Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Speciale spijkers die aan beide zijden puntvormig zijn en die worden gebruikt om pen-en-gatverbindingen te bevestigen.
Machines die worden gebruikt om een afdruk te maken van gietvormen, blokken, platen of stenen, gewoonlijk op papier.
Gebruikt voor het beschrijven van werken die zijn vervaardigd door de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, die in het zuiden van Nigeria leeft.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de delta van de rivier de Niger.
Te gebruiken voor kleine, meestal rechte werktuigen die worden gebruikt om steken in lussen over elkaar aan te brengen in haakwerk.
Handbediende persen die worden gebruikt voor het persen van knoflook.
Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Kameroen.
Ovale houten of metalen gezichtsmaskers, gemaakt en gebruikt door het Senufo-volk in het noorden van Ivoorkust, het zuiden van Mali en het zuidwesten van Burkina Faso. Deze maskers, die het vrouwelijke element voorstellen, zijn in het algemeen iets kleiner dan levensgroot. Ze zijn versierd met reeksen geometrische projecties die de bovenzijde van het hoofd, het bovenste deel van het gelaat en de mond flankeren, diagonale insnijdingen op elke wang en soms twee verticale hoorns.
Te gebruiken om werken te beschrijven van het gelijknamige, Edo-sprekende Afrikaanse volk dat leeft in het zuiden van Nigeria. Het volk vormt een subgroep van de Etsako.
Drukpersen die worden gebruikt bij diepdrukken en waarin de plaat, het papier en de beschermlagen tussen de druk uitoefenende cilinders worden gehaald waardoor het papier in de groeven met inkt wordt geduwd.
Kleine tot middelgrote drukpersen die men met de hand bedient of elektrisch zijn en waarmee men proefdrukken van zetsel of gegraveerde oppervlakken kan maken.
Drukpersen voor lithografie die afdrukken maken door middel van een schraapijzer onder hoge druk.
Basistekengerei dat wordt gebruikt om lijnen van gelijke dikte te tekenen. Wordt meestal geleid door een richtlineaal, boog of vormplaat.
Draagbaar altaar met altaarsteen, uitgevoerd als een uitklapbare kist. In de kist zat een volledige uitrusting voor de eucharistieviering. Dit 'onzichtbare' altaar werd gebruikt in tijden van verbod op de viering van de katholieke eredienst in de zeventiende en achttiende eeuw, de schuilkerkperiode.
Aquatinten waarbij een normaal gegronde plaat bedekt met fijn schuurpapier, met de ruwe zijde tegen de plaat, door de drukpers wordt gehaald.
Een religieuze orde volgens de kloosterregel van de Heilige Augustinus die werd gesticht door de middeleeuwse mystica Sint Brigitta van Zweden (overleden in 1373). Na de dood van haar echtgenoot wijdde Brigitta haar leven aan het gebed en kreeg zij visioenen, in een waarvan zij opdracht kreeg de Orde van de Allerheiligste Verlosser te stichten. Kort na Brigitta’s dood werd haar dochter, Sint Catharina van Zweden, de eerste abdis van het oorspronkelijke klooster in Vadstena (Zweden). Andere kloosters volgden, elk met niet meer dan zestig nonnen. Aan elk klooster was een parallelle gemeenschap van monniken verbonden, die hetzelfde liturgische leven leidden onder het bestuur van de abdis. Tot de bijdragen van de brigittinessen aan de Scandinavische cultuur behoort een van de eerste drukpersen, gebouwd in de abdij van Vadstena. De orde, die de nadruk legde op nederigheid, eenvoud en contemplatie, bloeide tot de Reformatie en werd in Zweden verboden in 1595. Daarna waren er geen brigittenmonniken meer, al zijn er wel vier autonome nonnenkloosters blijven bestaan: één in Engeland, één in Beieren en twee in de Nederlanden. Elisabeth Hesselblad begon in 1911 een nieuwe tak van de oude orde, die zij vervolgens nieuw leven heeft ingeblazen door kloosters te stichten in Zweden, Italië, Engeland, India, Zwitserland en de Verenigde Staten. Hoewel de orde een lange geschiedenis heeft, is zij modern in haar pogingen tot vernieuwing van het kloosterleven en in oecumenische kwesties.
Drukpersen waarin de drukplaten om een cilinder worden gebogen.
Drukpersen waarin de gietvormen of platen op een horizontaal of verticaal draagvlak worden gehouden, waarna er door middel van een cilinder beurtelings inktrollers en vellen papier overheen worden gehaald.
Drukpersen waarin het papier en het drukvlak beide plat liggen en met elkaar in contact komen door als een oesterschelp te openen en sluiten.
Personen die een drukpers bedienen of beheren, in het bijzonder een handdrukpers.
Drukpersen die met de hand moeten worden bediend.
Een onderdeel van een deur, bestaande uit een enkele knop die bevestigd is aan de ene kant van een krukpen, waarvan aan de andere kant een roos of plaat is bevestigd om de knop en de pen aan de kastdeur te bevestigen. Te onderscheiden van 'deurknoppen', die bestaan uit twee knoppen aan weerszijden van een krukpen om de deurkruk los te maken.
Verwijst naar de kunst en architectuur die is verbonden met de mammelukken, een krijgerskaste die Egypte en Syrië regeerde vanaf ongeveer 1250 tot de vroege 16de eeuw, en die in het Midden-Oosten meer dan 700 jaar invloedrijk en machtig is geweest. Mammeluk-architectuur was in wezen conservatief en niet erg vernieuwend, maar wel rijk en over het algemeen van zeer hoge kwaliteit. Mammeluk-architectuur wordt gekenmerkt door het gebruik van zeer fijn afgewerkte minaretten, enorme façades en portalen, en de tendens om structuren voor verschillende toepassingen te bouwen in een enkel complex. Begunstigers bouwden hun belangrijke monumenten gewoonlijk ook dichtbij elkaar. De mammelukken staan ook bekend om hun technische virtuositeit in stenen constructies; metselaars gebruikten verschillend gekleurde stenen op de oppervlakken van gebouwen. Er zijn bijna 3000 belangrijke mammelukmonumenten bewaard gebleven of bekend gebleven via teksten; de meeste monumenten in de oude wijken van Caïro, Damascus, Tripoli en Aleppo zijn mammeluks, evenals de meeste monumenten op de Haram ash-Sharif in Jeruzalem, buiten de Rotskoepel. Net als architectuur bereikten ook de overige kunsten van de mammelukperiode een hoog niveau van technische perfectie, maar staan ze niet bekend om hun originaliteit; er bestaan wel bezienswaardige voorbeelden van ingelegd metaalwerk, kalligrafie, moskeelampen en houten objecten.
Verwijst naar de Neolithische aardewerkperiode in de zuidelijke Levant van circa 5.500 tot 5.000 v. Chr., op basis van de archeologische vindplaats te Munhatta. De periode kenmerkt zich door de handhaving van culturele kenmerken uit de voorgaande Yarmukian periode, in het bijzonder de vervaardiging van aardewerk.
Drukpersen die worden gebruikt bij offsetdrukken.
Het deel van een drukpers waarop de plaat of het blok rust tijdens het drukken.
Drukpersen waarin het papier in een doorlopende rol wordt aangevoerd.
Deurknoppen die aan de krukpen zijn bevestigd door middel van speciale moersleutels, in plaats van met de meer gebruikelijke dwarse schroef.
Het markeren van een oppervlak van een voorwerp door er op te drukken met een machine zoals een drukpers, een blok, een plaat of een frame waarop de elementen staan die het drukoppervlak vormen, vaak met een ontwerp in reliëf. Bij boekbinden wordt dit onderscheiden van 'handpersen (techniek)', waarbij een handmatig bediend apparaat wordt gebruikt in plaats van een machine.
Wordt gebruikt voor het procédé waarbij met een drukpers gedrukt zetsel wordt bestoven met poeder en daarna wordt verhit, zodat de letters worden opgehoogd, wat een gegraveerd effect geeft. Deze techniek wordt bijvoorbeeld toegepast bij de vervaardiging van visitekaartjes en postpapier.
Rituele Afrikaanse stof, die wordt geassocieerd met de mannenvereniging Ekpe, aan te treffen bij de Igbo en andere volkeren uit de regio Cross River in het zuiden van Nigeria. Het wordt geverfd met de kleurstof indigo en bedekt met symbolen, waaronder nsibidi. Meestal wordt het gedragen als een omslagdoek en het dragen ervan is het hoogste voorrecht bij Ekpe.
Verwijst naar de Neolithische aardewerkperiode in de Zuidelijke Levant van circa 6.000 tot 5.500 v. Chr. De periode kenmerkt zich door gedecoreerd aardewerk met ingekerfde of gekamde patronen, antropomorfische figuren van klei en steen en ingekerfde kiezelsteenfiguren.