Associaties voor bom

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afwerpmunitie of statische munitie die zowel een ontploffingsmechanisme als een schadelijk middel bevat (zoals een explosief, gifgas, biologisch gif of een licht ontvlambare substantie) en door middel van een ontstekingsbuis of tijdmechanisme tot ontploffing worden gebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange, slanke, laag gestemde schalmeien met een smalle, licht conische boring en een flesvormige of gerende klankbeker, zes vingergaten in twee groepen van drie en soms met één of meer kleppen; ontwikkeld in Europa tussen de 14e- en 16e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor zeilende oorlogsschepen met een of meer zware mortieren of houwitsers die op een speciaal ontworpen platform of in zwaar versterkte schietgaten zijn opgesteld; meestal voorzien van kitstuig om de mortiergranaten een vrijer schootsveld te geven en worden gebruikt bij het bombarderen van kuststeden of forten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kanonnen die in gebruik waren van de 14e tot de 16e eeuw, meestal voor een groot kaliber, die werden gemaakt van smeedijzer of gegoten brons en waarmee stenen kanonskogels werden afgevuurd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stevige stof geweven in uiteenlopende patronen; het werd van de 17e tot de 19e eeuw algemeen gebruikt voor beddengoed en voeringstof voor kleding. Vóór de 17e eeuw werd het gemaakt van kamgaren en daarna van zuivere katoen of van mengsels van katoen en linnen. Tegenwoordig is het meestal een katoenen keper met een korte vleug.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jacks, vaak gemaakt van leer met elastische ribboorden, die doen denken aan de jacks die werden gedragen door de bemanningen van bommenwerpers in de Tweede Wereldoorlog.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine buisjes met aan één kant een filter. Worden gebruikt voor het drinken van maté.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van motten waartoe de zijdevlinder behoort.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een bepaalde superfamilie van de orde der Lepidoptera, bestaande uit circa 3400 soorten, met volwassen dieren die groot tot zeer groot zijn en antennes die bij mannetjes kamvormig zijn. Tot de familie behoren zijdevlinders, nachtpauwogen, pijlstaarten en verwanten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo en de republiek Congo.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruikent voor militaire vliegtuigen die zijn ontworpen om vooral te worden gebruikt tegen gronddoelen en die zijn uitgerust om bommen te vervoeren en te lossen; ze worden meestal gekenmerkt door een groot bereik, matige wendbaarheid en het vermogen veel wapens mee te voeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dubbelwerkende scharnieren die met een veer zijn uitgerust om de deur weer in lijn te brengen met het raamwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Antieke Griekse altaren gewijd aan oppergoden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vliegtuigbommen die zijn gevuld met licht ontvlambare substantie en die zijn uitgerust met een ontstekingsmiddel, ontworpen om het doel te doen ontbranden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Instrumenten voor het meten van het koolstofgehalte van staal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Manier van knopen zetten, voor het eerst toegepast in de Victoriaanse tijd, waarbij er een diep geplooide, gerieflijke stoffering ontstaat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bommen die worden afgeworpen op doelen onder water.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een dissel is een buis of V-vormige stang waarmee men een wagen, koets of aanhangwagen koppelt aan het trekdier of het trekkende voertuig, bijvoorbeeld een auto, vrachtwagen of tractor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bommen waarvan de ontploffing het resultaat is van de energie die vrijkomt als gevolg van de splijting of fusie van atoomkernen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van verschillende typen kersenbomen die inheems zijn in Europa en de Verenigde Staten. Loopt in kleur uiteen van licht- tot donkerroodachtig met een prachtige glans en is heel geschikt voor het vervaardigen van meubilair.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar versierde bomen, meestal een groenblijvende den, balsemspar of spar, versierd met kaarsen, lampjes en versieringen in het kader van de kerstviering. Het gebruik is geworteld in de groenblijvende bomen, kransen en festoenen als symbool van het eeuwigdurende leven, zoals gebruikelijk was bij de oude Egyptenaren, Chinezen en Hebreeërs. Het aanbidden van bomen was bovendien normaal bij de heidense Europeanen. De Scandinavische en Duitse gebruiken rond groenblijvende takken en bomen tijdens midwinterse feestdagen bleven bestaan na hun bekering tot het christendom. De moderne kerstboom ontstond in Duitsland, als onderdeel van een populair middeleeuws toneelstuk over Adam en Eva, waarin de 'paradijsboom' een spar was waarin appels waren opgehangen als uitbeelding van de Hof van Eden. De Duitsers zetten op 24 december, de feestdag van Adam en Eva, een paradijsboom op. Het gebruik werd populair in het Victoriaanse Engeland. De symboliek werd uitgebreid met versieringen die directer verwezen naar de geboorte van Christus. De traditie vond navolging in veel Westerse landen. Tegenwoordig heeft de traditie in veel gevallen de oorspronkelijke religieuze betekenis verloren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van vijf soorten harshoudende, groenblijvende sier- en productieconiferen uit de cipresfamilie (Cupressaceae), die voorkomt in Noord-Amerika en het oosten van Azië. Het genus is monofyletisch en verwant met de Thujopsis. Levensbomen zijn bomen of heesters met een doorgaans piramidale bouw en dunne, geschubde buitenschors en vezelige binnenschors, horizontale of omhooglopende takken en kenmerkende afgeplatte waaiervormige takjesstelsels. Ieder takje heeft vier rijen zeer kleine, schubachtige blaadjes. De jonge blaadjes zijn veel langer en naaldachtig, en sommige soorten handhaven zich naast het volwassen gebladerte. De mannelijke en vrouwelijke voortplantingssystemen (kegels) bevinden zich op de punten van de verschillende takjes van dezelfde boom. De mannelijke kegels zijn afgerond en roodachtig of gelig van kleur, terwijl de vrouwelijke kegels zeer klein zijn en een groene of paarsige tint hebben. Ze worden doorgaans aangeduid als levensboom of thuja. Diverse soorten zijn algemeen bekend als ceder (Cedrus) maar zijn dat feitelijk niet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hars dat wordt gewonnen in India.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lijsttrommen met ondiepe ring, aan één kant bedekt met een trommelvel van perkament, dierenhuid of kunststof, voorzien van rinkelende metalen schijfjes of kleine belletjes, bespeeld met de hand; Nabije-Oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bommenwerpers voor grootschalige missies, die conventionele of nucleaire wapens meevoeren en worden gebruikt ter bescherming van de belangen van het nationaal beleid in het algemeen of het specifiek aanvallen en vernietigen van vijandelijke industrieële en economische doelen of burgerbevolkingscentra.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hand- of geweergranaten die een vulsel bevatten dat een gas voortbrengt, dat tranen, niezen en misselijkheid veroorzaakt bij de slachtoffers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bommen ontworpen om vanuit de lucht te worden afgeworpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eind 20e-eeuwse benaming voor bommenwerpers met verschillende wapens zonder nucleaire lading.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Noord-Amerikaanse sparrensoort die voorkomt in de bergen van het zuidwesten van Oregon en Californië. De boom groeit op grote hoogten, meestal tussen 1400-2700 m, maar bereikt zelden de boomgrens. De Engelse naam 'red fir' is afgeleid van de kleur van de bast van oude bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een heldere, bleke gom die wordt afgescheiden door abrikozenbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van groenblijvende bomen en struiken, die voornamelijk voorkomen in Australië. De bomen worden gebruikt voor de productie van diverse commerciële producten. Tot 2005 werden er ongeveer 1300 soorten uit Australië, Europa, Afrika, Zuid-Azië en Zuid-Amerika ingedeeld bij dit genus. Het genus is daarna onderverdeeld in 5 genera, waarbij de naam Acacia is behouden voor de Australische soort en een klein aantal soorten uit tropisch Azië, Madagaskar en de eilanden in de Grote Oceaan. De meeste soorten buiten Australië behoren nu tot Vachellia en Senegalia, terwijl een klein aantal soorten is ingedeeld bij de genera Acaciella en Mariosousa.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geslacht van groenblijvende bomen en struiken die voornamelijk te vinden zijn in Australië. Verschillende commerciële producten worden geproduceerd door deze bomen. Tot 2005 werden ongeveer 1300 soorten gevonden in Australië, Europa, Afrika, Zuid-Azië en de Amerika's ingedeeld in dit geslacht. Het geslacht is sindsdien verdeeld in 5 geslachten, met de naam Acacia voorbehouden voor de Australische soorten en een klein aantal in tropisch Azië, Madagascar, en de Pacific Islands. De meeste soorten buiten Australië behoren nu tot Vachellia en Senegalia, met kleine aantallen soorten geplaatst in geslachten Acaciella en Mariosousa.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een gomhars die wordt verkregen uit de voet van de bladeren die in bosjes uit de stam groeien van verscheidene soorten Xanthorrhoea-bomen in Australië en Tasmanië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 13-19 soorten bladverliezende of groenblijvende houtige bomen en struiken, inheems in de gematigde streken van het noordelijk halfrond. Er zijn ook diverse hybride soorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebruik voor een enkel vrijstaand dak op palen of leunend tegen bomen. Gebruik 'afdaken (aanbouwen)' voor soortgelijke kleine bouwwerken die tegen gebouwen aan zijn gebouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die halverwege de 18de eeuw actief was in Akita in het noorden van Honshu. Satake Shozan (1748-1785) en Odano Naotake (1749-1780) ontwikkelden de stijl, die zich kenmerkt door een mengeling van naturalistische details en westerse illusionistische methoden, waarbij traditionele Japanse pigmenten worden gebruikt op zijde of papier en het oppervlak volledig wordt afgedekt met een laag olie en hars. Voltooide schilderijen waren in het algemeen gebaseerd op tekeningen uit schetsboeken van nauwkeurige observaties van bloemen, bomen en vogels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geslacht van ongeveer 150 soorten bloeiende bomen, struiken en lianen uit tropische en subtropische steken. Sommige soorten worden gekweekt als sierplant of voor hun hout. Het geslacht is vernoemd naar Filippo del Albizzi, een Florentijnse edelman die A. julibrissin in 1749 als eerste kweekte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor paden omzoomd met in formatie geplante bomen, gesnoeide heggen of struiken; meestal in geometrisch aangelegde tuinen of parken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine familie van drie genera van bomen die door de wind worden bestoven en harde houtachtige vruchten produceren met een groot aantal zaadjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een sterke, duurzame, elastische, purperachtige houtsoort die met name wordt gebruikt voor decoratief fineerwerk en wordt verkregen van diverse tropische Amerikaanse bomen (een genus van 23 typen bloeiende planten in de familie van de Fabaceae). Het hout aan de binnenkant is bruin wanneer het pas is gekapt, maar wordt donkerpurper bij blootstelling aan de lucht, en uiteindelijk donkerbruin met scherp afgetekend gebroken wit hout langs de buitenste rand.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoge loofboom die vroeger veel voorkwam in de oostelijke helft van Noord-Amerika en voor de jaren dertig van de vorige eeuw op grote schaal werd gebruikt als sierboom en vanwege het hout en de schaduw. Het harde, sterke en grofvezelige hout gebruikte men ook voor het bouwen van schepen, omdat het makkelijk te buigen is en niet splintert. Veel van deze bomen zijn gedood door de iepziekte, een schimmel die wordt verspreid door de iepenspintkever.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Populier die inheems is in het grootste deel van Noord-Amerika. Er zijn drie ondersoorten bekend. Het is een van de grootste Noord-Amerikaanse hardhoutbomen en wordt bijna 30 meter hoog. De boom heeft dikke glanzende bladeren en een gladde zilverwitte schors die donkerder wordt en meer barsten vertoont naarmate de boom ouder wordt. Door de platte steel ritselen de bladeren al bij een zeer zacht briesje. Dit is een van de kenmerkende eigenschappen van de boom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote en snel groeiende boom die inheems is in de koelere streken van Noord-Amerika. Door de platte bladstengels gaan de bladeren al bij een zeer zachte bries ritselen, vandaar de volksnaam. Men kan deze soort het eenvoudigst onderscheiden van P. tremula, een Europese boom die er veel op lijkt, door de vorm van de bladeren, waarvan de uiteinden puntiger zijn, en door de uitlopers van de wortels. De boom plant zichzelf voornamelijk voort via de wortels, waaruit nieuwe bomen kunnen groeien. Grote kolonies bomen die tot hetzelfde wortelstelsel behoren, zijn niet ongebruikelijk. De bladeren worden gegeten door diverse insecten. De indianen en de pioniers van het westen van Amerika extraheerden een stof uit de schors die diende als surrogaat voor kinine. Het zachte, slappe hout gebruikt men om papier te maken en voor andere doelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bomen waarvan enkele soorten hoogwaardig hard hout hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten met ongeveer 130 genera en 2500 soorten bomen, struiken en lianen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De vrucht van de bomen van het geslacht Malus. Appels voor consumptie zijn meestal groen, rood of geel en worden in een veelheid van rassen gekweekt in gematigde streken over de hele wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 30 tot 50 soorten kleine bladverliezende bomen of struiken, waarvan vele soorten (vlezige) pitvruchten voortbrengen waarin het gerijpte vruchtbeginsel en het omringende weefsel zowel vlezig als eetbaar worden. Appelbomen zijn inheems in de regio's rond de Kaspische Zee en de Zwarte Zee. Ze werden door de eerste kolonisten naar Amerika gebracht. Appelbomen worden voornamelijk commercieel gekweekt voor hun vruchten, maar ook het hout wordt gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten die de hulstfamilie en andere families van bomen en struiken bevat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bomen die bestaat uit 3 genera en circa 45 soorten coniferen. Het betreft een zeer oude familie van kegeldragende bomen die tijdens de Jura en het Krijt wereldwijd verspreid voorkwamen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebruik voor botanische bomentuinen die zijn gewijd aan de teelt en de expositie van (zeldzame) bomen en andere houtachtige planten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van veertien of meer soorten kleine breedbladige, groenblijvende bloeiende bomen of struiken met witte of roze bloemen in losse eindstandige trosjes en vlezige rode of oranje bessen met een kenmerkend onregelmatig oppervlak en veel zaadjes. De bladeren zijn afwisselend geplaatst en gesteeld. De planten zijn inheems in het zuiden van Europa en het westen van Noord-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een hindoeïstische geloofsgemeenschap en hervormingsbeweging die in 1875 in Bombay is gesticht door de brahmaan Dayananda Sarasvati. Zijn volgelingen, die streven naar een terugkeer tot de oorspronkelijke zuiverheid van het hindoeïsme zoals dat te vinden is in de Veda’s, zijn tegen beeldenverering, kinderhuwelijken, polygamie en betekenisloze rituelen. Dayananda's boek Vedabhashya bevat zijn uitleg van de Veda’s, de oudste hindoegeschriften. Arya Samaj draagt een morele visie van vriendelijkheid en goede wil jegens allen uit. Arya Samaj, thans een wereldwijde organisatie, is ook tegenstander van het traditionele hindoeïstische kastenstelsel en zet zich in voor de bestrijding van godsdienstig en sociaal onrecht. Volgelingen van Arya Samaj hebben ook het nieuwe idee geïntroduceerd om mensen met andere geloofsovertuigingen te bekeren tot het hindoeïsme. In 1893 was er een schisma tussen conservatieve en liberale volgelingen die het niet eens werden over de vraag of zij traditionele of moderne vormen van onderwijs moesten propageren en of ze al dan niet vegetarisme moesten bepleiten. De beweging werd later nationalistisch en kwam in botsing met sikhs en moslims, vooral in Punjab rond de scheiding van India en Pakistan in 1947.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van hardhoutbomen die in het regenwoud voorkomen. Genus van bloeiende planten met meer dan 20 soorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van elf families kruidachtige planten, bomen en struiken. Alle soorten uit deze familie slaan voedsel op in de vorm van een stof met een unieke chemische formule. Ook de vorm van de meeldraden is uniek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Weegschalen waarbij de balansschaal voor de ladingen een platform is dat bovenop de balansarm of op een reeks hefbomen is bevestigd; hij wordt meestal gebruikt voor zware goederen, vaak onverpakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een non-woven textiel dat wordt gemaakt door het pletten van de binnenste schors van bepaalde bomen en struiken tot deze fijn en zacht is. Bastdoek kan worden beschilderd, bedrukt, geborduurd of geknipt en genaaid als patchwork. Het is wel vrij kwetsbaar, vooral als het nat is. Ooit werd het in vrijwel geheel Afrika ten zuiden van de Sahara gebruikt. De vroegste vermelding was in het midden van de 16de eeuw in Liberia, tegenwoordig komt het voor in Ghana en Nigeria.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar plattegronden waarop de ligging van bomen, struiken en andere planten op een bouwlocatie of ten behoeve van een tuin- of landschapsontwerp is aangegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aanduiding voor lichte, open bouwwerken die worden gevormd door bomen, struiken of klimplanten die dicht bij elkaar zijn geplant en zijn samengedraaid om zichzelf te ondersteunen, of door een raamwerk met latten dat wordt bedekt door planten; meestal minder uitgebreid en stevig dan 'pergola's', die overigens een pad begeleiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Strafwerktuigen bestaande uit een bundel soepele takken of twijgen van verschillende bomen waarmee de gestrafte op de blote huid geslagen werd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bouwconstructies waarin bijenkorven staan opgesteld; vooral die ten behoeve van de winning van honing, maar ook voor de bestuiving van o.a. fruitbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De bladstelen van palmbomen die soms worden gebruikt voor het maken van deuren van hutten bij het Bantoevolk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer honderd soorten kruidachtige overblijvende planten, struiken en kleine bomen die inheems zijn in Azië en Noord-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort hominide die alleen voorkomt in de regenwouden in het lage stroomgebied van de Kongorivier. De verschillen met de andere bestaande soort uit het genus Pan, de chimpansee (Pan troglodytes), zijn de volgende: bonobo's zijn slanker, hebben langere ledematen, een smallere borst, een ronder hoofd met een gezicht dat minder ver vooruitsteekt, komen alleen uit de bomen om naar andere bomen te gaan en vertonen ander gedrag, bijvoorbeeld de sociale dynamiek in groepen is anders. In oudere classificaties werden de bonobo en de gewone chimpansee als één soort beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een fruitkwekerij of boomgaard is een kunstmatig beplant stuk grond waar vruchten- of notenbomen op gekweekt worden om voedsel te produceren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het telen en verzorgen van bomen en struiken, meestal in tuinen of voor de sier. Gebruik 'bosbouw' voor het kweken en bestuderen van bomen in het bos.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomrijke gebieden die dikwijls een grens of een barrière vormen, maar voor het overige nauwelijks worden gebruikt. Meestal kleiner en minder wild dan 'wouden'. Voor landschappen die gedomineerd worden door bomen en die voor meerdere doeleinden gebruikt worden, gebruik liever 'bosgebieden'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het kweken en bestuderen van bomen in een bos, vooral bomen die worden geteeld voor hout. Gebruik 'boomkwekerij' voor het telen en verzorgen van bomen en struiken in tuinen of voor de sier.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Landschappen met een speciale vegetatie, voornamelijk bomen, die vaak worden gebruikt voor grazen of jagen, maar niet om te kappen of te bebouwen; gebruik 'bossen' voor land waar bomen dikwijls een grens of barrière vormen, maar verder nauwelijks worden gebruikt; gebruik 'wouden' voor dichte wildernis en die veelal gebruikt worden voor houtproductie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor boomrijke gebieden, meestal begroeid met bomen van hetzelfde soort die daar van nature groeien of zijn aangeplant, en meestal vrijwel zonder kreupelhout; minder uitgestrekt dan 'wouden'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor delen van een tuin die bestaan uit groepjes sierbomen die door wandelpaden worden doorsneden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bomen waarvan het loof is verwijderd en die zijn versierd met gekleurde flessen aan het einde van de takken, en volgens hun makers beschermende en helende krachten hebben; vooral in het zuidwesten van de Verenigde Staten. Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Brede straten waar langs de zijden of in een middenstrook ter decoratie rijen bomen of andere beplanting is aangebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een genus van vier soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van de tweevingerige luiaards doordat ze groter zijn, zich iets sneller voortbewegen en vaak in de vork van een boom zitten in plaats van aan takken te hangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 45 genera kruiden, struiken, kleine bomen en klimplanten die voornamelijk voorkomen in tropische gebieden. De familie is typisch voor de orde Urticales. Veel soorten, met name brandnetels (Urtica) en Australische netelbomen (Laportea), hebben prikkende haren op de stengels en de bladeren. De bladeren verschillen en het sap is gewoonlijk waterig. De kleine groenachtige bloemen vormen vaak trosjes in de bladoksels. Een plant kan zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen dragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Priemen die worden gebruikt om in hout gaten te branden, meestal om het sap van bomen af te tappen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bomen die inheems zijn in de tropische gebieden in Amerika. Veel soorten worden gewaardeerd vanwege hun hout en hun vruchten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van drie of vier soorten kleine tot middelgrote bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van stekelige struiken en kleine bomen uit het Caribisch gebied.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De buitenste trapbomen, die meestal van een beter materiaal zijn gemaakt of beter zijn afgewerkt dan de draagstukken die ze bedekken. Ze kunnen een onderdeel vormen van de eigenlijke constructie of zijn toegepast aan de voorkant van het ondersteunende deel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van circa 16 genera harshoudende bomen en heesters. Hoofdzakelijk inheems in de tropische regio's van Amerika, maar enkele soorten komen ook voor in Afrika en Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 4 of 5 genera van bomen, struiken en kruiden, inheems in Noord-Amerika, Europa, Noord-Afrika en Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 70 soorten langzaam groeiende groenblijvende struiken en kleine bomen uit de familie Buxaceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat uit 15 soorten kleine tot middelgrote bomen en heesters bestaat, waarvan er 13 inheems zijn in Australië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van drie soorten kegeldragende bomen in de cipresfamilie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van middelgrote tot grote bomen die in de tropische gebieden van Amerika voorkomen en een glanzende roodbruine schilferende schors hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van circa 75 soorten grote groenblijvende tropische en subtropische bomen die inheems zijn in Afrika, het zuiden van Azië en Australië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene naam voor hout van een van verschillende hardhoutsoorten met een gele of oranje kleur, waaronder diverse moerbei-, arariba- en tulpenbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chemisch zuiver, melkachtig, kleverig sap van diverse tropische bomen en andere planten, voornamelijk van cachuchu, als volledig ruw materiaal of gedroogd boven vuur. Wordt gebruikt voor de productie van 'rubber'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een bouwmateriaal bestaande uit overlappende gevelbeplating die van verschillende soorten loofverliezende bomen is gesplitst en direct tegen de stijlen van de dakdragende muren wordt gespijkerd; wellicht alleen toegepast in Kameroen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 25 soorten winterharde, langzaam groeiende sier- en productiebomen die op het hele noordelijke halfrond voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer achttien soorten loofbomen waarvan het hout en de noten worden gebruikt, en die inheems zijn in het oosten van Noord-Amerika en het oosten van Azië. In Europa en het westen van Noord-Amerika en op Groenland en IJsland zijn fossiele resten gevonden van soorten die tot dit genus behoorden. De bomen hebben sterk en zwaar hout en produceren steenvruchten (meestal met een harde, houtachtige schil of dop) waarin ���noten' zitten. De pitten in de ���noten' van diverse soorten zijn eetbaar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Langzaam groeiende en lang levende boom die inheems is in het gebied dat zich uitstrekt van de Canadese provincie Ontario tot de Amerikaanse staten Minnesota en Florida en tot Mexico, maar het meest voorkomt in het lage stroomgebied van de rivier de Ohio en vervolgens naar het zuiden langs de rivier de Mississippi tot in Midden-Arkansas. Men vindt de soort veel in de grote riviermoerassen in Midden-Missouri en het stroomgebied van de rivier de Wabash in Indiana en Ohio. De boom heeft een lange penwortel en is daardoor moeilijk te verplanten. Daarnaast is de soort gevoelig voor schade door insecten. De zoete, eetbare noten zijn de grootste van alle noten die door bomen uit het genus Carya worden geproduceerd. Ze zitten echter in een zeer harde schil. De noten worden geoogst door mensen, maar ook gegeten door dieren, zoals eenden, kwartels, wilde kalkoenen, eekhoorns, aardeekhoorns, herten, vossen, wasberen en witvoetmuizen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote boom die inheems is in het oosten van de Verenigde Staten en het zuidoosten van Canada. De boom kan 27 meter hoog en 200 jaar oud worden. Volwassen bomen zijn te herkennen aan hun ruwe dakspaanachtige schors. Jonge bomen hebben een gladde schors.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gevarieerde orde van 33 families, 692 genera en ongeveer 11.000 soorten bomen, struiken, lianen, mangroven, stam- en bladsucculenten, eenjarige planten en zelfs vleesetende planten. Bijna de helft van de families zijn zeer klein, met elk minder dan een tiental soorten. Veel leden van deze orde zijn aangepast aan zoute en woestijnachtige omgevingen. Ze hebben opvallende fysiologische eigenschappen die hen in staat stellen in dergelijke omgevingen te overleven, waaronder de mogelijkheid om insecten te vangen en te verteren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 1000 soorten groenblijvende struiken en bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote bladverliezende productieboom en in bossen voorkomende boom die inheems is in geheel Noord-Amerika. Een schimmel met de naam kastanjekanker die per ongeluk werd geïntroduceerd in het begin van de twintigste eeuw doodde echter de meeste bomen. Daarvoor was het een van de belangrijkste in bossen voorkomende bomen in zijn verspreidingsgebied. Er zijn nu nog maar enkele volwassen exemplaren binnen het oorspronkelijke verspreidingsgebied, hoewel er nog wel veel kleine spruiten zijn van bomen die zijn doodgegaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van zeven soorten groenblijvende of bladverliezende bomen met geveerde bladeren, inheems in de tropische en subtropische gebieden van de Nieuwe Wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer twintig soorten grote bomen die voorkomen in de tropische gebieden van Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, de Bahama's, Belize, het Caraïbische gebied, West-Afrika en Zuidoost-Azië. Voorheen werd dit genus ondergebracht in de nu niet meer gebruikte familie Bombacaceae, maar tegenwoordig deelt men het in bij de familie Malvales, onderfamilie Bombacoideae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Variabele rode kleuren die lijken op de kleur van bepaalde kersen, vruchten van de talloze bomen en struiken van het genus Prunus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de grote staat Chamba in het heuvelgebied van Punjab. Het culturele erfgoed van Chamba is goed bewaard gebleven, een gevolg van de natuurlijk beschermde ligging van de staat. Door de gehele geschiedenis van de Chamba-schilderkunst heen hebben buitenlandse schilders er hun stempel op gedrukt. De schilderijen uit de tweede helft van de 17de eeuw zijn naturalistisch van aard, met een voorkeur voor lichte kleuren, een bijzondere weergave van de handen, en opvallend smalle polsen. In de 17de eeuw werden elementen uit de Basohli-schilderkunst geïntegreerd in de Chamba-schilderkunst, hetgeen leidde tot een warmer kleurgebruik en een meer gestileerde en decoratieve weergave van bomen. Aan het begin van de 18de eeuw kwamen sommige Chamba-schilders steeds meer onder invloed van de Basohli-kunst te staan, maar andere werken uit deze periode zijn in een overwegend inheemse stijl uitgevoerd. De aanwezigheid van kunstenaars uit Jamma wordt eveneens merkbaar aan het begin van de 18de eeuw, vooral in de gezichtstypen, die rechthoekiger van vorm worden. Andere invloeden zijn afkomstig uit de Mogol- en Guler-schilderkunst. Guler-kunstenaars, die vooral een grote invloed hebben gehad, trokken vanaf circa 1770 naar Chamba en brachten hun poëtische en expressieve stijl mee, alsmede een voorkeur voor romantische thema's. De Chamba-schilderstijl heeft zich ook in de eeuwen daarna weten te handhaven, maar in een verbrokkelde vorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor huurkazernes die kenmerkend zijn voor Bombay en andere industriële steden in India; oorspronkelijk ontwikkeld aan het eind van de 19e eeuw om migrerende industrie-arbeiders te huisvesten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een plantaardige verfstof die is gemaakt van extract van de schors van kastanjebomen. Het heeft een donkere kleur en werd in de 19e eeuw in Italië en Zuid-Frankrijk gebruikt voor het maken van een goedkope zwartachtige verfstof voor zijde. Looizuur van de kastanjeboomschors maakt leer zwaar en stevig, met een bleke roodachtige kleur. Kastanje-extract wordt meestal gemengd met andere looizuren, zoals quebracho, mimosa of myrobalans.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort hominide die voorkomt in tropische bossen en op natte savannen in het westen en midden van Afrika, hoewel hun verspreidingsgebied vroeger veel groter was. Ze hebben een lichaam dat grotendeels is bedekt met donkerbruin haar en duimen en grote tenen die opponeerbaar zijn. De verschillen met de andere bestaande soort uit het genus Pan, de bonobo, zijn de volgende: chimpansees hebben een robuuster lichaam en een gezicht dat verder vooruitsteekt, ze brengen minder tijd door in de bomen en vertonen ander gedrag, bijvoorbeeld de sociale dynamiek in groepen is anders. In oudere classificaties werden de bonobo en de gewone chimpansee als één soort beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

infraorde met daarin de familie van aye-ayes of vingerdieren, kleine primaten die in bomen leven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van Afrikaanse bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een genus van twee soorten in bomen levende zoogdieren die bekend staan om hun trage bewegingen en die inheems zijn in de laaglanden van de tropische bossen van Zuid- en Midden-Amerika. Ze verschillen van drievingerige luiaards doordat ze kleiner zijn, zich iets trager voortbewegen en meestal ondersteboven aan een boomtak hangen in plaats van in bomen te zitten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 350 soorten bomen en struiken, waaronder de soorten waarvan men de schors gebruikt om de specerij kaneel te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van coniferen die circa 30 genera (waarvan 17 monotypisch) en 140 soorten omvat, met wereldwijde verspreiding. Het betreft eenhuizige, semi-tweehuizige of soms tweehuizige bomen en heesters met een hoogte van 1-116 m. De schors van volwassen bomen is meestal oranjebruin tot roodbruin, met een vezelige structuur, die vaak afbladdert in verticale stroken. Bij sommige soorten is de schors evenwel glad, geschubd en met vierkante barsten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van planten, waaronder de sukadeboom, citroenboom, limoenboom, sinaasappelboom, grapefruit, mandarijnboom, pompelmoes en vele andere soorten. De meeste produceren vlezige vruchten met een tamelijk dikke schil. Men denkt dat het genus oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië komt. Sinds de oudheid is men deze bomen in een steeds groter gebied gaan kweken. Het precieze aantal natuurlijke soorten is onduidelijk en hun classificatie is complex omdat veel soorten kruisingen zijn die door middel van klonering zijn gekweekt. Er is genetisch bewijs dat zelfs een aantal soorten die in het wild voorkomen oorspronkelijk kruisingen waren. Gekweekte citrusbomen stammen misschien af van niet meer dan vier oersoorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 14 genera en 500 soorten bomen en struiken. Vele daarvan komen voor langs tropische kusten, op Afrikaanse savannen en in Aziatische moessonbossen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 1600 genera en 24.000 soorten kruiden, struiken, klimplanten en bomen. De leden van deze familie hebben bloemhoofdjes die bestaan uit een groot aantal kleine klokvormige bloempjes op een schijf met bracteeën (schutbladeren) eromheen. Fossielen wijzen erop dat de eerste leden van deze familie ongeveer 50 miljoen jaar geleden in Argentinië zijn ontstaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer vijftien soorten bladverliezende bomen en grote struiken die inheems zijn in de gematigde streken op het noordelijk halfrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het christelijke feest waarmee op 25 december de geboorte van Jezus Christus wordt gevierd. Het kerstfeest is voor het eerst gedocumenteerd in 336 in Rome. Het gebruik om het feest op 25 december te vieren ontstond in de 4de eeuw in de westerse kerk als christelijke opvolger van het heidense midwinterfeest, waarmee de geboorte van de onoverwonnen zon werd gevierd. In het oosten werd aanvankelijk 6 januari als geboortedatum van Christus aangehouden, maar in de 5de eeuw was 25 december algemeen aanvaard; de Armeense kerk viert echter nog altijd Kerstmis op 6 januari. Kerstmis heeft het feestelijke element (versieringen, geschenken) overgenomen van de Romeinse Saturnalia en andere heidense feesten in dezelfde tijd van het jaar. Kerstmis is in de loop van de eeuwen tradities blijven opnemen; veel tegenwoordige kerstgewoonten zijn van niet-christelijke oorsprong. Altijdgroene bomen zijn bijvoorbeeld symbolen van overleven en worden al met Kerstmis geassocieerd sinds de Europese middeleeuwen. Kerstmis wordt vanouds beschouwd als een familie- en kinderfeest. In veel landen worden geschenken uitgewisseld uit naam of in de geest van de patroonheilige van het kerstfeest, Sint Nicolaas, oftewel de Kerstman.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 100 tot 600 soorten middelgrote bomen, struiken en lianen. Het aantal soorten dat tot dit genus behoort, verschilt per classificatiesysteem. Het genus is inheems in tropisch Midden- en Zuid-Amerika, Afrika, Madagaskar en zuidelijk Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Enige van verschillende harssoorten van verschillende bomen uit Indonesië, Nieuw-Guinea en Nieuw-Zeeland, waaronder Dammara australis en Dammara orientalis. Het wordt onder meer gebruikt voor de productie van vernis en het breeuwen van schepen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar hedendaagse Zoroastrische hogepriesters. Dasturs houden toezicht op de liturgie in de belangrijke vuurtempels waaraan ze zijn verbonden, met hulp van een groep mobeds. Deze priesterrang is vergelijkbaar met die van een christelijke bisschop. De dasturs staan van oudsher bekend om hun grote geleerdheid, met name onder de Parsi's van Bombay.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Systeem van lichten die zijn opgesteld voor decoratieve doeleinden, zoals in winkeletalages, kerstbomen of struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Oxandra lanceolata, inheems in Jamaica, Cuba en Hispainola. Het heeft donker kernhout, maar de handel betreft vooral het vale, roomgele spinthout, dat voorheen werd gebruikt voor het maken van wielspaken, wagenbomen, vishengels en schietbogen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het dateren van evenementen, tijdsintervallen, en milieuveranderingen door het bestuderen van de opeenvolgingen van en de verschillen tussen de jaarringen in bomen en oud hout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geometrische of beeldende graveringen in de bast van levende bomen. Het uitsnijden vindt gewoonlijk plaats met een metalen instrument. Dendrogliefen zijn een kenmerkende vorm van beeldhouwwerk van de Australische Aboriginals, gemaakt om ceremoniële plaatsen of de graven van notabelen te markeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Instrumenten voor het meten van de hoogte en de diameter van bomen met gebruik van principes die zijn gebaseerd op de relatie tussen de zijdes van gelijkvormige driehoeken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom van het geslacht Abies, hoewel andere naaldachtige groenblijvende bomen vaak dennen worden genoemd. het hout is meestal inferieur aan dat van vuren of grenen, maar het wordt gebruikt voor timmerhout en houtpulp.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van buideldieren met ten minste 70 soorten in 1 familie. Het zijn omnivoren die gewoonlijk zowel in bomen als op de grond leven. De kaken zitten vol tanden. Tijdens het lopen hebben ze hun voeten plat op de grond (het zijn zoolgangers). Aan de achterpoten zit een opponeerbare teen zonder klauw. De dieren hebben een grijpstaart.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boom die inheems is in de Amerikaanse staten Texas en Oklahoma en het noordoosten van Mexico. Het spint is geel, terwijl het kernhout van grote bomen zwart als ebbenhout is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 17 genera en 680 soorten, voornamelijk productiebomen die in Zuid-Azië en Afrika voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zachthout van naaldbomen van het genus Pseudotsuga menziesii.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Noord-Amerikaanse sparrensoort die in verschillende vormen voorkomt, waarvan een soort met teruggebogen bracteeën, en die soms als afzonderlijke soort wordt beschouwd. De bomen kunnen een hoogte van meer dan 90 m bereiken en een doorsnee van meer dan vier m. De meeste huidige boomgroepen hebben echter veel geringere afmetingen, aangezien veel oude bomen reeds zijn gekapt. De douglasspar staat bekend als een van de beste productiebomen in Noord-Amerika en is daarnaast een geliefde sierboom en kerstboom. Hij wordt voor herbebossing langs de kust van de Stille Oceaan gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van circa 40 soorten bomen en saprijke heesters die overwegend inheems zijn in Afrika, maar die ook in Azië en Midden-Amerika worden aangetroffen. In vroegere classificaties werd dit genus ondergebracht in de familie Agavaceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Variabele rode kleuren die lijken op de kleur van drakenbloed, een kleurmiddel dat wordt verkregen uit harsachtig materiaal van de vrucht van diverse soorten palmbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van verschillende bomen uit Australazië en Amerika, voornamelijk pijnbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een harde, zware en duurzame houtsoort, afkomstig van verschillende bomen van het genus diospyros in tropisch Azië en Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bomen en struiken met 4 genera en ongeveer 490 soorten die overal in de tropen voorkomen. Sommige soorten vindt men ook in gematigde streken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het ca. 200 soorten tellende geslacht (Quercus) waartoe de vaak knoestige bomen behoren, die zeer duurzaam hout leveren. (zinnebeeld van kracht)

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een aromatische oliehoudende hars van tropische bomen die vooral wordt gebruikt in vernis, lak en drukinkt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat uit circa 20 soorten sierheesters en bomen bestaat. Het verspreidingsgebied beperkt zich hoofdzakelijk tot gematigde streken in het noordelijk halfrond, maar komen in het zuidelijk halfrond voor in de gehele Andes tot circa de 20ste breedtegraad. Alleen op het Amerikaanse continent worden leden van deze familie langs gebergten tot op het zuidelijk halfrond aangetroffen. De els onderscheidt zich van de berk doordat hij vaak gesteelde winterknoppen heeft en door de kegels (elzenproppen) die op de tak blijven zitten nadat ze de kleine, gevleugelde noten hebben laten vallen. De schubachtige schors is bij sommige soorten grijsbruin van kleur, terwijl hij bij andere soorten bijna wit is. De ovale bladeren zijn afwisselend geplaatst en hebben vaak ondiepe lobben; ze zijn kleverig wanneer ze zich ontvouwen en glanzend wanneer ze rijp zijn, en vallen zonder van kleur te veranderen. Mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich in afzonderlijke katjes op dezelfde boom. Ze ontstaan in de zomer en bloeien doorgaans in het volgende voorjaar, voordat de bladeren opengaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor het hout van verschillende bomen, vaak van het genus Populus (populieren).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van meer dan 700 soorten groenblijvende bomen die inheems zijn in Australië, Nieuw-Zeeland, Tasmanië en de nabijgelegen eilanden, maar die tegenwoordig worden gehouden in veel subtropische locaties in de hele wereld, onder meer in Californië, Spanje, Zuid-Amerika, India en Zuid-Afrika. Eucalyptushout gebruikt men voor bouwwerken, papier en andere doeleinden. De schors bevat veel tannines en wordt gebruikt voor de productie van leer. Uit droge bladeren van verschillende soorten uit dit genus wint men eucalyptusolie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eucalyptus die inheems is in het zuidoosten van Australië, op Tasmanië en in de staat Victoria. Een van de hoogste boomsoorten ter wereld. De bomen kunnen 100 meter hoog worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten (angiospermae) binnen de orde Fabales. Fabaceae - de op twee na grootste familie onder de angiospermae na de Orchidaceae (orchideeënfamilie) en de Asteraceae (asterfamilie) - bestaat uit meer dan 700 genera en ongeveer 20.000 soorten bomen, struiken, klimplanten en kruiden. Ze komen voor in de hele wereld. De belangrijkste commerciële soorten zijn Glycine max (soja), Pisum sativum (tuinerwt), Arachis hypogaea (pinda [aardnoot]) en Medicago sativa (alfalfa [luzerne]). De meeste houtige soorten zijn tropisch. Overblijvende (niet-houtige) soorten komen vooral voor in gematigde gebieden. De bladeren zijn meestal veervormig en soms driebladig of gelobd (de bladeren verspreiden zich vanuit een gemeenschappelijke punt). De bladeren van enkele soorten zijn eenvoudig of niet meer dan een dop. De vrucht is meestal een peulvrucht of een peul die openbarst als hij wordt gedroogd, waardoor de zaden vrijkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De beukenorde van tweezaadlobbige houtige bloeiende planten, die bijna 1900 soorten in 55 genera omvat. Fagales vertegenwoordigen een aantal van de belangrijkste gematigde bladverliezende of groenblijvende bomen op beide halfronden, zoals eiken, beuken, walnoten, Carya en berken. De orde der Fagales omvat acht families: Betulaceae, Fagaceae, Juglandaceae, Casuarinaceae, Nothofagaceae, Myricaceae, Rhoipteleaceae en Ticodendraceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beuksoort die 24 meter hoog kan worden, met een basis die zich vertakt tot verschillende stammen. Het is een van de meest voorkomende bomen in Japanse loofbossen. In het westelijk halfrond wordt de soort geteeld als sierboom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een soort faience parlante, gewoonlijk borden en kannen, met inscripties en afbeeldingen met betrekking tot de Franse revolutie, de bijbehorende ideologie of andere nationale politieke gebeurtenissen. De eerste voorbeelden verschenen rond 1745 en waren voorzien van het Franse koninklijk wapen. Al snel verschenen ook republikeinse thema's, waaronder de vrijheidsmuts, de Gallische haan, ploegen, eikenbomen, gedrapeerde vlaggen, de Bastille en slogans en scènes met betrekking tot de vrijheid, de mensenrechten, de burgerij en de landbouw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 850 soorten van houtige bomen, struiken en wijnstokken, inheems in tropische en gematigde subtropische zones. Vijgsoorten worden gekenmerkt door hun unieke bloeiwijze en opvallende bestuivingssyndroom, waarbij specifieke wespensoorten zorgen voor de bestuiving.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor bomen of struiken die zijn gesnoeid en in verscheidene geometrische, fantasie- of diervormen zijn geleid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus met 240 soorten bomen en heesters die algemeen voorkomen in tropische gebieden, met name de tropische regio's van Afrika, Azië en Oceanië (met inbegrip van Australië). Sommige soorten worden gekenmerkt door stugge bladeren en kleine oranje vruchten met een dikke schil en sappig, zurig en sterk geurend vruchtvlees. De hars wordt voor allerlei kleurstoffen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een donkere, prettig ruikende oleohars verkregen van bomen van het geslacht Styrax, waaronder S. benzoë en S. officinalis, deze groeien in Thailand, Maleisië en Indonesië. Benzoë hars werd gebruikt door de 16e eeuw als een gedistilleerde vernis voor schilderijen. Het wordt ook gebruikt als een weekmaker voor vernissen en lakken, een parfum, als een antiseptisch middel, en een deodorant. Benzoë hars is niet hetzelfde als de chemische stof genaamd "benzoë," dat is een poeder verkregen uit benzaldehyde. Voor de bruine, kleverige, aromatische hars verkregen van bomen van het geslacht Liquidambar, gebruik "styrax."

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote soort es waarvan het blad uit 7 tot 11 deelblaadjes bestaat. De boom komt veel voor in heel Europa. De soort is bekend in diverse variëteiten, waaronder productiebomen en bomen die al eeuwenlang worden gebruikt voor de landschapsinrichting. Er zijn opmerkelijke variëteiten die dwergachtig zijn of hangende takken hebben, of met meerkleurige bladeren, wratachtige twijgen en takken of gekrulde bladeren.

Zoogdiersoort die inheems is in het noorden van Canada, in de gehele Verenigde Staten en zuidwaarts tot in Zuid-Amerika. Het dier is ook in Europa en Azië geïntroduceerd. Het is herkenbaar aan het opvallende zwarte maskerachtige kleurpatroon rond de ogen en aan de vijf à 10 zwarte ringen op de staart. Wasberen zijn intelligente en nieuwsgierige dieren. Ze zijn meestal 's nachts actief en leven vaak in bomen. Met hun haarloze voorpoten, die aan slanke mensenhanden doen denken, zijn ze zeer behendig. De achterpoten zijn dikker en langer. De wasbeer wordt weliswaar als vleeseter geclassificeerd, maar is in feite omnivoor: hij eet rivierkreeft, andere geleedpotigen, knaagdieren, kikkers, vruchten en ander plantenmateriaal, met inbegrip van gewassen. De wasbeer dompelt zijn voedsel soms in het water om het voedsel en zijn handkussens zachter te maken, waardoor het geloof is ontstaan dat het dier zijn voedsel wast. Het dier wordt bejaagd vanwege de pels en soms ook als voedsel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kunst- en architectuurstijl die werd geproduceerd in Goa, een staat aan de westkust van India die vanaf de 16de tot en met de 20ste eeuw bij Portugal hoorde. De kerken van Oud-Goa, dat als een van de schitterendste steden van de 16de eeuw werd beschouwd, zijn voorbeelden van deze stijl, die zowel lokale als Europese invloeden verraadt; de kerk Onze Lieve Vrouwe van de Rozenkrans (1543) bijvoorbeeld is een van de best bewaarde monumenten van Goa, waarin de Emanuelstijl en renaissancevormen zijn gecombineerd met decoratieve elementen die ontleend zijn aan het hindoeïsme en de islam. Andere belangrijke voorbeelden zijn de kerk van de heilige Franciscus van Assisi (bouw begonnen in 1527), de kathedraal van Goa (1562-1652) en de beroemde Bom Jesus-basiliek (1594-1605). Vanaf het begin van de 18de eeuw raakte de stijl in onbruik, als gevolg van herhaalde epidemieën en de economische neergang van Portugees India.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gehard sap of afscheiding van verschillende bomen en struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verzamelnaam voor hout van een van verschillende soorten bomen van de geslachten Eucalyptus, Corymbia, en Angophora dat overvloedig sap of gom uit een breuk in de schors produceert. Het is sterk,heeft een in elkaar grijpende nerf en wordt gebruikt voor hamers, meubels, en kratten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van een van de grotere variëteiten van het genus van bomen en struiken met dezelfde naam, donker groenachtig bruin of roodbruin van kleur, fijn generfd en zeer goed te polijsten; wordt vooral gebruikt voor schrijn- en inlegwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De oliehoudende hars of balsem van pijnbomen in het zuiden van de Verenigde Staten, waaruit terpentijn en natuurhars worden verkregen. Wordt vooral in olieverven gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gom die wordt verkregen door het sap te koken van bepaalde bomen die alleen op Borneo, Maleisië en Nieuw-Guinea voorkomen; het is zeer buigzaam en vezelachtig, niet zo elastisch als rubber maar een betere isolator en het is harder na stolling. Wordt bijvoorbeeld gebruikt in de tandheelkunde, in golfballen en elektrische bedrading en gedurende de tweede helft van de 19e eeuw voor speelgoed en poppen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

een doorschijnende goudkleurige hars die bestaat uit een gele harsachtige component en een heldere in water oplosbare gom, geproduceerd door verschillende bomen van het geslacht Garcinia afkomstig uit India, Thailand, Cambodja, Vietnam en Sri Lanka. Guttegom werd als een gele pigment al in de 8e eeuw in Azië en Japan. Het werd regelmatig naar Europa geïmporteerd in de 17e eeuw. Het wordt verkocht in de vorm van doffe, bruin-gele cakes of klontjes die, wanneer in poedervorm, een rijke gouden kleur hebben. De gom uit koolhydraat fungeert als een natuurlijke bindmiddel. Guttegom wordt gebruikt als een transparante kleurstof in glazuren, vernissen en waterverven. De gele kleur verdwijnt bij blootstelling aan licht of ozon. In sommige gevallen kan de kleur herstellen wanneer in het donker geplaatst wordt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In- of uitwendig geplaatste, verticaal beweegbare hefbomen, die onderdeel zijn van het afvuurmechanisme.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten met 27 genera en rond de 85 soorten struiken en kleine bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hemden van felgekleurde bedrukte stof met afbeeldingen van de Hawaïaanse eilanden: palmbomen, kano's met outriggers, vissen, bloemen, surftaferelen en hoeladansers. Worden doorgaans verkocht aan en gedragen door toeristen. Ze werden voor het eerst in de jaren 30 van de 20ste eeuw gemaakt van goedkope, uit Japan geïmporteerde stoffen en beleefden hun hoogtijdagen in de jaren 50 van de 20ste eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van veertien of meer soorten kleine bloeiende bomen en struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor kleine groepen bomen die bijzondere religieuze, mystieke of spirituele kwaliteiten worden toegedicht. De boomgroepen, die zich meestal in afgebakende gebieden bevinden, staan vaak in de buurt van water, een altaar of een gedenkteken dat aan bepaalde geesten, goden, helden of gebeurtenissen is gewijd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bomen met een rituele betekenis of veronderstelde bovennatuurlijke of helende krachten, vaak aangegeven door lappen stof of andere objecten aan hun takken te hangen. In vele culturen en periodes zijn bomen als heilig vereerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat bestaat uit 14 soorten groenblijvende bomen die in Noord-Amerika en Oost-Azië voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klein genus van Zuid-Amerikaanse bomen die latex produceren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 350 soorten kruiden, struiken en bomen die inheems zijn in warme gematigde en tropische gebieden. Vanwege hun opvallende bloemen kweekt men diverse soorten als sierplanten en -bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van ongeveer 290 soorten in 5 families, waaronder die van de fazantachtigen, grootpoothoenders, hokko's, parelhoenders en sjakohoenders. De vogels leven op de grond of in bomen en hebben sterke poten waarmee ze in de grond wroeten, korte ronde vleugels en lange staartveren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote boom die een natuurlijke kruising is tussen de grootbladige linde (T. platyphyllos) en de kleinbladige linde (T. cordata). Deze boom plantte men vaak in steden en parken. Men kan gemakkelijk nieuwe bomen kweken door middel van aflegging.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer zeven soorten sierbomen die inheems zijn in Eurazië en Noord-Amerika. De bomen hebben een ruwe, schilferige schors en dunne, doorschijnende groene bladeren met harige bladstengels. De hopachtige groene vruchten bestaan uit een groot aantal blaarachtige schubben die elk een kleine platte noot bevatten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 105 soorten grote regenwoudbomen en bomen die onder het bladerdak van het regenwoud groeien. Ze komen voor in lager gelegen gebieden, op Sri Lanka en in het gebied dat zich uitstrekt van het zuiden van India tot het zuiden van China, het Maleisisch schiereiland en Nieuw-Guinea.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor tuinmuren voorzien van verwarmingsbuizen, of kanalen, die een kunstmatig microklimaat creëren ter bevordering van het groeien of rijpen van vruchtbomen of struiken die tegen de muren geleid zijn. Populair in de 18e en 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het belangrijkste weefsel van bomen en andere planten dat zowel in stevigheid als een middel voor het opnemen van voedingsstoffen voorziet. Hout is een van de bekenste en meest veelzijdige materialen die de mens gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor bossen die bestaan uit het geheel van alle bomen en bijbehorende vegetatie in en rond een bepaald stedelijk gebied, inclusief bomen in straten en parken en boomgroepen, zowel op openbare locaties zoals groenstroken als op particulier gebied.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Werktuig om betrekkelijk lichte boomstammen, telefoonpalen, e.d. te dragen of te slepen. De houtdraaghaak voor twee man bestaat uit twee naar elkaar scharnierende metalen haken die in het midden van een houten stok (ca. 100-150 cm) bevestigd zijn. Vaak kunnen de haken ook roteren. De stok wordt door twee man gevat die aan beide zijden van de stam lopen. Door het gewicht steken de punten in het hout. De stok moet ca. één meter langer zijn dan de middenlijn van de stammen om te vermijden dat de benen van de dragers ertegen zouden wrijven. De houtdraaghaak voor één man is een klein werktuig (ca. 30 cm) met een aantal op elkaar werkende hefbomen tussen handvat en haken (ca. 10 cm). Het wordt door één man bediend en wordt gebruikt om betrekkelijk korte stukken te dragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mensen die bomen omhakken voor timmerhout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie met één levend genus van hulstbomen en -struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 14 levende en een aantal uitgestorven boomsoorten, waarvan de meeste inheems zijn in het tropische deel van Amerika en ten minste één soort inheems is aan de oostkust van Afrika. De bomen zijn bronnen van eetbare vruchten, theebladeren, massief hout voor de productie van schepen en meubels, dikke schors voor het maken van kano's, zaden met zeer stroperige polysaccharides die worden gebruikt voor voedsel, papier, cosmetica en farmaceutische middelen, en harde harsen voor vernis. Hars wordt gewonnen uit levende bomen en gevonden op de grond, afkomstig van specimens van levende of uitgestorven soorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Naar wordt aangenomen de voorloper van de levende Hymenaea-soorten. Kopal dat afkomstig is van deze uitgestorven bomen is een zeer waardevol bestanddeel van vernis. De soort was wijd verspreid, van het zuiden van Mexico en het noorden van Zuid-Amerika tot het Afrikaanse continent. Onderzoek naar de morfologie en het DNA wijst erop dat H. protera nauwer verwant was aan de enig overgebleven Hymenaea-soort in Oost Afrika dan aan de talrijke Amerikaanse soorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van vijftien genera van bomen en struiken die voornamelijk voorkomen in gematigde streken. Het sap van de planten is waterig en de bladeren zijn afwisselend geplaatst langs de takken. De bladeren hebben gewoonlijk getande randen en zijn vaak asymmetrisch aan de kant van de stengel. De bloemen hebben geen bloemblaadjes. Planten dragen mannelijke en vrouwelijke bloemen, samen of apart. De vrucht is een dopvrucht die gevleugeld kan zijn, vlezig of nootachtig. In oudere classificaties had men deze familie ondergebracht in de voormalige orde Urticales.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hardhout van verschillende bomen van het genus Ulmus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitzonderlijk taai of hard hout dat afkomstig kan zijn van diverse bomen of struiken, zoals ebbenhout, haagbeukhout of acaciahout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van meer dan 525 soorten tropische en groenblijvende bomen en struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 50 soorten bomen en struiken die inheems zijn in de tropische gebieden in Amerika. Het hout van de bomen is geurig. Vanwege de opvallende bloemen zijn de soorten populair als sierbomen en -struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van verschillende bomen van het genus Jacaranda, inheems in het Caribisch gebied, het tropische deel van het Amerikaanse continent, Florida en Californië. Jacaranda is een geurig sierhout dat wordt gebruikt voor houtsnijwerk, kleine decoratieve voorwerpen, piano's, heften, kasten en dure meubels. De term wordt ook vaak gebruikt als een algemene term voor het genus Jacaranda en voor verschillende soorten palissanderhout, wat zelf een algemene term is die verwijst naar verschillende soorten van de genera Dalbergia en Melanorrhoea.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Korte zwaarden of grote zware messen of dolken gebruikt door jagers; vaak met een speciale schede die voorzien is van kleine zakjes voor het dragen van gereedschap voor het in stukken snijden van de buit. Ook wel bekend als 'rambomes'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beuksoort die 35 meter hoog kan worden. Het is een van de meest voorkomende bomen in Japanse loofbossen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat 60 à 70 soorten sterk geurende groenblijvende bomen en heesters omvat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-schilderkunst met als centrum Jodhpur in Marwar. Belangrijke kenmerken van deze laat-18de-eeuwse schilderkunst zijn grote ogen met boogvormige wenkbrauwen, krulhaar in rolletjes en rijen bomen over de gehele breedte van het beeldvlak. Raja Man Singh (1804-1843) uit Jodhpur was een belangrijk opdrachtgever voor de Marwar-schilderkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 21 soorten walnootbomen, waaronder verschillende soorten die eetbare noten produceren. De bomen komen voor in de gehele Nieuwe Wereld en in de gematigde gebieden van de noordelijke Oude Wereld, van Zuidoost-Europa tot in Japan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 243 genera en ten minste 4225 soorten kruiden, struiken en bomen die veel voorkomen in de tropen, maar die men ook vindt in andere gebieden, behalve de allerkoudste. Katoen (Gossypium) is economisch het belangrijkste genus. Verschillende soorten uit het genus Hibiscus produceren vezels die van minder groot belang zijn. De groene vruchten van de okra (H. esculentus) worden gekookt en gegeten. De gom die sommige soorten afscheiden, gebruikt men in bepaalde zoetigheden en voor andere doeleinden. Al lange tijd dacht men dat de genera die tegenwoordig zijn opgenomen in Malvaceae zeer nauw aan elkaar verwant waren. Ze werden echter in vier verschillende families geplaatst: Malvaceae, Bombacaceae, Tiliaceae en Sterculiaceae. Voor sommige botanisten uit het verleden vormden deze groep families zelfs de gehele orde Malvales. DNA-onderzoek aan het eind van de twintigste eeuw heeft inderdaad uitgewezen dat veel genera uit deze families nauw verwant zijn. Ze zijn daarom in één grote familie opgenomen en kunstmatige onderscheiden zijn losgelaten (onderscheiden waarbij niet is uitgegaan van een gemeenschappelijke voorouder).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Houten hefbomen met metalen haken aan de schacht, die worden gebruikt om boomstammen te rollen. Werden later met de velhevel gecombineerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer tien soorten hoge bladverliezende sier- en productiebomen met een gerimpelde schors en lansvormige bladeren. Kastanjes zijn inheems in de gematigde gebieden van Noord-Amerika, Europa, Afrika en Azië. Sommige soorten produceren lichtroodbruin hout dat men gebruikt voor bouwwerken en andere doelen. Ook kan men uit een aantal soorten een plantaardige kleurstof winnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een reeks donker roodachtige of paarsachtige bruine kleuren die lijken op de kleuren van verfstoffen of kleurmiddelen die zijn gemaakt van de schors van de kastanjeboom (bomen of heesters van het geslacht Castanea uit de beukenhoutfamilie).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Turkse tapijten met een motief dat bestaat uit een graf en bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hard hout uit de kern van stammen van dode bomen. Meestal bevat kernhout looizuur dat het geurig en donker van kleur maakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 7 soorten grote tropische bomen, waarvan sommige bladverliezend en andere groenblijvend zijn. De bladeren oogst men om aan het vee te voeren. De schors en andere delen gebruikt men voor medicinale doeleinden. De opzwelbare gom wordt op een groot aantal manieren gebruikt. Het hout lijkt op echt mahoniehout van bomen uit het genus Swietenia. Men gebruikt het voor meubels, het uithakken van kano's en diverse andere doelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine soort stevig gebouwde, in bomen levende zogende buideldieren die zich voeden met de bladeren van een bepaalde eucalyptussoort. Ze komen in Australië voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 141 soorten in 2 families, waaronder die van de koekoeken, renkoekoeken en hoatzins. Sinds 1600 is 1 soort uitgestorven. Het zijn vogels met een lange staart en tenen die naar achteren of zijwaarts gericht zijn. Ze eten zowel vruchten als kleine dieren. De meeste leven in bomen, maar enkele soorten leven op de grond. Sommige soorten zijn broedparasieten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aromatische, donkerbruine drank gebrouwen van de geroosterde en gemalen of gestampte zaden van de bessen van bepaalde tropische bomen en planten van het genus Coffea.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 30 tot 50 soorten struiken, bomen en kruiden die inheems zijn in Europa, het oosten van Azië en Noord-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten met ongeveer 110 soorten, voornamelijk bomen en struiken, zowel bladverliezende als groenblijvende.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zagen met een lengte van 90 tot 120 cm, met gewone tanden; worden gebruikt om bomen tot houtblokken te zagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor Japanse papiervoeringen die zijn gemaakt van de binnenste schors van de moerbeibomen van het genus Broussonetia. Kozo-papier wordt vaak gebruikt voor het knepen als Aziatische perkamentrollen van een nieuwe voering worden voorzien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Xylofoons van de Zande in Kongo, die bestaan uit een wisselend aantal hardhouten platen die over twee stammen van bananenbomen zijn gelegd en met wiggen op hun plaats worden gehouden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klasse die bestaat uit één orde (Cubomedusae) van zeewespen en dooskwallen, doosvormige tropische medusen. Het zijn krachtige zwemmers met afzonderlijke of groepsgewijs geplaatste tentakels die boven de vier hoeken uitsteken en zeer pijnlijke en voor de mens soms dodelijke steken veroorzaken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote groenblijvende eik die inheems is in het zuidwesten van Europa en het noordwesten van Afrika. Men kweekt de bomen in Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, Marokko, Tunesië en Algerije. Ze hebben een dikke isolerende schors, die ervoor zorgt dat ze zich na een bosbrand snel kunnen herstellen. De kurk beschermt de takken tegen het vuur en al snel ontspruiten er nieuwe twijgen en bladeren die een nieuwe kroon vormen. Andere bomen moeten weer helemaal opnieuw uit loten of zaden groeien. De buitenste schors van de kurkeik is licht en blijft drijven op water. Men gebruikt kurk om flessen af te sluiten, als vloermateriaal en voor andere commerciële doeleinden. Tijdens het oogsten hakt men de bomen niet om. In plaats daarvan pelt men ongeveer elke tien jaar de buitenste schors van de stam af, waarna de boom een nieuwe laag kurk vormt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kegeldragende groenblijvende productieboom uit de cipresfamilie, die voorkomt in de mistgordel van het kustgebied van het zuidwesten van Oregon tot centraal Californië, tot maximaal 1000 meter hoogte boven de zeespiegel. Het zijn de hoogste levende bomen en vaak bereiken ze een hoogte van meer dan 90 m. De stam heeft meestal een doorsnede van 3 à 6 m of meer. Het duurt 400 à 500 jaar voordat de kustsequoia volwassen is en van sommige bomen is bekend dat ze meer dan 1500 jaar oud zijn. De schubachtige bladeren op de hoofdscheuten zijn spiraalvormig gerangschikt en bevinden zich dicht tegen de takken aan. De bladeren van de zijscheuten zijn meer uitgewaaierd, naaldachtig en in twee rijen gerangschikt. Als de boom ouder wordt, vallen de lagere takken af, waarna een strakke, zuilvormige stam resteert. Als een boom wordt gekapt, ontstaan er scheuten uit het spinthout onder het kapoppervlak. Natuurlijke vermenigvuldiging vindt plaats door zaadproductie, hoewel slechts een klein percentage van de zaden ontkiemt, tenzij ze aan vuur worden blootgesteld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tuinbouwvoorzieningen waar bomen, struiken en planten worden gekweekt voor verkoop en overplanting naar elders, of om te gebruiken als moederstammen voor enten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor brede, rechte, meestal met bomen omzoomde wegen of opritten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van twee of drie kleine soorten seringachtige bomen, inheems in de bergen van Zuid-Europa, van Frankrijk tot de Balkan. De bomen hebben gele bloemen die uitgroeien tot peulen met giftige zaden. Alle delen van de plant zijn giftig: laburnum is dodelijk gebleken voor vee, hoewel andere dieren (zoals hazen) er immuun voor zijn. Het hout van de laburnum is veel waard.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus bestaande uit 10 à 12 soorten kegeldragende bomen die voorkomen in koude en subarctische delen van het noordelijk halfrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor een stroperige, melkachtige vloeistof bestaande uit hars of was in de vorm van zeer kleine druppels in waterige suspensie, die wordt verkregen van rubberbomen; gebruikt voor vele rubbertoepassingen, zoals hechtmiddel. Ook te gebruiken voor een waterige dispersie van synthetisch rubber en van rubberachtig plastic.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten met 7 families bomen en struiken en ongeveer 85 tot 90 genera. De meeste soorten zijn tropisch en subtropisch, maar een paar genera komen ook in gematigde streken voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van drie soorten groenblijvende bomen. Fossielen uit de periode voor de ijstijden in het Pleistoceen duiden erop dat de soorten uit dit genus vroeger, toen het klimaat vochtiger en milder was dan nu, in een groter gebied rond de Middellandse Zee en in Noord-Afrika voorkwamen. Tegenwoordig denkt men dat het opdrogen van het Middellandse Zeebekken tijdens de ijstijden ervoor heeft gezorgd dat Laurus zich terugtrok naar de gebieden met het mildste klimaat, zoals het zuiden van Spanje, Portugal en Macaronesië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groep bloeiende planten met ongeveer 55 genera en 2000 tot 4000 soorten die voornamelijk in warme en tropische gebieden voorkomen, met name in Zuidoost-Azië en Brazilië. De meeste soorten zijn geurige groenblijvende bomen of struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groenblijvende soort die inheems is in Oregon en andere delen van de VS en die een hoogte van 60 m en een diameter van 6 m kan bereiken. Het is een zeer wintervaste boom, die in meer 200 vormen voorkomt en die als sierboom in Noord-Amerika en Groot-Brittannië wordt geteeld. In veel gevallen betreft het dwergbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor delen van trapleuningen die zowel verticaal als horizontaal gerond zijn en die zich bevinden op plaatsen waar de leuning van richting en helling verandert. Kan ook verwijzen naar gelijkvormige trapbomen die zich op een gelijksoortige plaats bevinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van bomen van het geslacht Thuja.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 30 soorten die inheems zijn op het noordelijk halfrond. Enkele soorten gebruikt men als sierbomen of schaduwbomen. Behoort tot de elegantste loofbomen, met hartvormige en grofgetande bladeren, geurige crèmekleurige bloemen en kleine bolvormige vruchten die aan smalle bracteeën hangen. Dit genus bracht men vroeger onder in de familie Tiliaceae, maar genetisch onderzoek heeft ertoe geleid dat het tegenwoordig wordt beschouwd als een genus van Malvaceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van vier bestaande soorten grote loofbomen en diverse fossiele soorten. Het genus kwam in het tertiair veel meer voor, maar is nu als gevolg van ijstijden en klimaatveranderingen verdwenen uit Europa, het westen van Noord-Amerika en het Russische Verre Oosten. De bomen worden gewaardeerd vanwege hun hars en hout en als sierboom. In de herfst worden de bladeren helderrood. De hars van de bomen uit dit genus (storaxhars) gebruikte men voor het maken van parfums en voor het balsemen van lichamen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende de soort Platanus hybridia, waarvan wordt aangenomen dat het een hybride oorsprong heeft en voor het eerst voorkwam rond 1670. De bomen zijn te vinden in parken en straten, maar komen voor zover bekend niet in het wild voor. De kleur lijkt op die van beukenhout, maar het hout heeft een aantrekkelijke vlektekening, met roodachtig bruine sporen die contrasteren met de lichter gekleurde achtergrond, waardoor het vaak kwartiers wordt gezaagd. Het wordt gebruikt voor het maken van decoratief werk, interieurs en kabinetten, en fineer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout afkomstig van loofbomen. Onderscheidt zich van 'naaldhout' dat afkomstig is van naaldbomen

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine plant, gekenmerkt door de vruchtbare sporenhouder op de stokachtige, rechtopstaande stengel en de zeer kleine microfyllen. Een microfyl is een soort blaadje dat onafhankelijk van de bladeren van andere vaatplanten ontstond en evolueerde. Microfyllen hebben maar één enkele onvertakte strook vaatweefsel. Hoewel deze stam tegenwoordig een kleine en onopvallende groep planten vormt, waren sommige soorten die in het Carboon voorkwamen bomen die bossen vormden en meer dan 35 meter hoog werden. Lycophyta is de oudste bestaande groep vaatplanten en 40 miljoen jaar lang was het in grote gebieden de dominante groep.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van meer dan 420 genera en ongeveer 1500 soorten bomen, struiken, houtachtige wijnstokken en kruiden. Veel soorten zijn grote bomen die voorkomen in tropische regenwouden. De soorten in deze familie hebben een melkachtig, vaak giftig sap, bladeren met gladde randen en bloemen in trossen (zelden vindt men losse bloemen). De vrucht kan op een bes lijken of vlezig zijn, maar is gewoonlijk een droge peul (kokervrucht) die openbarst als hij rijp is. Daarbij komen een groot aantal pluizige of gevleugelde zaadjes vrij.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Harsachtig materiaal met een wasachtige consistentie, dat van de knoppen van bomen wordt gewonnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 210 soorten groenblijvende sierbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten met 5 families, 154 genera en ongeveer 3000 soorten. Tot deze orde behoren houtige struiken, klimplanten en bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor elke laag groeiende boom of andere houtachtige plant die uit de basis meerdere stammen produceert. De term wordt ook specifiek gebruikt voor de kreupelhout vegetatie in het zuiden van Australië die bestaat voornamelijk uit houtachtige struiken en bomen van het geslacht Eucalyptus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 70 soorten bomen, waarvan bijna de helft eetbare vruchten produceert. Inheems in de subtropische en tropische gebieden in Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor verschillende bomen en struiken die dicht struikgewas vormen in modderige kustmoerassen en estuariën in tropische en subtropische gebieden. Mangroven kunnen goed tegen zout water en hebben opvallende luchtwortels met verschillende vormen. De term ���mangrove' gebruikt men voornamelijk voor soorten uit de genera Rhizophora en Bruguiera (familie Rhizophoraceae), Avicennia (familie Avicenniaceae), Laguncularia (familie Combretaceae) en Sonneratia (familie Lythraceae).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Specifiek, tropisch hardhout van bomen van het geslacht Rhizophora. Het hout van de mangrovebomen wordt vooral gebruikt voor het maken van houtskool of voor palen in de frameconstructie voor huizen. De term wordt ook in het algemeen gebruikt voor het hout van elke boom die zich aanpast om in het water staand te leven, gelijk aan die van het geslacht Rhizophora.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een hars die in alcohol oplosbaar is en op de Filipijnen wordt afgetapt van bomen van het genus Agathis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fineer dat is gemaakt van uitgroeisels van bomen (wortelhout), meestal in de vorm van afgeplatte bollen. Zeer mooi maser fineer is bijvoorbeeld afkomstig van walnotenbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De gomafscheiding van kleine groenblijvende bomen die alleen voorkomen in de landen rond de Middellandse Zee. Lost op in zowel alcohol als terpentijn en wordt gebruikt voor olieverf en deklakken; mastiekvernis wordt geel en broos naarmate het veroudert.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bomen. Van sommige soorten maakt men hardhout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bloeiende bomen met geveerde of dubbelgeveerde bladeren en axillaire pluimen met witte of paarse bloemen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 51 genera en ongeveer 575 soorten die inheems zijn in tropische en subtropische gebieden. Het zijn voornamelijk bomen, maar ook enkele struiken behoren tot deze familie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 450 struiken, lage struiken, klimplanten en bomen, inheems in tropische en subtropische gebieden op zowel het westelijk als het oostelijk halfrond. Ze worden zo genoemd vanwege de bewegingen van de bladeren van bepaalde soorten, die een dierlijk gevoel suggereren, zoals de snelle beweging als ze worden aangeraakt. Sommige planten met de naam 'mimosa' werden vroeger toegewezen aan dit genus, waaronder de Albizia julibrissin (zijdeboom) en de Acacia dealbata (zilveracacia).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote piramidevormige boom die voornamelijk voorkomt in het oosten van Noord-Amerika op laaggelegen stukken land langs rivieren en vochtige hoger gelegen gebieden. In westelijke richting vindt men ze tot in de Amerikaanse staat Oklahoma en de Canadese provincie Ontario. De bomen hebben clusters van korte en puntige twijgen en bladeren met stekelige lobben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een gele, natuurlijke verfstof verkregen uit verschillende Oost-Indische moerbeibomen en struiken van het genus Morinda.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Trapbomen die tegen een muur geplaatst zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus met één soort en twee variëteiten van Zuid-Amerikaanse bomen, die worden gewaardeerd om de aromatische hars, het donkerbruine hout en dieprode kernhout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat vaak wordt geclassificeerd als een combinatie van twee soorten groenblijvende bloeiende heesters of kleine bomen die inheems zijn in Zuid-Europa, Noord-Afrika en die ook in Australië en Nieuw-Zeeland worden aangetroffen. Ze hebben bladeren die een welriekende essentiële olie bevatten, alsmede een stervormige bloem en een vrucht in de vorm van een ronde blauwzwarte bes met daarin een aantal zaden. Over het aantal soorten binnen het genus lopen de meningen onder deskundigen nogal uiteen. Bij echte mirten bevinden zich een centrale middenrib en een grote nerf net binnen en evenwijdig aan de bladmarge.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 102 genera en bijna 2500 soorten kruiden, struiken, bomen en klimplanten, waarvan vele door mensen worden gebruikt voor voedsel en medicijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Licht ontvlambare stof, in 1943 ontwikkeld voor militaire doeleinden, bestaande uit benzine die met nafteen en palmitinezuur is ingedikt tot een gel; wordt vooral gebruikt in vlammenwerpers en brandbommen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 1000 soorten groenblijvende en bladverliezende bomen en struiken in 7 of 8 genera, gekenmerkt door afwisselend geplaatste enkelvoudige en geveerde bladeren, eenslachtige bloemen in de vorm van katjes en vruchten in de vorm van noten in napjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aziatisch hout, ook wel nyatoh genoemd, uit Guttapercha bomen (genus palaquium beccarianum). Onder andere gebruikt in muziekinstrumenten, soms als vervanger van mahonyhout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor materialen die worden verkregen uit de afscheiding van bepaalde bomen of struiken. Natuurlijke harsen zijn aromatische koolwaterstoffen die doorgaans oplosbaar zijn in alcohol of terpentijn en niet in water.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bomen en struiken met 114 soorten die voorkomen in de tropische gebieden van Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Nederzettingen en landschappen bevat descriptoren voor de grootste elementen van een cultuurlandschap, ongeacht of ze van betrekkelijk geconcentreerde aard zijn (bijvoorbeeld 'retirement communities') of een groot gebied omvatten (bijvoorbeeld 'hoofdsteden'). Nederzettingen worden gedefinieerd als alle plaatsen of gebieden, ongeacht de grootte, die bewoond worden of aangepast zijn door groepen mensen, en die voldoende sociale voorzieningen hebben om betrekkelijk onafhankelijk te zijn. Verder bevat deze hiërarchie descriptoren voor hoofdtypen van natuur- en cultuurlandschappen en hun componenten die de breedste omgevingscontext voor bouwwerken bieden. De natuurlandschappen zijn in deze hiërarchie ondergebracht omdat de AAT geen nadruk wilde leggen op de verschillen tussen natuurlijke omgeving en cultuurlandschap. Het aanbrengen van een dergelijk onderscheid stuit vaak op problemen omdat (a) er geen continuïteit bestaat tussen deze twee, (b) de natuurlijke omgeving grotendeels door mensenhand is beïnvloed en daardoor de eigenschappen van een cultureel artefact heeft gekregen, en (c) het cultuurlandschap vaak op allerlei schaalniveaus als ecologisch systeem fungeert. Relatie met andere hiërarchieën: overheidsinstanties (bijvoorbeeld 'landen' en 'provincies') zijn ondergebracht in de hiërarchie Organisaties. Bijvoeglijke bepalingen bij of samenstellingen met sommige nederzettingen (bijvoorbeeld 'radiaalkaart') maken deel uit van de hiërarchie Abstracte Begrippen. Descriptoren die verwijzen naar afzonderlijke planten en bomen zijn ondergebracht in de hiërarchie Materialen (bijvoorbeeld 'bamboe' of 'grenenhout'), terwijl descriptoren voor algemene vegetatie (zoals 'oerwouden' of 'struiken') hier te vinden zijn. Descriptoren voor infrastructurele voorzieningen, netwerken van gebouwen, andere structuren en uitrustingen die fysiek geordende entiteiten binnen nederzettingen en landschappen vormen (bijvoorbeeld 'busvervoersystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Objectgroepen en systemen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bomen met ongeveer 70 soorten uit de hennepfamilie (Cannabaceae) die inheems zijn in gematigde en tropische streken op het noordelijk halfrond. Gewaardeerd om hun hout en als sierbomen. Voorheen ondergebracht in de iepenfamilie. In sommige classificaties vormt Celtis zijn eigen familie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie met één bestaand genus van 35 soorten bomen en struiken die inheems zijn op het zuidelijk halfrond. Voorheen beschouwde men ze als leden van de familie Fagaceae, maar genetisch onderzoek heeft uitgewezen dat ze van de soorten uit die familie verschillen. Daarom zijn ze tegenwoordig ondergebracht in de familie der Nothofagaceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 35 soorten bomen en struiken, inheems in onder meer Zuid-Amerika en Australazië op het zuidelijk halfrond. Ook zijn er fossiele exemplaren aangetroffen in Antarctica. Vroeger deelde men deze soorten in bij de familie Fagaceae, maar genetische tests hebben aangetoond dat ze verschillen van deze familie. Inmiddels behoren ze tot een eigen familie, de Nothofagaceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 7 tot 11 soorten bomen die inheems zijn in Noord-Amerika en Azië. Wordt gewaardeerd door bijenhouders. De geproduceerde honing is licht en heeft een milde smaak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van een van tientallen soorten pijnbomen, in het bijzonder de pijnbomen met voornamelijk harsachtig hout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 200 soorten groenblijvende bomen en struiken die voornamelijk voorkomen in tropische en subtropische gebieden in Zuid- en Midden-Amerika, de Caraïben en Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van acht genera bomen en struiken met grote geurige bladeren en bloemen die gewoonlijk in de vorm van katjes zijn gerangschikt. De bomen zijn windbestuivers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 40 soorten kleine bomen en struiken die eetbare steenvruchten produceren en inheems zijn in warme gematigde en tropische gebieden in Zuid-Europa, Afrika, Zuid-Azië en Australazië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 24 bestaande genera en ongeveer 600 soorten mesofytische struiken, bomen en klimplanten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Constructie waardoor ontplofbare stoffen in een granaat of bom op het gewenste ogenblik tot ontploffing kan gebracht worden. Het mechanisme kan chemisch, mechanisch of elektrisch in gang gestoken worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In algemene zin verwijst deze term naar diverse schilderstijlen uit Oost-India die een langdurige periode omvatten. Vaak wordt er specifiek mee verwezen naar een Indiase schilderstijl die hoofdzakelijk beperkt bleef tot de boeddhistische kloosters van Bihar, Bengalen en Orissa, in de 11de en 12de eeuw. Er is een groot aantal palmbladmanuscripten met miniaturen bewaard gebleven; de vaakst gedecoreerde tekst is de 'Astasahasrika Prajnaparamita' ('Vervolmaking van de wijsheid in 8000 delen'). Er wordt meestal een frontaal aanzicht gekozen, en afgezien van een paar bomen is de achtergrond doorgaans leeg. Vanwege het kleine formaat (nooit groter dan 80x80 mm) is de iconografie niet complex; meestal is de afbeelding een conventioneel icoon van boeddhistische goden en godinnen, met een gering verhalend element. De stijl van de nog resterende manuscripten is verwant met de Palastijl. De kloosters zelf werden vermoedelijk voorzien van fresco's en gedecoreerd met vaandelschilderingen, die niet bewaard zijn gebleven. Na de islamitische invasie en de verwoesting van de boeddhistische centra in Oost-India in de 13de eeuw raakte de stijl in verval.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Intelligente en sociale hominide, de grootste levende primaat. Ze hebben een grote kop, brede borst, lange armen, een platte neus met grote neusgaten en een zwarte vacht. Volwassen mannetjes hebben een zilverkleurig ���zadel' op de rug. Vergeleken met de westelijke gorilla is de oostelijke gorilla groter en donkerder van kleur, heeft geen overhangende punt op de neus, heeft een robuuster lichaam en leeft minder in bomen en in grotere familiegroepen (van soms wel 40 individuen). In sommige classificaties beschouwt men de oostelijke en westelijke gorilla als één enkele soort.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plataan afkomstig uit het gebied dat zich uitstrekt van Zuidoost-Europa tot India. De bomen staan erom bekend dat ze lang leven en hebben een grote kroon. Van oudsher wordt de boom ook in andere gebieden gekweekt. De boom kan 30 meter hoog worden en heeft enorme, vaak plompe stammen die soms wel een omtrek van 10 m (en een diameter van 3 m) hebben. De stekelige ronde vruchten hangen in trosjes van twee tot zes stuks.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Trapbomen met aan de bovenrand inkepingen of ander snijwerk in de vorm van de treden, zodat de aantreden en de optreden ondersteund worden door de tredevormige rand en deze overlappen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Behuizingen om vorstgevoelige, (sub)tropische planten, bijv. sinaasappelbomen te laten overwinteren. Ze zijn op het zuiden gebouwd en hebben meestal ook een verwarmingsmogelijkheid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bloeiende planten met ongeveer 130 genera en circa 2500 soorten bomen, struiken en lianen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boom die hard en fijn gestructureerd hout produceert en voorkomt op zanderige gebieden in het midden en zuiden van de Verenigde Staten. De soort is taai en rotbestendig. Van de bomen maakt men palen voor omheiningen. Het hout wordt ook gebruikt voor grove constructies en als brandstof voor barbecues.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van twee of drie geslachten van bomen en struiken. In sommige classificaties zitten de leden van de Hippocastanaceae samen met leden van de Aceraceae in de uitgebreide familie Sapindaceae vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor donker sierhout van diverse bomen uit het tropische deel van Amerika, voornamelijk van het genus Jacaranda, de soorten Dalbergia nigra (Braziliaans palissanderhout) of het genus Peltogyne.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De zondag voor Pasen waarmee de Goede Week begint, tevens de zesde en laatste zondag van de vastentijd. Er worden palmtakken gezegend en meegedragen in een processie die Jezus' triomfantelijke intocht in Jeruzalem in de laatste week van zijn leven symboliseert. De processie in Jeruzalem dateert uit de 4de eeuw. In de middeleeuwen ging de processie van kerk tot kerk. Palmtakken, die door mensen over de hele wereld worden gebruikt als tekens van vreugde en overwinning, zijn ook symbolen van de overwinning van het christendom en worden vaak geassocieerd met christelijke martelaren. Waar geen palmen beschikbaar zijn, worden takken van de olijf, de vlier, de spar of andere bomen gebruikt. Soms worden de palmtakken in andere vormen gebogen, waaronder die van het kruis. Tijdens de ceremonie op Palmzondag wordt soms het passieverhaal uit een van de evangeliën gezongen en daarom wordt deze dag ook wel Passiezondag genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar amforen, gevuld met olijfolie van de heilige bomen van Athene, die op de Panatheense spelen als prijzen werden uitgereikt. Dit waren halsamforen met een grote, brede romp, scherp toelopend naar beneden en met een naar verhouding dunne hals. De versiering bestond doorgaans uit afbeeldingen van Athene op de ene kant en de wedstrijd waarbij de prijs werd gewonnen op de andere kant, uitgevoerd in de zwartfigurige techniek.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie die 44 genera en circa 760 soorten overwegend kruidachtige planten omvat. Tot de familie behoren echter ook enkele houtachtige heesters en een genus van kleine tropische bomen. Alle soorten in de familie hebben tweeslachtige, regelmatige, schotelvormige bloemen met één hoofdstamper (vrouwelijke structuur) en diverse meeldraden (mannelijke delen). De knoppen en bloemen zijn doorgaans groot en vaak knikkend.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tapijten die ontwerpelementen bevatten uit Memluk-tapijten, zoals kleine bomen en plantenrijen en uit Turkse tapijten, zoals een groot medaillon in het midden dat wordt omgeven door vier kleinere medaillons. Ze worden, net als Memluk tapijten, asymmetrisch geknoopt maar gebruiken daarentegen wol dat een Z-vorm in plaats van een S-vorm heeft en drie keer zo dik is; ook zijn ze roodgeverfd met meekrap in plaats van met schellak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zeer hoge waaierpalm die inheems is in Zuidoost-Azië en op de Filippijnen. De palm wordt gekweekt in het gebied dat zich uitstrekt van Zuidoost-Azië tot Zuid-China. Het is een van de hoogste palmen ter wereld. Sommige exemplaren worden 25 meter hoog en hebben een stam van 1,3 meter dik. Soms zijn de bomen al 75 jaar oud voordat ze voor de eerste keer bloeien en vrucht dragen, waarna ze sterven. De boom heeft grote gelobde bladeren die 5 meter in doorsnee kunnen worden. Men gebruikt ze voor het maken van waaiers en paraplu's en om daken te bedekken. Van de bladeren maakte men vroeger ook manuscripten die met ijzeren graveernaalden werden beschreven. Jonge stengels gebruikt men om mee te weven. Het sap tapt men af om palmwijn te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van hardhoutbomen die in het regenwoud voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van één bestaande soort kleine bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote vruchtdragende boomsoort die waarschijnlijk uit Europa afkomstig is en al lang voor de christelijke jaartelling werd gekweekt. Sinds de oudheid zijn er alleen al in Europa duizenden variëteiten gekweekt en benoemd. De boom wordt gekweekt door oculeren of enten op een wortelstok. De meest gebruikte wortelstok in Europa is de kwee. Deze levert een kleine boom op die op jongere leeftijd tot bloei komt dan de meeste bomen met peerwortels. De gewone peer werd in de Nieuwe Wereld direct na het stichten van de kolonies ingevoerd door de Britten en andere Europeanen. Spaanse missionarissen brachten de vrucht al snel naar Mexico en Californië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor kleine tot middelgrote vaartuigen die zijn gebouwd op een bodem van boomstammen, hetzij als een soort vergrote boomstamkano hetzij, alhoewel minder vaak, als vaartuig gemaakt van aan elkaar bevestigde boomstammen. Ze hebben meestal een open ruim in het midden en worden zeilend, roeiend of bomend voortbewogen; komen veel voor in het zuidwesten van de Verenigde Staten en Zuid- en Midden-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor hout van verschillende Braziliaanse bomen van de geslachten Aspidosperma of Paratecoma. De rode of roze peroba produceert roze hardhout, terwijl het hout van de witte peroba bleek olijfkleurig tot donkerbruin van kleur is. Het hout heeft een rechte nerf en een fijne gelijkmatige structuur. Het is zeer goed bestand tegen insecten, schimmels en zuren. Perobahout wordt gebruikt voor meubels, vloeren, lambrisering, fineer en beeldsnijwerken. Alle soorten zijn duurzaam en fijnkorrelig, en worden gebruikt voor hoogwaardige meubels, kasten, vloeren en beeldsnijwerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van groenblijvende bomen en struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 35 soorten naaldachtige groenblijvende bomen uit de familie Pinaceae, orde Pinales, die voorkomen in noordelijke en Arctische gebieden. Volgroeide bomen kunnen 20-60 meter hoog worden. Ze zijn te onderscheiden van vergelijkbare geslachten door de spiraalvormige takken, de conische vorm met naaldachtige bladeren die in een spiraalpatroon afzonderlijk zijn bevestigd aan de takken en het feit dat de takken ruw zijn in plaats van glad. Omdat de naalden gedurende de gehele levensduur van de boom uitvallen, geven de bladkussentjes waar de naalden aan waren bevestigd de takken een blijvend ruw uiterlijk. Het genus bestaat uit ongeveer 40 soorten groenblijvende sier- en productiebomen, inheems in de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het zijn piramidevormige bomen met spiraalvormige takken en een dunne schilferige schors.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gespecialiseerde arboreta waarin uitsluitend of hoofdzakelijk naaldbomen zijn aangeplant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klasse van coniferen uit het Late Carboon tot heden, bestaande uit zes levende families, met 62 genera en 515 soorten. Hiertoe behoren hoofdzakelijk bomen, met schubachtige, naaldachtige of platte en mesvormige bladeren en compact hout. De zaden bevinden zich op het bovenste oppervlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dennensoort met een aantal ondersoorten. Groenblijvende struik of boom die inheems is in het westen van Noord-Amerika. De naam ���contorta' verwijst naar de gedraaide vormen van sommige bomen die aan de kust voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dennenboom die inheems is in het zuidoosten van Noord-Amerika. De bomen kunnen diverse vormen hebben en 30 meter hoog worden. P. echinata produceert zacht lichtgeel hout dat makkelijk te bewerken is en dat men voornamelijk gebruikt voor deuren, kozijnen, interieurversiering, speelgoed en afbouwmateriaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Den die inheems is in het zuiden en oosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van Texas tot Florida en Delaware. De boom kan 30 tot 35 meter hoog worden. Gewoonlijk vallen de naalden slechts eens in de twee jaar af, waardoor de soort een groenblijvend karakter heeft. Het woord ���loblolly' in de Engelse naam betekent ���moeras', maar de bomen groeien ook in andere habitats.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 9 soorten sterk geurende bomen en heesters die overwegend inheems zijn in Europa en Azië. Eén soort komt voor in het zuidwesten van Noord-Amerika en een andere soort op de Canarische Eilanden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine soort van tweehuizige groenblijvende heesters of kleine bomen die inheems is in het Middellandse Zeegebied en die vier m hoog kan worden. Wordt gekweekt om zijn welriekende hars.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van een van de verschillende naaldbomen waaruit pijnhars of terpentijn kan worden verkregen en dat zeer harsachtig hout oplevert.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene benaming die verwijst naar een van de diverse kegeldragende bomen waaruit pek en terpentijn kunnen worden verkregen en die sterk harshoudend hout produceren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 10 soorten. Het is het enige genus van de familie Platanaceae. Deze grote bomen zijn inheems in Noord-Amerika, Oost-Europa en Azië. Ze hebben een schilferende schors, grote afvallende, gewoonlijk gevingerde en gelobde bladeren, en bolvormige bloem- en zaadknoppen. Op de bomen groeien bloemen van beide geslachten, maar in verschillende trossen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van één genus van bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 16 families met ten minste ongeveer 300 soorten, waaronder de mens, mensapen, apen, lemuren en verwante soorten. Gewoonlijk hebben ze relatief ronde schedels, platte gezichten, korte kaken en neuzen, naar voren gerichte ogen en een opponeerbare vinger aan de handen en een opponeerbare teen aan de voeten (behalve bij mensen). De meeste soorten zijn afstammelingen van behendige boombewoners. Dit blijkt uit de kenmerken van de schedel, de tanden en de ledematen. Diverse soorten, zoals Homo sapiens, leven niet meer in bomen, maar hebben nog steeds veel van deze kenmerken. De hersenen van primaten hebben een unieke kloof, de fissura calcarina, tussen de primaire en secundaire visuele gebieden aan beide zijden van de hersenen. En alleen primaten hebben platte nagels en geen klauwen en hoeven, zoals andere zoogdieren. De meeste moderne primaten leven in de tropen of subtropen, maar enkele soorten komen ook voor in gematigde gebieden. De eerste primaten verschenen in het Vroeg-Eoceen (54,8 miljoen tot 49 miljoen jaar geleden) of misschien het Laat-Paleoceen (57,9 miljoen tot 54,8 miljoen jaar geleden).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van zoogdieren met drie tot zeven soorten (afhankelijk van de classificatie). De dieren komen voor in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Het zijn nachtdieren en omnivoren. Ze leven in bomen, zijn intelligent en hebben een dikke staart met ringen en een donker masker rond de ogen. De duimen zijn niet opponeerbaar, maar zodanig geplaatst dat de dieren kleine dingen kunnen grijpen en hanteren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Clade van houtige planten die tussen die van varens en gymnospermen (naaktzadige planten) inzit en het genus Archaeopteris uit het Devoon omvat. Zoals bij de echte gymnospermen was er bij hen gewoonlijk sprake van secundaire groei van hun vaatweefsel (dat wil zeggen, ze produceerden hout) en sommige soorten waren grote bomen. In tegenstelling tot echte gymnospermen produceerden ze evenwel geen zaadjes maar sporen, net als varens. Men erkent twee grote groepen progymnospermen: de Archaeopteridales en Aneurophytales. Een derde groep, de Protopityales, worden soms erkend, maar is slecht bekend, waardoor de relatie met andere planten onduidelijk is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor openbare openluchtterreinen, paden of plaza's, vaak omzoomd met bomen, struiken of winkels, alleen bedoeld voor voetgangers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 45 soorten doornachtige, diepgewortelde bomen en struiken uit subtropische en tropische gebieden in Zuid-Amerika, Afrika, West-Azië en Zuid-Azië. Ze vormen uitgestrekte bossen in gebieden van Zuid-Amerika tot het zuidwesten van de Verenigde Staten. Er komen twee rassen voor: een laag ras (de mesquiteboom) en een ras dat vaak uitgroeit tot bomen met een hoogte van 15 meter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van meer dan 70 genera en ongeveer 650 soorten groenblijvende of bladverliezende bomen, struiken en houtachtige wijnstokken die voornamelijk inheems zijn in tropische en subtropische streken in de wereld, maar er komen ook een paar soorten voor in gematigde gebieden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Steenvrucht van verschillende bomen van het geslacht Prunus. De pruim heeft meestal een rode, paarse of gele schil en een poederachtige bloesem als hij rijp is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van meer dan 400 soorten bloeiende struiken en bomen, waaronder de amandelboom, perzikboom, pruimenboom, kersenboom en abrikozenboom. In sommige classificaties zijn perzikbomen, amandelbomen en bloeiende amandelbomen (Prunus japonica) in het aparte genus Amygdalus opgenomen. Een recent DNA-onderzoek heeft echter uitgewezen dat Prunus monofyletisch is en afkomstig is van één Europees-Aziatische voorouder. De oudste fossielen van soorten uit Prunus zijn gevonden in The Princeton Chert in de Canadese provincie British Columbia en dateren uit het midden van het eoceen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 6 soorten kegeldragende groenblijvende productiebomen die inheems zijn in het westen van Noord-Amerika en in Oost-Azië. De bomen worden gekenmerkt door lange, platte, spiraalvormig gerangschikte naalden die rechtstreeks uit de tak ontspringen. Iedere geelgroene of blauwgroene naald heeft een korte steel aan de basis en een gegroefd bovenoppervlak. De winterknoppen zijn bruin, glanzend en puntig van vorm. Als enige conifeer heeft de Douglasspar drielobbige bracteeën die tussen de schubben uitsteken. De kegels hangen omlaag en steken dus niet omhoog zoals bij echte sparren. De kegels rijpen in één jaargetijde en behouden hun schubben wanneer ze afvallen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 25 middelgrote tot grote boomsoorten die inheems zijn in de tropische gebieden van Midden- en Zuid-Amerika. De bomen zijn waardevol vanwege het harde hout dat bij blootstelling aan ultraviolet licht donker paarsachtig bruin wordt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eikensoort die inheems is in de gebieden aan de westkust van Noord-Amerika, van Californië tot Neder-Californië. Meestal heesterachtig, maar kan 20 meter hoog worden. Kenmerkend zijn de hulstachtige bladeren. De bomen kunnen 250 jaar oud worden. Vroeger gebruikte men het harde hout van de boom in de scheepsbouw, maar nu wordt deze soort vooral gebruikt als sierboom en voor de schaduw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eik met brede kroon die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van het Midden-Westen tot diep in het zuiden van de VS en tot de oostelijke rand van de Great Plains. In het vrije veld kan de boom 18 meter hoog worden en 24 meter breed. De boom heeft vaak lange en dikke lage takken en groeit bij voorkeur op vochtige, diepe, vruchtbare en alkalische aarde met een goede afwatering, maar ook vaak in de buurt van heuveltoppen of hoger gelegen gebieden met een droge grond die klei bevat of vruchtbaar, zanderig of rotsachtig is. De boom verdraagt ook neutrale tot zure grond en gedijt in de volle tot gedeeltelijke zon (jonge bomen kunnen ook goed tegen schaduw).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groenblijvende boom die inheems is op Cuba en in het gebied dat zich uitstrekt van het zuidoosten van de Verenigde Staten tot in Mexico. De boom heeft een ruwe roodbruine schors en wordt vijftien meter hoog. Gewaardeerd om zijn harde, duurzame hout. Vroeger gebruikte men het in de scheepsbouw. Tegenwoordig plant men de bomen vooral vanwege de schaduw. De soort is makkelijk te kruisen, waardoor soms verwarring is ontstaan over variëteiten en bepaalde volksnamen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor lichte boten met weinig diepgang die rond het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw werden gebruikt om door het moeras te bomen bij het jagen op verschillende rallen. Ze hebben meestal een platte bodem, zijn zowel dwarsscheeps als langsscheeps beplankt en zijn aan voor- en achterzijde gelijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 7 families, 199 genera en 4445 soorten bloeiende planten. De leden van deze orde zijn eenjarige of overblijvende kruiden of kruidachtige of houtachtige klimplanten, struiken en in enkele gevallen bomen. Ranunculales maakt deel uit van een groep families en ordes die men informeel ���basale eudicots' noemt. Een van de belangrijkste kenmerken die deze families en andere eudicots onderscheiden van de monocotyledonen (soorten met één kiemblaadje in hun zaadjes) en basale angiospermen, zijn de pollen, die doorgaans drie openingen (colpi) hebben in plaats van één. Daarnaast bevatten ze geen etherische oliën, in tegenstelling tot veel ordes van basale bloeiende planten. Bij planten uit Ranunculales lijken de bloemblaadjes te zijn geëvolueerd uit staminodia (steriele meeldraden) en niet uit bracteeën (schutbladen), en bij de meeste leden van deze orde zijn de vruchtbladeren niet met elkaar vergroeid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer twintig soorten palmbomen die voornamelijk inheems zijn in Afrika. Eén soort is inheems in Zuid- en Midden-Amerika. Opvallend zijn de samengestelde veervormige bladeren, de langste in het plantenrijk (sommige worden 25 meter lang).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote, winterharde populier die inheems is in koude gematigde streken in Azië en Europa, inclusief de Britse eilanden. Bij jonge bomen is de schors lichtgroengrijs en glad met donkergrijze ruitvormige lenticellen. De schors is donkerder bij oude bomen en vertoont dan meer barsten. Net als bij andere populieren gaan de bladeren zeer makkelijk ritselen, vandaar de naam van de boom. De bladeren hebben een onaangename smaak, waardoor damherten ze niet graag eten. Het hout heeft grote, gelijkmatig verdeelde poriën die zorgen voor een zachte, vezelige structuur, waardoor het maar op een beperkt aantal manieren kan worden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van verschillende bomen, meestal pijnbomen of andere naaldbomen, met een roodachtige schors of hout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat circa 100 soorten heesters en bomen omvat die voorkomen in de gematigde temperatuurzones van het noordelijk halfrond. De schors heeft een donkere kleur en is vaak voorzien van stekels, en de bladeren zijn donkergroen en ovaal. Veel soorten hebben een schors waaruit een gele kleurstof wordt gewonnen, terwijl de kleine zwarte vruchten als laxeermiddel worden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar over het algemeen ontoegankelijke tropische wouden, dichtbegroeid met een wirwar van grassen, klimplanten, struiken en bomen

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geslacht van ongeveer 20 soorten bomen en struiken, die alle voorkomen in het oosten van Noord-Amerika en Mexico. Ze worden 4 tot 25 meter hoog. Sommige Robinia-soorten worden door larven van motten en vlinders gebruikt als voedsel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene naam voor een groot aantal bomen, gewoonlijk dennen of andere coniferen met een roodachtige schors of roodachtig hout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor hout van een van de vele soorten naaldbomen, waaronder de grove den, fraserspar, douglasspar, rode spar (zilvertopspar) en zilverspar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van een van de verschillende soorten cypressen, naaldbomen of ceders die roodachtig hout hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van een van de verschillende pijnbomen uit het zuiden van de Verenigde Staten, met loof met een geur die lijkt op het kruid rozemarijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kostbaar edelhout van tropische bomen; donkerrood of paarsachtig van kleur, met zwarte aftekeningen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Product dat wordt gewonnen door het verwerken van het melkachtige sap van verschillende tropische bomen en andere planten, 'caoutchouc' genaamd. Geproduceerd in verschillende maten van hardheid en gewaardeerd om de elastische eigenschappen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een voornamelijk in kunstnijverheid en interieurontwerp gehanteerde algemene stijl die wordt gekenmerkt door het gebruik van landelijke motieven en thema's, voornamelijk door het gebruik van houten en metalen meubels waarvan de belangrijkste componenten zo zijn uitgesneden en versierd dat ze lijken op de takken van bomen. De stijl ontstond halverwege de 18e eeuw en viel samen met de idealisering van de natuur en een eenvoudige levensstijl. De stijl was vooral populair in Zwitserland, Duitsland, Oostenrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de 18de en 19de eeuwse Europese en Amerikaanse architectuur en meubelkunst waarbij grof gehakte houtblokken of delen van bomen in de ontwerpen of decoratie worden nagebootst. De stijl is vooral zichtbaar in het 18de eeuwse Engelse tuinmeubilair en in weelderige openluchtconstructies zoals hermitages en grotbouwwerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitwijkplaatsen aan autowegen die worden gebruikt als openbare pauzeplaatsen, en vaak zijn voorzien van bomen voor schaduw of wachthuisjes, toiletten, picknicktafels en vuilnisbakken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van houtige bloeiende planten, voorkomend als bomen of heesters. Meestal betreft het wortelparasieten die zich voeden door fotosynthese, terwijl ze water en anorganische voedingstoffen aan de wortels van andere soorten onttrekken. Diverse soorten, met name S. album, produceren sterk geurend hout, dat gebruikt wordt als geurstof en voor parfums, en als kruidengeneesmiddel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 36 genera en meer dan 400 soorten halfparasitaire struiken, kruiden en bomen die voorkomen in tropische en gematigde streken. In moderne classificaties is de voormalige familie Viscaceae (maretakken) in Santalaceae opgenomen, die vroeger als aparte familie werd beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Langlevende, houtige, bloeiende plantensoort, de meest bekende bron van sandelhout. Deze soort wordt al lange tijd gewaardeerd, geoogst en gekweekt om zijn welriekende hout en geneeskrachtige eigenschappen van de etherische olie. Momenteel dreigt de wilde populatie uit te sterven. Er bestaan nog maar zeer weinig grote bomen, dus wordt de soort op dit moment nauwelijks gebruikt voor fijne houtbewerking. Het duurt veertig jaar voordat nieuwe bomen kunnen worden gekapt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten, waaronder citrusbomen, esdoorns, de paardenkastanje, lychee, ramboetanboom, mangoboom, acajouboom, wierookboom, mirreboom, mahonieboom en neemboom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van grote tropische en groenblijvende bomen en struiken met 53 genera en ongeveer 1100 soorten. Het is echter moeilijk om de geslachtsgrenzen van deze familie aan te geven, en die veranderen daardoor nogal eens.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van drie soorten bladverliezende bomen en struiken. Twee soorten komen voor in Azië (S. tzumu en S. randaiense) en één in het oosten van Noord-Amerika (S. albidum). Er is ook één uitgestorven soort. Ze zijn commercieel interessant vanwege hun geurige olie, die men gebruikt in parfum, limonade en thee. Het zachte, lichte hout wordt gebruikt als timmerhout. Uit het hout wint men een kleurstof voor textiel die rozebruin tot grijs is en een goede kleurvastheid heeft.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Deze boomsoort groeit op de zandgronden in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van Maine, Ontario en Iowa in het noorden tot Texas en Florida in het zuiden. Gewoonlijk zijn het kleine bomen of struiken, maar soms worden ze wel 20 meter hoog. Deze soort heeft een gerimpelde schors, heldergroene twijgen en kleine trosjes gele bloemen. De vrucht is een donkerblauwe bes. De boom gebruikt men om timmerhout te maken. Uit de schors van de wortel wint men etherische olie die men gebruikt voor parfums, limonade en thee. De bladeren en twijgen worden gegeten door witstaartherten, bosmarmotten, moeraskonijnen en Amerikaanse zwarte beren. De vruchten worden door veel vogels gegeten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Olie die wordt gewonnen uit de wortelschors van sassafrasbomen, inheems in Noord-Amerika en Azië. Sassafrasolie wordt gebruikt als geurstof in weefsels, als smaakstof en als ingrediënt van zeep en medicijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boomloze vlaktes; wordt voornamelijk gebruikt voor bepaalde gebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten; verwijst ook naar tropisch of subtropisch grasland met verspreide bomen en struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van tweezaadlobbige bloeiende planten met 16 families, 112 genera en bijna 2500 zeer diverse soorten die in de hele wereld voorkomen, onder meer heesters, bomen, rotstuinplanten, bekende siertuinplanten en struiken die bessen en kruisbessen produceren. De orde behoort tot de 'core eudicots' en hoewel de fylogenetische positie nog niet goed is vastgesteld, is de orde waarschijnlijk een zuster van de groep der rosiden in het APG II-systeem (Angiosperm Phylogeny Group II).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van zeventien soorten in één familie. Het zijn slanke dieren met een lange staart en een zachte grijze of bruine vacht. De soorten die op de grond leven zijn groter dan de soorten die in bomen leven en hebben grotere klauwen, waarmee ze insecten opgraven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van Zuid-Amerikaanse bomen. Van de meeste soorten kan hardhout worden gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Constructies of kamers, vaak onder de grond, die zijn versterkt om bominslagen te weerstaan en die gewoonlijk zijn voorzien van voedsel en andere eerste levensbehoeften. Bedoeld om te worden gebruikt door burgers of militair personeel tijdens vijandelijke bombardementen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene benaming voor een van de diverse Australaziatische en Amerikaanse bomen, overwegend pijnbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 195 soorten regenwoudbomen die inheems zijn in het zuidoosten van Azië, in het gebied dat zich uitstrekt van het Noord-India tot Maleisië, Indonesië en de Filippijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tak van de tuinbouw die zich bezighoudt met het kweken van sierbomen en -struiken, bloemen en andere planten, vooral om het landschap aantrekkelijker te maken en niet met het oog op het verbouwen van groente enz.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote soort groenblijvende naaldboom die inheems is aan de westkust van Noord-Amerika. Hij kan 70 meter hoog worden en meer dan 700 jaar leven. Het is de grootste levende sparsoort en een van de grootste bomen ter wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Type mos dat algemeen wordt aangetroffen in het zuiden van de Verenigde Staten, en dat wordt gekenmerkt door pollen grijze sprieten op stammen en takken van bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van een van de vele soorten pijnbomen, sparren en hemlocksparren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kernhout van naaldbomen of andere harshoudende boomsoorten dat in lange spaanders of splinters wordt gehakt om te verbranden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene naam voor vele soorten dennenbomen, sparrenbomen en hemlocksparren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een bruin, kleverig, aromatisch hars dat wordt verkregen uit bomen van het genus Liquidambar, waaronder de L. orientalis uit Turkije. In het stoomdistillaat van storax wordt het witte vaste poeder polystyreen gevormd. Storaxhars wordt soms gebruikt voor het bevestigen van microscoopglaasjes. Gebruik 'benzoë' voor een bruine, aromatische hars die wordt verkregen uit het geslacht Styrax. Vroeger werden de harsen van zowel de Styrax als de Liquidambar 'storax' genoemd, maar inmiddels wordt 'storax' niet meer gebruikt voor hars van het geslacht Styrax.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van circa 120 soorten heesters of kleine bomen die inheems zijn in warm-gematigde en tropische gebieden van het noordelijk halfrond, in het oosten en zuidoosten van Azië en in Zuid-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 100 soorten neotropische bomen die inheems zijn in Zuid- en Midden-Amerika en het zuiden van Noord-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De familie Taxodiaceae werd voorheen beschouwd als afzonderlijke plantenfamilie die uit tien genera van kegeldragende bomen bestond: Athrotaxis, Cryptomeria, Cunninghamia, Glyptostrobus, Metasequoia, Sciadopitys, Sequoia, Sequoiadendron, Taiwania en Taxodium. Op basis van genetisch onderzoek wordt nu echter algemeen erkend dat alle genera met uitzondering van Sciadopitys feitelijk tot de familie Cupressaceae behoren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 8 soorten kleine naaldbomen of struiken uit de familie Taxaceae, die zijn verspreid over het hele noordelijk halfrond. Het zijn relatief langzaam groeiende, langlevende planten die 1 tot 40 meter hoog kunnen worden en waarvan de stam een diameter heeft van maximaal 4 meter. Taxussen hebben een warm donkergroen blad met rechtopstaande of uitspreidende, bedekt met afgeplatte, lineaire bladeren. Ook andere bomen worden taxus genoemd maar zijn geen echte taxussen van dit geslacht, waaronder de Cephalotaxus harringtonia, de Saxegothaea conspicua en de Torreya taxifolia.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van drie soorten tropische hardhoutbomen die inheems zijn in Zuid- en Zuidoost-Azië, met name in India, Pakistan, Bangladesh, Myanmar (Birma), Indonesië en Thailand. Gewoonlijk vindt men ze in moessonbossen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 200 soorten bomen. Sommige soorten zijn commercieel van belang voor de productie van gom, hars en looimiddelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een kleverig en stroperig geel sap dat wordt verkregen uit naaldbomen. De ruwe terpentijn bevat ongeveer 65% hars (vast residu) en 18% olie van terpentijn (vluchtig gedeelte). Terpentijn wordt gedistilleerd voor het produceren van vluchtige terpentijnolie, meestal afgekort tot 'terpentijn (olie)'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Massief hout van de soort Diospyros texana, die inheems is in Texas en Oklahoma in de Verenigde Staten en het noordoosten van Mexico. Het spinthout is geel, terwijl het kernhout in grote bomen ebbenhoutzwart is. Het wordt onder meer gebruikt voor meubilair en cliché's.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van een klein aantal soorten bomen die in de regenwouden van Afrika voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar hout gebruikt voor het bouwen van huizen, schepen of andere grote constructies. De term kan verwijzen naar staande bomen, naar bomen die zijn gekapt en tot blokken zijn verwerkt, of naar hout dat verder geschikt is gemaakt voor bouwkundige toepassingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van vijf soorten bomen uit de mahoniefamilie Meliaceae, die voorkomt van Afghanistan, zuidwaarts tot in India en oostwaarts tot in Noord-Korea, Papoea-Nieuw-Guinea en het oosten van Australië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van houtachtige bomen, heesters en wijnstokken die de olie urushiol produceren. Urushiol veroorzaakt huidirritatie en kan ernstige allergische reacties geven. Het wordt gebruikt voor de vervaardiging van lak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Trappen die zijn gemaakt met trapspillen op de hoeken, waaraan de uiteinden van de trapbomen zijn vastgezet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hellende balken die de treden ondersteunen of die extra steun geven tussen de trapbomen van een houten trap, meestal tussen de muur en de buitenste boom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stukken hout die uit een muur steken om draagstukken of trapbomen van een houten trap aan de boveneinden of bij overlopen te ondersteunen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 37 soorten in 1 familie. De vogels hebben zeer zachte veren en leven in bomen. Ze eten insecten en kleine vruchten en hebben zwakke poten. De eerste en tweede teen wijzen naar achteren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van grote, voornamelijk bladverliezende bomen die inheems zijn in het oosten van Azië, het oosten van Noord-Amerika en West-Indië. De bomen hebben grote bladeren die voor veel schaduw zorgen en een geschikte habitat vormen voor een groot aantal vogels en andere dieren. De Latijnse naam is afgeleid van de naam van de Catawba-indianen voor deze bomen (de tribale totem). De beschrijvende botanist nam de naam verkeerd over en maakte er ���Catalpa' van.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie bloeiende planten met ongeveer 120 genera en 650 tot 750 soorten, voornamelijk bomen en struiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Penseelbehandeling die in de Chinese schilderkunst wordt toegepast om de vormen en de tekening van bergen, rotsen, bomen en stenen - of de groeven en inkervingen daarin - aan te geven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Organisch rood pigment dat wordt gewonnen uit twee bomen uit tropisch Afrika: roodhout van de soort Pterocarpus of sandelhout van de soort Baphia nitidia. Wordt gebruikt als cosmetisch middel en als rode verf. Meestal wordt er een brij van gemaakt, waarna het wordt gedroogd en aangebracht in pigmentblokken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoge en snel groeiende Europese iep die voornamelijk in Engeland en Wales voorkomt. Voor de komst van de iepziekte was het een van de meest voorkomende loofbomen in Europa. De soort is waarschijnlijk afkomstig uit Italië of Turkije. Uit genetisch onderzoek in Spanje, Italië en Groot-Brittannië is gebleken dat alle exemplaren van deze soort genetisch identieke klonen zijn van één enkele boom, waarschijnlijk door de Romeinen naar de Britse eilanden meegenomen om wijnstokken te ondersteunen en te leiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Langzaam groeiende iep die inheems is in Noord-Amerika, van de Canadese provincies Ontario en Quebec tot de Amerikaanse staten Tennessee, Kansas en Minnesota. De bomen hebben hard en zwaar hout dat men voor diverse producten gebruikt. Op de twijgen ontwikkelen zich vaak kurkachtige ribbels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klemmen die bestaan uit twee gebogen armen met draaiende schoenen die met elkaar zijn verbonden met een systeem van hefbomen dat in werking wordt gesteld door een centrale staaf met schroefdraad met ook een ronde schoen; worden meestal gebruikt als hoekklemmen bij grote verstekramen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een natuurlijk voorkomend harsachtig exsudaat, gemaakt van het sap van de boom Rhus verniciflua of andere bomen uit de Anacardiaciae-familie die worden aangetroffen in het Verre Oosten. Urushi wordt toegepast in Japans en, in mindere mate, in Chinees lakwerk, evenals in Japanse prenten, de zogeheten 'urushi-e'. Urushi hardt uit door oxidatieve polymerisatie na blootstelling van dunne laklagen aan een hoge vochtigheidsgraad en een matige temperatuur. De term verwijst soms ook naar de objecten die met deze laksoort worden vervaardigd, en naar de laktechniek zelf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar verschillende aardewerkstijlen van het eiland Thera, gekenmerkt door vazen die zijn gevonden bij Akrotiri. De stijl varieerde door de tijden heen, met vroegere ontwerpen die strikt geometrisch en lineair waren, terwijl latere ontwerpen picturale en geometrische vormen combineerden. Typische onderwerpen zijn:Krokussen, leliën, papyrus, palmbomen, geiten, vissen, zwaluwen en dolfijnen. Ogenschijnlijk werden bepaalde patronen alleen op bepaalde vazen gebruikt, wellicht bij wijze van aanduiding voor de inhoud.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een natuurlijke rode verfstof die wordt geproduceerd door heetwaterextractie uit een van verschillende tropische bomen van het geslacht Caesalpinia. Brazielhout werd al in de 12e eeuw in Europa gebruikt om textiel te verven. De voornaamste kleurstof is brasiline, een hydroxyanthraquinone. De kleur is niet lichtecht en wordt vaal bij verhitting.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Militaire vliegtuigen die worden gebruikt om een vijand of mogelijke tegenstander met het oog of door middel van radar of fotografie te observeren; het kunnen speciaal ontworpen of aangepaste gevechtsvliegtuigen of bommenwerpers zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hardhout van de bomen en struiken van het genus Ficus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zeldzame primaat die op een eekhoorn lijkt, solitair is en in bomen leeft en op Madagaskar voorkomt. Het is een nachtdier en het enige levende lid van de familie Daubentoniidae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Dalbergia, inheems in Zuid-Amerika, voornamelijk Brazilië. Het spinthout is wit van kleur met duidelijk begrensd, veelkleurig kernhout. De kleuren variëren van violetbruin tot bijna zwart, met violetbruine, zwarte, zwartviolette of goudgele strepen. Vanwege het kleine formaat van de bomen zijn de toepassingen van het hout beperkt tot decoratief werk, zoals inlegsels en draaiwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Apparaten of constructies, vrijstaand dan wel aan bomen of gebouwen bevestigd, die zo zijn ontworpen dat wilde vogels er voedsel, zoals zaden, vet en suikerwater, uit kunnen halen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt in het algemeen gebruikt voor enkele van verschillende typen hefbomen die worden bediend met de voet en die worden gebruikt op geluidsapparaten voor verschillende doeleinden, zoals het wijzigen van de stemming van het instrument, het bedienen van een blaasbalg, het slaan tegen een trommelvel, het produceren van expressieve effecten, of functioneren als toetsen in een voetklavier.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De klasse van gewervelde dieren die gewoonlijk tweevoetig en warmbloedig zijn, eieren leggen met een harde schaal en een grote dooier, en vaak in bomen leven. Doorgaans hebben ze veren, holle botten, voorste ledematen die geschikt zijn om mee te vliegen (hoewel sommige vogelsoorten hun vermogen om te vliegen zijn kwijtgeraakt), achterste ledematen waarmee ze kunnen lopen en op takken kunnen zitten, een hart met vier kamers, scherpe ogen, een hoornen snavel zonder tanden en een grote gespierde maag. Vogels zijn geëvolueerd uit theropoden, een orde van vleesetende dinosauriërs.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vrucht (noten van steenvruchten) van een van de verschillende soorten walnotenbomen, met een tweelobbig zaad en een vlezige schil.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van achttien soorten in zes genera, waaronder die van de wasberen, coati's, kinkajoes, slankberen en katfretten. Het zijn omnivoren die in bomen klimmen, slecht ontwikkelde snijpremolaren hebben en nauw verwant zijn aan beren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 52 genera en ruim 900 soorten heesters en bomen met wereldwijde verspreiding, met name in tropische en warm-gematigde gebieden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine boom of grote struik die inheems is in Midden- en Zuid-Europa, West- en Centraal-Azië en Noordwest-Afrika. De boom produceert een kleine steenvrucht die lijkt op een kers met een dunne laag vruchtvlees. De pit gebruikt men voor het maken van parfums, kleurstoffen en smaakstoffen die doen denken aan bittere amandel. Het harde hout van de boom wordt gebruikt voor het maken van kleine objecten. In Afrika en Azië maakt men kralen van de vruchten. De boom gebruikt men ook als dwergonderstam waarop men takken van gekweekte kersenbomen ent die eetbare vruchten produceren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zeer grote loofbomen die inheems zijn in het noordwesten van Noord-Amerika. Elders plant men ze tegenwoordig als sierbomen. In sommige classificaties een ondersoort van Populus balsamifera. Het is de eerste boom waarvan het genoom volledig is gesequencet. Van de boom maakt men timmerhout, en extracten van de geurige knoppen gebruikt men in parfums, medicijnen en cosmetica. De indianen uit de noordelijke gebieden aan de westkust van Noord-Amerika gebruikten de binnenbast als voedsel en medicijn; de salicoside in de bast is een ontstekingsremmer waarmee men o.a. wonden kan verzorgen. Het hout, de wortels en de schors van de boom gebruikte men als brandhout en om kano's, touw, visfuiken, manden en bouwconstructies te maken. Het gomachtige sap werd als lijm gebruikt en om voorwerpen waterdicht te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote, intelligente en sociale hominide. Vergeleken met de oostelijke gorilla is de westelijke gorilla lichter van kleur, leeft meer in bomen, heeft een neus met een overhangende punt en heeft een slanker lichaam. Bovendien bestaat zijn voedsel voor een groter gedeelte uit vlezige vruchten en gewoonlijk zijn de familiegroepen kleiner.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plataan die inheems is in Noord-Amerika. De grootste worden meer dan 50 meter hoog. De gladde vruchtbolletjes hangen meestal alleen en blijven vaak aan de boom zitten als de bladeren zijn afgevallen. De soort is te onderscheiden van andere bomen door zijn schilferende schors. Door het afschilferen van onregelmatige stukken schors ontstaat er een rijk geschakeerd patroon groenwitte, grijze en bruine vlekken. Gebruik ���Acer Pseudoplatanus' voor de gewone esdoorn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bleek en zacht hout van een van de vele soorten Noord-Amerikaanse pijnbomen. De meeste zijn inheems in de oostelijke en centrale delen van het continent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van houtige struiken en bomen (en een paar overblijvende kruidachtigen) met 160 genera en 1700 soorten die overal ter wereld voorkomen, met name in warme gematigde en tropische gebieden. De meeste soorten vindt men in Afrika en Australië, vaak in halfdroge bosgebieden. Veel leden van deze familie zijn waardevol als sierstruiken en -bomen en vanwege hun eetbare vruchten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term die verwijst naar alle appelbomen die niet worden gekweekt voor de vruchten, met meestal een kleinere en zuurdere vrucht dan de gekweekte soort.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van bomen van de soort Ficus sycomorus, die inheems is in Afrika ten zuiden van de Sahel en ten noorden van de Steenbokskeerkring. Wordt gebruikt voor meubels en kisten. Gebruik 'sycomorenhout' voor hout van de boomsoort Acer pseudoplatanus en 'westerse plataan' voor hout van de plataansoort Platanus occidentalis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 55 genera en meer dan 1000 soorten bladverliezende of groenblijvende struiken en bomen. De soorten uit deze familie komen in de hele wereld voor, met name in de tropen, behalve in Nieuw-Zeeland. In Australië groeien maar een paar soorten. De classificatie is onderwerp van discussie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hekken, muren, of dichte beplantingen van de aanwezige bomen, meestal op open plekken ter bescherming tegen de wind.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de houthandel, een algemene term voor hout van vele soorten eiken die behoren tot een subgroep van eikenbomen, waaronder Q. alba en andere. Allen worden gekenmerkt door het hebben van eikels die in zes maanden rijpen, en die zoet of een beetje bitter smaken.en die een haarloze binnenkant van de schlil hebben.Bomen zijn inheems in Europa, Azië, Noord-Afrika, en Noord-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eikensoort die inheems is in het oosten van de Verenigde Staten. De bomen worden 45 meter hoog. De schilferige schors is lichtgrijs en heeft ondiepe kloven. De glanzende heldergroene bladeren zijn smal bij de steel en worden in de herfst wijnrood. Er zijn exemplaren gevonden die meer dan 600 jaar oud waren. Het is een belangrijke bron van timmerhout. Het sterke hout is lichtbruin en grofvezelig. Men gebruikt het onder meer voor deuren, ramen en vloeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat circa 2500 soorten eenjarige of overblijvende kruiden, houtachtige heesters of bomen omvat die een bijtend giftig melkachtig sap produceren. Het is een van de grootste genera van bloeiende planten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote familie van ongeveer 275 genera en ongeveer 7500 soorten bloeiende planten, waaronder kruiden, struiken en bomen en vetplanten die op cactussen lijken. Veel soorten zijn belangrijke voedselbronnen en andere zijn nuttig vanwege hun was en oliën en als grondstof voor medicijnen. Weer andere zijn gevaarlijk door hun giftige vruchten, bladeren of sap, of aantrekkelijk door hun kleurrijke bracteeën (bladachtige structuren net onder de bloementrosjes) en hun ongewone vormen. In de hele wereld, behalve in koude alpine of Arctische gebieden, komen soorten uit deze familie voor, maar men vindt ze voornamelijk in gematigde en tropische streken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 250 soorten bladverliezende en groenblijvende bomen en struiken die inheems zijn in warme gematigde en subtropische gebieden in de wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor hout van een van de verschillende soorten bomen of struiken met gestreept sierhout dat wordt gebruikt door meubelmakers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boomsoort die inheems is in het westen en zuidwesten van het Middellandse Zeegebied. In het gebied van oorsprong wordt de boom algemeen geteeld voor productiehout, en hij behoort dan ook tot de belangrijkste bomen voor de bosbouw in Frankrijk, Spanje en Portugal. Wordt ook als sierboom gebruikt en voor de vervaardiging van geneesmiddelen en terpentijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 135 genera en 1600 soorten bomen, struiken, lianen en kruidachtige klimplanten die voornamelijk voorkomen in de tropische gebieden van de wereld. Met name wijdverspreid in Amerika. De soorten uit deze familie vindt men overal in natte tropische en subtropische streken, tot in het noorden van Japan en het zuiden van Nieuw-Zeeland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klokken die zichzelf automatisch opwinden met een systeemvan hefbomen met gewichten of met elektromotortjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine kersenboom, inheems in een groot deel van Europa en Zuidwest-Azië, nauw verwant aan de wilde kers (P. avium) maar met een vrucht die zuurder is. Waarschijnlijk zijn gekweekte zure kersen geselecteerd uit wilde bomen die voorkwamen in de gebieden rond de Kaspische Zee en de Zwarte Zee. Ze waren populair in Perzië en in de vierde eeuw v.Chr. al bekend bij de oude Grieken. In de eerste eeuw n.Chr introduceerden de Romeinen ze in Groot-Brittannië. Daar werden ze vooral in de tijd van Hendrik VIII populair. In 1640 waren er 20 geregistreerde cultivars van de bomen. Engelse kolonisten die zich in Massachusetts vestigden namen de zure kers mee naar Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange bladverliezende walnootboomsoort die inheems is in het oosten en middenwesten van Noord-Amerika. De bomen produceren eetbare noten en sterk en duurzaam hout dat men gebruikt voor meubels en andere producten. Van de vliezen van de noten en de bladeren van de boom wordt een donkerbruine kleurstof gemaakt. Door de kern van de noot samen te persen kan men drogende olie winnen die wordt gebruikt voor schilderverf. Gemalen walnootschillen gebruikt men als vulstof in plastics. Waar het verspreidingsgebied van J. nigra dat van J. microcarpa (de Texaanse zwarte walnoot) overlapt, ontstaan er soms kruisingen met kenmerken tussen die van de twee soorten in.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mooie boom met een brede kruin die langzaam groeit en 25 meter hoog kan worden. De boom is inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Oost-Mexico en Midden-Amerika tot in Colombia. De zwarte zapote produceert eetbare vruchten die op tomaten lijken. Met verschillende delen van de boom maakt men medicijnen. De schors en bladeren worden vermalen en gebruikt voor cataplasma's tegen blaren. Het afkooksel van de bladeren gebruikt men als een adstringerend middel. Men neemt het ook in als koortswerend middel. Daarnaast maakt men met delen van de boom middelen tegen lepra, ringwormen en jeukende huidaandoeningen. Onrijpe zwarte vruchten zijn in hoge mate adstringerend, prikkelend, bijtend en bitter. Soms gebruikte men ze als vissengif. De zwarte zapote is niet verwant aan andere bomen die men ook ���zapote' noemt, zoals de mamey zapote (Sapotaceae) en de witte zapote (Rutaceae).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten, een gevarieerde groep van 22 genera en 285 soorten die voornamelijk voorkomen in woestijnachtige of zoute omgevingen in gematigde en tropische gebieden. De meeste soorten zijn struiken en kleine bomen, veelal harsachtig.