Associaties voor Shang

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een 18de-eeuwse Indiase schildersschool die is verbonden met de prinselijke staat Kishangarh in centraal Rajasthan. Net als andere Rajput-schilderstijlen is ook deze school enigszins schatplichtig aan contemporaine Mogol-schilderkunst. De school wordt gekenmerkt door zijn religieuze intensiteit en individualistische gelaatsuitdrukking die bestaat uit puntige kinnen en neuzen, diep gekromde ogen en golvende haarlokken. Panoramische landschappen vormen vaak de achtergrond voor de geïllustreerde scène. Een belangrijke begunstiger gedurende de vormende fase was Raja Savant Singh (regeerde 1748-57), die zelf een dichter en devoot lid was van de Vallabhacarya-sekte. Vooral de reeks schilderijen van Radha en Krishna zijn opmerkelijk. Er wordt gespeculeerd dat Savant Singh's minnares mogelijk model heeft gestaan voor het Kishangarh-gelaatstype. Nihal Chand is de meesterkunstenaar aan wie de verdienste wordt toegeschreven dat hij de romantische en religieuze aard van zijn begunstiger heeft omgezet in frisse, visuele beelden. De Kishangarh-school bleef haar activiteiten op een lager prestatieniveau voortzetten tot halverwege de 19de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ingekerfde staven met een kop in de vorm van een dubbele bijl, gedragen door aanbidders van de Yorubagod Shango en als dansstokken gebruikt in ceremonies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de eerste Chinese dynastie waarover we een zekere kennis bezitten, zowel op archeologisch als op historisch gebied. De Shang-dynastie heerste van circa 1600 v. Chr. tot circa 1050 v. Chr. Het centrum van hun cultuur bevond zich op de hoogvlakte van de Gele Rivier, hoewel hun macht zich in bepaalde perioden uitstrekte tot het noorden van de huidige provincie Henan en tot delen van de huidige provincies Shandong, Shanxi en Shaanxi. Deze periode staat bekend om de vooruitgang op het gebied van de bronsbewerking en andere technieken, die de beschaving op een hoger peil brachten. De Shang-dynastie beschikte over omvangrijke legers met een grote verscheidenheid aan wapens en wapenrusting. Brons werd ook gebruikt voor rituele voorwerpen, zoals klokken en standaarden. De bronzen voorwerpen uit de Shang-dynastie werden voorzien van een uiterst schetsmatige decoratie, waarin het 'taotie'-dierenmasker een veelvoorkomend motief was. De godsdienst en voorouderverering in de Shang-periode kende het gebruik van zogeheten orakelbenen (jiagu), dierenbeenderen en schildpadschilden met inscripties. Er zijn bijna 100.000 orakelbenen gevonden sinds onderzoekers de betekenis van dit verschijnsel hebben ingezien. Orakelbenen zijn de oudste vorm van Chinese geschiedschrijving. Uit de inscripties is een lijst met koningen afgeleid die overeenstemt met latere schriftelijke historische bronnen. De Shang-dynastie kende een redelijk verfijnd schrift; sommige karakters worden nog steeds gebruikt. Het aardewerk van de Shang-dynastie was veelkleurig en werd vervaardigd met een draaischijf of opgebouwd uit rollen. Het aardewerk werd vaak voorzien van opgedrukte patronen. De oudst bekende Chinese glazuren werden gemaakt in de Shang-periode. Er zijn marmeren en kalkstenen beeldhouwwerken van bestaande en mythische dieren gevonden. De stedelijke nederzettingen uit de Shang-periode tonen aan dat de basisvormen van de Chinese architectuur al werden gebruikt; belangrijke nederzettingen zijn Erlitou, Zhengzhou en Yin (nabij het huidige Anyang), die allemaal op verschillende momenten als hoofdstad hebben gefungeerd. De latere Shang-vorsten waren hedonisten die weelderige paleizen lieten bouwen. De Shang-dynastie werd opgevolgd door de Zhou-dynastie, die oorlogszuchtiger was en effectief gebruik maakte van de strijdwagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Zuid-Afrika en Mozambique.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een groep schilders die hoofdzakelijk in Shanghai werkzaam was, vanaf het midden van de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw. Hoewel het hier geen school in de westerse betekenis betreft, hebben de hiermee geassocieerde schilders wel als gemeenschappelijke kenmerk dat ze dezelfde thematiek, stijlen en technieken gebruikten, en in opdracht van kooplieden uit Shanghai werkten. Na de vernietigende opstand van Taiping (1850-1864) vestigden vier beroepsschilders met de achternaam Ren zich in Shanghai: Ren Xiong (1820-1857), zijn broer Ren Xun (1835-1893) en zijn zoon Ren Yu (1853-1901) uit Xiaoshan, en Ren Yi (1840-1896), geen familie, uit Hangzhou, plaatsen die beide in de provincie Zhejiang liggen. De vier Rens, van wie Ren Yi het invloedrijkst en succesvolst was, vormden de kern van de nieuwe school. Het werk van de Shanghai-school was vooral bedoeld om de opdrachtgevers te behagen. De werken, die doorgaans waren bestemd voor het kantoor of de woning van de kooplieden, waren meestal van decoratieve aard; veelal waren het symbolische voorstellingen waarin werd verwezen naar thema's als een lang leven, geluk en voorspoed. Met name de hangende rol was een populair formaat, evenals de vouwwaaier. De werken worden gekenmerkt door felle kleuren en herkenbare, alledaagse motieven, zoals figuren, vogels en planten. Het landschap speelde meestal een ondergeschikte rol in de Shanghai-schilderkunst. De bloemschilderkunst van Shanghai werd populair dankzij Zhao Zhiqian (1829-1884), die bekend is om zijn grote, decoratieve rollen met bloemen, welke hij in brede verfstreken en rijke, opake kleuren schilderde. Een hoogtepunt bereikte de Shanghai-school aan het begin van de 20ste eeuw met Wu Changshi, die wel als de grootste van de Shanghai-schilders wordt beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen die zijn gevonden nabij de Gele Rivier in Anyang, de laatste hoofdstad van de Shang-dynastie (1384-111 v. Chr.). Bij opgravingen op deze locatie legde men verschillende fundamenten van gebouwen bloot, evenals potten van steen, jade en brons, keramiek met touwindruk en geometrische en antropomorfe versieringen en geïnscribeerde orakelbotten van dieren, de oudste voorbeelden van Chinees schrift.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Standbeelden van de Yoruba die een knielende vrouw voorstellen die een houder boven haar hoofd of voor zich houdt, bijvoorbeeld een kalebas, kom of schaal. Ze worden geassocieerd met de Shango-verering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor het drinken van wijn, met twee symmetrische en puntige schenktuiten. Dit vaatwerktype kwam op in de Shangperiode en bleef bestaan tot de Westelijke Zhouperiode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oude schriftvormen uit Azië, met als oorsprong de Shang-dynastie (ca. 1600-1046 v.Chr.). Chinese kalligrafie is ontstaan uit een pictografisch schrift en heeft zich ontwikkeld tot schriftvormen met een groot aantal karakters. Er zijn vroege karakters en pictogrammen aangetroffen op aardewerk en benen voorwerpen van 4000 jaar oud. Er zijn vijf verschillende soorten Chinese kalligrafie: het zegelschrift (zhuanshu), het officiële schrift dat bekendstaat als het klerkenschrift (lishu), het blokschrift dat men standaardschrift noemt (kaishu), het halfcursieve schrift dat men ook lopend schrift noemt (xingshu) en het cursieve schrift dat bekendstaat als grasschrift (caoshu).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees vaatwerk uit de Shang- en de Zhouperiode in de vorm van een kookpot met drie poten, gebruikt voor het offeren van gekookt voedsel aan de voorouders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Loshangende mantels waarbij de mouw aangeknipt is aan het zijpand, waardoor het kledingstuk er aan de achterzijde uitziet als een cape; de mouwen zijn soms zo gemaakt dat ze de armen dragen. Gedragen van 1870 tot 1890 en daarna in verschillende 20e eeuwse modes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Damessjaals van een lichte stof, vaak wit en doorschijnend, die om de hals en schouders worden gedrapeerd en worden vastgeknoopt, waarbij de uiteinden loshangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor het offeren van voedsel, met een bolle vorm. Gui uit de Shangperiode hebben geen handvatten terwijl latere versies uit de Shang- en de Zhouperiode twee oorvormige handvatten hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wollen mutsen die worden gekenmerkt door een plooi in de hoedenbol die van voren naar achteren loopt, korte loshangende linten aan de achterkant en een insigne aan de voorkant. Als kleding geïntroduceerd door de Hooglandeenheden van het Britse leger en daarna overgenomen als traditionele Schotse klederdracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Jammu in het heuvelgebied van Rajput, ooit de machtigste groep staten ten westen van de rivier de Ravi, het heuvelgebied van Pahari. In de loop der jaren hebben er verschillende visies bestaan op Jamma als centrum van schilderkunst. Sommige schilderkunst die oorspronkelijk als vroeg Jammu-werk werd beschouwd, wordt tegenwoordig bij de Basohli-school ingedeeld. De schilderkunst in Jammu uit het midden van de 18de eeuw wordt in verband gebracht met Nainsukh, een belangrijk Pahari-schilder. De 'Bahu Shangri Ramayana' (circa 1710) maakt deel uit van de grote reeksen schilderijen die in de Pahari-heuvels werden geproduceerd. Kenmerkend voor dit geïllustreerde epos zijn de heldere kleuren, het zwierige ontwerp en de ingenieuze compositie. De stijl was evenwel een kort leven beschoren, aangezien de naturalistische stijlen overal in het Pahari-heuvelgebied in opmars waren. Na de vestiging van de machtige Dogra-dynastie onder Gulab Singh, halverwege de 19de eeuw, groeide Jammu uit tot een voornaam centrum van schilderkunst dat veel kunstenaars van buiten aantrok. Schilders uit Guler, Kangra en de hoogvlakten van Punjab werkten eveneens voor de Dogra-heersers, maar gebruikten oudere schilderstijlen. Halverwege de 20ste eeuw kwam er een einde aan de traditionele Jammu-schilderkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de ijzertijdcultuur die werd gevestigd in het Minusinsk-bekken van de rivier de Jenisej en die bestond van circa 1200 tot circa 70 v. Chr. Op sites zijn elleboogvormige messen gevonden die verwant zijn aan de messen die tussen de 14de en 11de eeuw v. Chr. in China werden gebruikt tijdens de Shang-periode. Opvallend zijn ook de zuilen met gestileerde ramskoppen of menselijke figuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst met als centrum de heuvelstaat Kulu, een van de meest afgelegen staten in het heuvelgebied van Punjab. De stijl ontwikkelde zich uit de Basohli-school nadat Basohli-kunstenaars eind 17de eeuw naar Kulu waren getrokken. Het accent ligt niet op naturalistische landschappen maar op decoratieve patronen, en het kleurgebruik is minder gedurfd dan in Basohli-werk. De 'Shangri Ramayana', een reeks van 270 schilderijen, is een belangrijk Kulu-werk dat uit de periode van circa 1690 tot 1710 dateert.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange, cilindrische verlengingen van kappen, die in de 14e en 15e eeuw door mannen werden gedragen. Gebruik voor lange, dunne loshangende linten die zowel vast aan als los bij het kledingstuk kunnen horen de term 'stola's (kledingaccessoires)'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schriftstijlen die werden gegoten of gegraveerd op Chinese bronzen vazen en die ontstonden in de Shang-, Westelijke Zhou- en Oostelijke Zhou-tijd; vooral populair tijdens de Westelijke Zhou-dynastie (11de eeuw tot 771 v.Chr.). Metalen schriftstijlen waren afgeleid van inscripties op orakelbotten en werden door latere oudheidkundigen beschouwd als dragers van primitieve en archaïsche esthetische waarden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schrift in de oudste tot nu toe ontdekte Chinese geschriften; de karakters zijn gegraveerd op schildpadschilden of dierlijke beenderen als verslagen van profetieën die werden gedaan door koningen in de tweede helft van de Shang-dynastie (14de tot 11de eeuw v.Chr.). De overgrote meerderheid van de orakelbeenderen is opgegraven in het tegenwoordige dorp Xiaotun bij de stad Anyang in de provincie Henan (of in de resten van Yinxu, de laatste hoofdstad van de Shang-dynastie).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mouwen die gewoonlijk loshangend over de andere mouwen worden gedragen, vaak van bont en soms gemaakt om bij een kraag te passen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van circa 1050 tot 771 v. Chr. Bronzen voorwerpen en voorwerpen van jade uit deze periode lijken op de voorwerpen uit de voorafgaande Shang-dynastie. Toen het systeem van voorouderverering begon af te brokkelen, werden bronzen door de Zhou gebruikt als giften en als trofeeën om volgelingen te belonen. De kwaliteit van keramiek en glazuurwerk verbeterde in deze periode, hoewel vaatwerk vaak grijsgekleurd was. Jadesnijwerk raakte geleidelijk in onbruik. Volgens de overlevering werden in deze periode keizerlijke hoofdsteden gevestigd in Feng en Hao aan de rivier de Feng in de centrale Shaanxi-provincie. De exacte locaties van deze centra zijn onbekend, maar er zijn ruïnes van paleizen opgegraven in Fengxi.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoofddoeken, meestal van fijne stof, die om het vrouwenhoofd gewikkeld worden gedragen en gewoonlijk op het hoofd worden vastgeknoopt, waarbij de einden vaak loshangen; gedragen als onderdeel van de traditionele vrouwenkleding in West-Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleppers, bestaande uit loshangende stukken hard materiaal, zoals glas, metaal, keramiek, hout, die rinkelen wanneer de wind er doorheen waait.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst traditioneel naar de eerste Chinese dynastie, waarvan het bestaan nog niet is bewezen. Deze dynastie zou dateren uit het vroege tweede millennium v. Chr. en aan de Shang-dynastie zijn voorafgegaan. Geleerden betwisten de geldigheid van de claim in teksten uit de Zhou-periode dat de Xia heersten over een gebied in het middendal van de Gele Rivier. Er is geen archeologisch gedefinieerde cultuur ontdekt. De veronderstelde datering van de Xia-dynastie valt samen met het vroege deel van de Erlitou-cultuur in de provincie Henan die brons produceerde. De Erlitou-site in het gewest Yanshi, provincie Henan, zou Xia kunnen zijn. Erlitou-keramiek is waarschijnlijk voortgekomen uit Longshan-aardewerk, en bestaat uit grijs, zwart, rood, wit en bruinachtig aardewerk. Het meest opmerkelijk zijn misschien bronzen rituele vaten van Erlitou die in keramiekmallen zijn gevormd. Deze bronzen rituele vaten zijn, evenals ornamenten en jaden voorwerpen, ontdekt in graftomben in Erlitou.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vaatwerk met een gebogen buik en een handvat, gebruikt van de late Shangperiode tot het midden van de Westelijke Zhouperiode. Wijnhouders met verschillende vormen, van gedrongen tot lang, kunnen ‘you’ genoemd worden als er geen andere gedocumenteerde terminologie beschikbaar is en ze voldoen aan bovenstaande algemene typering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar groen geglazuurd steengoed dat is vervaardigd in de industriële ovens van de provincie Zhejiang in het zuiden van China, met als belangrijkste productiecentra Shangyu, Yuyao en Shaoxing. Dit aardewerk, dat tijdens de periode van de Zes Dynastieën tot ontwikkeling kwam, is het oudste herkenbare type Chinees aardewerk. Yüeh-yao was een uiterst duurzaam keramiek dat voor kommen en potten werd gebruikt. Het werd zo populair dat het uiteindelijk zelfs werd uitgevoerd naar verre oorden zoals Egypte en de Filippijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen uit circa 1300 v. Chr. die zijn aangetroffen bij Cheng-chou, ten zuiden van de Gele Rivier in de huidige provincie Honan. Bij koninklijke tombes en reguliere begraafplaatsen zijn grote hoeveelheden kunstvoorwerpen gevonden, met name grijs aardewerk en bronzen objecten uit de eerste fase van de Shang-cultuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de Zhou-dynastie, een periode die duurde van circa 1050 tot 256 v. Chr. De Zhou-dynastie volgde de Shang-dynastie op. Het gebied waarover de Zhous regeerden, was erg groot, maar hun heerschappij was indirect en werd daarom vaak betwist. De Zhou-periode wordt verdeeld in de Westelijke Zhou (circa 1050-771 v. Chr.) en de Oostelijke Zhou (771-256 v. Chr.). Er was sprake van een grote regionale diversiteit in de Zhou-periode, maar over het algemeen was het een tijd van opmerkelijke, politieke, filosofische, religieuze en sociale veranderingen. Veel elementaire Chinese tradities werden gevestigd en de vroegste Chinese literatuur dateert uit de Zhou-periode, onder andere de geschriften van Confucius. De bevolking nam toe in deze periode en het gebruik van ijzeren gereedschap raakte wijder verbreid, wat leidde tot landbouwkundige vooruitgang. De opkomst van een koopmansklasse en de ontwikkeling van geld creëerde een grotere markt voor artistieke producten, waarvan bronzen voorwerpen het belangrijkst bleven. Deze voorwerpen werden wereldlijker en dienden als symbolen van status, rijkdom en autoriteit. Op Zhou-bronzen worden langere inscripties aangetroffen, die nu waardevolle getuigenissen zijn van vroege Chinese geschiedenis. Het decoreren van bronzen werd abstracter, geometrischer en kleurrijker, en werd gekenmerkt door een toegenomen gebruik van reliëf en kostbaar inlegsel. De vele kleine staten van de Zhou-dynastie werden praktisch onafhankelijk van het centrale gezag en de Qin versloeg uiteindelijk de overige staten en vestigde de eerste verenigde Chinese heerschappij.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees type ritueel vaatwerk van brons in de vorm van potten met een brede lip die wordt gesteund door een hoge ring. Het werd gebruikt voor wijn. In de laatste helft van de Shangperiode werd deze vorm vervangen door een hoger profiel op basis van de ‘gu’. De term ‘zun’ verwijst soms ook naar een vat in de vorm van een dier.