Associaties voor Liao

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Noord-Chinese dynastieke periode tussen 907 en 1125; de dynastie werd gesticht door het proto-Mongoolse Khitan-volk. De Liao-periode bestond ten tijde van de Vijf Dynastieën en de Noordelijke Song-dynastie in het zuiden. Er waren vijf hoofdsteden, overeenkomstig het boeddhistische principe van de vijfvoudige structuur van het heelal. De Khitan waren een nomadenvolk dat zelf nauwelijks enige kunstzinnige traditie bezat. De kunstwerken die in deze periode werden geproduceerd, waren beïnvloed door Tang-vormen en -technieken. De Liao-architectuur verraadt Tang-invloeden en trouw aan het boeddhisme. Tot de nog bestaande gebouwen behoren de Bai ta (Witte Pagode) in Balin in Binnenmongolië, de Mu ta (Houten Pagode) in Ying xian, in de provincie Shanxi, tevens de oudste bewaard gebleven houten pagode, en de bibliotheek van de Bhagavad-sÅ«tra's (circa 1038) in de Benedentempel van Huayan, Datong, eveneens in de provincie Shanxi. Dit laatste bouwwerk bevat bovendien 32 originele Lao-beelden en houten geschriftkasten in paviljoenvorm. De Liao-keramiek was eveneens beïnvloed door de keramiek uit de Tang-periode, hoewel uit opgravingen op grafplaatsen blijkt dat er ook Song-aardewerk en ander aardewerk is geïmporteerd. Daarnaast werden er gouden en zilveren voorwerpen vervaardigd op basis van metaalwerk- en verguldtechnieken van de Tang en Song. De Khitan werden uiteindelijk verslagen door binnenvallende Jin, die vervolgens een eind maakten aan het bewind van de Noordelijke Song. Restanten van de Liao-dynastie bleven nog intact in de vorm van de Westelijke Liao, in een gebied rond Tian shan; later werd dit gebied veroverd door Djenghis Khan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur uit de periode van 4000 tot 3000 v. Chr.; de cultuur omvatte het gebied van de provincie Liaoning, het westelijke deel van Binnen-Mongolië en het noordoosten van de provincie Hebei. De naam Hongshan is afgeleid van de eerste opgravingslocatie in Honghanhou, aan de rivier de Laoha, uit 1908. De vrij complexe samenleving van Hongshan bestond uit dorpen die over een groot gebied verspreid lagen, en er was contact met de Yangshao-cultuur van de Centrale Hoogvlakte. De Hongshan woonden langs rivieren in het weidegebied, en hadden ceremoniële locaties en uitgestrekte begraafplaatsen in de heuvels en bossen. Realistische dierlijke en menselijke figuurtjes zijn gevonden op ceremoniële plaatsen; de vrouwelijke figuurtjes zouden op een matriarchaat kunnen duiden. De huizen zijn groot en op een hoog terras aangelegd; de graven zijn van het cairn-type en bevatten vaak offergaven in de vorm van aardewerk en gesneden jade. Gepolijste stenen werktuigen en grijs aardewerk, soms gedecoreerd met geometrische patronen, werden er vervaardigd. De gesneden en versierde jadeobjecten van Hongshan zijn met name interessant, aangezien bij de meeste neolithische jade de oppervlaktedecoratie ontbreekt. Hongshan-jade is gesneden in allerlei dierlijke vormen, kralen, ringen, hangers en bi-schijven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur die dateert uit de periode van circa 5300 tot circa 4800 v. Chr. De cultuur bevond zich in de vallei van de rivier de Liao, in het noordoosten van China.