Associaties voor academie

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebouwen waarin een 'academie' is gehuisvest, een geleerd genootschap voor ter bevordering van kunst, wetenschap of literatuur, etc.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Organisaties van geleerde personen, verenigd ter bevordering van kunst, wetenschap of literatuur

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lid van een academie of instelling ter bevordering van de kunsten of wetenschappen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Onderwijsinstellingen die mensen opleiden voor een loopbaan in de krijgsmacht en particuliere scholen die zijn georganiseerd volgens de disciplines en kledingvoorschriften van het militaire leven; beide geven lessen in militaire training en beide werken over het algemeen op universitair niveau, met programma's waarmee een graad kan worden behaald.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor zowel scholen die mensen opleiden voor een loopbaan in de krijgsmacht als voor particuliere scholen die zijn georganiseerd volgens de disciplines en kledingsvoorschriften van het militaire leven; beide geven lessen in militaire training en beide werken over het algemeen op universitair niveau, met programma's waarmee een graad kan worden behaald.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Scholen waar personen worden opgeleid tot politieagent, meestal in overeenstemming met lokale vereisten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Onderwijsinstellingen waar personen worden opgeleid tot politieagent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overeenkomend met de architectonische theorieën van de Europese en Amerikaanse academies voor bouwkunde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overeenkomend met de officiële maatstaven en principes over smaakvan Europese en Amerikaanse kunstacademies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar de universitaire gemeenschap; in meer specifieke zin worden bedoeld de hooggeplaatste leden van deze gemeenschap, het universitaire leven en het universitair onderwijs. Gebruik 'academies' voor lokale instellingen voor hoger onderwijs of voor academische groepen die tot één gemeenschappelijke administratieve structuur behoren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor tekeningen die elk jaar van Rome naar de Académie des Beaux-Arts in Parijs moeten worden gestuurd door de winnaars van de prix de Rome.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zowel te gebruiken voor studenten aan een militaire rijksacademie, particuliere militaire academie of op een opleidingsvaartuig als voor studenten die worden opgeleid om te dienen als officier in het leger, de luchtmacht of kustwacht van de Verenigde Staten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 960 en 1127 n. Chr. Gedurende de Noordelijke Song-periode ontstond er hernieuwde belangstelling voor de oudheid en werd de basis gelegd voor de Chinese archeologie. De boekdrukkunst werd nu algemener toegepast, waardoor ook naslagwerken op grotere schaal uitgegeven konden worden. Het keizerlijk mecenaat speelde in deze periode een aanzienlijke en invloedrijke rol. Zo bezat keizer Taizong (heerste van 976-997) een indrukwekkende verzameling schilderijen en kalligrafie, terwijl Huizong (heerste van 1101-1125) zijn enorme collectie liet catalogiseren. Daarnaast stichtte Huizong een schilderschool, als onderdeel van de Schilderacademie van Hanlin. Het belang van landschappen nam toe dankzij belangrijke kunstenaars als Fan Kuan, Juran, Guo Xi, Dong Yuan en Li Cheng. Het onderscheid tussen hofschilderen en de kunst van de taoïstische literati werd allengs groter. De keramiek van de Noordelijke Song wordt gekenmerkt door eenvoudige vormen, zuivere kleuren, verfijnde decoraties en technische perfectie. Ding, Ru, Jun en de noordelijke celadons die in Linru en Yaozhou werden vervaardigd, zijn voorbeelden van Noordelijke Song-aardewerk dat bij het hof in trek was. Het beeldhouwwerk kreeg een minder symbolisch karakter en de figuren werden levensechter. De dynastie werd evenwel verzwakt door de hoge uitgaven die de militaire verdediging en de buitensporigheden van het keizerlijk hof met zich meebrachten; na invallen door de Jin trok de opvolger van Huizong weg naar het gebied ten zuiden van de Huai en vestigde daar de Zuidelijke Song-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Objecten vervaardigd door leerlingen, bedoeld om zich bepaalde vaardigheden eigen te maken. Zie voor oefenstukken vereist in de sfeer van gilden en academies: 'gildeproeven' en 'proefstukken'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kunstwerken die de kunstenaar ter goedkeuring overlegt aan een academie, als onderdeel van de toelatingseisen voor lidmaatschap. Gebruik 'gildeproeven' voor voorwerpen vervaardigd ter verwerving van het meesterrecht binnen een gilde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van de Qing-dynastie, van 1644 tot 1911. Peking bleef de Chinese hoofdstad en werd verfraaid met grootschalige, fel gekleurde gebouwen in baksteen en steen. Voor keramiek werden contrasterende stijlen van fijn afgewerkte, opake opgeglazuurde objecten en monochrome objecten ontwikkeld. Voor de schilderkunst werd een officiële academie opgericht, waar de traditionele landschapsstijl van de vier Wangs werd voortgezet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl van schilderkunst en beeldhouwkunst die werd verspreid door een koloniale kunstacademie in Ecuador, gesticht in 1552. Daarmee werd de basis gelegd voor een religieuze kunststroming die vooral houten polychrome beeldhouwwerken en schilderijen zou voortbrengen. In de architectuur heeft de stijl invloed uitgeoefend op kerken, kloosters en landhuizen, met kenmerkende elementen zoals barokzuilen en -plafonds, en omvangrijke, van bladgoud voorziene altaren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderijen die oorspronkelijk werden tentoongesteld in de officiële Parijse Salon (in de achttiende en negentiende eeuw), waar leden van de Academie Royale de Peinture et de Sculpture nieuwe werken presenteerden. Salonschilderijen zijn meestal academisch van aard en waren bedoeld om opdrachten van overheidsinstanties of particulieren binnen te halen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bals die worden gegeven door een klas van een middelbare school, academie of andere onderwijsinstelling, voornamelijk aan het eind van het academisch jaar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1279 en 1368. De dynastie werd gesticht door de Mogol Kublai Khan (heerste van 1260-1294), die heel China verenigde tot een rijk dat zich naar het westen toe uitstrekte tot de gebieden van het huidige Polen en Hongarije. Hoewel er geen sprake was van een belangrijk kunstmecenaat, leidden de hereniging van China, de uitbreiding van de handel en het ontbreken van stilistische beperkingen tot een samengaan en vrijelijk toepassen van allerlei tradities en invloeden. Met name in de toegepaste kunst - porselein en lakwerk - deden tal van vernieuwingen hun intrede. Gedurende deze periode werd de Zijderoute weer geopend en ontkiemde de Europese belangstelling voor China. Als reactie op de buitenlandse overheersing vluchtten de geschoolde Chinezen in de oude tradities, terwijl veel geleerden weigerden in overheidsdienst te treden. De school van literati-schilderen ging een dominante rol spelen in de schilderkunst, en kunstenaars legden nu de nadruk op de individuele en kalligrafische expressie; ze zetten zich daarmee af tegen het decoratieve karakter van de officiële schilderkunst. De belangrijkste meesters van de Yuan-stijl waren Huang Gongwang, Wu Zhen, Ni Zan en Wang Meng, allen literati die zich verzetten tegen de Mongoolse overheersing. Een belangrijke uitzondering werd gevormd door de voornaamste Yuan-kalligraaf Zhao Mengu, die voor de Mongolen werkten en aan het hoofd stond van de Hanlin-academie. Op keramisch gebied leidden invloeden uit het Midden-Oosten tot overdadige, in blauw en wit uitgevoerde decoraties; kooplieden uit het Midden-Oosten gaven daarnaast opdrachten voor enorme Longquan-celadons. De Yuan-periode bracht ook tal van opdrachten voor boeddhistische beeldhouwwerken: tantrische figuren met meerdere armen en benen, een bewijs van de Mongoolse voorkeur voor de lamakunst van Nepal en Tibet. Ook de ciseleertechniek in zilverwerk, die wordt geassocieerd met de zilversmid Zhu Bishan, komt in deze periode tot ontwikkeling; ten slotte werd er beeldgesneden Yuan-lakwerk geproduceerd. Voorbeelden van Mongoolse bijdragen aan de architectuur zijn de omvangrijke gebouwen die op grote schaal verrezen in Beijing, de hoofdstad van de Mongolen; het stedelijk ontwerp werd later aangepast tijdens de Ming- en Qing-dynastie. Na de dood van Kublai Khan raakte de Yuan-dynastie in verval.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1127 en 1279. Grondlegger van de dynastie was Gaozong (heerser van 1127-1162), zoon van de laatste keizer van de Noordelijke Song. De hoofdstad van de Zuidelijke Song was Nanjing, later Lin'an, en deze dynastie heerste over het gebied ten zuiden van de rivier de Huai. Buitenlandse invloeden werden gemeden en inspiratie werd veelal geput uit archaïsche tradities. Het landschapsschilderen bleef het belangrijkste schildersgenre, met kunstenaars als Ma Yuan en Xia Gui, die lokale, etherische en lieflijke landschappen afbeeldden, een wereld van verschil met de hoekige, ruige landschappen van de Noordelijke-Songschilders. Deze schilderschool, de zogeheten Ma-Xia-school, kwam voort uit de keizerlijke schildersacademie. De levendige, vlot geschilderde werken van de zenmonniken uit die perioden staan hiermee in scherp contrast. Nu de industriële ovens in het noorden niet meer beschikbaar waren, ontvingen de nieuwe productiecentra van keramiek in het zuiden opdrachten van het keizerlijk hof. In de nabijheid van het paleis werd speciaal (officieel) guan-aardewerk vervaardigd. In Longquan produceerde men celadon geglazuurd steengoed in expliciet archaïsche vormen. Een kleine fabriek in Jingdezhen die Qingbai-aardewerk produceerde, kende een uitbreiding in die periode en zou uiteindelijk uitgroeien tot het belangrijkste productiecentrum van keramiek in China. Jade en metaalwerk werden veelal in archaïsche vormen vervaardigd. De productie van wandtapijten uit fijne zijde, de zogeheten 'kesi', bereikte zijn hoogtepunt in de Zuidelijke Song. Kenmerken van de vergulde en beschilderde houten Boeddhabeelden waren sensuele lichamen, een mysterieuze lach en een levendige uitstraling.