Associaties voor Zhou

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en de cultuur in Indonesië die werden beïnvloed door de Chinese kunststijl die zijn bloeitijd beleefde tijdens de Zhou-dynastie (1050-256 v. Chr.). De stijl kenmerkt zich door diverse eenvoudige decoratieve stijlen voor keramiek, rituele voorwerpen, huishoudelijke artikelen en bronzen objecten. In deze periode werden ook objecten van jade met traditionele dessins gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 951 tot 960.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinese rolschilderijen met kalligrafie en/of afbeeldingen, bedoeld om verticaal uitgerold aan de muur te worden gehangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 557 tot 581 n. Chr. De Yuwen-familie van de Xianbei-stam stichtte de Noordelijke Zhou-dynastie vanuit de marionettenstaat van de Westelijke Wei. De dynastie had haar machtscentrum in de vallei van de rivier de Wei, met als hoofdstad Chang'an, in de provincie Shaanxi. Tijdens het regime van keizer Wudi (heerste van 561-577) werden boeddhisten vervolgd, omdat de kloosters de staatskas te zwaar zouden belasten. De verovering door Wudi van de Noordelijke Qi-dynastie, waardoor het noorden van China tijdelijk werd verenigd, werd grotendeels gefinancierd uit de geconfisqueerde kloosterbezittingen; miljoenen monniken en nonnen verloren hun status en moesten dwangarbeid verrichten. Niettemin werd er nog wel boeddhistische kunst geproduceerd gedurende deze periode, met name in Chang'an. Indiase Gupta-modellen dienden als voorbeeld voor diverse Boeddhabeelden, en ook zijn er enkele wandschilderingen in de Noordelijke Zhou-stijl vervaardigd, in de Duizend Boeddhagrotten in Dunhuang. In dergelijke schilderingen neemt het landschap wel een voorname plaats in, maar blijft het ondergeschikt aan de figuren. De Noordelijke Zhou-dynastie werd opgevolgd door de Sui-dynastie, die in 1581 werd gesticht door Yang Jian, een lid van het koningshuis van de moederlijke tak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van 771 tot 256 v. Chr. Deze periode heeft twee subdivisies, de periode van de Lente en Herfst-annalen en de periode van de Strijdende Staten. De exacte datering van deze perioden is onderwerp van debat onder onderzoekers. Men zegt wel dat de Oostelijke Zhou-periode is begonnen toen de Zhou, die op de vlucht waren voor aanvallende stammen, hun hoofdstad verplaatsten van Xi'an naar Luoyang in 771 v. Chr. Deze geografische breuk met de voorafgaande Shang-dynastie werd weerspiegeld in de kunst van de Oostelijke Zhou-periode. Met name late Oostelijke Zhou-kunst wordt gekenmerkt door een opmerkelijke variatie en vakbekwaamheid. Op een laag vuur gebakken grafbeeldjes (mingqi) werden vaker gebruikt, mogelijk onder invloed van een Confuciaans dictum tegen menselijke offers. Op een laag vuur gebakken groen, loodgeglazuurd aardewerk, zacht, gepolijst zwart aardewerk en op een hoog vuur gebakken geglazuurd aardewerk werd vervaardigd tijdens de Oostelijke Zhou-periode. Helder beschilderd keramiek werd vervaardigd als imitatie van het in die periode recentelijk populair geworden lakwerk, terwijl ander keramiek werd vervaardigd als imitatie van bronzen voorwerpen. Er werden met behulp van een mal vervaardigde en versierde keramiektegels en stenen geproduceerd. Jadesnijwerk, dat minder werd toegepast tijdens de Westerse Zhou-periode, werd weer belangrijk bij grafobjecten en objecten voor persoonlijke versiering. Bronzen kregen een wereldlijker karakter en werden vaak als huwelijkscadeau gegeven ter verfraaiing van het woonhuis. Bronzen bellen en spiegels werden populair. Totemistische dieren en monsters werden verdrongen door kleurrijke, geformaliseerde decoratieve ontwerpen. De vroegste voorbeelden van schilderingen op zijde zijn ontdekt in graftomben uit de Oostelijke Zhou-periode. Voorlopers van het grafaardewerk van de Han- en Tang-dynastieën zijn eveneens aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de Zhou-dynastie van circa 1050 tot 771 v. Chr. Bronzen voorwerpen en voorwerpen van jade uit deze periode lijken op de voorwerpen uit de voorafgaande Shang-dynastie. Toen het systeem van voorouderverering begon af te brokkelen, werden bronzen door de Zhou gebruikt als giften en als trofeeën om volgelingen te belonen. De kwaliteit van keramiek en glazuurwerk verbeterde in deze periode, hoewel vaatwerk vaak grijsgekleurd was. Jadesnijwerk raakte geleidelijk in onbruik. Volgens de overlevering werden in deze periode keizerlijke hoofdsteden gevestigd in Feng en Hao aan de rivier de Feng in de centrale Shaanxi-provincie. De exacte locaties van deze centra zijn onbekend, maar er zijn ruïnes van paleizen opgegraven in Fengxi.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van kunstvoorwerpen uit circa 1300 v. Chr. die zijn aangetroffen bij Cheng-chou, ten zuiden van de Gele Rivier in de huidige provincie Honan. Bij koninklijke tombes en reguliere begraafplaatsen zijn grote hoeveelheden kunstvoorwerpen gevonden, met name grijs aardewerk en bronzen objecten uit de eerste fase van de Shang-cultuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de Zhou-dynastie, een periode die duurde van circa 1050 tot 256 v. Chr. De Zhou-dynastie volgde de Shang-dynastie op. Het gebied waarover de Zhous regeerden, was erg groot, maar hun heerschappij was indirect en werd daarom vaak betwist. De Zhou-periode wordt verdeeld in de Westelijke Zhou (circa 1050-771 v. Chr.) en de Oostelijke Zhou (771-256 v. Chr.). Er was sprake van een grote regionale diversiteit in de Zhou-periode, maar over het algemeen was het een tijd van opmerkelijke, politieke, filosofische, religieuze en sociale veranderingen. Veel elementaire Chinese tradities werden gevestigd en de vroegste Chinese literatuur dateert uit de Zhou-periode, onder andere de geschriften van Confucius. De bevolking nam toe in deze periode en het gebruik van ijzeren gereedschap raakte wijder verbreid, wat leidde tot landbouwkundige vooruitgang. De opkomst van een koopmansklasse en de ontwikkeling van geld creëerde een grotere markt voor artistieke producten, waarvan bronzen voorwerpen het belangrijkst bleven. Deze voorwerpen werden wereldlijker en dienden als symbolen van status, rijkdom en autoriteit. Op Zhou-bronzen worden langere inscripties aangetroffen, die nu waardevolle getuigenissen zijn van vroege Chinese geschiedenis. Het decoreren van bronzen werd abstracter, geometrischer en kleurrijker, en werd gekenmerkt door een toegenomen gebruik van reliëf en kostbaar inlegsel. De vele kleine staten van de Zhou-dynastie werden praktisch onafhankelijk van het centrale gezag en de Qin versloeg uiteindelijk de overige staten en vestigde de eerste verenigde Chinese heerschappij.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor het drinken van wijn, met twee symmetrische en puntige schenktuiten. Dit vaatwerktype kwam op in de Shangperiode en bleef bestaan tot de Westelijke Zhouperiode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees ritueel vat van brons in de Oostelijke Zhoustijl, gebruikt voor water. Heeft de vorm van een lage ronde kookpot zonder poten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees vaatwerk uit de Shang- en de Zhouperiode in de vorm van een kookpot met drie poten, gebruikt voor het offeren van gekookt voedsel aan de voorouders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vat met deksel en lange steel in de Westerse Zhoustijl. De vorm ontstond eerst in keramiek en lak, later in brons. De kom van het vat bleef ook bij bronzen dou vaak van lak of keramiek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de aardewerkstijl die rond 1652 v. Chr. te vinden was in de voorsteden van Zhengzhou, bij Erligang in China. De stijl kenmerkt zich doorgaans door aardewerken vaten met drie holle poten en touwindrukken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees schrift dat in strikte zin wordt gedefinieerd als het schrift dat werd gegraveerd in stenen die dateren van vóór de Qin-dynastie (221-206 v.Chr.), zoals gerepresenteerd door Zhou wen. Het grote zegelschrift, dat ontstond rond de Zhou-dynastie, kwam voort uit het orakelbeenschrift, maar met elegantere en regelmatigere karakterstructuren. De term wordt in algemene zin gebruikt voor alle geschriften vóór het Qin-tijdperk, met inbegrip van inscripties op orakelbeenderen, bronsinscripties, Zhou wen en die van de Strijdende Staten in de Oostelijke Zhou-periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, gebruikt voor het offeren van voedsel, met een bolle vorm. Gui uit de Shangperiode hebben geen handvatten terwijl latere versies uit de Shang- en de Zhouperiode twee oorvormige handvatten hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vat van brons, rechthoekig van vorm en met een deksel, gebruikt voor het bewaren van voedsel. Dit type verscheen tijdens de late Westerse Zhouperiode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, dat een van de vroegste vormen van een wijnbeker met tuit is en gebruikt werd van de Erlitou- tot de Westelijke Zhouperiode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een oud Chinees kalligrafisch schrift dat ontstond tijdens de Han-dynastie (206 v.Chr. tot 200 n.Chr.) en op grote schaal werd ingevoerd voor officiële en onderwijsdoeleinden. Het kwam voort uit het zegelschrift (zhuanshu), ontstaan in het penseelgeschriften van de latere Zhou- en Qin-dynastieën. Het verscheen voor het eerst tijdens de Qin-dynastie (221-226 v.Chr.) en kwam tot wasdom tijdens de Oostelijke Han-dynastie (late 3de eeuw v.Chr.). Hoewel enigszins vierkant en hoekig, met sterke nadruk op de horizontale halen, is het lishu is een echt kalligrafische schriftsoort, waarbij volledig gebruik wordt gemaakt van de buigzame penseel om de dikte van de lijn te moduleren. Er zijn veel voorbeelden uit de Han-periode overgeleverd, die met een penseel op bamboestroken zijn geschreven of in steen zijn gegraveerd. De karakters waren ongeveer van gelijke grootte en werden met gelijke tussenruimtes in een compositie geplaatst, maar de constructie van de karakters en de afzonderlijke halen varieerde sterk. De voornaamste kenmerken van het klerkenschrift zijn de hoekige halen, die de geronde lijnen van het zegelschrift vervingen, en de vereenvoudigde karakterstructuren, die ingingen tegen de zes beginselen van Chinese karakters. Het klerkenschrift heeft het fundament gelegd voor de ontwikkeling van latere schriften, waaronder het standaard- of reguliere schrift, het lopende of semicursieve schrift en het cursieve schrift. Dit schrift zou zijn gemaakt door een gevangene, Cheng Miao, en de nieuwe schrijfstijl werd onder gevangenismedewerkers populair voor officiële documenten en transcripties. Aan het eind van de Han-dynastie ontwikkelde het lishu zich tot het soepeler en vloeiender geschreven kaishu.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het vroege gedeelte van de Oosterse Zhou-periode, vanaf 722 tot 481 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers de periode dateren van 770 tot 475 v. Chr. De periode is genoemd naar de kroniek voor de staat Lu, de 'Chunqiu.' Houtsnijwerk uit deze periode is verbonden met de zuidelijke staat Chu. Brons ritueel vaatwerk werd in grote aantallen en afmetingen gemaakt en werd gekenmerkt door een fijn afgewerkte decoratie die werd ontwikkeld gedurende de 6de en 5de eeuw v. Chr. Dergelijke vaten waren belangrijker tijdens deze periode dan tijdens de latere periode van Strijdende Staten toen vaatwerk vaak niet werd gedecoreerd. Het vroegste archeologische bewijs voor Chinese zegels komt uit de periode van de Lente en Herfst-annalen, hoewel er letterkundig bewijs is dat er vóór deze annalen al Chinese zegels bestonden. Goudbewerking was tot deze tijd niet wijdverbreid in centraal China.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schriftstijlen die werden gegoten of gegraveerd op Chinese bronzen vazen en die ontstonden in de Shang-, Westelijke Zhou- en Oostelijke Zhou-tijd; vooral populair tijdens de Westelijke Zhou-dynastie (11de eeuw tot 771 v.Chr.). Metalen schriftstijlen waren afgeleid van inscripties op orakelbotten en werden door latere oudheidkundigen beschouwd als dragers van primitieve en archaïsche esthetische waarden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een noordelijke Chinese dynastie uit de periode 550-577 n. Chr. De dynastie ontstond toen Gao Yang, zoon van de stichter van de Oostelijke Wei-dynastie, in 550 aan de macht kwam en de naam van de dynastie wijzigde. Ye bleef de hoofdstad. Het boeddhisme bleef een belangrijk stempel drukken op de kunst, met invloeden uit India, Centraal-Azië en West-Azië. De grottempels van de Noordelijke Qi bevatten beeldhouwwerk dat tot de hoogtepunten van de Chinese boeddhistische beeldhouwkunst wordt gerekend. Dit beeldhouwwerk vormt een bewijs van de productiviteit in deze periode en van de ingrijpende stijlontwikkelingen die zich sinds de Noordelijke Wei hebben voorgedaan. Sommige massieve, sculpturale keramiekvormen dateren eveneens uit de periode van de Noordelijke Qi. Op de keramiek van de Noordelijke Qi werden twee of meer gekleurde glazuurlagen aangebracht, en ook ontwikkelde men aardewerk met een witte romp. Voorbeelden van het kwalitatief hoogstaande werk dat in deze periode tot stand kwam, zijn de wandschilderingen in de graftombe van de aristocraat Lou Rui en Taiyuan. Het bewind van Gao Yang werd gevolgd door een periode van tirannie, waarin bijna twee miljoen mannen werden te werk gesteld bij de bouw van de Grote Muur. Nadat de heersende elite verzwakt was geraakt, wist keizer Wudi van de Noordelijke Zhou in 577 de Noordelijke Qi te veroveren, waardoor noordelijk China feitelijk weer één werd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1127 n. Chr. Gedurende de Noordelijke Song-periode ontstond er hernieuwde belangstelling voor de oudheid en werd de basis gelegd voor de Chinese archeologie. De boekdrukkunst werd nu algemener toegepast, waardoor ook naslagwerken op grotere schaal uitgegeven konden worden. Het keizerlijk mecenaat speelde in deze periode een aanzienlijke en invloedrijke rol. Zo bezat keizer Taizong (heerste van 976-997) een indrukwekkende verzameling schilderijen en kalligrafie, terwijl Huizong (heerste van 1101-1125) zijn enorme collectie liet catalogiseren. Daarnaast stichtte Huizong een schilderschool, als onderdeel van de Schilderacademie van Hanlin. Het belang van landschappen nam toe dankzij belangrijke kunstenaars als Fan Kuan, Juran, Guo Xi, Dong Yuan en Li Cheng. Het onderscheid tussen hofschilderen en de kunst van de taoïstische literati werd allengs groter. De keramiek van de Noordelijke Song wordt gekenmerkt door eenvoudige vormen, zuivere kleuren, verfijnde decoraties en technische perfectie. Ding, Ru, Jun en de noordelijke celadons die in Linru en Yaozhou werden vervaardigd, zijn voorbeelden van Noordelijke Song-aardewerk dat bij het hof in trek was. Het beeldhouwwerk kreeg een minder symbolisch karakter en de figuren werden levensechter. De dynastie werd evenwel verzwakt door de hoge uitgaven die de militaire verdediging en de buitensporigheden van het keizerlijk hof met zich meebrachten; na invallen door de Jin trok de opvolger van Huizong weg naar het gebied ten zuiden van de Huai en vestigde daar de Zuidelijke Song-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de eerste Chinese dynastie waarover we een zekere kennis bezitten, zowel op archeologisch als op historisch gebied. De Shang-dynastie heerste van circa 1600 v. Chr. tot circa 1050 v. Chr. Het centrum van hun cultuur bevond zich op de hoogvlakte van de Gele Rivier, hoewel hun macht zich in bepaalde perioden uitstrekte tot het noorden van de huidige provincie Henan en tot delen van de huidige provincies Shandong, Shanxi en Shaanxi. Deze periode staat bekend om de vooruitgang op het gebied van de bronsbewerking en andere technieken, die de beschaving op een hoger peil brachten. De Shang-dynastie beschikte over omvangrijke legers met een grote verscheidenheid aan wapens en wapenrusting. Brons werd ook gebruikt voor rituele voorwerpen, zoals klokken en standaarden. De bronzen voorwerpen uit de Shang-dynastie werden voorzien van een uiterst schetsmatige decoratie, waarin het 'taotie'-dierenmasker een veelvoorkomend motief was. De godsdienst en voorouderverering in de Shang-periode kende het gebruik van zogeheten orakelbenen (jiagu), dierenbeenderen en schildpadschilden met inscripties. Er zijn bijna 100.000 orakelbenen gevonden sinds onderzoekers de betekenis van dit verschijnsel hebben ingezien. Orakelbenen zijn de oudste vorm van Chinese geschiedschrijving. Uit de inscripties is een lijst met koningen afgeleid die overeenstemt met latere schriftelijke historische bronnen. De Shang-dynastie kende een redelijk verfijnd schrift; sommige karakters worden nog steeds gebruikt. Het aardewerk van de Shang-dynastie was veelkleurig en werd vervaardigd met een draaischijf of opgebouwd uit rollen. Het aardewerk werd vaak voorzien van opgedrukte patronen. De oudst bekende Chinese glazuren werden gemaakt in de Shang-periode. Er zijn marmeren en kalkstenen beeldhouwwerken van bestaande en mythische dieren gevonden. De stedelijke nederzettingen uit de Shang-periode tonen aan dat de basisvormen van de Chinese architectuur al werden gebruikt; belangrijke nederzettingen zijn Erlitou, Zhengzhou en Yin (nabij het huidige Anyang), die allemaal op verschillende momenten als hoofdstad hebben gefungeerd. De latere Shang-vorsten waren hedonisten die weelderige paleizen lieten bouwen. De Shang-dynastie werd opgevolgd door de Zhou-dynastie, die oorlogszuchtiger was en effectief gebruik maakte van de strijdwagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een groep schilders die hoofdzakelijk in Shanghai werkzaam was, vanaf het midden van de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw. Hoewel het hier geen school in de westerse betekenis betreft, hebben de hiermee geassocieerde schilders wel als gemeenschappelijke kenmerk dat ze dezelfde thematiek, stijlen en technieken gebruikten, en in opdracht van kooplieden uit Shanghai werkten. Na de vernietigende opstand van Taiping (1850-1864) vestigden vier beroepsschilders met de achternaam Ren zich in Shanghai: Ren Xiong (1820-1857), zijn broer Ren Xun (1835-1893) en zijn zoon Ren Yu (1853-1901) uit Xiaoshan, en Ren Yi (1840-1896), geen familie, uit Hangzhou, plaatsen die beide in de provincie Zhejiang liggen. De vier Rens, van wie Ren Yi het invloedrijkst en succesvolst was, vormden de kern van de nieuwe school. Het werk van de Shanghai-school was vooral bedoeld om de opdrachtgevers te behagen. De werken, die doorgaans waren bestemd voor het kantoor of de woning van de kooplieden, waren meestal van decoratieve aard; veelal waren het symbolische voorstellingen waarin werd verwezen naar thema's als een lang leven, geluk en voorspoed. Met name de hangende rol was een populair formaat, evenals de vouwwaaier. De werken worden gekenmerkt door felle kleuren en herkenbare, alledaagse motieven, zoals figuren, vogels en planten. Het landschap speelde meestal een ondergeschikte rol in de Shanghai-schilderkunst. De bloemschilderkunst van Shanghai werd populair dankzij Zhao Zhiqian (1829-1884), die bekend is om zijn grote, decoratieve rollen met bloemen, welke hij in brede verfstreken en rijke, opake kleuren schilderde. Een hoogtepunt bereikte de Shanghai-school aan het begin van de 20ste eeuw met Wu Changshi, die wel als de grootste van de Shanghai-schilders wordt beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de latere fase van de Oostelijke Zhou-periode, van 403 tot 221 v. Chr., hoewel sommige onderzoekers deze periode tussen 475 en 221 v. Chr. dateren. De naam is afkomstig uit kronieken uit de periode. Deze werd gekenmerkt door ernstige versplintering die leidde tot economische en politieke neergang, maar werd ook gekarakteriseerd door fantasierijk vakmanschap. Deze creativiteit werd mogelijk bevorderd door een toename van het aantal mecenassen en door de concurrentie tussen de verschillende staten van de Zhou-dynastie. De graftombe van de markies van Zeng in Suizhou in de provincie Hubei is een belangrijke vindplaats voor de vroege periode van de Strijdende Staten; op deze site zijn meer dan 15.000 artefacten gevonden, zoals bronzen ritueel vaatwerk, klokken, wapens, lakwerk en objecten van hout en bamboe. Veel voorkomende decoratieve motieven op bronzen en keramische objecten waren vogels met gebogen vleugels en draken, wat duidt op contacten met de culturen van de Aziatische steppen, de Hunnen en de Tartaren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Chinese dynastieperiode en cultuur vanaf 535 tot 556 n. Chr. die werd gesticht door Yuwen Tai (regeerde 535-551). De hoofdstad van de dynastie was in Chang'an in de provincie Shaanxi en regeerde het land ten westen van Luoyang; het gebied van de hedendaagse provincie Sichuan werd in 553 geannexeerd. Deze dynastie was kleiner dan de Oostelijke Wei-dynastie maar zeer goed georganiseerd en efficiënt. De Dunhuang-grotten in de provincie Gansu worden gekenmerkt door boeddhistische muurschilderingen en stucwerk uit de Westerse Wei-periode. Funeraire figuren kregen meer gelaatsuitdrukking dan vroegere voorbeelden; de vele etnische typen die in deze figuren werden aangetroffen weerspiegelen de interculturele invloeden van die periode. De zoon van Yuwen Tai vestigde in 557 de Noordelijke Zhou-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst traditioneel naar de eerste Chinese dynastie, waarvan het bestaan nog niet is bewezen. Deze dynastie zou dateren uit het vroege tweede millennium v. Chr. en aan de Shang-dynastie zijn voorafgegaan. Geleerden betwisten de geldigheid van de claim in teksten uit de Zhou-periode dat de Xia heersten over een gebied in het middendal van de Gele Rivier. Er is geen archeologisch gedefinieerde cultuur ontdekt. De veronderstelde datering van de Xia-dynastie valt samen met het vroege deel van de Erlitou-cultuur in de provincie Henan die brons produceerde. De Erlitou-site in het gewest Yanshi, provincie Henan, zou Xia kunnen zijn. Erlitou-keramiek is waarschijnlijk voortgekomen uit Longshan-aardewerk, en bestaat uit grijs, zwart, rood, wit en bruinachtig aardewerk. Het meest opmerkelijk zijn misschien bronzen rituele vaten van Erlitou die in keramiekmallen zijn gevormd. Deze bronzen rituele vaten zijn, evenals ornamenten en jaden voorwerpen, ontdekt in graftomben in Erlitou.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vaatwerk van brons, in combinatie met ‘p'an’ gebruikt om water te schenken tijdens abluties. In gebruik in de late Westelijke Zhouperiode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type Chinees ritueel vaatwerk met een gebogen buik en een handvat, gebruikt van de late Shangperiode tot het midden van de Westelijke Zhouperiode. Wijnhouders met verschillende vormen, van gedrongen tot lang, kunnen ‘you’ genoemd worden als er geen andere gedocumenteerde terminologie beschikbaar is en ze voldoen aan bovenstaande algemene typering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees ritueel vat van brons met de vorm van een kom, gelijksoortig aan de gui maar zonder handvatten, veel voorkomend in de Erligang- en de Anyangperiode. De stijl eindigt in de Westerse Zhouperiode.