Associaties voor deïsme

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst meestal naar de ideeën van een heterogene religieuze beweging uit de late 17de en de 18de eeuw die voornamelijk in Groot-Brittannië bloeide. Het deïsme werd ook erg populair in het 18de-eeuwse Duitsland. De beweging hield zich bezig met de verdediging van de rationaliteit van de religie en het geloof in God tegenover het, vooral als gevolg van de wetten van Newton, toenemende scepticisme. Volgens de deïstische schrijvers bestaat er een opperwezen dat de schepping is begonnen en daardoor de basis van de werkelijkheid vormt, maar dat niet ingrijpt in de wereld en haar natuurwetten (dat wil zeggen: geen gebeden verhoort of wonderen verricht). Desondanks stelt het deïsme dat religie een natuurlijk aspect van de mensheid is en legt het de nadruk op natuurlijke godsdienst in tegenstelling tot geopenbaarde godsdiensten of de leer van kerken. Natuurlijke godsdienst komt voort uit een zekere hoeveelheid religieuze kennis die iedereen is aangeboren of die kan worden verworven door middel van de rede. Tot de belangrijke deïstische geschriften behoort 'Christianity as Old as the Creation' (1730) van Matthew Tindal, dat wel de 'deïstische Bijbel' wordt genoemd. Andere belangrijke Engelse deïsten waren Lord Herbert of Cherbury en Anthony Ashley Cooper.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een oude religie uit het Midden-Oosten die nog voorkomt in Irak en Khuzistan (een provincie in het zuidwesten van Iran). Zij wordt meestal beschouwd als een gnostische sekte en is als zodanig de enige overgebleven vertegenwoordiger van het gnosticisme. Er zijn ongeveer 15.000 tot 20.000 mandeeërs. Het mandeïsme benadrukt, net als andere dualistische geloofssystemen, de verlossing van de ziel door esoterische kennis (gnosis). De spirituele ziel zal worden bevrijd van de materiële wereld door hun verlosser, Manda d'Hayye, maar de slechte archonten verhinderen de opstijging van de ziel. In het mandeïsme wordt Jezus beschouwd als een valse messias maar wordt Johannes de Doper vereerd omdat hij wonderbaarlijke genezingen heeft bewerkstelligd door middel van de doop. De mandeeërs ontwikkelden een uitgebreid cultusritueel, vooral voor de doop, die voor zover bekend bij geen enkele andere gnostische sekte voorkomt. De doop zuivert een mens van de zonde en kan vaak worden herhaald. De oorsprong van de religie is duister en blijft omstreden. Op basis van Babylonische elementen in mandeïsche magische teksten, het gebruik van de Iraanse kalender en de overname van verscheidene Iraanse woorden in de mandeïsche taal, menen sommige geleerden dat het mandeïsme in de pre- of vroegchristelijke tijd is ontstaan in het zuidwesten van Mesopotamië. Anderen denken aan een Syrisch-Palestijnse oorsprong op basis van de Haran Gawaita, een quasihistorisch mandeïstisch document dat verhaalt over de exodus van de nazareeërs (de mandeïstische priesterkaste die zich onderscheidde van de mandeeërs of leken) van Palestina naar Mesopotamië in de 1ste eeuw n. Chr. Ook zekere opmerkelijke overeenkomsten met het jodendom verdienen de aandacht: bekendheid met het Oude Testament, parallellen met de joodse zedenleer, vooral de grote waarde die wordt gehecht aan het huwelijk, het gebruik van de Hebreeuwse engelenleer en het belang van een zuivere cultus. Ook zijn er overeenkomsten met het manicheïsme. De mandeeërs zijn misschien de in de Koran genoemde Sabanen. De mandeïsche literatuur, geschreven in een Aramees dialect en in een apart schrift, is tamelijk uitgebreid. Belangrijke bewaard gebleven werken zijn de Ginza (het Boek van Adam); het Boek van Johannes; het Boek van de Zodiak en de Doop van Hibil Ziwa. Mandeeërs zijn van oudsher bekwame zilversmeden.