Associaties voor agaat

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een cryptokristallijne variant van kwarts; een gestreepte calcedoon.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Marmerpapier met een decoratie die het bandpatroon van agaat imiteert.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Decoratief ondoorschijnend glas gemaakt door verschillende kleuren te mengen, om zo natuurlijke halfedelstenen als chalcedoon, jaspis, onyx en agaat te imiteren. Agaatglas werd in het oude Rome geproduceerd en vanaf de 15de eeuw ook in Venetië en Duitsland. Het lijkt op pâte de verre, waarvoor een ander productieproces wordt gebruikt. De term verwijst ook naar een soort kunstglas, ontwikkeld door Tiffany, dat lijkt op agaat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een term die in de glashandel wordt gebruikt voor een soort kunstglas, dat voor het eerst werd gefabriceerd door de New England Glass Co. in 1886. Wordt gekenmerkt door een glanzend vlekkenpatroon, verkregen door eerst het object te bedekken met een metalen kleurstof en het daarna te besprenkelen met een vervliegende vloeistof. De afwerking wordt gefixeerd door te bakken op een lage temperatuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gemarmerd aardewerk dat lijkt op agaat, doordat klei in twee of meerdere kleuren met elkaar wordt vermengd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een appelgroene chalcedoonvariant, geliefd als edelsteen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een soort agaat met bruine of zwarte mos- of boomachtige tentakelvormen. Meestal heeft het agaat een grijze tot melkwitte kleur, en het betreft dan een vorm van het mineraalkwarts silica. Mosagaat bevat opake, donkere insluitsels met veerachtige, zich vertakkende vormen die doen denken aan varens, mossen of andere vormen van vegetatie. Ze zijn evenwel van anorganische oorsprong, hoofdzakelijk mangaan en ijzeroxiden. Mosagaat wordt meestal aangetroffen als verweerde fragmenten van vulkanisch gesteente, in India, Brazilië, Uruguay, Midden-Europa en het westen van de Verenigde Staten. De steen werd van oudsher gebruikt voor decoratieve doeleinden, en is dan vaak vlak of afgerond geslepen, en soms ook gekleurd om de kleur te versterken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een bepaald type kralen met een cilindrische, buisvormige of ronde vorm, meestal van agaat. Ze komen oorspronkelijk uit de Tibetaanse cultuur en worden in het bijzonder gewaardeerd door de Tibetaanse en Chinese boeddhisten, en andere Aziatische groepen. De kostbaarste kralen stammen uit de oudheid, hebben een roodachtige of donkerbruine kleur en worden gekenmerkt door opvallende ivoor- of goudkleurige patronen, zoals cirkels die op ogen lijken, ovalen, golflijnen, strepen, rechthoeken en andere symbolische patronen. De kralen, die geëtst of beeldgesneden kunnen zijn, zouden talismaneigenschappen bezitten: vaak zijn ze in de aarde gevonden door boeren of herders uit het Himalaya-gebergte, en gelovigen denken dat ze met een geheimzinnig verloren gegaan procedé zijn vervaardigd of dat ze een bovennatuurlijke oorsprong hebben. Bij de fabricageprocessen lijkt men de natuurlijke patronen van het agaat te hebben benut, de kralen vervolgens te hebben geëtst of beeldgesneden en patronen te hebben aangebracht met behulp van chemische middelen, waarna het agaat in een industriële oven werd gebakken. Er bestaan Chinese schriftelijke bronnen die aangeven dat de kralen al zeker in de 7de eeuw n. Chr. werden vervaardigd, maar onderzoekers denken dat de technische kennis voor het maken van dzi-kralen al in de vroege oudheid vanuit Iran of India naar Tibet is gebracht, mogelijk samen met het oude Bon-geloof. De kralen lijken op de gebandeerde agaatkralen en de geëtste carneoolkralen waarin reeds in het derde millennium v. Chr. werd gehandeld tussen Mesopotamië, het gebied dat nu tot Afghanistan behoort en de Indusvallei.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine balletjes van verschillende materialen, bijvoorbeeld glas, klei, agaat of porselein, die worden gebruikt voor diverse spelletjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kralen met een religieuze betekenis die in Japan werden geïntroduceerd vanuit Korea. In Japan heeft men ze gevonden in prehistorische graven. Men denkt dat ze vanaf het begin van de Japanse geschiedenis tot en met de Kofun-periode (300-710) op het lichaam werden gedragen. De kralen werden gesneden uit jadeïet, agaat, mica, glas of jaspis, gewoonlijk in de vorm van een komma. De grootte varieert van een paar millimeter tot vijf centimeter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar aardewerk dat wordt gekenmerkt door veren- en takkendecoraties die lijken op de afdrukken van mosagaat (in het Engels ook wel 'mocha stone' genoemd). Mocha ware is rond 1785 in Engeland ontwikkeld en bleef de gehele 19de eeuw populair. Het wordt met name aangetroffen bij mokken, kruiken en andere vormen van aardewerk die in taveernes werden gebruikt voor het meten of bewaren van droge waren, hoewel het ook bij andere voorwerpen voorkomt. Het ornament werd gemaakt door de romp, bestaande uit groen aardewerk of bedekt met engobe, te bestrijken met een vloeibaar pigment dat zich vervolgens verspreidde op capillaire wijze, of door middel van een blaaspijpje. Het pigment bevatte vaak tabakssap, urine en metaaloxide, en had meestal een groen, bruine, blauwe of roze kleur. Soms werd de romp eerst beschilderd met een horizontaal banddessin in bruine, blauwe of grijze engobe. De romp was doorgaans gemaakt van Engels aardewerk, wit of bamboekleurig aardewerk, of van pearlware.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een soort calcedoonsilicamineraal die alleen verschilt van agaat wat betreft de rechtheid van de lagen; meestal zwart en wit of rood en wit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Inlegwerk waarbij men harde en gepolijste steentjes in marmer of een ander hard materiaal heeft gezet. Een Florentijnse specialiteit, vaak gebruikt voor decoratieve tafelbladen en kleine wandpanelen. Het enkelvoud ���pietra dura' verwijst in Italië naar inlegwerk met één enkele steensoort, maar buiten Italië gebruikt men de term ook wanneer er sprake is van meerdere steensoorten. Dit soort inlegwerk maakte men al in het klassieke Rome, en de gebruikte technieken voor het snijden van de harde steensoorten werden in de zestiende eeuw opnieuw toegepast in Florence. Daar creëerde men onder de bescherming van groothertog Cosimo I de' Medici een werkplaats waar decoratieve panelen werden gemaakt. In 1588 kreeg dit atelier de naam Opificio delle Pietre Dure. De harde stenen die men gebruikte waren halfedelstenen als agaat, chalcedon, jaspis en lazuursteen. Men gebruikte geen marmer of edelstenen. Over het algemeen hebben de stenen een hardheid tussen 6 en 10 op de hardheidsschaal van Mohs, dat wil zeggen: een hardheid tussen die van orthoklaas en diamant in (lazuursteen is een uitzondering).

Toegevoegd op: 16-8-2017

De dioxidevorm van silicium (SiO2), die voorkomt in kwartszand, vuursteen en agaat. Het wordt voornamelijk in geprepareerde witte poedervorm gebruikt bij de vervaardiging van glas, keramiek en schuurmiddelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar karakteristiek glas vervaardigd in Venetië, Italië. Het kan verwijzen naar vroeg glas dat werd gemaakt vanaf ongeveer 450 n. Chr. toen glasmakers uit Aquileia daarheen vluchtten en anderen uit Byzantium zich al snel bij hen voegden. Verder is de term in het bijzonder van toepassing op de productie van glas op het Venetiaanse eiland Murano. Al voor 1292 werd hier glas gemaakt en dit is nog steeds het geval. Het is doorgaans een soort sodaglas, licht van gewicht en gemakkelijk bewerkbaar. Venetiaans glas kent een aantal stijlen en technieken. Venetiaanse glasmakers excelleerden echter vooral in het maken van gekleurd glas, agaatglas, melkglas (lattimo), cristallo, filigrana en millefiori. Gravering van het glas is zeldzaam. Emaillering en vergulding komen veelvuldig voor, vooral bij het 15de- en 16de-eeuwse glaswerk. Glasmakers konden het eiland Murano niet verlaten; dit zou hen de doodstraf opleveren. Op deze manier beschermden de Venetianen hun winsten en de geheimen van het Venetiaanse glas. Uiteindelijk werden de technieken echter geïmiteerd in glas uit Altare en het 'façon de Venise', op Venetiaanse wijze gemaakt glas ('façon de Venise').