Associaties voor Kenmerken en Eigenschappen

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen bevat descriptoren voor intrinsieke kenmerken, in het bijzonder fysieke kenmerken van materialen en objecten. Uitgezonderd zijn descriptoren voor kleuren en kleureigenschappen, die deel uitmaken van de afzonderlijke hiërarchie Kleur. In algemeen gebruik is het onderscheid tussen welke karakteristieken 'kenmerken' en welke 'eigenschappen' genoemd kunnen worden niet altijd duidelijk, en daarom is er in de hiërarchie niet altijd een scheiding aangebracht tussen de twee. Als algemene richtlijn verwijst 'kenmerken' naar karakteristieken van individuele objecten, onderdelen of eenheden, en de descriptoren worden gewoonlijk gebruikt om de zaak te beschrijven; ze zijn vaak duidelijk waarneembaar, hoewel niet kwantificeerbaar volgens een vastgestelde norm. 'Eigenschappen' verwijst hier naar karakteristieken die suggereren hoe een materiaal, of soms een groep van dingen, zal reageren onder bepaalde omstandigheden; ze zijn vaak kwantificeerbaar, hoewel ze vaak niet waarneembaar zijn zonder onderzoek of tests. Relatie tot Overige hiërarchieën: overige descriptoren die kunnen worden beschouwd als kenmerken en die kunnen worden gebruikt om voorwerpen te beschrijven zijn beschikbaar in de vorm van alternatieve descriptoren in andere hiërarchieën (bijvoorbeeld gesneden, alternatief van snijden; houten, alternatief van hout). Descriptoren voor namen van kleuren zijn te vinden in de hiërarchie Kleur. Bepaalde fysieke fenomenen die nauw verbonden zijn met fysieke en chemische eigenschappen (bijvoorbeeld luminescentie) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Uitdrukkingen die effecten van bepaalde fysieke omstandigheden op materialen of objecten beschrijven, zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Effecten (bijvoorbeeld barsten). Descriptieve karakteristieken zijn ook te vinden in verschillende andere hiërarchieën als gedeelten van samengestelde descriptoren (bijvoorbeeld splitlevelwoningen).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de hoogste of meest verheven delen van objecten. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de bovenkant beschrijft wordt 'boven' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gebieden binnen objecten waar convergerende lijnen of vlakken samenkomen. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets in of bij de hoek van iets beschrijft wordt 'hoek' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Interieurinrichting bevat descriptoren voor hoofdzakelijk verplaatsbare artikelen die comfort, gemak of bescherming bieden in woningen, zakelijke omgevingen of andere openbare ruimten of privéruimten. Interieurinrichting kan functioneel of ornamenteel van karakter zijn en binnenshuis of buitenshuis worden gebruikt. Ook handelsnamen en eigennamen van bepaalde typen interieurinrichting die (vrijwel) volledig zijn ingeburgerd in het algemene taalgebruik zijn in deze hiërarchie opgenomen. Relatie met andere hiërarchieën: objecten die primair fungeren als opslageenheid of andere vorm van houder (bijvoorbeeld 'kaarsenbakken' of 'footlockers') zijn opgenomen in de hiërarchie Houders. Permanente installaties die in gebouwen zijn geïntegreerd (bijvoorbeeld 'altaren' of 'koorschermen') zijn te vinden in de hiërarchie Componenten. Uurwerken en meteorologische instrumenten (bijvoorbeeld 'staande horloges' of 'barometers') zijn ondergebracht in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor de diverse vormen van meubelstukken zijn opgenomen in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld 'gerond'). Descriptoren voor samenstellende delen van interieurinrichting (bijvoorbeeld 'voetsteunen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Eveneens in deze hiërarchie vindt u descriptoren voor architecturale elementen die vaak deel uitmaken van een interieurinrichting (bijvoorbeeld 'bogen' of 'frontons'). Abstracte of gestileerde motieven en gestandaardiseerde patronen (bijvoorbeeld 'eierlijsten' of 'driepassen'), beeldbeschrijvende begrippen die telkens terugkeren in de kunstnijverheid, zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de louter fysieke positie in het heelal die nauwkeurig kan worden omschreven door middel van geografische of astronomische maten, of door de positie in relatie tot geografische of astronomische kenmerken of door elementen van de bebouwde omgeving. Gebruik 'plaats' voor een ruimte of gebied in de wereld van dagelijkse ervaringen, duidelijk en als één geheel wordt waargenomen en die naast fysieke kenmerken en eigenschappen ook emotionele, doelgerichte en sociale connotaties heeft

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Ontwerpelementen bevat descriptoren voor geconventionaliseerde en terugkerende vormen en rangschikkingen van vormen die worden gebruikt in het ontwerp van veel soorten objecten en hun ornament. Deze kunnen tweedimensionaal zijn zoals geschilderde zigzagvormen, in reliëfs zoals gesneden rozetten, of kunnen verwijzen naar de vorm van afzonderlijke objecten, zoals Keltische kruizen die zijn gebeeldhouwd uit steen. Relatie tot andere hiërarchieën: Descriptoren voor bepaalde kenmerken die zijn gerelateerd aan vorm of positie zijn te vinden in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld bol, concentrisch). Driedimensionale ornamentale onderdelen van structuren en overige objecten zijn te vinden in de hiërarchie Onderdelen (bijvoorbeeld fioelen).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor een ruimte of gebied in de wereld van dagelijkse ervaringen, die duidelijk en als één geheel wordt waargenomen en die naast fysieke kenmerken en eigenschappen ook emotionele, doelgerichte en sociale connotaties heeft. Gebruik 'locatie' voor de louter fysieke positie in het heelal die nauwkeurig kan worden omschreven door middel van geografische of astronomische maten, of door de positie in relatie tot geografische of astronomische elementen van de bebouwde omgeving.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de uiteinden van lange dunne objecten. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij het eind van iets beschrijft wordt 'eind' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor die oppervlakken of gedeelten van objecten die naar voren zijn gericht, of die worden beschouwd als het belangrijkst of nuttigst. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de voorkant van iets beschrijft wordt 'voor' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de oppervlakken van objecten die geen voorkanten, achterkanten, bovenkanten of onderkanten zijn. Als bijvoeglijk naamwoord dat de plaats van iets aan of bij de zijkant van iets beschrijft, wordt 'zij' (Kenmerken en Eigenschappen) gebruikt.