Associaties voor Overgangsfase

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een periode in de stijl van Corinthisch aardewerk, die zich manifesteerde van circa 630 tot 625 v. Chr., tussen de Proto-Corinthische en de Vroeg-Corinthische stijl in. Deze stijl kenmerkt zich door een voorkeur voor slankere vormen dan de wat plompe Proto-Corinthische ontwerpen. De beschildering van de vazen verschilt van de eerdere stijl door de ontwikkeling van een minder spontane, gestandaardiseerde herhaling van motieven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mensen in de overgangsfase tussen jeugd en volwassenheid, meestal tussen de 13 en 17 jaar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overgangsfase tussen kindertijd en volwassenheid in de fysieke en emotionele ontwikkeling van een levend wezen; bij mensen bestrijkt die grotendeels de tienerjaren en houdt wettelijk op zodra de officiele meerderjarigheidsleeftijd is bereikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen Steentijd en Bronstijd. Sommige geleerden onderscheiden deze periode van de chalcolithische door aeneolithisch te rangschikken onder het laat-neolithisch, toen koperen en vuurstenen gereedschappen naast elkaar werden gebruikt, en het chalcolithisch te beschouwen als de overgangsfase waarin brons en steen naast elkaar werden gebruikt. In de meeste literatuur wordt dit onderscheid niet gemaakt en gebruikt men de term 'chalcolithisch' voor de gehele periode. Een uitzondering vindt men onder Italiaanse wetenschappers, die vaak de voorkeur geven aan 'aeneolithisch'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen Steentijd en Bronstijd en die zich kenmerkt door het beslaan, smelten en gieten van koper voor versieringen en gereedschappen, te onderscheiden van de technieken in de Bronstijd omdat het koper niet of zelden in een legering werd gecombineerd met tin of een ander metaal. In deze periode werden stenen gereedschappen gebruikt naast metalen gereedschappen. Deze culturen ontwikkelden zich op verschillende tijden in verschillende delen van de wereld, van het vroege, spaarzame gebruik van koper rond 7000 v. Chr. in het Nabije Oosten tot het wijdverbreide gebruik rond 1900 v. Chr. in Brittannië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een overgangsfase tussen paleolithische en neolithische culturen. Dit concept verschilt van ‘mesolithisch’ doordat het meestal wordt toegespitst op de cultuur in het oosten van Europa en veeleer de nadruk legt op de continuïteit van eerder begonnen processen dan op uitgesproken vernieuwingen die zich in deze periode hebben ontwikkeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst meestal specifiek naar een periode van culturele ontwikkeling in Europa die reeds 10.000 jaar v. Chr. begon, toen de ijskap zich aan het eind van het Pleistoceen begon terug te trekken, en die voortduurde tot circa 2.700 v. Chr. De term wordt soms ook algemeen gebruikt voor een periode die wordt geassocieerd met de overgangsfase tussen de paleolithische en neolithische cultuur in alle gebieden. De periode kenmerkt zich door grote veranderingen in omgeving en cultuur, en door verscheidene lokale aanpassingen aan specifieke omgevingsomstandigheden. De periode wordt doorgaans gemarkeerd door de vervaardiging van microlithen die op stokken, pijlen, botten, geweien, houten werktuigen, en af en toe een gepolijst stenen werktuig werden geplaatst. De artistieke producten die uit deze periode bewaard zijn gebleven omvatten gravures en grotschilderingen met relatief verfijnde afbeeldingen van menselijke en dierlijke voorstellingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de overgangsfase van circa 2.500 tot 2.300 v. Chr. op het eiland Cyprus, tussen het eind van de chalcolithische periode en het begin van de vroeg-Cypriotische periode. Genoemd naar de archeologische vindplaats Philia. Het aardewerk uit de periode omvat zowel laat-chalcolithische en vroeg-Cypriotische producten en ontwerpen, met parallellen in het zuidwesten van Turkije.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Griekse stijl in de beeldhouwkunst die werd vervaardigd tussen circa 480 en 450 v. Chr. en die werd beschouwd als een overgangsfase tussen de archaïsche en klassieke stijl. De stijl kenmerkt zich door een groter inzicht in anatomie en beweging maar eveneens door de bronzen beeldjes uit Riace, die sober en statisch zijn, met vereenvoudigde vormen en versiering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een periode van Griekse stijl die chronologisch volgde op de Geometrische stijl, vele elementen uit de Geometrische stijl behield, en die ofwel een tussenvorm, ofwel archaïsch was, afhankelijk van de geografische locatie. In sommige gevallen, verscheen de stijl na de bloei van de Geometrische periode, maar nog voordat de Oriëntaliserende periode volledig was gevestigd, en vormde daardoor een overgangsfase tussen de ene stijl en de andere. In andere gevallen ontstond de stijl nadat de Oriëntaliserende periode was gevestigd, en was derhalve een bewuste poging om de vroegere Geometrische stijl nieuw leven in te blazen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar schilders van oude Griekse vazen die zowel rood- als zwartfigurig schilderden. De term verwijst ook naar vaatwerk waarop zowel rood- als zwartfigurige technieken zijn te zien. De tweetalige stijl manifesteerde zich een korte tijd tijdens de laat-archaïsche periode in de derde en vierde decennia van de zesde eeuw voor Christus, toen de Attische roodfigurige stijl zich aandiende en de zwartfigurige stijl langzaam maar zeker grotendeels verdrong. Tijdens deze overgangsfase vertoonde vaatwerk soms beide technieken, waarbij elke techniek werd gebruikt voor specifieke delen van het vaatwerk. Zo werd de zwartfigurige stijl gebruikt voor de binnenkant en de roodfigurige stijl voor de buitenkant van een beker of werd het ontwerp van de buitenkant van een amfora verdeeld in twee delen, met de ene techniek op de voorzijde en de andere op de achterzijde. De twee technieken worden soms gebruikt door dezelfde vaasschilder en soms werden verschillende vaasschilders gebruikt voor de twee technieken op hetzelfde vaatwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode in de Chinese geschiedenis tussen de val van de Tang-dynastie (907 n. Chr.) en de stichting van de Sung-dynastie (960 n. Chr.), toen vijf dynastieën elkaar in betrekkelijk korte tijd opvolgden in Noord-China. Al deze dynastieën hadden Kaifeng in de provincie Henan als hoofdstad. De zuidelijke regio's kenden meer welvaart en langere perioden van vrede dan het noorden, waardoor de literatuur, de schilderkunst, de productie van metaalwerk en reliëfsculpturen en de textiel- en keramiekindustrie tot grote bloei konden komen. De keramiekindustrie in het noorden was wel belangrijk als overgangsfase, en de industriële Ding-ovens in Hebei brachten veel welvaart.