Associaties voor Minoïsch

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontworpen door de archeoloog Arthur Evans. De fase kenmerkt zich door frescoschilderingen, de herbouw van paleizen en vooral door de versiering van aardewerk, dat werd aangebracht op een laag van vuurrode klei op een lichte ondergrond. Dit in tegenstelling tot eerdere versieringen, waarbij wit op een donkere kleilaag werd aangebracht. De ontwerpen bestaan meestal uit naturalistisch weergegeven planten en dieren in geometrische patronen of ontwerpen. De stijl overlapt met de tijd van de nieuwe paleizen en de Sub-Minoïsche perioden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de tussenperiode in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat is ontwikkeld door de archeoloog Arthur Evans. De stijl kenmerkt zich door gemodelleerde kleibeeldjes in de vorm van dieren en mensen die een bepaalde emotie weergeven, door polychrome versiering van het aardewerk die bestaat uit steeds complexere kromlijnige en bladachtige ontwerpen, en door de bouw van paleizen. De tijd overlapt voor een deel met de tijd van de oudste paleizen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl die wordt toegeschreven aan de Griekse beschaving in de Bronstijd op het eiland Kreta, van circa 3.500 tot circa 1050 v. Chr. Deze onderscheidde zich van de gelijktijdige culturen op het Griekse vasteland die bekend zijn onder de naam Helladisch en op de andere eilanden onder de naam Cycladisch. De Minoïsche kunst en cultuur verspreidde zich in de Egeïsche regio en kwam derhalve ook in streken buiten Kreta voor. De cultuur kenmerkt zich door vernieuwingen en grootschalige ontwerpen van steden en paleizen, door het veelvuldig gebruik van schrift, en door kenmerkend verfijnde kunst, waaronder gedetailleerde rolzegels, aardewerk, fresco’s en beeldhouwkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. Deze volgt op de ondergang van de heersende elite in Knossos, op Kreta, en duurt van circa 1375 tot circa 1000 v. Chr. Het kenmerkt zich door een toenemende politieke en economische versplintering op Kreta, het begin van een proces dat uiteindelijk zal leiden tot de ontwikkeling van machtige stadsstaten. Voorts kenmerkt de periode zich door de exodus van de Minoïsche inwoners van Kreta, die net als de Myceense inwoners behoorden tot de “Zeevolkeren” die Egypte bedreigden en die werden verslagen door Ramses III, om zich uiteindelijk te vestigen en bekend te worden als de Filistijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

B Verwijst naar de vroegste fase van de Minoïsche kunst en cultuur in het alternatieve classificatiesysteem van de archeoloog Arthur Evans. De periode wordt gekenmerkt door de introductie van metalen uit Klein-Azië, onderscheidende beeldhouwkunst en aardewerk, met inbegrip van met de hand vervaardigde potten van klei, versierd met ingekerfde geometrische patronen, en andere die schijnen te zijn geïnspireerd door Egyptische voorbeelden uit de tijd van de eerste tot de vierde dynastie. Deze periode valt gedeeltelijk samen met de prepaleistijd in het classificatiesysteem van Nikolas Platon.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Vroeg-Minoïsche aardewerkstijl, genoemd naar opgravingen in de buurt van Phaistos, die zich kenmerkt door het veelvuldig gebruik van geschilderde lijnen, in plaats van de vroeger gebruikte ingekerfde of gepolijste patronen. Er zijn twee verschillende fasen te herkennen. In de eerste fase bestonden de ontwerpen uit parallelle of dubbel gearceerde geschilderde rode lijnen die liepen langs de kromming van de vaalgele aardewerken vaten. In de latere fase werd de geschilderde rode versiering meer volgens een ontwerp aangebracht, werd minder de ronde vorm van het aardewerk gevolgd en bestond de decoratie vooral uit dubbel gearceerde driehoeken of andere eenvoudige geometrische ontwerpen die werden aangebracht onder de hals van kannen en kruiken en aan de binnen- en buitenzijde van kommen en koppen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Prehistorische bijl met schachtgat met een symmetrisch snijblad aan elke kant daarvan. Zowel in steen, koper of brons teruggevonden. In de Minoïsche beschaving was het een veelvoorkomend religieus symbool en werd het ook als votief object gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl uit de midden-Minoïsche periode die hoofdzakelijk werd vervaardigd aan de hoven van Knossos, Phaistos en Mallia. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een nieuwe techniek, het pottenbakkerswiel, waardoor verfijnde vormen mogelijk werden met buitengewoon delicate wanden, zo dun dat deze doen denken aan een eierschaal. Deze stijl verschilt van het veel latere zogenaamde ‘eggshell porcelain’, zowel wat de samenstelling van het materiaal betreft als de dunheid van de wanden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl van laat-Minoïsch aardewerk die zich ontwikkelde onder het patronaat van de heersers in de nieuwe paleizen. De stijl wordt gekenmerkt door overdadige geschilderde decoratie die planten voorstelt, vooral klimop, grassen, rietsoorten en palmen, alsmede bloemen, vooral madeliefjes en hybride fantasiesoorten gebaseerd op papyrussen en lelies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pottenbakkersgoed dat wordt gekenmerkt door een grijze of bruinachtig grijze kleur, met een relatief eenvoudig geschilderd of bedrukt ontwerp. Het kwam veel voor in het oude India en Korea, en in onder meer Native American, Griekse, Minoïsche, Romeinse en Midden-Oosterse culturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het midden-Minoïsche aardewerk, voornamelijk gevonden in Knossos, Phaistos en de grotheiligdommen in Kamares, waar de stijl naar genoemd is. De stijl kenmerkt zich door een donkere glanzende ondergrond waarop in rood en wit decoraties zijn aangebracht, met verfijnde ontwerpen in kromlijnige abstracte patronen, en gestileerde planten, zeegezichten en figuratieve motieven. Vaak werd het uitzonderlijke compositorische hulpmiddel van de torsie gebruikt, waarbij het evenwicht tussen tegengestelde compositorische elementen werd benadrukt, bijvoorbeeld met twee tegengestelde diagonale composities die zich om de vaas heen kronkelden. Het pottenbakkerswiel werd over het algemeen gebruikt voor de kleinere vaten en de grotere vaten werden volgens de oudere werkwijze met de hand gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen zoals voortgebracht op het Egeïsche eiland Kreta, in het bijzonder tijdens de Minoïsche periode van circa 3500 tot 1050 v. Chr., toen Kreta een bloeiperiode kende als politiek, economisch en cultureel centrum van de Egeïsche wereld. De belangrijke kunstvoorwerpen waren fantasierijk en decoratief aardewerk, kleine beeldhouwwerken, zoals slangengodinnen, en de bouw en decoratie van koninklijke paleizen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur en kunst die zich op Kreta ontwikkelde van de 15de tot de 13de eeuw v. Chr., na de val van de Minoïsche beschaving en de daaropvolgende overheersing door de Myceense cultuur in het gebied.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en artistieke productie op de Cycladische archipel tussen grofweg 1600 en 1050 v. Chr. De kunstwerken bestaan uit gedecoreerd aardewerk met abstracte en figuratieve motieven, muurschilderingen waarop feesten en natuurtaferelen worden weergegeven en een groep grote terracottabeelden. Al deze objecten tonen de invloed van de Minoïsche en later de Myceense cultuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en artistieke productie op het zuidelijke en centrale deel van het Griekse vasteland tijdens de Bronstijd tussen circa 1600 en 1050 v. Chr. De Myceense cultuur domineerde de Egeïsche cultuur tijdens deze periode, waardoor de kunstwerken, hoewel deze ook nog Minoïsche invloeden tonen, in toenemende mate verfijnd en gevarieerd zijn. Er zijn onder andere metalen werken, zoals de gouden Vapheio-bekers en gouden gezichtsmaskers, en muurschilderingen waarop voornamelijk oorlogs- en jachttaferelen staan afgebeeld. Het aardewerk kenmerkt zich door de introductie van nieuwe vaste motieven geïnspireerd op het planten- en dierenrijk, terwijl de architectuur zich kenmerkt door de constructie van paleizen en verfijnde tholosgraven zoals de Schatkamer van Atreus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Vroeg-Minoïsche aardewerkstijl die voornamelijk werd vervaardigd in het noordoosten van Kreta, maar die op het hele eiland werd gebruikt. Deze stijl is mogelijk voortgekomen uit Vasiliki-aardewerk, toen geschilderde ornamentatie voor het eerst weer verscheen in de vorm van enkele opgeschilderde witte lijnen. In volwaardige vorm kenmerkt deze stijl zich door bondige motieven in gebroken wit op een donkere engobe. De ontwerpen bevatten vaak complexe diagonale banden en spiralen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schrift dat werd gebruikt door de Minoïsche bevolking van Kreta gedurende de periode van 2000 tot 1500 v.C., en dat nog niet is ontcijferd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de kunstvoorwerpen op het Egeïsche eiland Melos. Tijdens de bronstijd was Melos een belangrijk eiland, vanwege de obsidiaangroeves. Het eiland is verder bekend door het gebruik van een geometrische stijl voor het aardewerk tussen grofweg 2.300 en 2000 v. Chr. en later vanwege het zwartrode aardewerk. De kunstvoorwerpen na de Cycladische periode tonen invloeden van de Minoïsche en de Myceense cultuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur en stijl die in de late Bronstijd bloeide op het Griekse vasteland en op verschillende eilanden, maar niet op Kreta, van circa 1600 tot circa 1100 v. Chr. De stijl is bekend door aardewerk, beeldhouwkunst, architectuur, metaalwerken en muurschilderingen, en door de invloed op verscheidene gelijktijdige culturen. De stijl kenmerkt zich door een combinatie van vroegere Minoïsche en midden-Helladische motieven met nieuwe elementen die ofwel werden ontwikkeld ofwel van onbekende oorsprong zijn, zoals gestileerde planten en verfijnde composities met levendige, naturalistische (zee-)dieren. In beperkte zin wordt de term gebruikt om specifiek te verwijzen naar de kunst en cultuur van de antieke stad Mycene. Het wordt echter ook gebruikt om te verwijzen naar plaatsen waar de Myceense taal werd gesproken of waar het Linear B-schrift werd gevonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een afwijkende stijl van Griekse vaasschilderkunst die ontstond in de 12de eeuw v. Chr. De stijl ontwikkelde zich vermoedelijk in de Dodecanese en was geïnspireerd op de octopusdessins van de Minoïsche vazen met zeetaferelen. Het werd gevonden op Rhodos, Kos, de Cycladen en in het oosten van Attica. De stijl kenmerkt zich door de donkere dessins op een lichte ondergrond, die meestal een grote, gestileerde octopus verbeelden met tussen de tentakels kleine geschilderde vogels en vissen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

verwijst naar een stijl van Minoïsch aardewerk die zich rond 1550 v. Chr. ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door afwijkende geschilderde versieringen, waarbij de vazen vaak in zones zijn verdeeld. De motieven werden ontleend aan de kaders van fresco’s en aan ijzerbewerking, zoals dubbelkoppige bijlen, spiralen met brede randen die door raaklijnen met elkaar werden verbonden, en geometrische patronen. In latere voorbeelden worden de motieven strikt afgewisseld aangebracht rond de lege velden op de vaas.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de eerste fase van de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De fase kenmerkt zich door een Kretenzische samenleving die is opgedeeld in een reeks kleine eenheden die in politiek en economisch opzicht onafhankelijk zijn, met grote regionale verschillen en een aantal culturele overeenkomsten. De fase overlapt met de vroeg-Minoïsche periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een periode en stijl in de Griekse kunst en cultuur die zich voordeed van circa 1100 tot circa 900 v. Chr. Deze kenmerkt zich door de import van objecten en stijlen uit de Levant en Egypte, een vernieuwing van binnenlandse Griekse stijlen, en een algeheel herstel van de woelige periode die het gevolg was van de gewelddadige omverwerping van de Minoïsche/Myceense wereld in de 12de eeuw v. Chr. De overgeleverde kunstwerken bestaan uit eenvoudige fibulae, primitieve kleifiguren en aardewerk, meestal versierd met cirkels, bogen, driehoeken en golvende lijnen, vaak met meerdere streken aangebracht en geplaatst in horizontale banden op verschillende delen van de pot.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl die voorkwam op Kreta in de laat-neolithische en Vroeg-Minoïsche periode. De stijl kenmerkt zich door een oppervlak dat donkerbruin tot zwart is gebakken, en is gepolijst met een zachte kiezel of een houten polijstborstel om decoratieve lijnen te verkrijgen. In de vroege fase was de decoratie eenvoudig. In de latere fasen werd de decoratie geavanceerder, met horizontaal of verticaal gepolijste lijnen, zigzag- lijnen, kruisarceringen, parallelle lijnen, of aaneengesloten gepolijste vlakken. De stijl werd in verschillende vormen uitgevoerd, maar is vooral bekend vanwege typische kelken op een kenmerkende voet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem dat werd ontwikkeld door de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 1600 v. Chr. en eindigde rond 1400 v. Chr. met klaarblijkelijke maatschappelijke onrust of oorlog. De periode kenmerkt zich door hernieuwde macht en welvaart en een ogenschijnlijk autoritair gezag, de herbouw van eerder verwoeste paleizen, en de bloei van fresco- schilderkunst, beschildering van aardewerk, gebeeldhouwd aardewerk en beeldhouwwerk in het algemeen. De periode overlapt met de laat- Minoïsche periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase in de Minoïsche kunst en cultuur, volgens het classificatiesysteem van de archeoloog Nikolas Platon. De periode begon rond 2.000 v. Chr. en eindigde toen het gebied rond 1700 v. Chr. door aardbevingen werd verwoest. De tijd kenmerkt zich door economische centralisatie, het ontstaan van uitgebreide buitenlandse contacten, de ontwikkeling van een verfijnder schrift, bekend als Lineair A, de bouw van opvallende, grote paleizen, het verschijnen van koninklijke steden, een opmerkelijke afwezigheid van fortificaties, en een algehele bloei van de kunst, met name in de frescoschilderkunst, de decoratie van aardewerk, gegraveerde stenen vazen en sieraden. De periode valt samen met de midden-Minoïsche periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een vroeg-Minoïsche aardewerkstijl, genoemd naar een archeologische vindplaats in het oosten van Kreta. Het aardewerk kenmerkt zich door de ontdekking van nieuwe ongebruikelijke vormen, waaronder ‘theepotten’ met overdreven lange tuit, en kruiken met lange, spitse tuiten. De kenmerkende decoratie ontstond door de pot volledig met een sliblaag te bedekken, die tijdens het bakken werd gemarmerd, om op die manier een bont geschakeerd effect in rood en zwart te verkrijgen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het laat-Minoïsche aardewerk die zich ontwikkelde rond 1500 v. Chr. onder de bescherming van de heersers van de nieuwe paleizen, en die zich vervolgens door export verspreidde naar de Cycladen en het Griekse vasteland. De stijl kenmerkt zich door inventieve, naturalistisch geschilderde decoraties die meestal afbeeldingen bevatten van argonauten, zeesterren, koraalschelpen, inktvissen, zeewier en andere elementen uit de onderwaterwereld.