Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
De hiërarchie Organisaties bevat descriptoren voor groepen mensen die zijn georganiseerd met een doel, gewoonlijk gekenmerkt door een min of meer constant aantal leden, een lichaam van functionarissen of vertegenwoordigers en een reglement dat hun activiteiten en gedrag voorschrijft. Opgenomen zijn publieke organisaties, zoals sociale diensten, particuliere organisaties, zoals firma's, alsmede organisaties die beide kunnen zijn, zoals liefdadigheidsinstellingen. Tot deze hiërarchie behoren ook bestuurlijke en politieke organisaties, zoals staten en koninkrijken, die zowel een geografisch gebied en een bevolking als een bestuursstelsel omvatten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor groepen mensen die geen organisaties vormen (bijvoorbeeld sociale klassen) zijn te vinden in de hiërarchie Personen. Descriptoren voor verzamelingen objecten die worden samengebracht en beheerd door een organisatie of persoon (bijvoorbeeld bedrijfscollecties) zijn te vinden in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren voor nederzettingen (bijvoorbeeld steden) en districten (bijvoorbeeld schooldistricten) die een organisatie omvatten maar waarin het begrip fysieke ruimte de overhand heeft, zijn te vinden in respectievelijk de hiërarchie Nederzettingen en landschappen en de hiërarchie Gebouwde complexen en gebieden. Descriptoren die gelijk zijn voor een gebouw en de daarin gehuisveste organisatie (bijvoorbeeld kerken en ziekenhuizen) zijn te vinden in de hiërarchie Bouwwerken.
Grafische voorstellingen van de administratieve en hiërarchische structuur van een organisatie waarbij de gezagsverhoudingen tussen de verschillende personeelsleden worden weergegeven door middel van lijnen waaruit blijkt wie voor wat verantwoordelijk is alsmede welke taken aan wie zijn op- of overgedragen.
Organisaties van geleerde personen, verenigd ter bevordering van kunst, wetenschap of literatuur
Gebouwen waarvan uit het centrale bestuur en de administratie van organisaties wordt uitgevoerd en is gehuisvest. Gebruik 'regeringsgebouwen', 'provinciehuizen' en 'gemeentehuizen' voor dergelijke gebouwen van respectievelijk de rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheid.
Organisaties die bestuurlijke macht uitoefenen. Zie voor termen die zowel een bestuurslichaam als het onder dat bestuur vallende gebied aanduiden de gidsterm "overheidsinstanties".
Organisaties die grote on line bibliografische databases onderhouden en ondersteuning voor het catalogisere aanbieden als ook aanverwante producten aan bibliotheken en andere gebruikers, die deze databases on line volgens het principe van time-sharing kunnen raadplegen.
Bibliothecarissen die informatiediensten verzorgen in overheidsorganisaties en takken van de overheid.
Commerciële of professionele organisaties die zijn opgericht om bibliotheken van voorraden, apparatuur, software en diensten te voorzien.
Personen die een verbond zijn aangegaan met anderen, zowel individuen als organisaties zoals soevereine staten.
De hiërarchie Bouwwerken bevat descriptoren voor vrijstaande gebouwen en andere structuren die meestal worden beschouwd als afzonderlijke bouwwerken of architectuurtypen (bijvoorbeeld 'musea', 'basilica's', 'paleizen'). Descriptoren voor bouwwerken omvatten een groep elementen uiteenlopend van complexe gebouwen tot basale hulpstructuren. Waar mogelijk worden gebouwen onderscheiden van andere structuren. Gebouwen worden gedefinieerd als ommuurde of overdekte constructies die fungeren als bewoning of schuilplaats of daarvoor bestemd zijn (bijvoorbeeld 'flatgebouwen' of 'restaurants') en die meestal omvangrijker zijn dan andere structuren die alleen een beperkte vorm van onderdak of beschutting bieden (bijvoorbeeld 'tenten' of 'schutstallen'). Onder 'Overige structuren' worden die constructies verstaan die deels of virtueel zijn omsloten of overdekt (bijvoorbeeld 'cromlechs' of 'priëlen') of vrijstaande constructies die geen beschutting of onderdak bieden (bijvoorbeeld 'aardhopen' of 'seintorens'). Sommige structuren kunnen betrekkelijk klein zijn en als toegevoegde structuur bij andere bouwwerken fungeren (bijvoorbeeld 'fonteinen' of 'graftomben'). Relatie met andere hiërarchieën: sommige descriptoren in de hiërarchie Bouwwerken (bijvoorbeeld 'scholen' of 'bibliotheken (gebouwen)') kunnen verwijzen naar de bouwwerken, de organisaties of de instellingen. Descriptoren voor de structurele geraamten en afzonderlijke bouwelementen (bijvoorbeeld 'balloon frames' of 'garagedeuren') die samen één bouwwerk vormen, zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Kamers, ruimten en andere grote samenstellende delen van gebouwen (bijvoorbeeld 'keukens' of 'ells') zijn eveneens in de hiërarchie Componenten te vinden.
Gevallen waarbij een groep mensen zich onthoudt van commerciële of sociale relaties met bepaalde mensen, groepen of organisaties als middel tot dwang of intimidatie, meestal om economische of politieke redenen.
Groepen productieve of winstgevende bedrijven of organisaties die een gelijksoortige technologische structuur hebben en die gelijksoortige goederen of diensten aanbieden.
Middelen waarmee de gebruikers van een gebouw of complex worden ingelicht over de locatie van, of richtingaanwijzingen krijgen voor individuen, organisaties of diensten binnen dat gebouw of complex.
Te gebruiken voor multidisciplinaire non-profit organisaties die bestaan uit professionals, meestal architecten, ontwerpers en vrijwilligers die eraan werken om de sociale en economische omstandigheden in een buurt of gemeenschap te verbeteren.
Te gebruiken voor personen of organisaties die met anderen communiceren door middel van correspondie. Gebruik 'correspondenten (verslaggevers)' voor personen die in dienst zijn van een krant of omroep en regelmatig nieuwsberichten of verklaringen doorgeven van een plaats ver van het hoofdkantoor.
Te gebruiken voor personen in dienst van een krant of omroep die regelmatig nieuwsberichten of verklaringen doorgeven van een plaats ver van het hoofdkantoor. Gebruik 'correspondenten (correspondentieschrijvers)' voor mensen en organisaties die door middel van correspondentie met anderen communiceren.
Wordt gebruikt voor boeken die het dagelijkse, persoonlijke verslag bevatten van de eigen ervaringen, standpunten en observaties van de schrijver. Gebruik `journalen (verslagen)' wanneer het gaat om het verslag van de activiteiten of de transacties van personen of organisaties.
Mensen in dienst bij een nationale overheid of heerser om officiële onderhandelingen te voeren en politieke, economische en sociale banden met andere naties en internationale organisaties te onderhouden.
Te gebruiken voor de officiële hoofden van organisaties zoals scholen, instituten of overheidsinstellingen of voor personen die een bestuursfunctie in een bedrijf zijn toegewezen. Te onderscheiden van 'managers' die een deel of een project binnen een instituut of bedrijf leiden.
Opsommingen van namen, adressen en andere gegevens van specifieke groepen personen of organisaties; komen voor in alfabetische of grafische vorm.
Organisaties die dienen als centrale punten voor het verzamelen, organiseren, bewaren en verspreiden van documenten en die tevens verwijzende diensten aan onderzoekers verlenen.
Lijsten waarin de personen of organisaties waarvan een museum of een instelling giften of donaties heeft ontvangen, zijn opgenomen.
In het algemeen, vastgelegde gegevens van organisaties die essentieel zijn voor de voortzetting van een bedrijf in gevallen van nood of na een ramp. Gebruik 'registers van de burgerlijke stand' voor openbare gegevens over levensgebeurtenissen die door de overheid of andere autoriteiten worden gegenereerd.
Doel van het facet Actoren en organismen is categorisering mogelijk te maken van mensen, groepen mensen en organisaties op basis van beroep of activiteit, lichamelijke of geestelijke kenmerken, of een maatschappelijke rol of situatie. Dit facet bevat ook planten- en dierennamen binnen de hiërarchie Levende organismen.
Het bijeenbrengen van geld voor niet-persoonlijke, niet commerciële doeleinden, zoals bijvoorbeeld non-profit organisaties of politieke aangelegenheden.
Hoogwaardigheidsbekleders die zo worden genoemd in verschillende organisaties, zoals bij militaire ridderordes, broederschappen zoals de vrijmetselaars en vakbonden.
Organisaties in de V.S. die het toezicht hebben over commerciële of handelsondernemingen, hun belangen regelen, promoten of beschermen.
Zowel commerciële als non-profit organisaties, die informatie of documenten (in allerlei media) verschaffen of de toegang er toe vergemakkelijken.
Formeel gestructureerde organisaties gewijd aan de bevordering van een bepaalde zaak of project.
Gebouwen waarin organisaties of verenigingen zijn gehuisvest, of waar regelmatig bijeenkomsten worden gehouden ten bate van literatuur, wetenschap, beroepsuitoefening of onderwijs, en welke activiteiten met 'instituut' worden betiteld.
Organisaties die werken ter bevordering van een bepaalde achtenswaardige of wetenschappelijke zaak of het welzijn van een bepaalde groep, of die technisch of professioneel zijn gespecialiseerd in een vak of studie.
Te gebruiken voor de tak van de politieke wetenschap die zich bezighoudt met politieke, militaire en economische betrekkingen tussen landen en tussen sommige organisaties en individuen met een internationale status.
Vergaderzalen voor religieuze organisaties of broederschappen.
Verwijst naar de richting van het christendom die zich kenmerkt door een uniforme, hoogontwikkelde rituele canon en organisatiestructuur met een doctrine die wortelt in de leer van de apostelen van Jezus Christus in de 1ste eeuw, in de theologie van de Alexandrijnse school en in het augustijner gedachtegoed. In deze godsdienstige richting wordt het geloof beschouwd als een aanvaarding van de openbaring; de openbaring heeft de vorm van een doctrine. In juridische zin verwijst de term naar de richting van het christendom die zich onderscheidt als een verenigd, monolithisch sacramenteel systeem onder het bestuur van het pauselijk gezag. Gedurende het grootste deel van de geschiedenis van dit systeem was de paus gevestigd in Rome en daarom wordt 'rooms-katholicisme' vaak gebruikt om dit begrip te onderscheiden van de orthodoxe katholieke kerk.
Te gebruiken voor nationale en internationale beurzen waar de materiële cultuur en producten van koloniën en gekoloniseerde volkeren worden tentoongesteld met als algemeen doel de koloniserende activiteiten van landen of organisaties te bevorderen; gehouden van het midden van de 19de tot het midden van de 20ste eeuw, vooral in Groot-Brittannië en Frankrijk.
Brancheorganisaties die kleine leningen verstrekken aan hun leden tegen een lage rentevoet.
Te gebruiken voor personen die de leiding hebben over een divisie, project of gedeelte van een instituut of bedrijf. Te onderscheiden van 'directeuren', waarmee wordt verwezen naar officiële hoofden van hele organisaties.
Publikaties die informatie bevatten over de toestand en de vooruitzichten van de markt, vooral die welke worden geproduceerd door firma's of andere financiële organisaties.
De hiërarchie Nederzettingen en landschappen bevat descriptoren voor de grootste elementen van een cultuurlandschap, ongeacht of ze van betrekkelijk geconcentreerde aard zijn (bijvoorbeeld 'retirement communities') of een groot gebied omvatten (bijvoorbeeld 'hoofdsteden'). Nederzettingen worden gedefinieerd als alle plaatsen of gebieden, ongeacht de grootte, die bewoond worden of aangepast zijn door groepen mensen, en die voldoende sociale voorzieningen hebben om betrekkelijk onafhankelijk te zijn. Verder bevat deze hiërarchie descriptoren voor hoofdtypen van natuur- en cultuurlandschappen en hun componenten die de breedste omgevingscontext voor bouwwerken bieden. De natuurlandschappen zijn in deze hiërarchie ondergebracht omdat de AAT geen nadruk wilde leggen op de verschillen tussen natuurlijke omgeving en cultuurlandschap. Het aanbrengen van een dergelijk onderscheid stuit vaak op problemen omdat (a) er geen continuïteit bestaat tussen deze twee, (b) de natuurlijke omgeving grotendeels door mensenhand is beïnvloed en daardoor de eigenschappen van een cultureel artefact heeft gekregen, en (c) het cultuurlandschap vaak op allerlei schaalniveaus als ecologisch systeem fungeert. Relatie met andere hiërarchieën: overheidsinstanties (bijvoorbeeld 'landen' en 'provincies') zijn ondergebracht in de hiërarchie Organisaties. Bijvoeglijke bepalingen bij of samenstellingen met sommige nederzettingen (bijvoorbeeld 'radiaalkaart') maken deel uit van de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren die verwijzen naar afzonderlijke planten en bomen zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'bamboe' of 'grenenhout'), terwijl descriptoren voor algemene vegetatie (zoals 'oerwouden' of 'struiken') hier te vinden zijn. Descriptoren voor infrastructurele voorzieningen, netwerken van gebouwen, andere structuren en uitrustingen die fysiek geordende entiteiten binnen nederzettingen en landschappen vormen (bijvoorbeeld 'busvervoersystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en systemen.
Organisaties waarvan de netto-inkomsten of verdiensten niet worden verdeeld of ten goede komen aan een individu, maar worden aangewend voor de gestelde doelstelling van de organisatie, bijvoorbeeld liefdadigheid, diensten in het belang van de gemeenschap of onderzoek.
De hiërarchie Objectgroepen en systemen bevat descriptoren die in enkelvoudsvorm verwijzen naar een groep verwante artefacten die niettemin afzonderlijk vermeld worden en als eenheid worden beschouwd, of een samenstel van apparaten en activiteiten dat een specifieke functie heeft. Relaties met andere hiërarchieën: descriptoren voor niet-objectgeoriënteerde groepen of systemen zijn ondergebracht in andere hiërarchieën, bijvoorbeeld de hiërarchie Organisaties, en onder "groepen personen" in de hiërarchie Personen.
Instellingen waar onderzoek wordt gedaan die meestal deel zijn van grotere organisaties of van collectieve, industriële of onderwijsinstellingen. Gebruik 'onderzoeksinstituten' voor onafhankelijke plaatsen waar onderzoek wordt gedaan.
Wordt gebruikt voor plaatsen waar onderzoek wordt gedaan, die meestal deel zijn van grotere organisaties of van collectieve, industriële of onderwijsinstellingen. Gebruik 'onderzoeksinstituten' voor onafhankelijke plaatsen waar onderzoek wordt gedaan.
Te gebruiken voor instellingen die namens de overheid zorg dragen voor blijvende essentiële voorzieningen die betrekking hebben op de bescherming en handhaving van het geheel van de levens en bezittingen van inwoners in een gemeenschap. Gebruik 'nutsbedrijven' voor organisaties die zorgen voor aan- en afvoer van water en energie. Gebruik 'openbare werken' voor overheidsinstellingen die voorzien in gebouwen en andere faciliteiten ten algemene nutte. Gebruik 'sociale voorzieningen' voor georganiseerde hulp verstrekt door overheids- of particuliere instanties aan leden van de bevolking.
Organisaties die diensten verlenen. Ook bepaalde ministeriële instanties.
Omvat descriptoren van organisaties die bestaan uit een besturende instantie samen met de bewoners en het gebied dat op sommige of alle vlakken onder de jurisdictie van die instantie valt. Zie onder "bestuurslichamen" voor organisaties die uitvoerende macht uitoefenen.
Wordt gebruikt voor papiergeld dat wordt uitgegeven als een substituut voor gewoon geld door bijvoorbeeld bedrijven, militaire organisaties of lokale (in plaats van nationale) overheden, meestal in kleinere coupures dan de gebruikelijke geldeenheid.
Zakelijke ondernemingen, zowel particuliere bedrijven als die welke behoren aan landen of internationale organisaties, die nieuwsberichten en foto's uit de hele wereld of een bepaald land verzamelen, schrijven, en verschaffen aan kranten, tijdschriften, omroepen, overheidsinstanties en andere gebruikers die zich abonneren op hun diensten.
De hiërarchie Personen bevat descriptoren voor individuele mensen en groepen mensen die geen organisaties vormen. Er zijn personen opgenomen naar het beroep of de activiteit die zij uitoefenen, zoals restauratoren, naar hun biologische of sociale rol, zoals ouders, en naar andere kenmerken zoals het aanhangen van een bepaalde overtuiging (bijvoorbeeld pacifisten) en sociale of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld daklozen). Ook zijn er descriptoren van groepen personen naar activiteit (bijvoorbeeld steelbands) en naar sociale, geestelijke of lichamelijke omstandigheden (bijvoorbeeld armen). Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor georganiseerde groepen personen (bijvoorbeeld verenigingen en naties) zijn te vinden in de hiërarchie Organisaties. Descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden en beroepsgroepen zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden (bijvoorbeeld wiskunde, ruimtelijke ordening, museologie).
De sociale wetenschap die zich bezighoudt met de principes, instellingen en handelswijzen van de politiek en regering, inclusief het politieke gedrag van individuen en organisaties.
Zij die zich bezighouden met het bestuderen van de principes, instellingen en handelswijzen van de politiek en de regering, inclusief het politieke gedrag van individuen en organisaties.
Bij elkaar horende beschrijvingselementen voor organisaties die bestaan uit een bestuurlijk orgaan en een bevolking, en een gebied dat in bepaalde of alle opzichten onder hun jurisdictie vallen.
Gekozen functionarissen die dienen zowel als staatshoofd en als de uitvoerende macht in een republiek met een presidentiële regering; deze kan ook verwijzen naar de hoofden van organisaties zoals banken, clubs en ondernemingen als het wordt gebruikt als officiële benaming voor die posities.
Te gebruiken voor hooggeplaatste functionarissen in verschillende organisaties, gewoonlijk in kerkelijke en academische instituten. Geen Nederlands equivalent voor deze algemene betekenis.
Oorspronkelijk personen die het bezit en huishoudelijke zaken van een groot huishouden beheerden; nu, bij uitbreiding gebruikt voor personen die zaken beheren met betrekking tot persoonlijke bediening, opslag en catering voor allerlei organisaties en handelsbedrijven.
Organisaties of instellingen die onderwijs verzorgen.
Wordt gebruikt voor gebouwen die behoren tot of worden gebruikt door leden van beroeps-, broederschaps- of handelsorganisaties.
Bibliothecarissen die werken in omgevingen buiten de normale context van traditionele openbare, privé-, universiteits- en schoolbibliotheken, waaronder bedrijven, non-profitorganisaties en overheidsorganisaties.
Organisaties of instellingen die zijn opgericht met behulp van schenkingen of subsidies of met andere voorzieningen om te kunnen blijven voortbestaan.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit een meesterkunstenaar of -architect en zijn of haar assistenten. In de studio waren vaak een aantal assistenten en leerlingen werkzaam, meestal talentvolle en bedreven kunstenaars die onder leiding van de meester hun vaardigheden aanscherpten. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren in de 17de eeuw en later. De betekenis van de term komt deels overeen met 'werkplaatsen (organisaties)', maar er is vaak een subtiel onderscheid in gebruik: 'werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw en waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. 'Studio's (organisaties)' verwijst meestal naar latere groepen waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.
Stichtingen, overheidsinstanties, instituten of andere organisaties die fondsen verstrekken voor specifieke doeleinden.
Bedrijven die oorspronkelijk werden opgezet met als doel het beheer uit te oefenen, zoals het beheer van bezit voor andere organisaties of personen. Tegenwoordig houden ze zich ook bezig met andere financiële activiteiten, zoals bankieren.
Organisaties of afdelingen van organisaties die direct antwoorden geven op vragen van gebruikers of ze verwijzen naar informatiebronnen die hun vragen naar tevredenheid zullen beantwoorden.
Geheime organisaties die tegen de heersende macht in gaan, met name in bezette landen; meest gebruikt voor de ondergrondse beweging die zich tegen de bezettende macht verzette tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Organisaties of instellingen die zich bezig houden met gratis hulpverlening aan de armen, hulpbehoevenden of mensen in nood.
Wordt gebruikt voor gebouwen of groepen van gebouwen met verschillende gebruiksdoeleinden die voorzieningen bieden voor overheids- en particuliere organisaties die zijn betrokken bij de internationale handel.
Verwijst naar georganiseerde groepen personen die hoofdzakelijk met de hand objecten vervaardigen. Binnen de context van de westerse en decoratieve kunst wordt de term 'manufactuur' gebruikt, in plaats van 'fabriek', om onderscheid te maken tussen groepen die in 17de eeuw of later kunst, meubelen, wandtapijten, keramiek en andere decoratieve voorwerpen vervaardigden, in tegenstelling tot arbeiders die werkzaam zijn in moderne industriële complexen of 'fabrieken (gebouwen)', waar andere producten dan kunstvoorwerpen worden vervaardigd. Kunstwerkplaatsen worden gekenmerkt door de specifieke kunstvoorwerpen die er worden vervaardigd, door de vrij grote aantallen kunstenaars en ambachtslieden die er werkzaam zijn en door de tamelijk complexe beheerstructuur, met aan het hoofd een directeur plus een aantal meesters, die ieder toezicht houden op een eigen atelier of studio met gezellen en leerlingen. Werkplaatsen werden vaak gefinancierd door een vorst of een ander machtig persoon. Gebruik 'studio's (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars, bestaande uit een meester-kunstenaar of -architect en diens assistenten of leerlingen, met name sinds halverwege de 17de eeuw. Gebruik 'werkplaatsen (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars of ambachtslieden die gezamenlijk producten vervaardigen, vaak onder de naam van de meester, in het bijzonder bij groepen die vóór de 17de eeuw hebben bestaan.
In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit kunstenaars en vakmensen die werk produceren, meestal onder de naam van een meester. De werkplaats bestond meestal uit geschoolde kunstenaars en een aantal leerjongens die het vak leerden door het uitvoeren van steeds ingewikkeldere handelingen voor het produceren van kunstwerken of beeldende kunst. Verschillende mensen voerden vaak verschillende taken uit. De ene persoon bracht bijvoorbeeld de vergulde achtergrond van een schilderij aan, terwijl een ander de hoofdfiguren schilderde. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw. De betekenis van de term komt overeen met 'studio's (organisaties)', hoewel er wel een subtiel onderscheid is: 'studio's (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren in de 17de eeuw en later, waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. 'Werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar vroegere groepen, waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.