Associaties voor blaadje

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine onvolgroeide bladeren of de individuele segmenten van een samengesteld blad.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine bladen voor theelepeltjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine schuifbladen boven het hellende dekblad in bureaus om kaarsen in te zetten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 20 soorten laaggroeiende, bloeiende fruitplanten die afkomstig zijn uit de gematigde gebieden op het noordelijk halfrond, maar die tegenwoordig ook op het zuidelijk halfrond op grote schaal worden gekweekt. De planten hebben een vezelig wortelstelsel waaruit boven de grond wortelbladeren groeien. De bladeren zijn samengesteld, met drie harige en gezaagde blaadjes. De bloemen zijn gewoonlijk wit en in uitzonderlijke gevallen roodachtig. Ze vormen kleine trosjes op de dunne stengels die, net als de stengels die over de grond kruipen, uit de oksels van de bladeren komen. De vrucht is geen echte bes, maar een vlezige, eetbare houder van zeer kleine zaadjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort paardenkastanje die veel voorkomt tussen Kashmir en West-Nepal in de Himalayaanse laaglanden op hoogten tussen 900 en 3000 meter. De soort werd ook naar de Britse eilanden gebracht en wordt daar veel gebruikt in parken en landgoederen. De boom heeft ranke, puntige blaadjes en mooie veervormige bloemaren met een bottlebrush-effect.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gemengde kantsoort die bestaat uit een zeer lichte ondergrond in mechanisch vervaardigd tule waarop gracieuze motieven worden uitgevoerd in klos- of naaldkant. De motieven zijn meestal fijne en elegante bloempjes en blaadjes, maar ook personages of andere motieven kunnen worden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 500 soorten bladverliezende en groenblijvende struiken met doornige spruiten die inheems zijn in de gematigde en subtropische streken in Europa, Azië, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. Ze zijn nauw verwant aan het genus Mahonia, dat in sommige classificaties is opgenomen in Berberis. Struiken uit Berberis hebben geel hout, gele bloemen met zes bloemblaadjes en in de meeste gevallen doorns met drie stekels aan het begin van de bladstengels. De vrucht is een rode, gele, blauwe, paarse of zwarte bes met één of enkele zaadjes. Van de vruchten van verschillende soorten maakt men jam. Het hout van de stam en de wortels kookt men in water om een geconcentreerde gele kleurstof te extraheren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boomsoort die inheems is in Noord-Amerika. De boom kan 12 tot 30 meter hoog worden en heeft heldergroene, iepachtige bladeren met drie opvallende nerven vanuit het begin van de blaadjes. De boom produceert eetbare paarszwarte vruchten ter grootte van een erwt die aantrekkelijk zijn voor vogels. De schors is soms bedekt met wratachtige bobbels. De boom is makkelijk te kweken en wordt vaak geplant langs straten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten met ongeveer 600 soorten. De planten in de orde der Cornales hebben gewoonlijk bloemen met vier blaadjes, steenvruchtachtige vruchten en onderstandige stampers met schijfvormige honingklieren erop.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de beeldende kunst en de architectuur tijdens het bewind van het Directoire in Frankrijk (1795-1799). De stijl is een strenge, vereenvoudigde vorm van het neoclassicisme en omvat republikeins geïnspireerde motieven zoals ineengeslagen handen, fasces, Phrygische mutsen en eikenblaadjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gevouwen drukwerk, zoals circulaires of reclameblaadjes, waarbij de tekst doorgaans niet over de vouw heen wordt afgedrukt. Gebruik 'planobladen' voor drukwerk dat opengevouwen wordt gelezen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met Garhwal, in het uiterste zuidoosten van het heuvelgebied van Punjab; de Garhwal-school kende een bloeitijd vanaf de tweede helft van de 18de eeuw tot aan het einde van de 19de eeuw, met name in Srinagar, de hoofdstad van dit gebied. De school was weliswaar niet productief maar heeft wel een belangrijke bijdrage geleverd aan de Pahari-schilderkunst. Kenmerkende elementen zijn een krachtige en zorgvuldige lijnvoering, heldere kleuren, expressieve figuren, krachtige composities en weelderige, sfeervolle landschappen. De invloed van de Guler-schilderkunst staat nog volop ter discussie, aangezien er diverse stilistische overeenkomsten bestaan tussen de twee scholen. Vermoedelijk hebben zich schilders uit Guler in Garhwal gevestigd, terwijl kunstenaars uit Garhwal op hun beurt mogelijk in de leer zijn geweest bij andere kunstcentra. Niettemin heeft Garhwal zijn eigen identiteit weten te behouden. De figuren in de Garhwal-schilderijen dragen steevast het halvemaanvormige shiva-teken op het voorhoofd, terwijl dit element doorgaans ontbreekt in andere Pahara-schilderijen. Andere onderscheidende kenmerken zijn tijgers, luipaarden en vogels die in paren worden afgebeeld, lotusvijvers en bloemen met puntige bloemblaadjes. De productie van de schilderschool liep geleidelijk terug in de 19de eeuw, toen Garhwal te lijden had onder invallen door vreemde mogendheden en onder aardbevingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten met 5 families, meer dan 1100 genera en bijna 17.000 soorten. Veel soorten gebruikt men als sierplanten of om medicijnen te maken. Ten dele worden ze gekenmerkt door bladeren die tegenover elkaar liggen of een krans vormen (twee of meer per knoop). De bladeren zijn enkelvoudig en vaak vergezeld van steunblaadjes (kleine bladachtige aanhangsels aan het begin van de stengel).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote soort es waarvan het blad uit 7 tot 11 deelblaadjes bestaat. De boom komt veel voor in heel Europa. De soort is bekend in diverse variëteiten, waaronder productiebomen en bomen die al eeuwenlang worden gebruikt voor de landschapsinrichting. Er zijn opmerkelijke variëteiten die dwergachtig zijn of hangende takken hebben, of met meerkleurige bladeren, wratachtige twijgen en takken of gekrulde bladeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine familie van bloeiende planten met 11 genera en 270 soorten geurige kruiden die voorkomen in alle gematigde streken op het noordelijk halfrond. De leden van de familie zijn rechtopstaande planten of klimplanten met bloemen zonder bloemblaadjes en droge vruchten met één zaadje. Hennep (Cannabis) en hop (Humulus) zijn de enige genera die economisch van belang zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van vijftien genera van bomen en struiken die voornamelijk voorkomen in gematigde streken. Het sap van de planten is waterig en de bladeren zijn afwisselend geplaatst langs de takken. De bladeren hebben gewoonlijk getande randen en zijn vaak asymmetrisch aan de kant van de stengel. De bloemen hebben geen bloemblaadjes. Planten dragen mannelijke en vrouwelijke bloemen, samen of apart. De vrucht is een dopvrucht die gevleugeld kan zijn, vlezig of nootachtig. In oudere classificaties had men deze familie ondergebracht in de voormalige orde Urticales.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine uitstekende delen in de oksel van een blad. Ze bestaan uit kleine blaadjes die lijken op schillen en vormen het rudiment van een tak, een groep bladeren of bloesem. Heeft betrekking op alle groeistadia van een bloem of blad tot deze volledig geopend zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Drank bestaande uit een infusie van warm of koud water en de blaadjes of bladresten van één of meer gedroogde of verse kruiden, soms met toevoeging van gemalen kruiden. Wordt vaak voor medicinale doeleinden gebruikt, maar ook als verversing.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van vijf soorten harshoudende, groenblijvende sier- en productieconiferen uit de cipresfamilie (Cupressaceae), die voorkomt in Noord-Amerika en het oosten van Azië. Het genus is monofyletisch en verwant met de Thujopsis. Levensbomen zijn bomen of heesters met een doorgaans piramidale bouw en dunne, geschubde buitenschors en vezelige binnenschors, horizontale of omhooglopende takken en kenmerkende afgeplatte waaiervormige takjesstelsels. Ieder takje heeft vier rijen zeer kleine, schubachtige blaadjes. De jonge blaadjes zijn veel langer en naaldachtig, en sommige soorten handhaven zich naast het volwassen gebladerte. De mannelijke en vrouwelijke voortplantingssystemen (kegels) bevinden zich op de punten van de verschillende takjes van dezelfde boom. De mannelijke kegels zijn afgerond en roodachtig of gelig van kleur, terwijl de vrouwelijke kegels zeer klein zijn en een groene of paarsige tint hebben. Ze worden doorgaans aangeduid als levensboom of thuja. Diverse soorten zijn algemeen bekend als ceder (Cedrus) maar zijn dat feitelijk niet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine plant, gekenmerkt door de vruchtbare sporenhouder op de stokachtige, rechtopstaande stengel en de zeer kleine microfyllen. Een microfyl is een soort blaadje dat onafhankelijk van de bladeren van andere vaatplanten ontstond en evolueerde. Microfyllen hebben maar één enkele onvertakte strook vaatweefsel. Hoewel deze stam tegenwoordig een kleine en onopvallende groep planten vormt, waren sommige soorten die in het Carboon voorkwamen bomen die bossen vormden en meer dan 35 meter hoog werden. Lycophyta is de oudste bestaande groep vaatplanten en 40 miljoen jaar lang was het in grote gebieden de dominante groep.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schilderschool die floreerde in Centraal Tibet vanaf de late 17de tot de 19de eeuw. Kenmerkend zijn de naturalistische afbeeldingen, de rijke kleuren (vooral oranje en groen), en de elegante, nauwkeurige details, in het bijzonder van kleding en lotusblaadjes. Van nieuwe Menri-schilderkunst is ook bekend dat de voorkeur niet uitging naar rechte, maar naar gebogen lijnen. Er is veel aandacht voor details in architectuur. Architecturale ensceneringen komen in plaats van de nissen en schrijnen van eerdere schilderwerken. In het werk van deze school krijgen architecturale scènes een verhaal, waardoor een meer afstandelijk gezichtspunt wordt ingenomen. Er is doorgaans weinig open ruimte. Sommige schilderijen van de nieuwe Menri-school vormen een waardevolle bron van informatie over de Tibetaanse tempelarchitectuur, die grotendeels verloren is gegaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Waterlelie die waarschijnlijk inheems is in de Nijl en elders in Oost-Afrika, maar die al in de oudheid voorkwam in India en Thailand. De bloemblaadjes zijn lichtblauw tot hemelsblauw of mauve. Wanneer de bloem klaar is om te gaan bloeien, stijgt deze binnen een paar dagen op naar de oppervlakte. Oude Egyptenaren geloofden dat de bloemen 's ochtends opengingen, naar de oppervlakte opstegen en 's avonds weer naar beneden zakten. Voor hen symboliseerde dit het opkomen en ondergaan van de heilige zon. Wanneer de plant wordt gegeten, heeft deze licht psychoactieve eigenschappen. Waarschijnlijk werd de plant in het oude Egypte daarom gebruikt tijdens ceremonies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine boom die inheems is in Iran, vooral in het Alborz-gebergte in het noorden. De bloemen, die groeien voordat er bladeren zijn, hebben hangende meeldraden en bruine bladachtige bracteeën, maar geen bloemblaadjes. Men kweekt ze vanwege de mooie kleur van de bladeren in de herfst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 7 families, 199 genera en 4445 soorten bloeiende planten. De leden van deze orde zijn eenjarige of overblijvende kruiden of kruidachtige of houtachtige klimplanten, struiken en in enkele gevallen bomen. Ranunculales maakt deel uit van een groep families en ordes die men informeel ���basale eudicots' noemt. Een van de belangrijkste kenmerken die deze families en andere eudicots onderscheiden van de monocotyledonen (soorten met één kiemblaadje in hun zaadjes) en basale angiospermen, zijn de pollen, die doorgaans drie openingen (colpi) hebben in plaats van één. Daarnaast bevatten ze geen etherische oliën, in tegenstelling tot veel ordes van basale bloeiende planten. Bij planten uit Ranunculales lijken de bloemblaadjes te zijn geëvolueerd uit staminodia (steriele meeldraden) en niet uit bracteeën (schutbladen), en bij de meeste leden van deze orde zijn de vruchtbladeren niet met elkaar vergroeid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomsoort, inheems in de Appalachen in de Verenigde Staten, die ook op grote schaal als sier- en schaduwboom wordt geteeld in Europa, Azië, Noord-Afrika en Nieuw-Zeeland. De soort wordt 24 meter hoog en draagt ������lange, samengestelde bladeren met 6 tot 20 langwerpige blaadjes. De geurige witte bloemen hangen in losse trossen. Er zijn veel variëteiten, waarvan sommige geen doorns hebben. De soort wordt al lange tijd gebruikt om erosie tegen te gaan en als productieboom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bloemwerk gekenmerkt door een eigen klein fijn bloempje, met vijf kroonblaadjes en een openluchtje in het midden, dat telkens wordt herhaald en het een tegen het ander wordt geklost. Blaadjes, rankjes en fantasiemotieven vullen het geheel aan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een rode, natuurlijke verfstof die ook als pigment wordt gebruikt; wordt verkregen uit de gedroogde bloemblaadjes van de saffloerplant, Carthamus tinctorius; wordt hoofdzakelijk gebruikt in Oost-Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kommen waarin achtergebleven koffiedik en theeblaadjes uit koffie- en theekopjes worden gedeponeerd aan tafel; meestal vervaardigd als onderdeel van een koffie- of theeservies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aromatische drank die wordt bereid van geselecteerde gedroogde blaadjes en knoppen van de theestruik, door die in heet water onder te dompelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Houders van geperforeerd materiaal, die worden gevuld met theeblaadjes om thee van te zetten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Keukengerei met een geperforeerde bak met daarin theeblaadjes of soms ook gemalen koffie die in een kop of pot met water worden geplaatst zodat het kan trekken. Gebruik 'thee-eieren' voor kleine geperforeerde balletjes waarin theeblaadjes worden gedaan en die in heet water worden ondergedompeld om thee te maken. Gebruik 'theezeefjes' voor hulpmiddelen waarmee de losse blaadjes of het bezinksel wordt opvangen als de drank wordt uitgeschonken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Filters waardoor thee of soms ook koffie wordt geschonken met de bedoeling dat het de losse blaadjes of het bezinksel opvangt. Gebruik 'thee-eieren' voor keukengerei dat theeblaadjes of soms gemalen koffie bevat en in een kop of pot met water wordt gedaan zodat het kan trekken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kruidachtige plant die inheems is in het Middellandse Zeegebied en al 2000 jaar wordt gehouden. De plant wordt op grote schaal gekweekt vanwege zijn heldere roze-paarse en vaak geurige bloemen met rafelige bloemblaadjes. Er zijn diverse cultivars met verschillende kleuren: roze, geel, groen en wit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten met 7 genera en ongeveer 225 soorten. Men beschouwt het als een oude familie. In tegenstelling tot de meeste angiospermen, waarbij de bloemdelen in ringen zijn geplaatst, zijn de meeldraden en stampers van Magnoliaceae gearrangeerd in spiralen op een kegelvormige bloembodem. Dit ziet men ook bij sommige fossiele planten. Daarnaast hebben de bloemen delen die niet duidelijk zijn gescheiden in kelkblaadjes en bloemblaadjes, terwijl dat bij latere angiospermen gewoonlijk wel het geval is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boekversieringen, oorspronkelijk van wingerdblaadjes, later kleine gegraveerde prentjes op de titelpagina en aan het begin of slot van hoofdstukken, ook wel op postpapier, nota's enz.

Toegevoegd op: 16-8-2017

B Verwijst naar de vroege fase van de Corinthische aardewerkstijl, te dateren van circa 625 tot circa 600 v.Chr. Typerend voor deze stijl zijn de krachtige, ingekerfde tekeningen van motieven en een voortzetting van het gebruik van dierenthema’s van het proto-Corinthische aardewerk, maar met de toevoeging van decoratieve elementen tussen de figuren zoals typische rozetten met ingekerfde kruizen op de blaadjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afgedekte ketels om water in te koken, meestal met een korte schenktuit, een hengsel als handvat en een brede platte onderkant. Wordt vaak samen gebruikt met een theepot waarin de theeblaadjes trekken.