Associaties voor Sakya

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een school in het Tibetaanse boeddhisme die de leer volgt van de geleerde en reiziger Drogmi (992-1072). Drogmi is bekend om zijn vertaling in het Tibetaans van de Hevajra Tantra, een belangrijk tantrisch werk en een van de voornaamste teksten van de Sakya-school. Hij is ook verantwoordelijk voor de invoering in Tibet van het Indiase systeem dat bekendstaat als Lam Drey, dat gebruik maakt van de symboliek van de seksuele vereniging als middel om de mystieke re-integratie van het zelf te bereiken. De hevig behoedende Hevajra is de beschermgod van de Sakya-school. De school is bekend om zijn wetenschappelijke productie, in het bijzonder door de exegeses en historische verhandelingen over het boeddhisme. De bekende 'Blauwe annalen', een geschiedenis van het Tibetaanse boeddhisme, zijn in de 15de eeuw geschreven door een volgeling van de school. De school ontleent zijn naam aan het klooster van Sakya, in 1073 gesticht door Konchok Gyalpo, een leerling van Drogmi, 80 km ten noorden van de Mount Everest. Kunga Nyingpo, de zoon van Konchok Gyalpo, maakte de leer van de Sakya-school systematischer. De abten van het klooster van Sakya werden van circa 1270 to 1340 door de Mongoolse heersers van China benoemd tot regenten van Tibet, maar toen de Mongoolse dynastie aan macht inboette, deden de abten van Sakya dat ook. Sakya heeft om de macht gestreden met andere scholen van het Tibetaanse boeddhisme, vooral de Gelug. De abten van Sakya mogen trouwen en het ambt gaat over van vader op zoon of van oom op neef. De Sakya-school kent twee subsekten: de Ngor en de Tshar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tibetaanse schilderschool die is gelieerd aan de boeddhistische orde met dezelfde naam. Deze behoort tot een van de vier belangrijkste orden. De school, die floreerde vanaf de 13de tot de 16de eeuw in het midden van Tibet, ontstond in Sakya-kloosters, vooral in het klooster van Ngor. Sakya-schilderijen bestaan vaak uit meerdere mandala's die zich kenmerken door effen kleuren, een icoonachtige kwaliteit en een algemene directheid die de religieuze en visuele complexiteit ervan aanvult.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een specifieke vorm van het boeddhisme die sterk is geënt op het Mahayana-boeddhisme, dat in de zevende eeuw in Tibet werd geïntroduceerd. Het Tibetaans boeddhisme bevat veel van de esoterische tantra-traditie van het Vajrayana-boeddhisme, alsmede elementen van het oeroude Bon-sjamanisme. Ook de kloosterdisciplines van het vroege Theravada-boeddhisme vormen een belangrijk bestanddeel van het Tibetaans boeddhisme. Deze religie wordt zelfs vaak beschouwd als de meest intellectuele vorm van boeddhisme. Avalokiteshvara, de Bodhisattva van Groot Mededogen, wordt met name vereerd in het Tibetaans boeddhisme. De Dalai Lama, de geestelijke en wereldlijke leider van Tibet, zou diens reïncarnatie zijn. Een opmerkelijk aspect van het Tibetaans boeddhisme is het opvallend hoge percentage van de bevolking dat actief deelneemt aan het geloofsleven: tot aan de Chinese machtsovername in de jaren 50 van de 20ste eeuw was ongeveer een kwart van alle Tibetanen lid van een geloofsorde. Typerend voor deze religie is ook het grote aantal heilige wezens. Bij de eredienst worden mantra's en gebeden uitgesproken en gezangen ten gehore gebracht, met begeleiding van trommels en hoorns. De canon van Tibetaanse geschriften omvat de 'Kangur' en de 'Tenjur;' het Tibetaans Dodenboek (Bardo Thödröl) beschrijft de bewustzijnsstaat tussen dood en wedergeboorte. Het Tibetaans boeddhisme verspreidde zich in de tweede helft van de 20ste eeuw naar het westen, met name door mensen die Tibet waren ontvlucht nadat het land door Communistisch China was bezet; onder deze vluchtelingen waren ook 'tulkus' of gereïncarneerde lama's, die in hoog aanzien stonden en bijdroegen tot de groei van de populariteit van het Tibetaans boeddhisme in de westerse wereld. Er zijn vier hoofdstromingen: Nyingma, Sakya, Kagyu en Geluk. In het westen wordt de Tibetaanse religie soms aangeduid met de onjuiste term lamaïsme, maar deze term wordt niet door de boeddhisten zelf gebruikt.