Associaties voor Nymphaea

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 50 soorten waterplanten. Vele daarvan hebben opvallende bloemen die op het oppervlak van het water drijven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Waterlelie die waarschijnlijk inheems is in de Nijl en elders in Oost-Afrika, maar die al in de oudheid voorkwam in India en Thailand. De bloemblaadjes zijn lichtblauw tot hemelsblauw of mauve. Wanneer de bloem klaar is om te gaan bloeien, stijgt deze binnen een paar dagen op naar de oppervlakte. Oude Egyptenaren geloofden dat de bloemen 's ochtends opengingen, naar de oppervlakte opstegen en 's avonds weer naar beneden zakten. Voor hen symboliseerde dit het opkomen en ondergaan van de heilige zon. Wanneer de plant wordt gegeten, heeft deze licht psychoactieve eigenschappen. Waarschijnlijk werd de plant in het oude Egypte daarom gebruikt tijdens ceremonies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Waterlelie die voorkomt in Oost-Afrika en Zuidoost-Azië met plompenbladeren die op het water drijven en witte bloesems die boven het water uitsteken. De oude Egyptenaren kweekten deze soort in vijvers. De planten waren een symbool van macht en kracht. Men gebruikte ze in rouwkransen, offerandes en versieringen voor vrouwen. Tegenwoordig is het een populaire aquariumplant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 3 families, 9 genera en 74 soorten planten die in het grootste deel van de wereld voorkomen in rustig zoet water.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene benaming voor verschillende planten die niet met elkaar verwant zijn. De bekendste lotussen zijn de volgende. De Egyptische lotus is een witte waterlelie, Nymphaea lotus, of de blauwe lotus, N. caerulea. Bij de oude Egyptenaren waren deze planten een belangrijk motief op kunstvoorwerpen. Ook gebruikte men de planten tijdens ceremonies vanwege de slaapverwerkende en psychotrope eigenschappen. De lotus van de oude Grieken was de soort Ziziphus lotus uit de wegedoornfamilie (Rhamnaceae), een struik die inheems is in Zuid-Europa. De plant heeft grote vruchten met een meelachtige substantie waarmee men brood en gegiste dranken kan maken. In de oudheid waren de vruchten een voedingsmiddel voor arme mensen. Men geloofde dat de wijn die ervan werd gemaakt, zorgde voor een tevreden stemming en vergetelheid, zoals Homerus schreef. Dit is waarschijnlijk ook de lotus die wordt genoemd in het Bijbelboek Job, waarin een grote nijlpaardachtig wezen (Behemoth) wordt beschreven die onder een lotusboom ligt. Homerus beschrijft de lotus ook als een soort klaver of drieblad, een plant die door paarden werd gegeten, misschien Melilotus officinalis of een driebladsoort uit het geslacht Lotus. De heilige lotus van de hindoes was de waterlelie Nelumbo nucifera, een plant met witte, blauwe of roze bloemen. De lotusboom, die bij de Romeinen bekendstond als de Libische lotus, was waarschijnlijk de netelboom uit Zuid-Europa, Celtis australis, een lid van de iepenfamilie (Ulmaceae). Deze boom heeft vruchten die eruitzien als kleine kersen. Ze zijn eerst rood en daarna zwart als ze rijp zijn. De boom wordt genoemd door auteurs uit de oudheid vanwege zijn harde zwarte hout, waaruit men beelden, fluiten en andere objecten sneed.