de term verwijzen naar een goed georganiseerde geloofsgemeenschap die de sacramenten verwierp en geloofde in een neomanicheïstisch dualisme waarin goed en kwaad afzonderlijke sferen waren en de materiële wereld slecht was. Katharen leidden een streng ascetisch en celibatair leven. Volgelingen werden verdeeld in twee groepen: de 'volmaakten' en de 'gelovigen’. De volmaakten werden gescheiden van de rest door een initiatieceremonie die het consolamentum werd genoemd. De beweging werd in de 13de en 14de eeuw als een ernstige bedreiging voor de rooms-katholieke kerk beschouwd, vooral in het zuiden van Frankrijk. Het aantal katharen nam in de 14de eeuw af als gevolg van de onderdrukking door de inquisitie, onenigheid onder de gelovigen ten aanzien van het dualisme en de nieuwe aantrekkingskracht van de vroomheid en devotie van de franciscanen. Hoewel de term soms wordt gebruikt als synoniem van 'albigenzen', zijn de laatstgenoemden eigenlijk een afscheiding van de katharen. De katharen waren verwant met de bogomielen en de paulicianen, andere middeleeuwse gezindten met een soortgelijk geloof in het dualisme.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Een oud Chinees kalligrafisch schrift dat ontstond tijdens de Han-dynastie (206 v.Chr. tot 200 n.Chr.) en op grote schaal werd ingevoerd voor officiële en onderwijsdoeleinden. Het kwam voort uit het zegelschrift (zhuanshu), ontstaan in het penseelgeschriften van de latere Zhou- en Qin-dynastieën. Het verscheen voor het eerst tijdens de Qin-dynastie (221-226 v.Chr.) en kwam tot wasdom tijdens de Oostelijke Han-dynastie (late 3de eeuw v.Chr.). Hoewel enigszins vierkant en hoekig, met sterke nadruk op de horizontale halen, is het lishu is een echt kalligrafische schriftsoort, waarbij volledig gebruik wordt gemaakt van de buigzame penseel om de dikte van de lijn te moduleren. Er zijn veel voorbeelden uit de Han-periode overgeleverd, die met een penseel op bamboestroken zijn geschreven of in steen zijn gegraveerd. De karakters waren ongeveer van gelijke grootte en werden met gelijke tussenruimtes in een compositie geplaatst, maar de constructie van de karakters en de afzonderlijke halen varieerde sterk. De voornaamste kenmerken van het klerkenschrift zijn de hoekige halen, die de geronde lijnen van het zegelschrift vervingen, en de vereenvoudigde karakterstructuren, die ingingen tegen de zes beginselen van Chinese karakters. Het klerkenschrift heeft het fundament gelegd voor de ontwikkeling van latere schriften, waaronder het standaard- of reguliere schrift, het lopende of semicursieve schrift en het cursieve schrift. Dit schrift zou zijn gemaakt door een gevangene, Cheng Miao, en de nieuwe schrijfstijl werd onder gevangenismedewerkers populair voor officiële documenten en transcripties. Aan het eind van de Han-dynastie ontwikkelde het lishu zich tot het soepeler en vloeiender geschreven kaishu.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Een vorm van religieus leven die de perfectie van het individu benadrukt door toetreding tot een gewijde gemeenschap of, minder gangbaar, door een afgezonderd en ascetisch bestaan. Het kloosterleven komt voor in zowel het boeddhisme als het christendom, voornamelijk in de rooms-katholieke en orthodoxe kerken. Hoewel het begon als een christelijke lekenbeweging overheerste de geestelijkheid al snel en werden vrijwillige armoede en een aan aanbidding gewijd leven geïntroduceerd. De Regula Benedicti was de belangrijkste vroege kloosterregel en werd de norm van het westerse christelijke kloosterleven. De bedelorden, die het kloosterleven combineerden met missiewerk en prediking, ontstonden in de 13de eeuw. In sommige middeleeuwse kloostersystemen speelde wetenschap een belangrijke rol, hetgeen leidde tot belangrijke religieuze onderzoeken en manuscripten.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de derde van de drie Griekse bouwordes en van de latere vijf traditionele klassieke bouwstijlen die samen met de Dorische, Ionische, Toscaanse en composiete bouwstijl werd gebruikt vanaf de Romeinen tot na de Renaissance. De stijl lijkt beïnvloed door de Egyptische architectuur maar is waarschijnlijk ontstaan in Griekenland in de binnenhuisarchitectuur en vanaf de 3de eeuw v. Chr. toegepast in de buitenarchitectuur. In de Griekse architectuur kenmerkt deze bouwstijl zich door een lichtere, meer sierlijke vorm dan de Dorische of Ionische stijl, een klokvormig kapiteel met acanthusversiering ter ondersteuning van elegante voluten, en een meestal gecanneleerde zuil op een voetstuk. Deze stijl is de meest voorkomende Griekse stijl in de Romeinse bouwkunst en is daarin en in latere stijlen vaak gewijzigd. De term is te onderscheiden van de term 'Corinthische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de cultuur en kunst die zich op Kreta ontwikkelde van de 15de tot de 13de eeuw v. Chr., na de val van de Minoïsche beschaving en de daaropvolgende overheersing door de Myceense cultuur in het gebied.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de cultuurperiode van de Kushana-dynastie in oud-India, vanaf circa de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw n. Chr. De Kushana-dynastie was zeer welvarend dankzij de controle over handelsroutes naar het Romeinse Midden-Oosten en China; deze periode bereikte haar hoogtepunt onder koning Kanishka van het eind van de 1ste eeuw tot het begin van de 2de eeuw. Kanishka's muntstukken, met hun afbeeldingen van goden die afkomstig waren uit verschillende religies, weerspiegelen zijn wens om in harmonie te leven met de verschillende volken binnen zijn domein en met de volken uit gebieden waarmee hij handelsbetrekkingen onderhield. Er waren twee belangrijke artistieke centra: Gandhara en Mathura. Hoewel de twee centra met elkaar in contact stonden, ontwikkelden ze unieke stijlen. De afbeelding van Boeddha als een god duikt tijdens deze periode voor het eerst op. Men treft deze afbeelding het eerst aan op een muntstuk en spoedig daarna in de vorm van volledige stenen beelden.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst in algemene zin naar de latere oude cultuur van de regio en stammen van Andhra, in het bijzonder de boeddhistische kunstvormen uit de 3de eeuw n. Chr. Typische kenmerken van de latere Andhra-kunst zijn vloeiende sculpturale volumes en levensecht illusionisme. Na het tanen van de macht van de Andhra in de Deccan zou het brahmanisme wederom de toonaangevende factor worden in het zuiden. De term kan ook verwijzen naar de cultuur van de Andhra-regio uit latere eeuwen welke niet per se verband houdt met het mecenaat van Andhra-geslachten of -dynastieën.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl en de westerse invloed die ontstond na de kruistochten in Byzantium en Oost-Europa aan het eind van de 13de eeuw. De architectuur uit deze periode is opmerkelijk vanwege de veelkleurige materialen, de decoratieve details en de variatie in soorten, dikwijls variaties op oude thema's. In verluchtigingen van handschriften, in mozaïeken, wandschilderingen, paneelschilderingen, ivoren en luxe kunstvoorwerpen kenmerkt de stijl zich door de sterke kleuren, de naturalistische weergave van het licht op de vormen, en de vaak fantastische compositorische en stilistische oplossingen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode en cultuur behorend bij de verovering en de kolonisatie van het Byzantijnse rijk door het Westen na de Vierde Kruistocht, die duurde van het eind van de 12de en het begin van de 13de eeuw totdat de Latijnse heersers werden afgezet in de jaren 60 van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een toevoeging van westerse ontwerpen en motieven, die verwijzen naar gelijktijdige westromaanse en gotische stijlen en de glorie van het Westromeinse Rijk.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode waarvan de productie analoog is aan artistieke modellen van de Khmer die werden ontwikkeld in het gebied van het huidige Cambodja. In de architectuur kan deze periode worden onderverdeeld in drie subperioden: van de 7de tot de 9de eeuw grijpt deze periode terug op pre-ankorese Khmer-stijlen en wordt er gebruikgemaakt van constructies van baksteen, vierkante torens, sanctuaria met redans en hoekpilasters, met een draagsteen ondersteunde gewelfdaksystemen en met behulp van gegoten basementen met ingangen aan de oostzijde en blinde deuren aan de overigen drie zijden. Van de 10de tot de vroege 13de eeuw laat deze periode intensievere Khmer-invloeden zien en wordt ze gekenmerkt door de Prasat Wat Prang (10de eeuw) en Prasat Ban Chang, die beide stenen torens bevatten, met zandstenen deurkozijnen op een noord-zuidas, pilasters en drielobbige lampnissen, en door de Prasat Phra en Prasat Phanom Wan, die beide worden gekenmerkt door vestibules en mondops met relikwieën of Boeddha-afbeeldingen. Vanaf de late 13de tot de 14de eeuw ontwikkelde de architectuur regionale artistieke elementen, maar met behoud van traditionele Khmer-iconografie. Tempels in deze latere stijl worden gekenmerkt door laterietconstructies, uitgebreide sanctuaria die zijn gewijd aan Boeddha en bodhisattva’s, de prang, een karakteristieke Thaise constructie die wordt gekenmerkt door de opwaartse uitrekking van de kogelvorm van het klassieke Khmer-torensanctuarium en verdere variaties op de mondop en de vierkante toren met redans. In de keramiekproductie wordt deze periode gekenmerkt door voornamelijk platte, bruin- of groengeglazuurde werken met gegraveerde geometrische ontwerpen en modellering van dierlijke vormen op kruiken en potten.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een Romaanse school van het illumineren van manuscripten, emailleerwerk en metaalwerk in de Maasvallei die tussen het einde van de 11de eeuw en het begin van de 13de eeuw zijn bloeitijd beleefde. Hoewel de rivier vanuit het noordwesten van Frankrijk naar de Rijndelta in Nederland stroomt, verwijst de term in kunsthistorische zin naar het gedeelte van de rivier dat door België loopt, met name het gebied rond Luik en het Benedictijner klooster van Stavelot. Binnen de Romaanse kunst onderscheidt de Maaslandse school zich door de weliswaar nog geïdealiseerde maar meer naturalistische behandeling van de menselijke figuur. De Maaslandse school onderscheidt zich tevens door zijn rijke karakter en klassieke elementen. Dit laatste hangt samen met het feit dat dit gebied tijdens de Karolingische periode het centrum van de antiquiserende stijl van de school van Reims was. Belangrijke Maaslandse kunstenaars waren Godefroid de Claire, Nicolas van Verdun en Renier van Huy. Met name het Maaslandse metaalwerk was invloedrijk en vermaard.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een werk van een bepaald iconografische type, met een afbeelding van de maagd Maria en het Kindje Jezus op een troon, met aanbiddende heiligen en engelen aan beide zijden. Dit type werd in de 13de eeuw in Italië gemaakt en was gebaseerd op eerdere Griekse typen. Werken van dit type zijn meestal tweedimensionaal, onder andere geschilderde panelen (vaak altaarstukken), manuscripten en bas-reliëfversieringen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een vroegchristelijke gnostische beweging die in de 2de en 3de eeuw rivaliseerde met het katholieke christendom. De stichter van de beweging, Marcion (overleden circa 160), verkondigde het dualistische geloof dat de God van het Oude Testament niet dezelfde was als de God van het Nieuwe Testament en dat het Oude Testament geen christelijk boek was. Omdat er volgens hem geen verband was tussen het christendom en het jodendom vond hij dat het Nieuwe Testament moest worden gezuiverd van alle joodse elementen. Marcion zette een groot aantal ascetische gemeenschappen op en stelde de eerste bekende canon van geschriften samen. De meeste marcionisten waren tegen het eind van de 3de eeuw opgegaan in het manicheïsme. De term wordt soms meer algemeen gebruikt om te verwijzen naar het opzettelijk of minzaam negeren van het Oude Testament binnen het christendom.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de cultuur, met name de beeldhouwkunst, van Mathura, een kosmopolitische stad aan de rivier de Jumna, gedurende de Kushana-periode van oud India; Mathura lijkt een tweede hoofdstad van de Kushana-dynastie te zijn geweest, en het was een van de twee belangrijkste artistieke centra van de dynastie, naast Gandhara. Tot de boeddhistische Mathura-beeldhouwkunst behoren Boeddha-portretten die zijn gebaseerd op yaksha-modellen (mannelijke aardegeest), en enkele van de vroegste voorbeelden van geheel Indiase boeddhafiguren. De vele levendige en openlijk seksuele yakshi-figuren (vrouwelijke aardegeesten) zijn welbekende voorbeelden van Mathuran-beeldhouwkunst. Een van de meest opmerkelijke prestaties uit deze periode was de assimilatie van de staande kolos in Maurya-stijl voor boeddhistische doeleinden. Kenmerken van Mathura-beeldhouwkunst zijn monumentale frontaliteit, de weergave van omgeslagen, transparante stoffen als kleine, ringvormige plooien; en later boeddhafiguren met grote aureolen, versierd met rolwerk voorzien van bladpatronen. Diep reliëf wordt veel toegepast in de 2de eeuw, terwijl een gelijkmatigere en meer lineaire stijl wordt aangetroffen in de 5de eeuw. Veel Mathura-beeldhouwkunst wordt gehakt uit plaatselijke Sikri-zandsteen, dat roze is of gespikkeld rood in combinatie met geelachtig wit. Mathura-iconen werden geëxporteerd naar andere delen van India en werden ook gekopieerd door andere werkplaatsen. De Kushana-dynastie raakte in de 3de eeuw in verval, maar de Kushana-kunststijl van Mathura bleef bestaan en leidde later tot de verdere ontwikkeling van het Boeddha-icoon in de Gupta-periode.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een stijl voor het versieren van aardewerk die bestond tijdens de 3de en 2de eeuw v. Chr., en die voor het eerst werd aangetroffen in Megara, maar later ook in Attica en op talloze andere plaatsen. De stijl werd vooral veel gebruikt op schalen en kenmerkt zich door een reliëfdecoratie aan de buitenzijde. Het aardewerk werd deels vervaardigd met behulp van een pottenbakkerswiel en deels met behulp van stempels en mallen. Het oppervlak is soms bedekt met glazuur versierd met rood of zwart. De thematiek van de versieringen is meestal floraal, met af en toe figuren en verhalende taferelen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar merktekens in de westerse architectuur die aangeven welke metselaar de steen op zijn werkplank in de bouwloods heeft gesneden. De oorsprong en functie van metselaarstekens verschillen door de eeuwen heen, en een volledig inzicht ontbreekt soms nog. Vroege metselaarstekens werden blijkbaar gebruikt om zekerheid te geven over de verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewaking bij grote bouwprojecten waar een aantal minder vaardige metselaars werkzaam was. Vanaf de 13de eeuw gaven metselaarstekens vaak de werkzaamheid aan die met bepaalde stenen was verbonden, zodat de metselaars de juiste vergoeding zouden ontvangen. Metselaarstekens bevinden zich meestal op het werk van minder ervaren metselaars dan vrijmetselaars, die de profielen en figuren sneden. Het metselaarsteken ging uiteindelijk fungeren als aanduiding van de metselaar zelf. Vaak werd het teken ook buiten de context van de bouwplaats gebruikt.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode van het christelijke Romeinse Rijk van de 5de eeuw tot aan de renaissance, waarvan het begin ligt in de 13de, 14de of 15de eeuw, afhankelijk van welk land het betreft. De herwaardering van de Grieks-Romeinse tradities met integratie van christelijke thema's, de dynamiek van de Keltische en Germaanse volkeren, en de opkomst van de steden, welke werden bevolkt door vrije burgers, drukten hun stempel op de veelheid van stijlen die tijdens de middeleeuwen tot ontwikkeling kwamen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl die volgde op de iconoclastische crisis, van het midden van de 9de tot het begin van de 13de eeuw. De stijl komt voornamelijk voor in het Oost-Romeinse rijk, en verspreidde zich samen met het Orthodoxe geloof naar de Balkan en Rusland na het verlies van Klein-Azië aan de Seljuk-Turken in 1071. De stijl kenmerkt zich door het voortborduren op en verder ontwikkelen van vroegere Byzantijnse kunst, bijvoorbeeld door een kleinere schaal van kerken en kloosters, het regelmatige gebruik van de Griekse kruisplattegrond, interieurs bedekt met weelderig marmer, mozaïeken, schilderingen en ivoorsnijwerk. Het betrof meestal eenvoudiger, meer lineaire en abstracte composities in een strak iconografisch systeem.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de tweede van drie grote perioden in de Egyptische beschaving, van circa 2008 tot 1630 v. Chr. en de 11de en 12de dynastie omvattend. Sommige bronnen rekenen hier ook de 13de dynastie toe, die circa 1630 v. Chr. ten einde liep. De periode kenmerkt zich door een heropleving van de kunst, die met name te zien is in de bouw van koninklijke grafpiramiden en tempels, particuliere, uit rotsen gehakte graven en de versiering hiervan, een belangstelling voor portretkunst in de koninklijke beeldhouwkunst en een algeheel hoog niveau van kunstzinnigheid en precieze uitvoering, met name in reliëfbeelden en de schilderkunst.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een periode en cultuur van Apennijnse oorsprong in de Bronstijd, die in de 13de eeuw v. Chr. Sicilië bereikte. Vertoont veel overeenkomsten met de gelijktijdige Ausonische cultuur op de Eolische eilanden.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl van de architectuur en kunst die zich voor het eerst ontwikkelde in het 13de- eeuwse Moskou. De architectuurstijl combineert Byzantijnse elementen, details van de Italiaanse renaissance en lokale Russische fantasie-architectuur, en kenmerkt zich vaak door koepels boven op torens, veel kleuren en extravagante, complexe detailleringen. Er ontwikkelde zich ook een specifieke stijl in de muur- en icoonschilderkunst.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een filosofie die is ontwikkeld door Plotinus in Alexandrië in de 3de eeuw n. Chr., waarbij deze een aangepaste versie van het platonisme combineerde met aspecten van het joodse en christelijke gedachtegoed, en mogelijk ook van oosters mysticisme. In het neoplatonisme is er één bron waaruit alles wat bestaat, voortkomt en waarmee een individuele ziel op mystieke wijze kan worden verenigd. Bovendien bestaan er meerdere zijnsniveaus, waarvan het fysieke universum dat zintuiglijk waarneembaar is, het laagste is. Van het neoplatonisme zijn in de loop van vele eeuwen verschillende vormen ontwikkeld; het leefde talloze malen opnieuw op in de geschiedenis en is vaak aangepast.

Toegevoegd op: 5-6-2015

In algemene zin verwijst deze term naar diverse schilderstijlen uit Oost-India die een langdurige periode omvatten. Vaak wordt er specifiek mee verwezen naar een Indiase schilderstijl die hoofdzakelijk beperkt bleef tot de boeddhistische kloosters van Bihar, Bengalen en Orissa, in de 11de en 12de eeuw. Er is een groot aantal palmbladmanuscripten met miniaturen bewaard gebleven; de vaakst gedecoreerde tekst is de 'Astasahasrika Prajnaparamita' ('Vervolmaking van de wijsheid in 8000 delen'). Er wordt meestal een frontaal aanzicht gekozen, en afgezien van een paar bomen is de achtergrond doorgaans leeg. Vanwege het kleine formaat (nooit groter dan 80x80 mm) is de iconografie niet complex; meestal is de afbeelding een conventioneel icoon van boeddhistische goden en godinnen, met een gering verhalend element. De stijl van de nog resterende manuscripten is verwant met de Palastijl. De kloosters zelf werden vermoedelijk voorzien van fresco's en gedecoreerd met vaandelschilderingen, die niet bewaard zijn gebleven. Na de islamitische invasie en de verwoesting van de boeddhistische centra in Oost-India in de 13de eeuw raakte de stijl in verval.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de regionale stijl van Oost-Java. Beeldhouwkundige werken volgen overwegend de Wajang-stijl die de Balinese volkstraditie van wajangpoppentheater weerspiegelt, en die wordt weergegeven op reliëfpanelen in Oost-Javaanse tempels uit de 13de en 14de eeuw. In textielproducten, met name in batik, wordt deze stijl gekarakteriseerd door het veelvuldige gebruik van een rode verfstof die bekend is als Turks rood. Na de komst van de islam op Java representeerde de bouwstijl een synthese tussen Oost-Javaanse en oude, pre-hindoeïstische Balinese tradities, gekenmerkt door iconografie, gelaagde daken en de candi bentar-ingang tot de externe binnenhof van een tempel. Decoratieve kunsten in deze stijl worden gekenmerkt door verse en gedroogde bloemen als versiering op kleding, vergulde kammen en complexe sieraadontwerpen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl en periode die samenvielen met de heerschappij van Osman I, een Turkse vorst die actief was in Noordwest-Anatolië aan het eind van de 13de en het begin van de 14de eeuw. Zijn emiraat volgde op de heerschappij van de Sajuqs van Anatolië en religieuze oorlogsvoering vormde hierbij een centraal element. Onder Osman I breidde de staat zich snel naar het westen uit via Byzantijns gebied in Thracië en de Balkan. Er is maar weinig documentatie over de kunst uit deze periode.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een stijl die zijn naam ontleent aan de voormalige hoofdstad van het oude Birma in de periode van de 11de eeuw tot aan het einde van de 13de eeuw. Pagán werd gezien als het religieuze en intellectuele hart van het land, met boeddhistische heiligdommen en ommuurde citadels van beeldgesneden baksteen, stucwerk en terracotta, en met tempels en heiligdommen die waren gewijd aan goddelijke geesten met een animistische oorsprong.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode van het midden van de 3de eeuw v. Chr. tot 220 n. Chr., toen de Parthen heersten over grote delen van Centraal- en West-Azië. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door een combinatie van stijlen uit Griekenland en het Nabije Oosten.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de voornaamste feestdag van de christelijke kerk, waarop de opstanding van Jezus Christus wordt gevierd. In westerse kerken gebeurt dat tussen 22 maart en 25 april, afhankelijk van de datum van de eerste volle maan na het begin van de lente. Orthodoxe kerken gebruiken de juliaanse datum voor het begin van de lente en vieren Pasen daarom meestal op een andere, latere datum. Sommige paastradities (zoals paaseieren en de paashaas) hebben een heidense oorsprong. Pasen is voortgekomen uit het primitieve 2de- en 3de-eeuwse christelijke feest dat de Pasch werd genoemd; het was de christelijke tegenhanger van het joodse Pascha, waarbij zowel de dood als de opstanding van Christus werd gevierd. De paaswake is in liturgische kerken de belangrijkste plechtigheid, die wordt gehouden op de avond voor Pasen; de paaskaars werd geïntroduceerd omstreeks de 4de eeuw. Hoewel Pasen op één bepaalde zondag wordt gevierd, wordt het belang van het paasfeest onderstreept door het lange voorbereidende vasten, door de plechtige diensten van de Goede Week en door de vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren, een periode die de paastijd wordt genoemd. Het belang van Pasen blijkt uit het feit dat het hele liturgische jaar rond Pasen is ingericht, net als de kerkelijke kalender van veranderlijke feestdagen. In paasceremonies komen vaak verwijzingen naar de doop voor, die de vroegere gewoonte weerspiegelen om neofieten te dopen tijdens de wake.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de cultuur van de Vroege Nomaden die werd genoemd naar de graflocatie die is ontdekt in de vallei van de Bolsjoi Oelagan en die dateert van circa de 3de tot de 5de eeuw v. Chr. Bij opgravingen vanaf 1929 en in de jaren 1947-49 zijn een gebalsemde man met dierentatoeages, verschillende vaten en sommige van de oudste bewaard gebleven weefsels naar boven gekomen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijlen die horen bij het schiereiland van Thailand. De drijvende kracht achter de stijlen is de geografische locatie van het gebied, gekenmerkt door de zeehandel en het verkeer op de rivieren van het schiereiland, waardoor culturele uitwisselingen werden gestimuleerd. De architecturale stijl kwam tot stand tijdens de 8ste tot met de 13de eeuw, waarvan de Wat Kaeo het bewijs is. Deze bestaat uit een kruisvormige structuur met een centrale cella, heiligdommen waarin vijf Jina-boeddha's waren ondergebracht, grote stenen zuilen, colonnetten en decoratieve miniatuurbogen die doen denken aan de architectuur van Cham (negende en tiende eeuw) en Srivijayan. De beeldhouwkundige stijl toont bronzen mahayana-boeddhistische figuren en votieftabletten van klei met afbeeldingen van Boeddha en bodhisattva's in de Indiase laat Gupta-stijl.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl in de Hellenistische beeldhouwkunst die zich concentreerde in Pergamon, in Klein-Azië, tijdens de 2de en 3de eeuw v. Chr. Het meest bekende voorbeeld is het Grote Altaar van de tempel van Zeus. De stijl kenmerkt zich door de weergave van dramatische bewegingen, extreem ontwikkelde spieren, en intense emoties.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode en stijl in de Gotische kunst in Frankrijk en elders in Europa van de late 12de tot en met de 13de eeuw. In deze tijd worden de Gotische idealen gerealiseerd in de architectuur en andere kunsten. In de beeldhouwkunst en schilderkunst wordt de stijl gekenmerkt door een terugkeer naar het evenwicht en naturalisme van de beeldhouwkunst in het oude Griekenland en Rome. In de architectuur wordt de stijl gekenmerkt door elegante, verheven proporties, een beweging naar een gevoel van grotere leegte dan volte, en symmetrie in het ontwerp, dat vaak niet exact werd uitgevoerd omdat plannen vaak werden gewijzigd of onvoltooid bleven. In de kerkarchitectuur omvatte het ontwerp meestal twee torens aan de westelijke gevel, verkorte transepten, drie of vier verdiepingen, luchtbogen, centraal geplaatste roosvensters en uitgebreide campagnes van steeds verfijnder beeldhouwwerk en glas in lood.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Tibetaanse schilderschool die is gelieerd aan de boeddhistische orde met dezelfde naam. Deze behoort tot een van de vier belangrijkste orden. De school, die floreerde vanaf de 13de tot de 16de eeuw in het midden van Tibet, ontstond in Sakya-kloosters, vooral in het klooster van Ngor. Sakya-schilderijen bestaan vaak uit meerdere mandala's die zich kenmerken door effen kleuren, een icoonachtige kwaliteit en een algemene directheid die de religieuze en visuele complexiteit ervan aanvult.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl en cultuur van de klassieke Samnieten, die verwant waren met de Sabijnen. Zij spraken Oskisch, bewoonden het bergachtige binnenland van Zuid-Italië alsmede enkele kustgebieden, en trokken in de 3de en 4de eeuw v. Chr. in drie opeenvolgende oorlogen ten strijde tegen de Romeinen om de zeggenschap in het gebied.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst in algemene zin naar de stijl van geglazuurd keramiek die vanaf de 12de tot het einde van de 15de eeuw werd geproduceerd. In de vroege fase werden producten vervaardigd als flessen met asglazuur, kommen, borden en potten met vier kleine handvatten, vergelijkbaar met de producten uit Sanage. In de 13de en 14de eeuw ging men nieuwe industriële ovens bouwen waarmee nieuwe vormen, patronen, aardewerk met ijzerglazuur en gereedschappen voor boeddhistische rituelen konden worden vervaardigd. Het in de 15de en 16de eeuw geproduceerde Seto-aardewerk was voornamelijk bestemd voor huishoudelijk gebruik, meestal theeceremonieën.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl en periode in de kunst, voornamelijk in de beeldhouwkunst en architectuur, die samenviel met de heerschappij van Septimus Severus (193 tot 211) en zijn opvolgers, tot in het midden van de 3de eeuw. In de beeldhouwkunst geeft de stijl blijk van veranderingen in de mode, zoals kortgeknipte baarden en pijpenkrullen. Er werd ook uitgebreid gebouwd tijdens deze periode, zoals de thermen van Caracalla.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de stijl die in verband wordt gebracht met Sjriwijaya op het schiereiland van Thailand gedurende de 13de eeuw. Deze stijl beïnvloedde de Indonesische kunst via de maritieme handel en uitwisseling. De stijl is een weerspiegeling van Maleisische, Chinese, Indiase en Arabische religieuze en intellectuele stromingen. In de beeldhouwkunst kenmerkt deze stijl zich door kleine bronzen boeddhistische figuren, bodhisattva's, en votiefstenen met inscripties van boeddhistische geloofsbelijdenissen. Figuren van godheden hebben kenmerken van Indiase Gupta-stijlen en zijn gekleed in lange gewaden zonder diadeem, waarbij het bovenlijf ontbloot is en het haar een vlechtenkroon vormt. Kenmerkend voor architectuur in deze stijl zijn kleine, kruisvormige tempelcomplexen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode van de 8ste tot de 13de eeuw in zuidelijk Thailand, genoemd naar het vroegere maritieme centrum dat bekend stond als Srivijaya. De artistieke productie uit deze periode manifesteert zich in een diversiteit van stijlen die de interculturele tradities van deze periode weerspiegelen. Deze periode omvat ook conventies uit Pala-Indiase kunst, zoals de nadruk op kledij, sierraden, de achterkant van tronen en stralenkransen rond lichamen. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in Mahayana-boeddhistische afbeeldingen en zeer nauwkeurig uitgewerkte vierhoekige votieftabletten van klei die zich ontwikkelden tot een zeer wijd verspreide internationale stijl in een groot gedeelte van Zuid-Oost Azië en die het Mahayana-godendom afbeelden. In de architectuur manifesteert deze periode zich in kruisvormige plattegronden met cellae die worden omringd door kleinere schrijnen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode die is genoemd naar het Sukhothai-koninkrijk, dat floreerde in de regio van Thailand vanaf de late 13de eeuw tot het midden van de 15de eeuw. Deze periode wordt beschouwd als de gouden eeuw van de Thaise beschaving, en is van grote invloed geweest op alle latere perioden. In de beeldhouwkunst manifesteerde deze periode zich in religieuze orthodoxie en wordt ze gekenmerkt door verfijnde boeddhistische en hindoeïstische beelden in brons en stucwerk. Een vaak terugkerend iconografisch thema in de beeldhouwkunst was Boeddha's Voetafdruk, vaak uitgehakt in stucwerk of steen, versierd met inscripties van het Wiel van de Wet en met figuren van godheden en boeddha's, en alom aangetroffen in wat-tempels in het hele gebied. Boeddhabeelden in deze stijl hebben meestal een vlamachtige stralenkrans, haar dat wordt weergegeven in kleine, puntige krullen en een hoekige neus en mond. Sukhothai-beeldhouwers waren de eersten die Boeddha afbeeldden in alle vier de fysieke manifestaties: zittend, liggend, staand en lopend. Producties in bas-reliëf beelden indrukwekkende religieuze gebeurtenissen uit en zijn gewoonlijk geconstrueerd in stucwerk. Architectuur uit deze periode wordt gekenmerkt door constructies in baksteen en lateriet, houten daken die zijn bedekt met geglazuurde terracotta tegels, de unieke stoepa's in de vorm van knoppen van de lotusbloem, conventionele structuren zoals de prang, mondop en wihan, stenen pilaren met beeldgesneden kapitelen, nissen met Boeddhabeelden, torens in Khmer-stijl en makara-beeldhouwwerken in de frontons van nissen, en een stilistische neiging naar stroomlijning in bouwkundige constructies.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de cultuur en het voormalige keizerrijk die floreerden van de 9de tot de 11de en van de 13de tot de 16de eeuw en die waren gecentraliseerd in de oostelijke deltaregio van het tegenwoordige Myanmar en in de westelijk-centrale regio van Thailand. De cultuur heeft de regio gedurende de laatste 1200 jaar gedomineerd, waarbij Sanskriet is vervangen door Pali-schrift en het Theravada-boeddhisme een plaats vond in de oude Birmese cultuur. De kunst van deze regio heeft gemeenschappelijke historische banden met het oude Cambodjaanse koninkrijk van Funan en met China en werd in hoge mate beïnvloed door de Angkor-civilisatie.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Blaasinstrumenten met een houten klankkast, conische boring, dubbel riet en pirouette; 13de eeuw. Het hedendaagse model, heeft een enkel riet en klarinetachtig mondstuk; Hongarije.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar een stijl van verfijnd aardewerk die voorkwam in Italië, Frankrijk, Duitsland, en het gehele Romeinse Rijk van de 1ste eeuw v. Chr. tot de 3de eeuw na Chr. De stijl is schatplichtig aan Oud-Griekse traditiesin het gebruik van calcietrijke klei met een hoog ijzergehalte, om een glimmend oppervlak te creëren, maar verschilt van Grieks aardewerk doordat het maar een keer is gebakken, in een open oven. Kenmerkend zijn de rode kleur, de zorgvuldige afwerking, en soms de decoraties van gestempelde figuren en patronen. De term werd bedacht in de 19de eeuw, en sindsdien bestaat er onenigheid over de vraag op welk soort aardewerk deze van toepassing is, omdat de term verschillend vertaald wordt, ofwel als ‘gestempelde aarde’,hetgeen verwijst naar de gestempelde motieven, of als ‘verzegelde aarde’, hetgeen verwijst naar een harde, vettige medicinale grondsoort genoemd‘terra sigillata’ die voorkomt op het eiland Lemnos, en waarvan werd verondersteld dat het de klei was waarmee het aardewerk werd vervaardigd. Voor meer verwarring zorgde de relatie tussen deze term en ‘Samisch aardewerk’ of ‘Samisch’.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, met name de beeldhouwkunst, die samenviel met de periode van de Tetrarchie tijdens de tweede helft van de 3de eeuw. De stijl kenmerkt zich doordat veel werken in porfier werden uitgevoerd en door het bijna volledig verdwijnen van fysieke gelijkenis en anatomische bouw. De expressieve functie van de ogen werd daarentegen benadrukt.

Toegevoegd op: 5-6-2015

De vorm van boeddhisme die wordt beoefend in de Zuid-Aziatische landen Sri Lanka, Myanmar, Cambodja, Thailand en Laos. De leer van Theravada is relatief onveranderd sinds de 3de eeuw v. Chr. en is gebaseerd op de 'tipitaka' of Pali Canon, die een conservatieve interpretatie van de leer van Boeddha bevat. Theravada onderscheidt zich hoofdzakelijk van het latere Mahayana in de afwijzing van bodhisattva's. Hoewel het uiteindelijke doel van Theravada ligt in het worden van een 'perfecte heilige' of 'arhat', kunnen gewone gelovigen geen werkelijke verlichting bereiken. Werkelijke verlichting kan alleen worden bereikt door in te treden in een religieuze orde, en zelfs dan is het bijna onmogelijk om een Boeddha te worden.

Toegevoegd op: 5-6-2015

In het bijzonder te gebruiken voor de vrijzinnig protestantse beweging die in Europa opkwam tijdens de Reformatie in de 16de eeuw, werd belichaamd door een kerk in Transsylvanië en een confessionele status verkreeg in Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Canada tijdens de 19de eeuw. De beweging wordt gekenmerkt door de afwijzing van de orthodox christelijke leer van de Drie-eenheid en de goddelijke Christus, het vrije gebruik van de rede in religieuze zaken en het geloof dat God bestaat in één persoon. In 1961 fuseerde deze beweging in de Verenigde Staten en Canada met de universalistische beweging, waardoor het ‘unitaristisch universalisme’ ontstond. Ook in het algemeen te gebruiken voor de theologische leer van de eenheid van God en het mens-zijn van Jezus, zoals voor het eerst verwoord in het monarchisme van de 2de en 3de eeuw en in de leer van Arius in de 3de en 4de eeuw, en later in de leer van de radicale neoplatonisten uit de Reformatie zoals Michael Servetus, Faustus Socinus en Ferenc David.

Toegevoegd op: 5-6-2015

In het bijzonder te gebruiken voor de vrijzinnig protestantse beweging in de Verenigde Staten en Canada, die in de 18de eeuw voor het eerst als georganiseerde beweging van zich deed spreken en een confessionele status verkreeg in de 19de eeuw. Haar belangrijkste beginsel is het geloof in de redding van alle zielen, waarmee ze de calvinistische leer van de uitverkiezing van enkelen en de verdoemenis van velen afwijzen. Andere beginselen zijn onder meer de vrijheid van individuele interpretatie, tolerantie tegenover diversiteit en de onvervreemdbare waarde en waardigheid van iedere mens.In 1961 fuseerde deze beweging met de unitaristische beweging, waardoor het ‘unitaristisch universalisme’ ontstond. Ook in het algemeen te gebruiken voor de leer van de universele redding die op verschillende momenten in de christelijke geschiedenis terugkomt, te beginnen met de geschriften van Origen in de 3de eeuw.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de latere fase van de Vinca stijl en cultuur, van het 4de tot het 3de millennium v. Chr. De stijl verschilt vooral van de vroegere Vinca-Tordos-stijl door de ontwikkeling van gestroomlijnde, gestileerde beelden, gedecoreerd met ingekerfde lijnen en abstracte patronen.

Toegevoegd op: 5-6-2015

De kunst of vaardigheid van het maken van lichte frames, meestal van hout, bedekt met een dun materiaal en bedoeld om aan het eind van een lang koord in de wind te laten vliegen. Bekend sinds in elk geval de 3de eeuw v. Chr. in China.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de oude cultuur van de Andhra-regio van centraal India, met name vanaf de 1ste eeuw v. Chr. tot de vroege 3de eeuw n. Chr. Aan het eind van de 1ste eeuw v. Chr. realiseerden de Andhra's indrukwekkende stenen renovaties en toevoegingen aan de stoepa van Sanchi, met name de vier beeldgesneden poorten (torana's), als gevolg waarvan de stoepa het grootste boeddhistische monument in India werd. De Andhra's bouwden nog andere boeddhistische complexen, waaronder de Grote Stoepa van Amaravati in de 2de eeuw. Amaravati was de belangrijkste stad van de Satavahana's, die uitstekende bouwers waren; de boeddhistische monumenten van deze stad luidden een nieuwe architectuurstijl in. De Grote Stoepa van Amaravati bood bijvoorbeeld een bovenste niveau voor een omgang, rijkelijk bewerkte leuningen en zuilen in plaats van torana's. Vroege Andhra-beeldhouwkunst, met name de weelderige architecturale reliëfs, staan bekend om hun decoratieve narratieve en encyclopedische kwaliteit; verfijnde bloemontwerpen, naturalistische afbeeldingen van dieren, en sensuele en weelderige menselijke figuren worden hoog gewaardeerd. Net zoals in vroege boeddhistische kunst wordt Boeddha gewoonlijk symbolisch weergegeven. Rond 200 n. Chr. wordt Boeddha echter ook weergegeven als een menselijke figuur; soms worden deze twee methoden van afbeelden aangetroffen op een en hetzelfde monument.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de periode die wordt geassocieerd met het tempelterrein van Wat Kukut in de regio Lamphun dat werd gevestigd in de 13de eeuw. De stijl van deze periode is gebaseerd op de bouwkundige kenmerken van de tempel, zoals de twee grote stupa's die waren gemaakt van lateriet en geconstrueerd in de late Dvaravati-stijl: een groot vierkant monument met een hoge basis en vijf vierkante, terugwijkende lagen die worden overdekt door puntige spitsen en versierd met miniatuurstupa's en met nissen waarin zich Boeddhabeelden bevinden in stucwerk en terracotta. In de beeldhouwkunst omvat de artistieke productie uit deze periode een achthoekig gevormd monument dat is gekroond met een kleine, ronde stupa en versierd met panelen die een staand Boeddhabeeld in stucwerk bevatten. Rond het voetstuk van de stupa tonen zittende Boeddhabeelden de handeling van het onderwerpen van Mara.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Instrumenten voor het besprenkelen met wijwater, meestal van metaal dat is bevestigd aan een absorberend materiaal. In de westerse kerk bestaat de wijwaterkwast uit een steel met daarop een geperforeerde bol, spons of borstelachtig uiteinde dat het water bevat. Sommige wijwaterkwasten hebben sponzen of interne reservoirs die wijwater afgeven als ermee wordt geschud, terwijl andere regelmatig moeten worden ondergedompeld in 'wijwatervaten (vaten)'. Het werktuig werd oorspronkelijk gemaakt van takken van hysop-, palm- of bukshout, een bosje stro of de staart van een vos (in het oud-Frans heet een vos een 'goupil'). In de 13de eeuw nam de wijwaterkwast zijn moderne westerse vorm aan van een steel met daarop een met haren bedekte rozenvorm. De stelen van het sprenkelgedeelte werden zeer rijk versierd. In de Grieks-orthodoxe kerk is de wijwaterkwast een rechtopstaand vat met een taps deksel, waarin gaten zijn aangebracht voor de besprenkeling. In de Russisch-orthodoxe Kerk is het een kwast die is gemaakt van stof, haar of takjes basilicum. Het werktuig is gebaseerd op oude bronnen, waarbij takken werden gebruikt om tijdens rituelen water, bloed of een andere vloeistof te sprenkelen. Dergelijke werktuigen werden gebruikt in het oude Rome, in het Midden-Oosten, bij oude Noorse rituelen en elders.

Toegevoegd op: 5-6-2015

Verwijst naar de meest invloedrijke stijl in de paneel-, muur- en glasschilderkunst en miniaturen in de Duitstalige gebieden van de 13de eeuw. De term is Duits voor ‘Tandenstijl’, en kenmerkt zich door een karakteristiek gebruik van draperie, waarin stoffen een nerveuze, levende vitaliteit lijken te hebben, en zigzag- of gebroken plooivormen.