Associaties voor Procedés en Technieken

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Procedés en Technieken bevat descriptoren voor handelingen en methoden die fysiek worden uitgevoerd op of met materialen en voorwerpen, en voor procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen. Hiertoe behoren typen procedés en technieken die betrekking hebben op de productie en behandeling van voorwerpen of afbeeldingen (bijv. assembleren) of van substanties (bijv. mengen) of die relevant zijn voor de bewerking en verwerking van specifieke materialen (bijv. solderen). Hiertoe behoren tevens descriptoren voor procedés die plaatsvinden in substanties, artefacten of overige voorwerpen, soms opzettelijk in gang gezet en soms spontaan gebeurend (bijv. branden). Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd voor het realiseren van specifieke doelstellingen (bijv. analyse), inclusief descriptoren die betrekking hebben op het verzamelen van voorwerpen en verschillende andere professionele activiteiten (bijv. het beheer van verzamelingen) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die studierichtingen aanduiden (bijv. antropologie) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden, terwijl de procedés en technieken die verbonden zijn met deze velden hier te vinden zijn. Descriptoren voor fysieke en mentale handelingen die niet worden uitgevoerd om materialen te bewerken of voorwerpen te fabriceren (bijv. rennen, meditatie) zijn ondergebracht in de hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten. Bepaalde descriptoren die verwijzen naar degeneratieve krachten op materialen of structuren (bijv. spanning) zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren voor bepaalde effecten die worden veroorzaakt door procedés die plaatsvinden in materialen en voorwerpen (bijv. scheuren) zijn te vinden in de hiërarchie Toestanden en Invloeden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Beeldmateriaal bevat descriptoren voor objecten die oorspronkelijk zijn vervaardigd met als doel de betekenis hoofdzakelijk op visuele, non-verbale wijze over te dragen, met name waar het de uitdrukking van een symbolische of expressieve betekenis of esthetische ervaring betreft. Hieronder vallen voorstellingen en gebeeldhouwde werken, alsmede periodeafhankelijke werken, bijvoorbeeld performancekunst, die zich binnen de beeldende kunst hebben ontwikkeld en daarmee in verband worden gebracht. Sommige descriptoren in deze hiërarchie kunnen naar een object of beeld verwijzen; bijvoorbeeld, in het geval van een object dat is vervaardigd uit linnen, spanramen en een lijst die specifiek zijn bedoeld als drager van een geschilderde afbeelding kunnen de afbeelding en het object samen worden aangeduid als schilderij; een afbeelding op een meubelstuk daarentegen kan wel als schilderij worden aangeduid, maar de drager is in dat geval bijvoorbeeld een ladekast of haardscherm. Relatie met andere hiërarchieën: de hiërarchie Informatievormen bevat descriptoren voor objecten die wel op visuele, non-verbale wijze communiceren, maar die hoofdzakelijk een informatieve functie hebben (bijvoorbeeld 'kaarten'), met inbegrip van bepaalde afdrukken die worden geassocieerd met het reproduceren van documenten en technische tekeningen (bijvoorbeeld 'blauwdrukken'). Descriptoren voor decoratieve elementen zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen (bijvoorbeeld 'rolwerk') en de hiërarchie Componenten (bijvoorbeeld 'acroteriën'), terwijl architecturale vormen die in hoofdzaak structureel en in tweede instantie sculpturaal van aard zijn (bijvoorbeeld 'kariatiden') eveneens bij Componenten zijn ondergebracht. De meeste descriptoren voor de materialen die in een werk worden gebruikt, maken deel uit van de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'canvas'); indien echter found objects of bouwmaterialen zijn gebruikt (bijvoorbeeld 'platte borden', 'l-balken') verschijnen deze descriptoren op locaties die aansluiten bij de oorspronkelijke functie van het object. Descriptoren voor de methoden die gebruikt worden bij het vervaardigen van een werk (bijvoorbeeld 'natte collodiumprocedés', 'beeldsnijden') zijn opgenomen in de hiërarchie Procedés en Technieken. Met betrekking tot algemene thematische klassen verschijnen andere descriptoren binnen diverse hiërarchieën, met inbegrip van Gebeurtenissen (bijvoorbeeld 'oorlog') en Abstracte Begrippen (bijvoorbeeld 'mythologie').

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Functionele activiteiten bevat descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken en voor methodieken die worden geassocieerd met specifieke inspanningsgebieden. Er zijn descriptoren voor activiteiten met betrekking tot de manipulatie van gegevens, het verzamelen van objecten, menselijke communicatie, economie, handel, recht en bestuur alsook andere beroepsactiviteiten. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor takken van wetenschap (bijvoorbeeld geschiedenis) en specialisatiegebieden (bijvoorbeeld recht) zijn te vinden in de hiërarchie Vakgebieden. Descriptoren voor bewerkingen en processen die worden uitgevoerd met objecten en materialen (bijvoorbeeld polijsten), zijn te vinden in de hiërarchie Procédés en technieken. Descriptoren waarmee gelegenheden en gebeurtenissen van sociale, culturele, religieuze of persoonlijke aard worden aangeduid (bijvoorbeeld tentoonstellingen), zijn te vinden in de hiërarchie Gebeurtenissen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Gebeurtenissen bevat descriptoren voor voorvallen, evenementen en gelegenheden van sociale, culturele, religieuze of persoonlijke aard (bijvoorbeeld verjaarsfeesten, concerten, geboorten en namen van feestdagen). Niet opgenomen zijn eenmalige gebeurtenissen met een eigennaam. Zo is bijvoorbeeld wel 'kroningen' opgenomen, maar niet 'kroning van Karel de Grote'. Relatie met andere hiërarchieën. Descriptoren voor activiteiten en methodieken die worden geassocieerd met een specifieke context (bijvoorbeeld belasting heffen en wetenschappelijk onderzoeken) zijn te vinden in de hiërarchie Functionele activiteiten. Descriptoren met betrekking tot bewerkingen die worden uitgevoerd met concrete objecten en materialen (bijvoorbeeld polijsten), zijn te vinden in de hiërarchie Procédés en technieken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar alle procedés en technieken waarvoor naald en draad worden gebruikt, zoals naaien, stikken, smokwerk, doorstikken en borduurwerk. In de volksmond wordt de term soms gebruikt om te verwijzen naar decoratief werk, in plaats van naar algemeen naaiwerk. Om het meer decoratieve werk te onderscheiden van algemeen naaiwerk, is het echter duidelijker om de term 'fraai handwerk' te gebruiken of om te verwijzen naar een specifieke naaldwerktechniek, zoals 'borduurwerk'.

De hiërarchie Lichamelijke en Geestelijke Activiteiten bevat descriptoren voor activiteiten die variëren van enkele acties tot complexe reeksen fysieke en mentale bezigheden. Geestelijke activiteiten zijn activiteiten die geheel of voornamelijk worden uitgevoerd met de hersenen. Lichamelijke activiteiten zijn activiteiten die worden uitgevoerd met andere delen van het lichaam of met het lichaam als geheel. Relatie tot Overige hiërarchieën: descriptoren voor procedés die fysiek op of met materialen of objecten worden uitgevoerd (bijv. beeldsnijden) zijn te vinden in de hiërarchie Procedés en Technieken. Descriptoren voor organisatorische, administratieve of intellectuele activiteiten die worden uitgevoerd om specifieke doelen te bereiken (bijv. analyse) zijn te vinden in de hiërarchie Functies. Descriptoren die gebeurtenissen aanduiden, waaronder gebeurtenissen wanneer activiteiten in deze hiërarchie zouden kunnen plaatsvinden (bijv. zeilen, basketbal) of die altijd afhankelijk zijn van een duidelijk gedefinieerde reeks omstandigheden voordat ze plaatsvinden, (bijv. races) zijn te vinden in de hiërarchie Gebeurtenissen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Materialen bevat beschrijvingen van een groot aantal stoffen, van natuurlijke en synthetische ruwe materialen tot materiaalproducten. Materiaalproducten zijn hier opgenomen in plaats van in de sectie Objecten, omdat ze kunnen worden gebruikt bij de constructie van diverse objecten (bijvoorbeeld 'plank' voor vloeren of muren) en omdat ze niet een noodzakelijk onderdeel van een object zijn (bijvoorbeeld: 'dakspaan' is niet essentieel voor daken op dezelfde manier als overhangende dakranden of boeiboorden). Relatie met andere hiërarchieën: beschrijvingen van activiteiten die op of met materialen worden uitgevoerd zijn te vinden in de hiërarchie Procedés en technieken (bijvoorbeeld 'glasbewerking'). Beschrijvingen van objecttypen die worden gedefinieerd door het materiaal waaruit ze zijn gemaakt staan in de hiërarchie Objectgenres (bijvoorbeeld 'metaalwerk', 'textilia', terwijl de beschrijving van de materialen zelf in deze hiërarchie staan ('metaal', 'textiel'). Beschrijvingen van gereedschap dat wordt gebruikt om afbeeldingen te maken (bijvoorbeeld 'houtskoolpotloden', 'pennen') zijn opgenomen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting, terwijl beschrijvingen van de materialen waarvan ze zijn gemaakt of die ze gebruiken, hier te vinden zijn ('houtskool', 'inkt').

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Ruilmiddelen bevat descriptoren voor objecten waaraan een specifieke waarde is toegekend en die bedoeld zijn voor gebruik bij het uitwisselen van goederen en diensten, en het vereffenen van schulden. Hieronder vallen objecten die in allerlei situaties bruikbaar zijn, in de algemene circulatie (bijvoorbeeld 'munten'), en objecten die beperkt bruikbaar zijn en vaak zijn bedoeld voor de uitwisseling van specifieke goederen en diensten (bijvoorbeeld 'betalingsbewijzen'). Het grootste deel van de descriptoren betreft benamingen van munten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor groepen ruilmiddelen (bijvoorbeeld 'plate number blocks') bevinden zich in de hiërarchie Objectgroepen en systemen. Descriptoren die als omschrijving dienen van materialen welke bij de vervaardiging van ruilmiddelen worden gebruikt (bijvoorbeeld 'cupronikkel') zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen, terwijl descriptoren die verwijzen naar de wijze van vervaardiging van ruilmiddelen (bijvoorbeeld 'munten (procedés)') deel uitmaken van de hiërarchie Procedés en Technieken. In de hiërarchie Informatievormen vindt u descriptoren voor de verschillende identificerende symbolen of afkortingen die op diverse typen ruilmiddelen voorkomen (bijvoorbeeld 'munttekens') alsmede descriptoren voor zakelijke en financiële stukken (bijvoorbeeld 'aandelen').

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Vakgebieden bevat descriptoren voor takken van wetenschap, specialisatiegebieden, beroepen en professionele specialismen. Relatie met andere hiërarchieën. Materiaalspecifieke of objectspecifieke activiteiten komen voornamelijk voor in de hiërarchie Procédés en technieken (bijvoorbeeld metaalbewerken en timmeren), terwijl meer algemene beroepsactiviteiten (bijvoorbeeld civiele techniek) hier te vinden zijn. Theorieën met betrekking tot vakgebieden zijn te vinden in de hiërarchie Abstracte begrippen (bijvoorbeeld structuralisme). Descriptoren voor activiteiten die worden uitgevoerd teneinde specifieke doelen te bereiken (bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoeken en kritiek) zijn te vinden in de hiërarchie Functionele activiteiten.