Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Genus van planten, waaronder de sukadeboom, citroenboom, limoenboom, sinaasappelboom, grapefruit, mandarijnboom, pompelmoes en vele andere soorten. De meeste produceren vlezige vruchten met een tamelijk dikke schil. Men denkt dat het genus oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië komt. Sinds de oudheid is men deze bomen in een steeds groter gebied gaan kweken. Het precieze aantal natuurlijke soorten is onduidelijk en hun classificatie is complex omdat veel soorten kruisingen zijn die door middel van klonering zijn gekweekt. Er is genetisch bewijs dat zelfs een aantal soorten die in het wild voorkomen oorspronkelijk kruisingen waren. Gekweekte citrusbomen stammen misschien af van niet meer dan vier oersoorten.
Middelgrote subtropische citrusboom, met langwerpige elliptische bladeren met een fijn getande rand en een kleine bolvormige geelgroene vrucht. De boom is afkomstig uit Zuidoost-Azië en werd geïntroduceerd in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Sicilië en Spanje. Limoenen werden in Europa ingevoerd rond de twaalfde, dertiende eeuw. Columbus nam de citrusvrucht mee naar West-Indië, waar ze al snel op grote schaal werden verspreid, onder meer naar de Florida Keys (in het Engels wordt de vrucht 'key lime' genoemd) en Californië. Voor de handel plukt men de vrucht gewoonlijk als die groen is. De vrucht is iets zoeter dan andere soorten limoenen. Limoenolie wint men doorgaans met behulp van stoomdestillatie. De olie gebruikt men voor parfums en als smaakstof, insecticide en antisepticum. De vrucht gebruikt men als smaakmiddel en als een bron van vitamine C.
Middelgrote subtropische citrusboom die zaadloze limoenen produceert met een relatief dunne groene schil. Ontwikkeld in de negentiende eeuw in Californië.
Persen met een harde en puntige kegel waarop de helft van een stuk fruit wordt gedrukt om het sap eruit te krijgen.
Vlezige vruchten met een vrij dikke schil van het geslacht Citrus.
Citrusvrucht met een ovale vorm, een gele schil en zuur, sappig vruchtvlees.
Grote citrusvrucht met een gele schil en sappig, bitter vruchtvlees.
Middelgrote subtropische citrusboom die bekendstaat om zijn grote ronde vruchten met een bittere smaak. De boom is waarschijnlijk in Jamaica ontstaan als een kruising van C. grandis (pomelo). De grapefruit werd eerst op de Caraïbische eilanden populair als eetbare vrucht. Later begon men de boom ook te kweken op het Amerikaanse vasteland.
Verwijst naar een reeks geelachtig groene kleuren die lijken op de kleur van limoen, de vrucht van een tropische citrusboom.
Algemene term voor een aantal verschillende citrusvruchten, zowel zuivere soorten als hybriden, die meestal rond en groen tot geelachtig groen van kleur zijn. Ze bevatten zuur vruchtvlees dat zoeter is dan dat van citroenen en zijn meestal kleiner dan citroenen.
Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen rood en geel in bevindt, met een golflengte tussen 585 en 620 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Een voorbeeld van de kleur oranje in de natuur is de kleur van de citrusvrucht de sinaasappel. Oranje is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van geel en rood).
Een algemene term voor een groep polysachariden uit de celwanden van alle plantenweefsels. Pectine is samengesteld uit gemethoxyleerde galacturonzuren die aan elkaar verbonden zijn in lange strengen. Voor de handel zijn de belangrijkste bronnen van pectine de schillen van citrusvruchten en appelpulp. Pectine lost op in water, waardoor kleverige stabiele oplossingen ontstaan. Deze worden vooral gebruikt voor voedingsmiddelen (jam en gelei), maar ook als appreteermiddelen in papier en textiel.
Orde van bloeiende planten, waaronder citrusbomen, esdoorns, de paardenkastanje, lychee, ramboetanboom, mangoboom, acajouboom, wierookboom, mirreboom, mahonieboom en neemboom.
Middelgrote subtropische citrusboom die sappige vruchten produceert met een dikke oranje (roodgele) schil. Men denkt dat de soort afkomstig is uit Zuidoost-Azië en al in 2500 v.Chr. in China werd gekweekt. Het is waarschijnlijk een oude kruising van de pompelmoes (Citrus maxima) en de mandarijn (Citrus reticulata). Tegenwoordig is het de meest wijdverspreide fruitboom met de populairste vrucht in de wereld.
Messen die worden gebruikt voor het schillen van citrusvruchten.
Middelgrote subtropische citrusboom die in het hele Middellandse Zeegebied wordt gekweekt. De sappige vrucht heeft een dikke oranje (roodgele) schil en is zuur in vergelijking met de zoete sinaasappel (C. sinensis). Uit veel variëteiten wint men etherische olie die men gebruikt in parfums of als smaakstof, plantaardig medicijn en eetlustremmer. De geraspte schil gebruikt men om marmelade de kenmerkende bitter smaak te geven. Het harde witte of lichtgele hout wordt gebruikt voor houtbewerking en op Cuba voor honkbalknuppels.