Associaties voor chien

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees ritueel vat van brons in de Oostelijke Zhoustijl, gebruikt voor water. Heeft de vorm van een lage ronde kookpot zonder poten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine, niet beglaasde dakkapellen die licht en ventilatie bieden aan een zolder of andere ruimte onder een schuin dak; werd vooral gebruikt in middeleeuwse gebouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oude Romeinse opvoeringen van spiegelgevechten te water.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van planten, waaronder de sukadeboom, citroenboom, limoenboom, sinaasappelboom, grapefruit, mandarijnboom, pompelmoes en vele andere soorten. De meeste produceren vlezige vruchten met een tamelijk dikke schil. Men denkt dat het genus oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië komt. Sinds de oudheid is men deze bomen in een steeds groter gebied gaan kweken. Het precieze aantal natuurlijke soorten is onduidelijk en hun classificatie is complex omdat veel soorten kruisingen zijn die door middel van klonering zijn gekweekt. Er is genetisch bewijs dat zelfs een aantal soorten die in het wild voorkomen oorspronkelijk kruisingen waren. Gekweekte citrusbomen stammen misschien af van niet meer dan vier oersoorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Decoratief papier dat meestal als schutblad wordt gebruikt in gedrukte of blanco boeken. Gemarmerd papier wordt vel voor vel gemaakt; het procedé begint met een bad of trog met vloeibare gom, waarin de kleuren voor het marmerpatroon op het oppervlak worden gesprenkeld. Vaak worden ook terpentijn en olie, of gal, gebruikt. Vervolgens worden de patronen aangebracht door met een kam door de oplossing te roeren, of een andere methode te gebruiken die tot het gewenste ontwerp leidt. Als er dan een vel papier in het bad wordt gelegd, hechten de kleuren in de oplossing zich aan het papier. Het papier wordt daarna te drogen gehangen. Doorgaans wordt aangenomen dat het procedé in de 16de eeuw in het Nabije Oosten is uitgevonden en zich daarna al snel naar Europa verspreidde. Inmiddels worden er tal van verschillende, door het ontwerp geïnspireerde benamingen gehanteerd voor de diverse gemarmerde papiertypen; wetenschappelijk onderzoek heeft evenwel langs indirecte weg uitgewezen dat deze namen willekeurig zijn en zelfs misschien verkeerd zijn gebruikt in de loop der jaren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Weefsels van geknoopte pool die rond de deur van een Turkmeense tent werden gehangen en misschien ook dienst deden als dierenval in Turkmeense huwelijksrituelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke periode van 923 tot 937. Het jadewerk, de wandschilderingen, de reliëfsculpturen en het zilverwerk welke in de graftombe van de voormalige Shu-heerser Wang Chien zijn aangetroffen, zijn goede voorbeelden van kunstnijverheid uit de Late Tang-periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een oud-Grieks vaatwerktype dat werd gebruikt bij bruiloften. Over het algemeen wordt gedacht dat het water bevatte voor het rituele bad dat de bruid, en misschien de bruidegom, voor de huwelijksvoltrekking nam. Een andere theorie luidt dat er voedsel voor het huwelijkspaar in werd bewaard; er kan ook sprake zijn geweest van begrafenisgebruik. Op dit type vaten staan vaak afbeeldingen van een huwelijksprocessie of van vrouwen die zich voorbereiden op de bruiloft.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een neolithische Chinese cultuur en periode tussen circa 3300 en 2250 v. Chr. De opvallendste Liangzhu-artefacten zijn rituele voorwerpen van jade; in graven zijn platte schijven van uiteenlopende grootte en gesegmenteerde holle zuilvormige objecten aangetroffen. De zuilvormige jadeobjecten hebben scherpe hoeken met afbeeldingen van menselijke vormen, de vroegste voorbeelden in dit deel van de wereld. In handleidingen voor rituelen van latere datum worden de objecten omschreven als 'bi' (de platte schijven) en 'cong' (de zuilvormige objecten) en wordt hun rol toegelicht bij de aanbidding van hemel en aarde, en als hiërarchische rangaanduiding; de jade had ongetwijfeld een betekenisdragende functie, maar de latere teksten zijn misschien niet relevant voor de neolithische context.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene benaming voor verschillende planten die niet met elkaar verwant zijn. De bekendste lotussen zijn de volgende. De Egyptische lotus is een witte waterlelie, Nymphaea lotus, of de blauwe lotus, N. caerulea. Bij de oude Egyptenaren waren deze planten een belangrijk motief op kunstvoorwerpen. Ook gebruikte men de planten tijdens ceremonies vanwege de slaapverwerkende en psychotrope eigenschappen. De lotus van de oude Grieken was de soort Ziziphus lotus uit de wegedoornfamilie (Rhamnaceae), een struik die inheems is in Zuid-Europa. De plant heeft grote vruchten met een meelachtige substantie waarmee men brood en gegiste dranken kan maken. In de oudheid waren de vruchten een voedingsmiddel voor arme mensen. Men geloofde dat de wijn die ervan werd gemaakt, zorgde voor een tevreden stemming en vergetelheid, zoals Homerus schreef. Dit is waarschijnlijk ook de lotus die wordt genoemd in het Bijbelboek Job, waarin een grote nijlpaardachtig wezen (Behemoth) wordt beschreven die onder een lotusboom ligt. Homerus beschrijft de lotus ook als een soort klaver of drieblad, een plant die door paarden werd gegeten, misschien Melilotus officinalis of een driebladsoort uit het geslacht Lotus. De heilige lotus van de hindoes was de waterlelie Nelumbo nucifera, een plant met witte, blauwe of roze bloemen. De lotusboom, die bij de Romeinen bekendstond als de Libische lotus, was waarschijnlijk de netelboom uit Zuid-Europa, Celtis australis, een lid van de iepenfamilie (Ulmaceae). Deze boom heeft vruchten die eruitzien als kleine kersen. Ze zijn eerst rood en daarna zwart als ze rijp zijn. De boom wordt genoemd door auteurs uit de oudheid vanwege zijn harde zwarte hout, waaruit men beelden, fluiten en andere objecten sneed.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een groep kunstenaars die in de conservatieve stijl van de Qing-dynastie schilderden. De stijl wordt belichaamd door de vier Wangs: Wang Shi-min (1592-1680), Wang Chien (1598-1677), Wang Hui (1632-1717) en Wang Yuan-qi (1642-1715). De stijl kenmerkt zich door landschapsschilderijen met een traditionele compositie, solide opgebouwde vormen met complexe details en delicaat penseelwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een oude religie uit het Midden-Oosten die nog voorkomt in Irak en Khuzistan (een provincie in het zuidwesten van Iran). Zij wordt meestal beschouwd als een gnostische sekte en is als zodanig de enige overgebleven vertegenwoordiger van het gnosticisme. Er zijn ongeveer 15.000 tot 20.000 mandeeërs. Het mandeïsme benadrukt, net als andere dualistische geloofssystemen, de verlossing van de ziel door esoterische kennis (gnosis). De spirituele ziel zal worden bevrijd van de materiële wereld door hun verlosser, Manda d'Hayye, maar de slechte archonten verhinderen de opstijging van de ziel. In het mandeïsme wordt Jezus beschouwd als een valse messias maar wordt Johannes de Doper vereerd omdat hij wonderbaarlijke genezingen heeft bewerkstelligd door middel van de doop. De mandeeërs ontwikkelden een uitgebreid cultusritueel, vooral voor de doop, die voor zover bekend bij geen enkele andere gnostische sekte voorkomt. De doop zuivert een mens van de zonde en kan vaak worden herhaald. De oorsprong van de religie is duister en blijft omstreden. Op basis van Babylonische elementen in mandeïsche magische teksten, het gebruik van de Iraanse kalender en de overname van verscheidene Iraanse woorden in de mandeïsche taal, menen sommige geleerden dat het mandeïsme in de pre- of vroegchristelijke tijd is ontstaan in het zuidwesten van Mesopotamië. Anderen denken aan een Syrisch-Palestijnse oorsprong op basis van de Haran Gawaita, een quasihistorisch mandeïstisch document dat verhaalt over de exodus van de nazareeërs (de mandeïstische priesterkaste die zich onderscheidde van de mandeeërs of leken) van Palestina naar Mesopotamië in de 1ste eeuw n. Chr. Ook zekere opmerkelijke overeenkomsten met het jodendom verdienen de aandacht: bekendheid met het Oude Testament, parallellen met de joodse zedenleer, vooral de grote waarde die wordt gehecht aan het huwelijk, het gebruik van de Hebreeuwse engelenleer en het belang van een zuivere cultus. Ook zijn er overeenkomsten met het manicheïsme. De mandeeërs zijn misschien de in de Koran genoemde Sabanen. De mandeïsche literatuur, geschreven in een Aramees dialect en in een apart schrift, is tamelijk uitgebreid. Belangrijke bewaard gebleven werken zijn de Ginza (het Boek van Adam); het Boek van Johannes; het Boek van de Zodiak en de Doop van Hibil Ziwa. Mandeeërs zijn van oudsher bekwame zilversmeden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een superfamilie bestaande uit circa 14.000 soorten insecten die behoren tot vier families. De vleugels, rompen en poten van vlinders zijn, net als die van motten, bezet met stofachtige schubben. Anders dan motten zijn vlinders overdag actief en gewoonlijk helder gekleurd of voorzien van een opvallend patroon. Misschien wel de meest onderscheidende lichamelijke kenmerken van de vlinder zijn de antennes met knotsvormig uiteinde en de gewoonte om de vleugels in rust verticaal boven de rug te houden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Poppen die in oud-Egyptische graven zijn aangetroffen en die enigszins op een peddel lijken. Ze zijn meestal gesneden uit vlakke stukken hout en zijn gedecoreerd met verf en met stroken klei of houten kralen die haar moeten voorstellen. Ze zijn mogelijk als speelgoed gebruikt, maar misschien ook als beschermende figuren voor de overledenen in het dodenrijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 16 families met ten minste ongeveer 300 soorten, waaronder de mens, mensapen, apen, lemuren en verwante soorten. Gewoonlijk hebben ze relatief ronde schedels, platte gezichten, korte kaken en neuzen, naar voren gerichte ogen en een opponeerbare vinger aan de handen en een opponeerbare teen aan de voeten (behalve bij mensen). De meeste soorten zijn afstammelingen van behendige boombewoners. Dit blijkt uit de kenmerken van de schedel, de tanden en de ledematen. Diverse soorten, zoals Homo sapiens, leven niet meer in bomen, maar hebben nog steeds veel van deze kenmerken. De hersenen van primaten hebben een unieke kloof, de fissura calcarina, tussen de primaire en secundaire visuele gebieden aan beide zijden van de hersenen. En alleen primaten hebben platte nagels en geen klauwen en hoeven, zoals andere zoogdieren. De meeste moderne primaten leven in de tropen of subtropen, maar enkele soorten komen ook voor in gematigde gebieden. De eerste primaten verschenen in het Vroeg-Eoceen (54,8 miljoen tot 49 miljoen jaar geleden) of misschien het Laat-Paleoceen (57,9 miljoen tot 54,8 miljoen jaar geleden).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verzameling grote rechtopstaande stenen geplaatst in de vorm van een schip. Vooral aangelegd in het stenen tijdperk en de tijd van de Vikingen. Stenen schepen vindt men in heel Scandinavië. Soms bevatten ze een of meer graven. Men denkt dat ze grafmonumenten zijn, misschien voor mensen die op zee waren verdwenen. Ook is gesuggereerd dat de oriëntatie van de stenen moest overeenstemmen met de opkomende en ondergaande zon op de dag van de zonnewende.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een oud-Grieks type wierookbranders of kleine wierookaltaars gemaakt van brons, zilver of terracotta; de geparfumeerde rook van de wierook ontsnapte door decoratieve openingen. Thymiateria waren functionele voorwerpen maar zijn misschien ook als offerandes in graftombes geplaatst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst traditioneel naar de eerste Chinese dynastie, waarvan het bestaan nog niet is bewezen. Deze dynastie zou dateren uit het vroege tweede millennium v. Chr. en aan de Shang-dynastie zijn voorafgegaan. Geleerden betwisten de geldigheid van de claim in teksten uit de Zhou-periode dat de Xia heersten over een gebied in het middendal van de Gele Rivier. Er is geen archeologisch gedefinieerde cultuur ontdekt. De veronderstelde datering van de Xia-dynastie valt samen met het vroege deel van de Erlitou-cultuur in de provincie Henan die brons produceerde. De Erlitou-site in het gewest Yanshi, provincie Henan, zou Xia kunnen zijn. Erlitou-keramiek is waarschijnlijk voortgekomen uit Longshan-aardewerk, en bestaat uit grijs, zwart, rood, wit en bruinachtig aardewerk. Het meest opmerkelijk zijn misschien bronzen rituele vaten van Erlitou die in keramiekmallen zijn gevormd. Deze bronzen rituele vaten zijn, evenals ornamenten en jaden voorwerpen, ontdekt in graftomben in Erlitou.