Associaties voor Westers

Toegevoegd op: 16-8-2017

Omvat munten uit de vroege Middeleeuwen tot en met de moderne periode in de westerse wereld, van de 7e of 8e tot en met de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoort bij beschrijvingen van munten uit de vroeg-westerse wereld vanaf de 6e eeuw v.C. tot de economische herstructurering in de 7e en de 8e eeuw n.C., ondernomen door de Franken en de Arabieren. Griekenland, Rome en het Nabije Oosten onder de Sassaniden maakten deel uit van deze vroeg-westerse wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een subgroep Veneto-Saraceense metaalwaren. Objecten uit deze groep zijn kennelijk vervaardigd in het westen, waarschijnlijk Noord-Italië, als imitatie van islamitische metaalwaren. De afzonderlijke motieven zijn weliswaar accuraat gekopieerd, maar ze geven blijk van een wezenlijk gebrek aan inzicht in de islamitische proportieleer en miskennen de relatie tussen vorm en restvorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl van Terra sigillata aardewerk die zich ontwikkelde in Italië en elders in het West-Romeinse Rijk, nadat het eerst was vervaardigd in het Hellenistische oosten. De stijl kenmerkt zich door kwalitatief hoogwaardig tafelservies, gebaseerd op typisch Romeinse techniek en vormgeving, gemengd met verschillende lokale elementen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort groenblijvende naaldboom uit de cipresfamilie die 20 meter hoog wordt en wordt gebruikt als sier- of productieboom, inheems in het oostelijke deel van Noord-Amerika. Het is de meest voorkomende en waarschijnlijk hardste levensboom. De stam heeft bij de grond soms meerdere vertakkingen met een roodachtig bruine schors. De kegels hebben 8-10 lagen, waarvan er meestal maar vier vruchtbaar zijn. De meest gekweekte variëteiten zijn smalle en dichte piramidevormige struiken, terwijl veel variëteiten loof met interessante kleurvariaties hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plataan die inheems is in Noord-Amerika. De grootste worden meer dan 50 meter hoog. De gladde vruchtbolletjes hangen meestal alleen en blijven vaak aan de boom zitten als de bladeren zijn afgevallen. De soort is te onderscheiden van andere bomen door zijn schilferende schors. Door het afschilferen van onregelmatige stukken schors ontstaat er een rijk geschakeerd patroon groenwitte, grijze en bruine vlekken. Gebruik ���Acer Pseudoplatanus' voor de gewone esdoorn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Massief geel hout van de soort Platanus occidentalis, met een fijne structuur die vergelijkbaar is met esdoornhout. Het wordt gebruikt voor meubels, slagersblokken, stoelen, muziekinstrumenten, interieurafwerkingen en kasten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar kunststijlen die ontstonden als reactie op de traditionele Europese opvatting volgens welke de kunst wordt geacht de natuur te imiteren. In zijn meest strikte vorm verwijst de term naar 20ste-eeuwse westerse schilderkunst, beeldhouwkunst of grafische kunst waarvan de vormentaal in geen enkel opzicht verwijst naar objecten uit de zichtbare wereld. De term wordt ook wel toegepast op kunst waarin natuurlijke vormen op vereenvoudigde of veranderde wijze worden weergegeven, maar waarin deze vormen niet volledig zijn uitgebannen. Gebruik 'abstractie' voor het proces waarbij algemene begrippen worden geformuleerd door middel van abstrahering van gemeenschappelijke kenmerken van zaken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die halverwege de 18de eeuw actief was in Akita in het noorden van Honshu. Satake Shozan (1748-1785) en Odano Naotake (1749-1780) ontwikkelden de stijl, die zich kenmerkt door een mengeling van naturalistische details en westerse illusionistische methoden, waarbij traditionele Japanse pigmenten worden gebruikt op zijde of papier en het oppervlak volledig wordt afgedekt met een laag olie en hars. Voltooide schilderijen waren in het algemeen gebaseerd op tekeningen uit schetsboeken van nauwkeurige observaties van bloemen, bomen en vogels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Liturgische gewaden met lange, strakke mouwen en een volledige rok, meestal van linnen gemaakt. Alben worden door christelijke priesters en soms ook door gewijde koningen gedragen, vaak onder een ander gewaad. In de westerse kerken zijn ze wit en in de oosterse kerken kunnen ze allerlei kleuren hebben. Alben werden soms gedecoreerd met rijk geborduurde apparels bij de polsen en langs de onderzijde. De term verwijst eveneens naar soortgelijke niet-kerkelijke kleding, met name zoals die door de oude Grieken en Romeinen werd gedragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een perspectiefsysteem waarbij parallelle lijnen samenkomen op punten op een verticale as. Het systeem werd gebruikt door de oude Grieken en later in de westerse kunst tot het éénpuntsperspectief gecodificeerd tijdens de renaissance.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar verschillende christelijke kloostergemeenschappen van de Byzantijnse rite die de kloosterregel volgen van Sint Basilius, hun spirituele vader; er zijn vijf hoofdtakken van de Orde van Sint Basilius. De basiliaanse kloostergemeenschap is eeuwenlang zeer invloedrijk geweest in de Byzantijnse gemeenschap, vergelijkbaar met de benedictijnse invloed binnen de westerse kloostergemeenschap. Sint Basilius, theoloog en aartsbisschop van Caesarea in Cappadocië (in het tegenwoordige Turkije), schreef zijn kloosterregel tussen 358 en 364. De eenvoudige, maar strenge kloosterregel van Sint Basilius vereist volgelingen te leven in gemeenschappen en propageert een ascetische levenswijze als een manier om God voorbeeldiger te dienen. Het extreme ascetisme van de woestijnkluizenaars is afwezig. Sint Basilius' regels impliceren beloften van kuisheid en armoede, waarmee ze vooruitlopen op de latere westerse kloostersystemen. Ook hulp aan de armen is verplicht. Aan de kloosters dienden scholen voor kinderen gelieerd te zijn, waarin de leerlingen kunnen worden getest op een mogelijke religieuze roeping. Sint Theodorus uit Studios herzag de regel van Sint Basilius in de 9de eeuw. De basiliaanse orde mag niet worden verward met een congregatie van de Latijnse rite die dezelfde naam heeft en in 1822 werd gesticht in Frankrijk, maar later voornamelijk actief was in Canada; de leden van deze congregatie wijden zich aan het onderwijzen van kinderen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een perspectiefsysteem dat indirect gebruikmaakt van twee verdwijnpunten, maar eerder empirisch dan wetenschappelijk is. Het werd vooral gebruikt in de westerse kunst voordat het eenpuntsperspectief in de renaissance werd gecodificeerd. In het bifocaal perspectief worden in de marge van het afbeeldingsvlak twee verdwijnpunten op gelijke hoogte geplaatst. Vanuit deze punten worden diagonale lijnen getrokken naar punten langs de onderste of bovenste marge van het afbeeldingsvlak; de punten waar deze diagonale lijnen elkaar kruisen, worden gebruikt om een vloer- of plafondraster te tekenen dat lijkt op een raster dat wordt getekend met behulp van één verdwijnpunt en de illusie van terugwijking in de ruimte oplevert.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motieven die een hart afbeelden met uitslaande of omringende vlammen. Deze motieven komen voor in westerse en christelijke kunst en symboliseren liefdadigheid, goddelijke liefde of religieuze passie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Strategisch bordspel dat sinds ongeveer 700 wordt gespeeld in China. Net als westers schaken is Chinees schaken waarschijnlijk afgeleid van het Indiase bordspel chaturanga. Het doel van Chinees schaken is het veroveren van de koning of generaal van de tegenstander. Hoewel de speelborden op het eerste gezicht op elkaar lijken, bevat het westerse schaakbord 8x8 rijen velden van afwisselend lichte en donkere kleuren en het Chinese bord 8x8 rijen velden van dezelfde kleur met een extra horizontale lege rij (de 'rivier') tussen de twee helften. Over sommige velden zijn diagonale lijnen getrokken. In tegenstelling tot westers schaken - dat wordt gespeeld op velden met twee verschillende kleuren - wordt Chinees schaken gespeeld op de snijpunten van de lijnen (de 'punten') die samen de velden vormen. Chinese schaakstukken hebben meestal de vorm van platte schijven, vaak zwart en rood van kleur, met Chinese karakters die de rang aanduiden. Onder de stukken bevinden zich een koning (generaal), mandarijnen, torens (strijdwagens), paarden, olifanten (bisschoppen of ministers), katapulten en pionnen (soldaten).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een christelijke kloosterorde die voortkwam uit de hervormingen binnen de benedictijnse orde in de 10de en 11de eeuw. De orde is vernoemd naar de stad Cluny in Bourgondië, de locatie van de beroemde abdij met dezelfde naam die in 910 werd gesticht door hertog Willem de Vrome van Aquitanië. De nieuwe orde herstelde de strenge naleving van de kloosterregel van de heilige Benedictus (Regula Benedicti), in een tijd dat kloosterorden over het algemeen minder strikt waren. De hervormingen van de cluniacenzer beweging werden overgenomen door andere kloosters en de opeenvolgende abten bouwden langzaam maar zeker in heel West-Europa aan een indrukwekkend netwerk van kloosters die de strikte cluniacenzer gewoonten volgden. De cluniacenzer orde werd niet feodaal geleid en was ook tegen feodale oorlogvoering. De orde hing de Treuga Dei en de Pax Dei aan, die respectievelijk geweld op bepaalde dagen of perioden en geweld tegen bepaalde personen verbood. Verder wordt de maatschappelijke integratie van monniken toegeschreven aan de cluniacenzer beweging. De belangrijkste cluniacenzer abten waren de heilige Odo van Cluny (879-942) en de heilige Hugo van Cluny (Hugues de Semur, 1049-1109). De heilige Odo verwierf voor alle cluniacenzer huizen (priorijen genaamd) immuniteit voor alle gezag behalve voor die van de paus, een centralisatie die voorheen ongekend was in benedictijnse orde. Onder de heilige Hugo bereikte het middeleeuwse kloosterwezen zijn hoogtepunt en stond Cluny bekend als het spirituele centrum van het westerse christendom. Met Hugo als abt werden er bijna 2000 nieuwe kloosters gesticht in Italië, Engeland en Spanje. In 1055 stichtte hij het eerste cluniacenzer nonnenklooster.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een christelijk feest(dag) ter herdenking van de oorsprong van de eucharistie en ter ere van de aanwezigheid van het lichaam van Jezus Christus. De Latijnse term betekent 'lichaam van Christus'. In de westerse kerk wordt dit feest doorgaans gevierd op de donderdag na Drievuldigheidsdag. Het stamt uit de middeleeuwen, in een tijd van toenemende devotie aan het heilige sacrament, met name na het Vierde Lateraans Concilie van 1215. In 1246 was Robert de Torote, de bisschop van Luik, degene die het feest als eerste vierde in zijn bisdom, op aandringen van de heilige Juliana, priorin van Mont Cornillon (bij Luik) van 1222 tot 1258, die hierover een visioen had. Het feest verbreidde zich pas toen Jacques Pantaléon, voormalig aartsdiaken van Luik, paus Urbanus IV werd; met een bul uit 1264 werd het feest ingesteld. Het won geleidelijk aan populariteit en groeide in de 15e eeuw zelfs uit tot het belangrijkste feest van de Kerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het christelijke feest waarmee op 25 december de geboorte van Jezus Christus wordt gevierd. Het kerstfeest is voor het eerst gedocumenteerd in 336 in Rome. Het gebruik om het feest op 25 december te vieren ontstond in de 4de eeuw in de westerse kerk als christelijke opvolger van het heidense midwinterfeest, waarmee de geboorte van de onoverwonnen zon werd gevierd. In het oosten werd aanvankelijk 6 januari als geboortedatum van Christus aangehouden, maar in de 5de eeuw was 25 december algemeen aanvaard; de Armeense kerk viert echter nog altijd Kerstmis op 6 januari. Kerstmis heeft het feestelijke element (versieringen, geschenken) overgenomen van de Romeinse Saturnalia en andere heidense feesten in dezelfde tijd van het jaar. Kerstmis is in de loop van de eeuwen tradities blijven opnemen; veel tegenwoordige kerstgewoonten zijn van niet-christelijke oorsprong. Altijdgroene bomen zijn bijvoorbeeld symbolen van overleven en worden al met Kerstmis geassocieerd sinds de Europese middeleeuwen. Kerstmis wordt vanouds beschouwd als een familie- en kinderfeest. In veel landen worden geschenken uitgewisseld uit naam of in de geest van de patroonheilige van het kerstfeest, Sint Nicolaas, oftewel de Kerstman.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Europese artistieke en literaire beweging die zich heftig verzette tegen de pretenties van de Westerse beschaving. De beweging ontstond in Zürich in 1916 in reactie op de Eerste Wereldoorlog. De beweging bepleitte het gebruik van ironie, nihilisme, iconoclasme en het absurde, en benadrukte het belang van het toeval bij het maken van gedichten, voorstellingen en kunstwerken, meestal alledaagse voorwerpen in een artistieke omgeving. Dada was een toevallig uit het woordenboek gekozen naam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motieven die een hart afbeelden dat wordt doorboord door een of meer nagels of scherpe wapens zoals zwaarden. In westerse christelijke kunst symboliseren deze motieven het lijden van Christus aan het kruis en het verdriet van de Maagd Maria.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vat met deksel en lange steel in de Westerse Zhoustijl. De vorm ontstond eerst in keramiek en lak, later in brons. De kom van het vat bleef ook bij bronzen dou vaak van lak of keramiek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl die zich ontwikkelde van de eenwording van Japan in 1600 tot het eind van de shogundynastie in 1868. Tijdens deze periode leidde economische expansie tot de opkomst van een goed opgeleide handelsklasse die niet alleen nieuwe schilder- en blokdrukstromingen maar ook haar eigen vormen van literatuur en theater schiep. Er ontstond een grote diversiteit aan onderwerpen en stijlen in de beeldende kunst, waardoor veel 19de-eeuwse westerse kunstenaars zijn beïnvloed.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oosters-orthodoxe religieuze stola waarvan de twee uiteinden aan elkaar zijn vastgenaaid en recht naar beneden hangen, tot op de knieën of tot de grond, met een opening aan de bovenkant voor het hoofd. De voorkant kan ook van één stuk stof zijn gemaakt in plaats van twee aparte stukken. De sticharion en epitrachelion worden bijeengehouden door de zone (gordel), een smalle riem van wollen stof met gespen. Het verschil met stola's uit de westerse kerk is erin gelegen dat het epitrachelion recht hangt en niet gekruist over de borst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In algemene zin te gebruiken voor aërofonen, geluid voortbrengend door middel van een luchtstroom die vanaf de lippen van de bespeler over de scherpe rand van een opening wordt geblazen. In specifieke zin: de uit drie of meer delen bestaande, zijdelings aangeblazen fluiten, met of zonder (Boehm)kleppensysteem, in hout of metaal in westerse orkest-, kamer- en solomuziek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar schilderijen, foto's of kunstvormen met andere media, waarin het onderwerp een naakte vrouw in een suggestieve pose is, of andere erotica. Het verwijst meestal specifiek naar afbeeldingen uit de Westerse kunst uit de 17de eeuw tot en met de 19de eeuw, toen dergelijke afbeeldingen werden getoond in rookkamers, studeerkamers of een ander woonvertrek waar vooral mannen kwamen. De vrouwelijke modellen namen meestal traditionele poses aan naar het voorbeeld van oudere, traditionelere kunst, zoals het achteroverleunende naaktmodel dat oorspronkelijk werd afgebeeld in iconografie van de mythologische figuren Venus of Diana.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Denkbeeldig of feitelijk punt in de ruimte van waaruit een beschouwer van een kunstwerk een object of gezichtsveld waarneemt. Bij het ontwerpen van composities en perspectivische systemen binnen de kunst van de westerse wereld is vaak rekening gehouden met het gezichtspunt van de beschouwer. Er is enige overlapping in betekenis met 'standpunt', maar 'standpunt' verwijst vaker naar perspectivische conventies binnen bouwtekeningen, terwijl 'gezichtspunt' in principe naar alle kunstvormen kan verwijzen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de Ghandara-regio in India, het gebied tussen de rivier de Boven-Indus en Kabul, onder de Kushana-dynastie; deze term verwijst met name naar de boeddhistische architectuur en beeldhouwkunst van de 2de tot en met de 6de eeuw n. Chr. De stijl ervan weerspiegelde de kosmopolitische connecties van zijn begunstigers en werd in hoge mate beïnvloed door de 2de-eeuwse Hellenistische kunst van Egypte en Syrië. Op zijn beurt was deze Ghandara-stijl een stimulans voor andere kunststijlen in Centraal-Azië, Wei China en Japan. Gandhara-kloosters en stoepa's waren zeer sierlijk, met westerse decoratieve elementen zoals acanthus-kapitalen, Hellenistische komediemaskers en putti. De stoepavorm zelf veranderde in Gandhara: de koepel werd hoger, de balustrades groter en fijner afgewerkt en de gelaagde paraplu-eenheid werd uitgebreid totdat deze uittorende boven de hele structuur. Gebeeldhouwde figuren waren gewoonlijk zwaar gedrapeerd in toga-achtige kledij en hun musculatuur werd meestal met nadruk weergegeven; beeldhouwwerken werden meestal gepleisterd en levendig beschilderd. Tegelijk met beeldhouwers in Mathura vervaardigden Gandhara-beeldhouwers een boeddha-icoon voor het in opkomst zijnde boeddhistische geloof; ook droegen ze bij aan de ontwikkeling van het beeld van Bodhisattva. Een groot aantal Gandhara-beelden is bewaard gebleven, alle heel homogeen in stijl. Belangrijke locaties bevonden zich in Shahji-ki Dheri, Takht-i-Bahai, de Taxila-regio, Sar Dheri en Sahr-i-Bahlol. Het uiterste noordwestelijke gedeelte van Gandhara strekte zich uit tot wat nu Afghanistan is; Religie en kunst in Gandhara-stijl bleven in die regio floreren tot ten minste de 8ste eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar gebouwen waarvan het grondplan de vorm heeft van een Grieks kruis, met een vierkant middendeel en vier armen van gelijke lengte. De Griekse kruisvorm werd algemeen gebruikt in de Byzantijnse architectuur en in westerse kerken die op Byzantijnse voorbeelden waren geïnspireerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een belangrijk christelijk feest dat de tenhemelopneming van Christus gedenkt. Het feest wordt sinds de 4de eeuw veertig dagen (de vijfde donderdag) na Pasen gevierd door zowel oosterse als westerse kerken. Hemelvaartsdag gedenkt het koningschap van Christus, de tenhemelopneming van Christus ter verheerlijking van de menselijke natuur en de voltooiing van de verlossing van hen die in Christus geloven (de Hemelvaart is de laatste verlossende handeling). In de middeleeuwen werd er in het kader van het feest een processie gehouden om de tocht van Christus naar de Olijfberg te gedenken, volgens de traditie de plaats van de Hemelvaart. Een ander oud gebruik was het optillen van een kruisbeeld of een beeld van de verrezen Christus door een opening in het dak van de kerk. Soms ging dit gepaard met een duivelsfiguur die tegelijkertijd afdaalde. Een onderscheidend kenmerk van de westerse liturgie van Hemelvaartsdag is het doven van de paaskaars na de lezing van het evangelie. De paaskaars wordt voor het eerst ontstoken met Pasen en wordt gedoofd als symbool voor het feit dat Christus de aarde verlaat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemeen te gebruiken voor rietinstrumenten met een dubbel riet en conische boring. Meer specifiek: dubbelrietinstrumenten in westerse orkest- kamer- en solomuziek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vat van brons, rechthoekig van vorm en met een deksel, gebruikt voor het bewaren van voedsel. Dit type verscheen tijdens de late Westerse Zhouperiode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In het algemeen te gebruiken voor de toestand van het zijn van gemengde afkomst. In een maatschappelijke of culturele context te gebruiken voor de identiteit van een groep of individu, of de creatieve activiteit, die voortkomt uit de interactie van twee verschillende samenlevingen of culturen, vaak in de context van ontmoetingen tussen mensen uit de Derde Wereld en westerse of verwesterde mensen, of tussen de bewoners van voormalige koloniën tegenover hun kolonisators.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stroming in de 19de eeuwse Westerse kunst die in Frankrijk tot ontwikkeling kwam. De stijl verwierp de traditionele academische opvattingen en poogde aan de hand van de wetenschap zowel de samenstelling van kleuren als de exacte weergave van kleuren, schakeringen en lichtval te kunnen bereiken. Impressionistische kunst kenmerkt zich door het gebruik van lichte touches van pure kleuren, schilderen in de buitenlucht om het kortstondige licht op bepaalde tijdstippen van de dag vast te leggen, en de objectieve weergave van het alledaagse, eigentijdse leven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afbeelding van een hand met een gestrekte wijsvinger die men bij teksten in de kantlijn zette om de aandacht te vestigen op opmerkelijke passages, met name van de twaalfde tot de achttiende eeuw in de westerse wereld. Tegenwoordig gebruikt men de index als een typografisch symbool voor hetzelfde doel in teksten of op internet, maar ook als opsommingsteken en in andere contexten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die zich ontwikkelde na de verovering van Constantinopel door de legers van de Vierde Kruistocht in 1204, en die duurde tot het begin van de 14de eeuw. De stijl is met name duidelijk aanwezig in het zuiden en midden van Italië, en werd gevoed door de import van draagbare Byzantijnse objecten, door Griekse kunstenaars in Italië en door westerse kunstenaars die terugkeerden van Byzantijns grondgebied. De Italo-Byzantijnse stijl kenmerkt zich door de vermenging van Byzantijnse thema’s, figuratieve soorten en decoratieve elementen met Hellenistisch-Romaans illusionisme, gotische vloeiende lijnen en lokale Italiaanse tradities.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange, op jassen gelijkende kledingstukken, ter hoogte van de taille vastgemaakt met een sjerp en met extra lange mouwen. Meestal van felgekleurde katoen of zijde, vaak gestreept en met borduurwerk; meestal zonder kraag. Gedragen in het oostelijk Middellandse Zeegebied. In westerse landen in de mode in de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar versierde bomen, meestal een groenblijvende den, balsemspar of spar, versierd met kaarsen, lampjes en versieringen in het kader van de kerstviering. Het gebruik is geworteld in de groenblijvende bomen, kransen en festoenen als symbool van het eeuwigdurende leven, zoals gebruikelijk was bij de oude Egyptenaren, Chinezen en Hebreeërs. Het aanbidden van bomen was bovendien normaal bij de heidense Europeanen. De Scandinavische en Duitse gebruiken rond groenblijvende takken en bomen tijdens midwinterse feestdagen bleven bestaan na hun bekering tot het christendom. De moderne kerstboom ontstond in Duitsland, als onderdeel van een populair middeleeuws toneelstuk over Adam en Eva, waarin de 'paradijsboom' een spar was waarin appels waren opgehangen als uitbeelding van de Hof van Eden. De Duitsers zetten op 24 december, de feestdag van Adam en Eva, een paradijsboom op. Het gebruik werd populair in het Victoriaanse Engeland. De symboliek werd uitgebreid met versieringen die directer verwezen naar de geboorte van Christus. De traditie vond navolging in veel Westerse landen. Tegenwoordig heeft de traditie in veel gevallen de oorspronkelijke religieuze betekenis verloren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimvallende kleding met wijde mouwen, om het middel vastgemaakt met een obi of brede sjerp en traditioneel gedragen door Japanse mannen en vrouwen. Ook op dit kledingstuk geïnspireerde ochtendjassen in de westerse kleding.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemeen te gebruiken voor alle rietinstrumenten met een enkel riet en doorgaans een cilindrische boring. Specifiek te gebruiken voor die rietinstrumenten met een enkel riet die als solo- en orkestinstrumenten worden gebruikt in westerse klassieke, jazz-, volks- en fanfaremuziek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zwaar geweven textiel voor allerlei gebruiksdoeleinden, grotendeels nog in de vorm waarin ze het weefgetouw hebben verlaten. In westerse gemeenschappen worden ze meestal als vloerbedekking gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een vorm van religieus leven die de perfectie van het individu benadrukt door toetreding tot een gewijde gemeenschap of, minder gangbaar, door een afgezonderd en ascetisch bestaan. Het kloosterleven komt voor in zowel het boeddhisme als het christendom, voornamelijk in de rooms-katholieke en orthodoxe kerken. Hoewel het begon als een christelijke lekenbeweging overheerste de geestelijkheid al snel en werden vrijwillige armoede en een aan aanbidding gewijd leven geïntroduceerd. De Regula Benedicti was de belangrijkste vroege kloosterregel en werd de norm van het westerse christelijke kloosterleven. De bedelorden, die het kloosterleven combineerden met missiewerk en prediking, ontstonden in de 13de eeuw. In sommige middeleeuwse kloostersystemen speelde wetenschap een belangrijke rol, hetgeen leidde tot belangrijke religieuze onderzoeken en manuscripten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de christelijke kerk van Egypte, waar de islam de belangrijkste godsdienst is. Vóór de verovering door de Arabieren in de 7de eeuw duidden de Egyptenaren zichzelf en hun taal aan met de Griekse term Aigyptios (met Kopt als westerse vorm). Later namen de Egyptische moslims afstand van de term Aigyptioi en ging deze fungeren als specifieke aanduiding van de christelijke minderheid in Egypte. Sinds de 5de eeuw zijn deze christenen monofysitisch: ze erkennen slechts één natuur van Christus. Afgezien van de monofysitische kwestie hebben de kopten dezelfde geloofsleer als de oosters-orthodoxe kerken. De erediensten worden vrijwel geheel in het Arabisch gehouden, en de kerkboeken, met liturgieën die zijn toegeschreven aan Marcus, de Heilige Cyrilus van Alexandrië en Gregorius van Nazianzus, zijn geschreven in het Koptisch (het Bohairische dialect van Alexandrië), met daarnaast de Arabische tekst in een tweede kolom. Na de jaren 90 van de 19de eeuw introduceerde de kerk een democratische bestuursvorm met aan het hoofd de patriarch, die in Cairo woont. Buiten Egypte zijn er nog enkele koptisch-orthodoxe kerken te vinden in het Heilige Land, en Khartoem (Sudan) heeft een koptisch bisdom. De Ethiopische, Armeense en Syrische Jacobietenkerken vormen een gemeenschap samen met de koptisch-orthodoxe kerk. Er bestaat een overvloed aan koptische religieuze kunst. Ook is de kerk actief op het gebied van scholing. De ruim drie miljoen kopten vormen weliswaar een minderheid in Egypte, maar zijn niettemin sterk vertegenwoordigd in allerlei beroepsgroepen. Kopten hebben vaak onder vervolging te lijden gehad, ook nog in deze tijd. Gebruik 'Koptisch (periode)' om specifiek te verwijzen naar de vroegmiddeleeuwse periode in Egypte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de heropleving van de Byzantijnse stijl en de westerse invloed die ontstond na de kruistochten in Byzantium en Oost-Europa aan het eind van de 13de eeuw. De architectuur uit deze periode is opmerkelijk vanwege de veelkleurige materialen, de decoratieve details en de variatie in soorten, dikwijls variaties op oude thema's. In verluchtigingen van handschriften, in mozaïeken, wandschilderingen, paneelschilderingen, ivoren en luxe kunstvoorwerpen kenmerkt de stijl zich door de sterke kleuren, de naturalistische weergave van het licht op de vormen, en de vaak fantastische compositorische en stilistische oplossingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur behorend bij de verovering en de kolonisatie van het Byzantijnse rijk door het Westen na de Vierde Kruistocht, die duurde van het eind van de 12de en het begin van de 13de eeuw totdat de Latijnse heersers werden afgezet in de jaren 60 van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door een toevoeging van westerse ontwerpen en motieven, die verwijzen naar gelijktijdige westromaanse en gotische stijlen en de glorie van het Westromeinse Rijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motief in de vorm van een leeuwenkop, meestal een gemaande Afrikaanse leeuw. Voorbeelden komen voor in Westerse en Aziatische kunst, bijvoorbeeld in tapijtontwerpen, waterspuwers en andere elementen op aardewerk, en decoratieve elementen in architectuur of op meubels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het perspectiefsysteem waarbij rechthoeken uitlopen in de richting van een of meerdere verdwijnpunten. In de westerse kunst verwijst de term vaak naar het systeem van het éénpuntsperspectief, dat werd ontwikkeld tijdens de Italiaanse renaissance, maar dat gebaseerd was op oude Griekse en Romeinse modellen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Babykledingstukken die men over de luier aantrekt, meestal driehoekige doeken van flanel, gekookte wol of dicht gebreide wol, gebruikt in westerse landen tot de jaren negentig van de negentiende eeuw, toen er materiaal beschikbaar kwam dat vocht beter tegenhield, zoals met rubber beklede stof. Tegenwoordig wordt de term soms gebruikt voor kleurrijke broekjes gevoerd met plastic of een ander waterdicht materiaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunst en architectuur in de periode van de heerschappij van Mahmoed I, die regeerde van 1730 tot 1754. Tijdens zijn heerschappij bouwde hij verschillende fonteinen, waaronder de grote op India geïnspireerde fontein van Tophane. Onder zijn supervisie viel ook de Nuruosmaniye-moskee, die brak met de Ottomaanse traditie en die was gebouwd op basis van rechthoekige grondplannen in een meer westerse stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een christelijk feest dat meestal wordt gevierd op 2 februari, of 40 dagen na Kerstmis. Op deze dag wordt herdacht dat Maria de Tempel in Jeruzalem bezocht, 40 dagen na de geboorte van Jezus (Lucas 2: 22-39). Overeenkomstig de joodse wetten werd Maria gereinigd en bood ze haar zoon als eerstgeborene aan God aan. In de rooms-katholieke kerk heeft dit feest tegenwoordig 'Opdracht van de Heer in de tempel', in de anglicaanse kerk 'Opdracht van Christus in de tempel'. Hypapante, zoals dit feest in de Griekse kerk wordt genoemd, betekent 'ontmoeting' en verwijst naar de ontmoeting van Jezus met Simeon en Anna in de Tempel. De vroegste verwijzing naar het feest stamt uit het einde van de 4de eeuw, uit Jeruzalem. De viering verspreidde zich al snel naar de steden van het Midden-Oosten, maar in het westen ging het minder snel. Justinianus I verordende in 542 dat het feest op 2 februari moest worden gevierd. In Rome werd Maria-Lichtmis vermoedelijk al vóór het pontificaat van paus Sergius I (687-701) ingesteld, en de processie lijkt daar haar oorsprong te hebben, wellicht zelfs voor het feest zelf ingang had gevonden. In de westerse kerk stond de verering van Maria centraal (tot aan de kalenderhervorming van 1969), terwijl het in de oosterse kerk op die dag vooral om de Christusverering ging. De naam Maria-Lichtmis verwijst naar de traditie die in de 5de eeuw ontstond en waarbij kaarsen worden aangestoken tijdens het feest. In het westen symboliseert de processie met de kaarsen Christus als zijnde het licht van de wereld, en zijn presentatie in de Tempel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Krom zwaard dat afgeleid is van de sabels die de Egyptische mammelukken origineel gebruikten. In de 19de eeuw werd het door verschillende westerse legers, waaronder de Fransen en de Britten, overgenomen. De westerse versie van de sabel had hetzelfde gevest, maar het lemmet leek meer op dat van moderne westerse sabels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die samenvalt met de regeerperiode van keizer Mutsuhito, genaamd Meiji, 1868-1912. De periode wordt gekenmerkt door een transformatie van het feodalisme naar een moderne industriële staat, waarbij westerse naties als een model werden genomen. Na de Weense Expositie van 1873 werden de kunstenaars aangemoedigd om traditionele kunsten en ambachten voor de export te produceren, zoals gravures in hout en ivoor en lak. De kunst uit deze periode werd ook beïnvloed door westerse kunst en architectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar merktekens in de westerse architectuur die aangeven welke metselaar de steen op zijn werkplank in de bouwloods heeft gesneden. De oorsprong en functie van metselaarstekens verschillen door de eeuwen heen, en een volledig inzicht ontbreekt soms nog. Vroege metselaarstekens werden blijkbaar gebruikt om zekerheid te geven over de verantwoordelijkheid en kwaliteitsbewaking bij grote bouwprojecten waar een aantal minder vaardige metselaars werkzaam was. Vanaf de 13de eeuw gaven metselaarstekens vaak de werkzaamheid aan die met bepaalde stenen was verbonden, zodat de metselaars de juiste vergoeding zouden ontvangen. Metselaarstekens bevinden zich meestal op het werk van minder ervaren metselaars dan vrijmetselaars, die de profielen en figuren sneden. Het metselaarsteken ging uiteindelijk fungeren als aanduiding van de metselaar zelf. Vaak werd het teken ook buiten de context van de bouwplaats gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boom die inheems is in Noord-Amerika. Gemakkelijk te verwarren met de westerse netelboom (C. occidentalis) waar de verspreidingsgebieden van deze soorten overlappen, maar de Mississippi-netelboom is een kleinere boom die groeit in vochtige laagliggende stukken land. Daarnaast zijn de bladeren smaller en van boven gladder.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De kunst die zich bezighoudt met het combineren van vocale of instrumentale geluiden binnen een bepaalde tijd om emoties, ideeën of geestestoestanden over te brengen, veelal volgens culturele normen voor ritme, melodie en, in de meeste Westerse muziek, harmonie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar werken die worden uitgevoerd met een of meer naalden en draad, garen of koord. De term verwijst in het algemeen naar handwerk. Naaldwerk omvat naaiwerk, borduurwerk, breiwerk, en andere vormen van handwerken. Tot de 20ste eeuw was ‘naaien’ de meest beoefende vorm van naaldwerk in westerse culturen. De meeste meisjes en vrouwen leerden de basisbeginselen van naaien en breien, die zij gebruikten voor het maken van kleding en de afwerking van huishoudtextiel. Sinds de opkomst van het machinaal naaien beperkt het handnaaldwerk zich vaak tot decoratief werk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die actief was in Nagasaki vanaf de 17de tot en met de 19de eeuw. Nagasaki was de enige haven die toegankelijk was voor buitenlanders tijdens de Edo-periode (1600-1868). Het gevolg was dat kunstenaars uit Nagasaki buitenlandse onderwerpen schilderden, zoals Nederlandse en Chinese bewoners van de stad, waarbij ze vaak Europese en Chinese stilistische innovaties overnamen. De stijl komt duidelijk naar voren in de vier hoofdtypen: houtsneden, officiële portretten geschilderd door overheidskunstenaars, Chinees-geïnspireerde schilderijen van vogels en bloemen, en individualistisch werk waarvoor vaak Westerse technieken voor schakering en perspectief werden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunst die in verband wordt gebracht met Europese missionarissen en kooplui in Japan gedurende de 16de en 17de eeuw, en betrekking heeft op werk van Japanse kunstenaars in een westerse stijl, Europese geïmporteerde kunst en traditionele Japanse kunst waarin Europeanen werden afgebeeld. Na onderricht van de jezuïtische priester Giovanni Niccolo in 1583 vervaardigden kunstenaars werken in een traditionele westerse stijl, vaak met een religieus thema. Kenmerkende Namban-motieven, die te vinden waren op kamerschermen, flessen en lakwerk, zijn onder meer westerse mensen, schepen en rozenkransen en kruisen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die de Nguyên-dynastie markeert (1802-1954). De stijl in het eerste gedeelte van deze periode is gebaseerd op de kunst van de Chinese Qing-dynastie (1644-1911) zoals blijkt uit de manier waarop de Nguyên-stad Hue is geconstrueerd als een duplicaat van de Verboden Stad in Peking. Tempels en schrijnen in deze periode worden gekenmerkt door houten beelden van Boeddha en van monniken in stijlen die vergelijkbaar zijn met de stijlen die in de 18de eeuw werden beoefend. In de vroege 20ste eeuw werden de Chinese en boeddhistische thema's over het algemeen verlaten om plaats te maken voor een meer Europese neoklassieke benadering, zoals blijkt uit de stichting van de Ecole des Beaux Arts de l'Indochine in Hanoi in 1925, waar westerse technieken zoals bronsgieten werden onderwezen. De periode wordt ook gekenmerkt door traditionele productiestijlen voor houtgravures, waarbij gebruik wordt gemaakt van rijstpapier dat wordt gekleurd met extracten van mineralen of planten. Afdrukontwerpen omvatten motieven die zijn gebaseerd op de maankalender, illustraties van populaire mythen, taferelen van dorpsfestivals en historische figuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De naam ninja is een collectieve (westerse) benaming voor een groot aantal krijgers die zich specialiseerden in spionage, informatie verzamelen, en aanslagen uitvoeren. Oorspronkelijk hadden ze per regio van Japan of per taak die ze uitvoerden een andere benaming. In de meeste Japanse historische teksten worden deze krijgers 'shinobi' genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 386 tot 534 n. Chr. De hoofdstad bevond zich oorspronkelijk te Pingcheng, maar werd in de periode 493-494 door Keizer Xiaowendi (regeerde 471-499) in zuidelijke richting verplaatst naar Luoyang. Hier werd een nieuwe, prachtige stad gebouwd op de ruïnes van de oude Chinese hoofdstad; in het jaar 534 was de populatie meer dan een half miljoen. Boeddhistische kunst floreerde onder een staats- en een particulier patronaat gedurende het grootste gedeelte van deze periode. In circa 460 werd een begin gemaakt met de bouw van grottempels in Yungang; duizenden handwerkslieden werkten ongeveer 35 jaar aan het maken van de tempels en het versieren ervan met beeldhouwwerken en schilderingen. Op instigatie van Xiaowendi werden later andere grottempels gemaakt bij Longmen. Yungang wordt gekenmerkt door statische iconen in een Gandharan-stijl, terwijl de beeldhouwkunst in Longmen meer lineair is en de in opkomst zijnde Chinese stijl demonstreert. Grafaardewerk van Noordelijk Wei, dat tevens is beïnvloed door het boeddhisme, benadrukt frontaliteit en symmetrie. Het nomadische Touba-volk begon op Chinese instellingen te vertrouwen voor het organiseren en besturen van hun staat en raakte ook bekend met Chinese cultuur en luxeartikelen; onder Xiaowendi werd Chinees de officiële taal en werd het gebruik van Tuoba-taal verboden. Het onderscheid tussen het 'barbaarse' noorden en het 'geciviliseerde' zuiden werd minder duidelijk; niettemin begonnen noordelijke grensbewoners zich verwaarloosd te voelen en in opstand te komen, wat leidde tot de ineenstorting van de Noordelijke Wei-dynastie. Noordelijk China werd in 534 verdeeld in de Oosterse en Westerse Wei-dynastieën.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het schilderkundige hulpmiddel om parallelle lijnen uiteen te doen lopen in plaats van ze te doen samenkomen, om de suggestie te wekken dat ze terugwijken in diepte. In de westerse kunst werd het systeem gebruikt voorafgaand aan de codificatie van het éénpuntsperspectief. Voor een moderne blik lijkt het incorrect.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stroming die is ontstaan door de geleidelijke verwijdering tussen kerkelijke autoriteiten in de vroege eeuwen van het christendom en de splitsing tussen het Oost-Romeinse of Byzantijnse rijk en het Heilige Romeinse rijk. Het schisma verdiepte zich in 1054 tussen Rome en Constantinopel, en terwijl de westerse theologie onder de invloed bleef van Augustijnse ideeën, werd de oosterse theologie verder gevormd door de Griekse vaders. In de orthodoxe theologie wordt de autoriteit erkend van lokale kerkcentra zoals Rome, Alexandrië, Antioch en Constantinopel, die worden geleid door hoofdbisschoppen, in plaats van het autoritaire, centrale pauselijke gezag dat in de westerse theologie centraal staat. Daarbij wordt uitgegaan van het idee dat het individu geen autonoom wezen is, maar dat de menselijke aard wordt gedefinieerd door een relatie met god; dit betekent dat in het geval van zonde een verwijdering van God plaatsvindt, en het doel van goede christenen is volgens de orthodoxe ideologie juist een verbond met God.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kenmerken van oosterse kunst of cultuur die voorkomen in westerse gebruiken en gewoontes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar schilderijen in de voormalige Mogolstijl die in de 18de en 19de eeuw zijn vervaardigd in Lucknow, in de Indiase regio Oudh. Na de ineenstorting van het Mogolrijk, aan het eind van de 17de en het begin van de 18de eeuw, leefde de schilderstijl van de Mogols nog enigszins voort in de kopieën van oudere schilderijen die werden vervaardigd, meestal door gevluchte kunstenaars uit het geplunderde Delhi. De hier vervaardigde schilderijen laten een versmelting zien van de thema's en stijlen van de Mogols met die van Rajput. Andere locaties waar gevluchte schilders werkten waren Patna, Fyzabad en Murshidabad; dat de aldaar geproduceerde schilderkunst een zekere westerse invloed verraadde, hing samen met het feit dat de opdrachtgevers nu Brits waren. In de 18de en 19de eeuw maakte ook de schilderkunst in de Companystijl hier een bloeiperiode door; de kunstenaars in Lucknow maakten schilderijen met tal van verschillende thema's, waaronder panorama's, als afspiegeling van het feit dat dergelijke werken destijds populair waren in Engeland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote kaarsen die in de westerse kerken worden gebruikt gedurende de paastijd. De traditie van paaskaarsen is al zeer oud en gaat vermoedelijk terug tot de 4de eeuw. Een paaskaars wordt voor het eerst aangestoken tijdens de paaswake, met het nieuwe gezegende vuur, nadat op de kaars het kruissymbool, een alfa en omega en het jaartal zijn aangebracht. Na afloop van deze dienst wordt de kaars tijdens liturgische diensten aangestoken, tot aan Hemelvaartsdag. Op die dag wordt de kaars dan na de schriftlezing gedoofd. De aangestoken paaskaars symboliseert de verdrijving van de machten van het duister en de dood door de herrijzenis van Christus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Halve of driekwart trechtervormige mouwen die wijd uitlopen aan de onderkant en op een pagodedak lijken. Waren vooral in de mode in Westerse culturen tijdens het derde kwart van de 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderstijl die van de 11de tot de 14de eeuw floreerde in Tibet. Deze stijl kent twee verschillende versies, beide nauw verbonden aan de Kadampa-kloosters. De eerste versie ontstond in het midden van Tibet en de tweede in het westen van het land. De Pala-Tibetaanse stijl van Centraal Tibet kenmerkt zich door de markante kleurvoering en ranke, gracieuze figuren die zijn gedecoreerd met bijzondere sieraden en puntige diademen. De westerse versie van de stijl is cursiever en losser; over het algemeen is deze stijl expressiever en minder elegant dan zijn tegenhanger uit het midden van het land.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en cultuur waaraan het eerste gebruik van bewerkte stenen gereedschap in een bepaald gebied wordt toegeschreven. Het tijdskader van deze periode kan sterk uiteenlopen in verschillende delen van de wereld, maar het wordt ongeveer 2.500.000 jaar geleden voor het eerst aangetroffen bij mensachtigen. De vroegst bewaard gebleven artistieke productie van een cultuur is meestal afkomstig uit de paleolithische periode, en kan bestaan uit kleine gesneden of gehakte stenen en botten beeldjes, maar ook uit grote schilderingen en gegraveerde afbeeldingen in grotten. De Paleolithische artistieke productie in de westerse kunst vond plaats tussen ongeveer 30.000 tot 10.000 v. Chr.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst doorgaans naar schilderingen op houten dragers, waaronder ook kleinere draagbare schilderingen en middelgrote schilderingen vallen zoals altaarstukken, waarbij verschillende houten planken zijn samengevoegd om een groter paneel te vormen. De term wordt dikwijls gebruikt om specifiek te verwijzen naar schilderingen op een houten drager in de westerse kunst, die doorgaans dateren uit het oude Griekenland en Rome tot in de renaissance. Pas daarna werd canvas standaard als drager gebruikt voor schilderingen in deze formaten. Bij het vervaardigen van Griekse en Russisch-orthodoxe iconen zijn paneelschilderingen nog steeds heel gebruikelijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de voornaamste feestdag van de christelijke kerk, waarop de opstanding van Jezus Christus wordt gevierd. In westerse kerken gebeurt dat tussen 22 maart en 25 april, afhankelijk van de datum van de eerste volle maan na het begin van de lente. Orthodoxe kerken gebruiken de juliaanse datum voor het begin van de lente en vieren Pasen daarom meestal op een andere, latere datum. Sommige paastradities (zoals paaseieren en de paashaas) hebben een heidense oorsprong. Pasen is voortgekomen uit het primitieve 2de- en 3de-eeuwse christelijke feest dat de Pasch werd genoemd; het was de christelijke tegenhanger van het joodse Pascha, waarbij zowel de dood als de opstanding van Christus werd gevierd. De paaswake is in liturgische kerken de belangrijkste plechtigheid, die wordt gehouden op de avond voor Pasen; de paaskaars werd geïntroduceerd omstreeks de 4de eeuw. Hoewel Pasen op één bepaalde zondag wordt gevierd, wordt het belang van het paasfeest onderstreept door het lange voorbereidende vasten, door de plechtige diensten van de Goede Week en door de vijftig dagen van Pasen tot Pinksteren, een periode die de paastijd wordt genoemd. Het belang van Pasen blijkt uit het feit dat het hele liturgische jaar rond Pasen is ingericht, net als de kerkelijke kalender van veranderlijke feestdagen. In paasceremonies komen vaak verwijzingen naar de doop voor, die de vroegere gewoonte weerspiegelen om neofieten te dopen tijdens de wake.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zij die de pauken bespelen in een Westers orkest.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote platte ronde schotels die op een voetstuk of verhoging zijn geplaatst om voedsel te dragen en te presenteren; komen het meest voor als serviesgoed in westers en Aziatisch keramiek en metaalwerk, en als keramisch begrafenisvoorwerp in precolumbiaanse kunst. Het voetstuk en de schotel kunnen zijn samengevoegd tot één stuk of afzonderlijke stukken zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar alle grafische technieken waarmee wordt getracht diepte te suggereren, meestal op een tweedimensionaal vlak, door middel van een geometrische projectie waarbij een of meer verdwijnpunten, verkortingen en/of atmosferische effecten worden gebruikt. Onder deze technieken vallen terugwijkende lijnen, kleurgradaties, tint en textuur, en mate van helderheid. In de westerse kunst verwijst de term meestal naar de geometrische techniek van lineair perspectief, die in de vroege renaissance werd uitgevonden en die was gebaseerd op oude Griekse en Romeinse modellen. Hoewel de betekenis enigszins overeenkomt met 'projectie', wordt dit laatste begrip voornamelijk gebruikt voor technische en architectonische tekeningen die de nadruk leggen op de rekenkundige eigenschappen van de afgebeelde voorwerpen. 'Perspectief' wordt gebruikt voor kunstwerken en weergaven met vervormingen van lengte, hoeken, vormen en de rechtheid van lijnen die zich optisch lijken voor te doen als voorwerpen terugwijken in de diepte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stroming in de Westerse kunst aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. De term werd geïntroduceerd door de kunstcritici Roger Fry, Clive Bell en anderen om te verwijzen naar de kunst die chronologisch volgde op het impressionisme, maar die zich duidelijk onderscheidde van het Neo-impressionisme. De stijl kenmerkt zich door zeer uiteenlopende, uiterst persoonlijke artistieke stijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Artistieke stijlen of stromingen die bedoeld zijn om, vaak op romantische of sentimentele gronden, het uiterlijk na te bootsen van kunstvormen die daarvoor als primitief werden bestempeld. Te onderscheiden van 'primitieve kunst' en 'primitieve architectuur', termen die voorheen werden gebruikt om kunst en architectuur aan te duiden van volkeren die niet onder invloed staan van de dominante westerse cultuur. Gebruik 'primitivistisch' voor op de volkskunst, het kubisme en het futurisme gebaseerde kunst in Rusland in het eerste kwart van de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar boeken of andere documentvormen die het Boek der Psalmen bevatten, dat is samengesteld uit 150 psalmen uit het Oude Testament. Een psalter is meestal onderverdeeld in delen die dagelijks bij de metten en op zondag bij de vespers worden gereciteerd, en wordt gebruikt als liturgisch boek door de clerus bij de breviergebeden of getijden, of door leken voor privégebeden. Naast de psalmen bevatten psalters gewoonlijk ook een kerkelijke kalender, gezangen, geloofsbelijdenissen en de litanie van de heiligen. Koning David en zijn hofmuzikanten werden van oudsher beschouwd als auteurs van de psalmen. De onderwerpen van de psalmen zijn meestal hymnen om God te prijzen en smeekbeden om hulp en mededogen. In de christelijke traditie werden de psalmen zo geïnterpreteerd dat de Heer uit het Oude Testament werd gezien als Christus de Verlosser. Diverse passages uit afzonderlijke psalmen werden gezien als christelijke metaforen en vooraankondigingen. Hiëronymus maakte in de 4de eeuw n. Chr. de Hebreeuwse tekst van de psalmen voor westerse lezers toegankelijk door deze in het Latijn te vertalen. Twee vertalingen zijn gemaakt op basis van de Griekse versie (de Septuagint) en één vertaling rechtstreeks uit de originele taal. De drie versies zijn respectievelijk bekend als de Romeinse, gallicaanse en Hebreeuwse psalters. Het psalter was een van de meest geïllustreerde middeleeuwse teksten in het westen. Deze illustraties begonnen rond 725 n. Chr. en floreerden van de 12de tot de 14de eeuw. De tekst werd vaak verfraaid met prachtige ornamenten en afbeeldingen; psalmen leenden zich echter niet goed voor letterlijke illustratie, in tegenstelling tot de meer verhalende Bijbelgedeelten. Als gevolg hiervan waren de illustraties zeer gevarieerd, zowel in stijl als in iconografie. De meeste geïllumineerde psalters bevatten decoratieve gehistoriseerde beginletters bij de belangrijkste onderverdelingen van de tekst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de Westerse kunst die bestond van het midden tot het eind van de 19de eeuw. Deze stijl kwam tot ontwikkeling als een reactie op de romantiek en kenmerkt zich door de onderwerpkeuze, de afbeeldingen van figuren, en de techniek die de realiteit benadrukt met precisie en levendigheid voor details, inclusief onaangename kenmerken, in tegenstelling tot wat men beschouwde als de geïdealiseerde, zuivere en mooie romantische visie op de wereld. De term wordt in breder verband ook gebruikt om te verwijzen naar iedere fase in de artistieke geschiedenis waarin de nadruk ligt op het naturalistische in plaats van op het geïdealiseerde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het concept waarbij een bepaald aspect van het zelf of de ziel na de dood een aantal keer kan worden wedergeboren in een nieuw lichaam (van mens of dier). Dit geloof maakt een fundamenteel deel uit van een aantal oosterse religies zoals het hindoeïsme en het boeddhisme en vindt ook navolging in enkele moderne westerse geloofsovertuigingen, zoals de theosofie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boeken die voornamelijk gebeden bevatten voor het vieren van de dienst in de westerse kerk. Tegen de 13e eeuw werden deze over het algemeen in het misboek gevouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bovenkleding gevormd door een stuk stof rond het onderlichaam te wikkelen; voornamelijk gedragen door mannen en vrouwen uit de Maleisische Archipel en de eilanden in de Stille Zuidzee. Wordt ook gebruikt voor soortgelijke, vaak voorgevormde kleding gedragen door westerse vrouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een groep schilders die hoofdzakelijk in Shanghai werkzaam was, vanaf het midden van de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw. Hoewel het hier geen school in de westerse betekenis betreft, hebben de hiermee geassocieerde schilders wel als gemeenschappelijke kenmerk dat ze dezelfde thematiek, stijlen en technieken gebruikten, en in opdracht van kooplieden uit Shanghai werkten. Na de vernietigende opstand van Taiping (1850-1864) vestigden vier beroepsschilders met de achternaam Ren zich in Shanghai: Ren Xiong (1820-1857), zijn broer Ren Xun (1835-1893) en zijn zoon Ren Yu (1853-1901) uit Xiaoshan, en Ren Yi (1840-1896), geen familie, uit Hangzhou, plaatsen die beide in de provincie Zhejiang liggen. De vier Rens, van wie Ren Yi het invloedrijkst en succesvolst was, vormden de kern van de nieuwe school. Het werk van de Shanghai-school was vooral bedoeld om de opdrachtgevers te behagen. De werken, die doorgaans waren bestemd voor het kantoor of de woning van de kooplieden, waren meestal van decoratieve aard; veelal waren het symbolische voorstellingen waarin werd verwezen naar thema's als een lang leven, geluk en voorspoed. Met name de hangende rol was een populair formaat, evenals de vouwwaaier. De werken worden gekenmerkt door felle kleuren en herkenbare, alledaagse motieven, zoals figuren, vogels en planten. Het landschap speelde meestal een ondergeschikte rol in de Shanghai-schilderkunst. De bloemschilderkunst van Shanghai werd populair dankzij Zhao Zhiqian (1829-1884), die bekend is om zijn grote, decoratieve rollen met bloemen, welke hij in brede verfstreken en rijke, opake kleuren schilderde. Een hoogtepunt bereikte de Shanghai-school aan het begin van de 20ste eeuw met Wu Changshi, die wel als de grootste van de Shanghai-schilders wordt beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Italiaanse term die letterlijk 'van beneden naar boven toe' betekent en die verwijst naar het toepassen van verkorting, meestal in de tweedimensionale kunst, om een realistisch effect te bereiken in de weergave van architectonische elementen en van figuren en objecten die vanaf een lager standpunt dan het kunstwerk zelf worden beschouwd, en dus niet vanuit een positie recht tegenover het kunstwerk. De term wordt soms ook gebruikt om te verwijzen naar Oud-Romeinse muurschilderingen, maar wordt vooral gebruikt voor westerse kunst uit de renaissance en later. Meestal verwijst de term dan naar plafondschilderingen, wandschilderingen hoog op een muur en andere schilderijen of bas-reliëfs die van onderaf moeten worden bekeken. Sommige 'di sotto in su'-afbeeldingen zijn getekend vanuit een 'kikkerperspectief' of 'wormperspectief', waarbij het de bedoeling is dat de beschouwer vanuit een liggende houding op de vloer omhoog kijkt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door trillende snaren; westerse muziektraditie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Flexibele houten stokken, slechts zelden gemaakt van metaal of plastic, met tussen de twee uiteinden strak gespannen paardehaar of een ander draadachtig materiaal, dat wordt gebruikt om tegen de snaren van een snaarinstrument strijken zodat deze geluid produceren. Historisch zijn strijkstokken evenwijdig gebogen, gebogen aan één kant, of recht in het midden met beide kanten gebogen; typische moderne westerse strijkstokken hebben een concave boog.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur die ontstond tijdens de Sunga-dynastie van de 2de en 1ste eeuw v. Chr. in India. De Sunga's wierpen het Maurya-keizerrijk omver in 185 v. Chr. Het Sunga-keizerrijk was niet zo uitgebreid als dat van de Maurya's. Hoewel van kunstwerken die gedurende deze periode zijn gemaakt kan worden gezegd dat ze behoren tot de Sunga-periode, impliceert deze term niet altijd dat er sprake was van een patronaat of dat Sunga de controle had over een bepaald gebied. Met de Sunga-periode brak een onafgebroken continuüm van Indiase kunst en architectuur aan. De vroegste overgebleven stoepa-balustrade, samen met een gedeelte van een poort, werd gevonden in Bharhut in oostelijk Madhya Pradesh en dateert van deze periode. Evenals het geval was met andere vroege stoepa-balustrades, werden figuren en reliëfs gedoneerd door personen van wie de namen erop werden gegraveerd. Vaak worden de afgebeelde scènes aangeduid met labels, aangezien boeddhistische iconografie nog in de kinderschoenen stond. In het algemeen werd de nadruk in Sunga-kunst gelegd op het overbrengen van een religieuze boodschap, ten koste van naturalisme; dit wordt ook een dominant kenmerk van latere Indiase kunst. Vaak worden gebeeldhouwde yakshi- en yaksha-figuren aangetroffen, en andere pre-boeddhistische heiligen die een plaats kregen binnen het boeddhisme. Een belangrijk verschil tussen deze en vroegere figuren is dat vele ervan een meer ontspannen linkerbeen hebben. De figuren zijn nog steeds stijf en zwaar zoals Maurya-figuren, maar de dikke kleding en hoge polijstingsgraad zijn verdwenen. Andere belangrijke sites zijn de in rotssteen uitgehouwen grotten in de westerse Ghats, met name die van Bhaja en Pitalkhora. Deze boeddhistische grotnederzettingen bestonden uit een caitya-zaal en verblijven voor de monniken (vihara's). De façades werden gewoonlijk gedecoreerd met hoefijzervormige bogen, terwijl de gebeeldhouwde versiering aan de binnenkant over het algemeen eenvoudig was; schilderingen en houten toevoegingen maakten waarschijnlijk ooit deel uit van de iconografische en decoratieve ontwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Term van Maleise afkomst voor gongs bespeeld in Westerse orkesten en slagwerkgroepen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een specifieke vorm van het boeddhisme die sterk is geënt op het Mahayana-boeddhisme, dat in de zevende eeuw in Tibet werd geïntroduceerd. Het Tibetaans boeddhisme bevat veel van de esoterische tantra-traditie van het Vajrayana-boeddhisme, alsmede elementen van het oeroude Bon-sjamanisme. Ook de kloosterdisciplines van het vroege Theravada-boeddhisme vormen een belangrijk bestanddeel van het Tibetaans boeddhisme. Deze religie wordt zelfs vaak beschouwd als de meest intellectuele vorm van boeddhisme. Avalokiteshvara, de Bodhisattva van Groot Mededogen, wordt met name vereerd in het Tibetaans boeddhisme. De Dalai Lama, de geestelijke en wereldlijke leider van Tibet, zou diens reïncarnatie zijn. Een opmerkelijk aspect van het Tibetaans boeddhisme is het opvallend hoge percentage van de bevolking dat actief deelneemt aan het geloofsleven: tot aan de Chinese machtsovername in de jaren 50 van de 20ste eeuw was ongeveer een kwart van alle Tibetanen lid van een geloofsorde. Typerend voor deze religie is ook het grote aantal heilige wezens. Bij de eredienst worden mantra's en gebeden uitgesproken en gezangen ten gehore gebracht, met begeleiding van trommels en hoorns. De canon van Tibetaanse geschriften omvat de 'Kangur' en de 'Tenjur;' het Tibetaans Dodenboek (Bardo Thödröl) beschrijft de bewustzijnsstaat tussen dood en wedergeboorte. Het Tibetaans boeddhisme verspreidde zich in de tweede helft van de 20ste eeuw naar het westen, met name door mensen die Tibet waren ontvlucht nadat het land door Communistisch China was bezet; onder deze vluchtelingen waren ook 'tulkus' of gereïncarneerde lama's, die in hoog aanzien stonden en bijdroegen tot de groei van de populariteit van het Tibetaans boeddhisme in de westerse wereld. Er zijn vier hoofdstromingen: Nyingma, Sakya, Kagyu en Geluk. In het westen wordt de Tibetaanse religie soms aangeduid met de onjuiste term lamaïsme, maar deze term wordt niet door de boeddhisten zelf gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stellen van 2 of meer verticale, cilindrische trommen, 2 vellen, stelstaven voor het spannen; Westerse wereld, sinds ca. 1920.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt in het westen gebruikt voor stelsels van overtuigingen en praktijken over gezondheid die zich binnen de cultuur van een bepaalde etnische of geografische groep mensen hebben ontwikkeld en zich onderscheiden van de moderne westerse geneeskunde; omvat meestal kruidentherapieën en homeopathische middelen, religieuze of spirituele rituelen en een holistische benadering van de patiënt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote Franse bureaus die populair waren aan het eind van de periode van Lodewijk XV en Lodewijk de XVI. Het kwartronde deksel kan over de schrijftafel worden getrokken. Dit type werd soms nagemaakt in andere landen, waaronder Frankrijk, vooral Duitsland en Scandinavië in het laatste decennium van de 18e eeuw en bijna in elk westers land tijdens de 19e en 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Franse term die letterlijk 'het oog bedriegen' betekent en verwijst naar afbeeldingen die zo realistisch zijn dat de beschouwer zou kunnen denken dat de weergegeven objecten, taferelen, structuren of gezichtspunten echt zijn, en dus niet slechts een afbeelding. De term verwijst doorgaans naar westerse kunstwerken, meestal tweedimensionaal of in bas-reliëf uitgevoerd. Trompe-l'oeil werd reeds toegepast bij de oude Grieken en werd later verfijnd door de Romeinen. De techniek was geliefd tijdens de renaissance in Europa, en later breidde de populariteit zich ook uit naar Amerika. Er werd gebruik gemaakt van effecten zoals geschilderde hout- of marmerstructuren op muren of zuilen, illusionistische doorkijkjes omlijst door antiquiserende vensters, geschilderde lijsten rondom een stilleven of portret dat de ruimte van de beschouwer lijkt binnen te treden, en afbeeldingen van schappen of kasten met diverse objecten, gezien door een half openstaande deur. Aan het einde van de 20ste eeuw werd soms zelfs de volledige buitenzijde van gebouwen in trompe-l'oeil geschilderd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In algemene zin: alle blaasinstrumenten, bespeeld door lipspanning, en meestal met cylindrische boring. In specifieke zin: blaasinstrumenten in moderne westerse context met een wijd mondstuk, smalle boring, kleppen en een middelgrote klankhals en klankbeker.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Japanse prenten of schilderijen waarvan het perspectief in westerse stijl is uitgevoerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een grote groep 15de- en 16de-eeuwse metalen voorwerpen, hoofdzakelijk afkomstig uit Europese verzamelingen, die ooit werden toegeschreven aan moslimkunstenaars die in Venetië werkten. Veneto-Saraceense metaalproducten werden vooral in het huishouden gebruikt. Voorbeelden zijn kommen, bolvormige wierookbranders, kandelaars en dienbladen. Ze zijn vervaardigd uit koper of brons en ingelegd met geometrische of arabeske motieven in zilver, soms met sporen van goud. Vaak werd er ook een zwarte stof aan toegevoegd. De term wordt soms onnauwkeurig gebruikt om te verwijzen naar voorwerpen die zijn gedecoreerd met figuratieve ornamenten en westerse heraldische wapens. In de 19de eeuw duidde Lavoix de voorwerpen populair aan als Veneto-Saraceens. Zijn theorie dat islamitische metaalwerkers in Venetië werkten en Italiaanse ambachtslieden hadden geleerd te werken in de islamitische stijl werd evenwel bestreden in 1970, toen Huth in twijfel trok dat gildebepalingen buitenlandse ambachtslieden zouden hebben toegestaan om op Venetiaans grondgebied te werken. Er zijn nog geen documenten boven water gekomen die een van deze theorieën bevestigen of weerleggen, en het is vaak lastig om islamitische originelen van westerse kopieën te onderscheiden. Auld heeft drie subgroepen geïdentificeerd: Turkmeens, mammeluks en westers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ringen die liefdespartners dragen om de ringvinger van de linker- of rechterhand als symbool van hun voornemen om te gaan trouwen. In de westerse wereld zijn het gewoonlijk ringen van goud of zilver met één of meer diamanten of andere edelstenen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de architectuur en de kunst die zich aan het eind van de 12de eeuw ontwikkelde in Vladimir in het prinsdom Rostov-Sizdal. De stijl kenmerkt zich door een samensmelting van oosterse Byzantijnse kunst en elementen van westerse Romaanse kunst, waaronder decoratieve effecten die bestonden uit Romaanse figuratieve en ornamentele motieven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar georganiseerde groepen personen die hoofdzakelijk met de hand objecten vervaardigen. Binnen de context van de westerse en decoratieve kunst wordt de term 'manufactuur' gebruikt, in plaats van 'fabriek', om onderscheid te maken tussen groepen die in 17de eeuw of later kunst, meubelen, wandtapijten, keramiek en andere decoratieve voorwerpen vervaardigden, in tegenstelling tot arbeiders die werkzaam zijn in moderne industriële complexen of 'fabrieken (gebouwen)', waar andere producten dan kunstvoorwerpen worden vervaardigd. Kunstwerkplaatsen worden gekenmerkt door de specifieke kunstvoorwerpen die er worden vervaardigd, door de vrij grote aantallen kunstenaars en ambachtslieden die er werkzaam zijn en door de tamelijk complexe beheerstructuur, met aan het hoofd een directeur plus een aantal meesters, die ieder toezicht houden op een eigen atelier of studio met gezellen en leerlingen. Werkplaatsen werden vaak gefinancierd door een vorst of een ander machtig persoon. Gebruik 'studio's (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars, bestaande uit een meester-kunstenaar of -architect en diens assistenten of leerlingen, met name sinds halverwege de 17de eeuw. Gebruik 'werkplaatsen (organisaties)' voor kleinere groepen kunstenaars of ambachtslieden die gezamenlijk producten vervaardigen, vaak onder de naam van de meester, in het bijzonder bij groepen die vóór de 17de eeuw hebben bestaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 535 tot 556 n. Chr. die werd gesticht door Yuwen Tai (regeerde 535-551). De hoofdstad van de dynastie was in Chang'an in de provincie Shaanxi en regeerde het land ten westen van Luoyang; het gebied van de hedendaagse provincie Sichuan werd in 553 geannexeerd. Deze dynastie was kleiner dan de Oostelijke Wei-dynastie maar zeer goed georganiseerd en efficiënt. De Dunhuang-grotten in de provincie Gansu worden gekenmerkt door boeddhistische muurschilderingen en stucwerk uit de Westerse Wei-periode. Funeraire figuren kregen meer gelaatsuitdrukking dan vroegere voorbeelden; de vele etnische typen die in deze figuren werden aangetroffen weerspiegelen de interculturele invloeden van die periode. De zoon van Yuwen Tai vestigde in 557 de Noordelijke Zhou-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Instrumenten voor het besprenkelen met wijwater, meestal van metaal dat is bevestigd aan een absorberend materiaal. In de westerse kerk bestaat de wijwaterkwast uit een steel met daarop een geperforeerde bol, spons of borstelachtig uiteinde dat het water bevat. Sommige wijwaterkwasten hebben sponzen of interne reservoirs die wijwater afgeven als ermee wordt geschud, terwijl andere regelmatig moeten worden ondergedompeld in 'wijwatervaten (vaten)'. Het werktuig werd oorspronkelijk gemaakt van takken van hysop-, palm- of bukshout, een bosje stro of de staart van een vos (in het oud-Frans heet een vos een 'goupil'). In de 13de eeuw nam de wijwaterkwast zijn moderne westerse vorm aan van een steel met daarop een met haren bedekte rozenvorm. De stelen van het sprenkelgedeelte werden zeer rijk versierd. In de Grieks-orthodoxe kerk is de wijwaterkwast een rechtopstaand vat met een taps deksel, waarin gaten zijn aangebracht voor de besprenkeling. In de Russisch-orthodoxe Kerk is het een kwast die is gemaakt van stof, haar of takjes basilicum. Het werktuig is gebaseerd op oude bronnen, waarbij takken werden gebruikt om tijdens rituelen water, bloed of een andere vloeistof te sprenkelen. Dergelijke werktuigen werden gebruikt in het oude Rome, in het Midden-Oosten, bij oude Noorse rituelen en elders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van bomen van de soort Ficus sycomorus, die inheems is in Afrika ten zuiden van de Sahel en ten noorden van de Steenbokskeerkring. Wordt gebruikt voor meubels en kisten. Gebruik 'sycomorenhout' voor hout van de boomsoort Acer pseudoplatanus en 'westerse plataan' voor hout van de plataansoort Platanus occidentalis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar iedere Japanse variant van de beeldende kunsten waarbij westerse technieken worden gebruikt. De term raakte in zwang gedurende de Meiji-restauratie (1868-1912) en was bedoeld om een onderscheid aan te brengen tussen de westers georiënteerde en de traditionele schilderstijlen van Japan. Reeds in de 16de eeuw kende Japan westers georiënteerde schilderstijlen, maar de belangstelling verdween door de invoering van een politiek van nationaal isolement, de sakoku-rei, ten tijde van het Togukawa-shogunaat (1603-1867). In 1855 riep het shogunaat een onderzoeksbureau voor westerse studies in het leven, en in 1876 werd de Technische School voor de Schone Kunsten gesticht. In de jaren 80 van de 19de eeuw kwam er verzet tegen de westers georiënteerde schilderkunst en bloeide de belangstelling voor de traditionele kunsten weer op.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees ritueel vat van brons met de vorm van een kom, gelijksoortig aan de gui maar zonder handvatten, veel voorkomend in de Erligang- en de Anyangperiode. De stijl eindigt in de Westerse Zhouperiode.