Associaties voor Laka

Toegevoegd op: 16-8-2017

Platte of schijfvormige, getande of gecanneleerde stenen die op het hoogste punt van Noord-Indiase hindoetempels worden geplaatst, als herhalend motief in deze bovenbouw of binnen een andere context. De vorm is ontleend aan de Indiase vrucht amla of myrobalan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in het grensgebied van Tsjaad en Kameroen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zijdelings geblazen trompetten gemaakt van een langwerpig kalebas of lange bamboebuis, met een koperen klankbeker erop bevestigd door middel van een gebogen hoorn zodat de beker loodrecht op de buis staat; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Ethiopie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 3000 tot 500 v. Chr. in het gebied van het huidige Bahrein, het eiland Failaka en de oostkust van Saudi-Arabië. De kunst uit deze periode wordt gekenmerkt door wisselende culturele invloeden in de loop van de tijd als gevolg van contacten met Mesopotamië in het westen en de Indusvallei in het oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 1250 tot 500 v. Chr. in het gebied van het huidige Bahrein, het eiland Failaka en de oostkust van Saoedi-Arabië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 1750 tot 1250 v. Chr. in het gebied van het huidige Bahrein, Failaka Island en de oostkust van Saoedi-Arabië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Architectuurstijl die verwijst naar de tempeltypen van Noord-India welke vanaf de 6de eeuw tot ontwikkeling kwamen; de letterlijke betekenis van het woord is 'behorend bij de stad', hetgeen mogelijk verwijst naar de oorsprong van de vorm. Kenmerkend voor een vroege versie van deze stijl waren de hoekprojecties (bhadra) die als hoofdnis van de kubusvormige cella uitkraagden; de nissen bevatten doorgaans afbeeldingen van de in het heiligdom vereerde godheid. De projecties liepen langs de kromlijnige toren omhoog tot aan het hoogste altaar (uttaravedi), dat werd bekroond met een amalaka; tijdens de wijding werd een fioel, gesneden in de vorm van lustervaas, soms met bladerwerk, boven op de amalaka geplaatst. Nissen met wakende godheden (dikpala's) werden op de hoeken geplaatst en extra hoekprojecties werden toegevoegd. Uit deze basisstijl hebben zich diverse regionale vormen ontwikkeld, de zogeheten latina, zo genoemd vanwege de verticale 'klimplanten' of latas. Vanaf de 11de eeuw groeide de populariteit van vormen met meerdere spitsen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor een motief dat is afgeleid van de lotus, gebruikt in de Indiase cultuur als voetstuk voor figuren of godheden, of als decoratie. Bij toepassing als kapiteel ondersteunt de padma de Zuid-Indiase phalaka. De padma wordt in verband gebracht met eigenschappen als transcendentie en bevalligheid, en verschijnt als embleem van Visjnoe. De variaties in kleur duiden op verschillen in de betekenis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 3000 tot 1750 v. Chr. in het gebied van het hedendaagse Bahrein, het eiland Failaka en de oostkust van Saudi-Arabië. De stijl van deze periode wijst op nauwe banden met zowel de Indusvallei als Mesopotamië; dit is vooral zichtbaar in zegelafdrukken die motieven vertonen uit beide regio's.