Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Blanke wapens met een symetrische greep en doorgaans een pareerstang, en een kling om mee te steken. Gebruik 'messen (wapens)' voor blanke wapens met een asymmetrische greep (heft genoemd) en een kling om mee te snijden.
In laat dertiende- en vroeg veertiende-eeuws gotisch maaswerk, lancetvormige openingen puntvormig aan het onderste deel, rond of puntvormig aan het bovenste deel, en puntig van binnen.
Afneembare bajonetten met een greep en een kling die breed genoeg is om de bajonetten te kunnen gebruiken als dolken.
Verwijst naar een periode en cultuur in Noord-Europa die begon in de laatste fase van de neolithische periode en eindigde rond 1400 v. Chr. De periode wordt gekenmerkt door een enorme technische vaardigheid in het bewerken van vuursteen, in het bijzonder voor de productie van fijn afgewerkte dolken en speerpunten, die imitaties waren van geïmporteerde metalen wapens.
Blanke wapens, doorgaans met een kling om mee te steken, bedoeld voor bevestiging aan of in de voorkant van een vuurwapen.
Dolken met een schaal voor het omzetten van het gewicht van de lading naar het kaliber gegraveerd in de kling; verstrekt aan artilleristen in de 17e en 18e eeuw voor gebruik als wapen of gereedschap en als symbool van rang.
Civiele dolken, waarvan de stootplaat bestaat uit twee kogelvormige uitsteeksels, die één geheel met de greep vormen, en zo een fallussymbool zijn; voor het eerst vervaardigd in de 13e eeuw en tot de 17e eeuw algemeen voorkomend, vooral in Vlaanderen, Engeland en Schotland.
Dolken met afhangende stootplaten, in één geheel ontworpen met de metalen scheden, die voorzien zijn van geprononceerde ringen of banden; gebruikt door Duitse en Zwitserse landsknechten in de 16e eeuw.
Dolken zonder pareerstang, waarvan de knop in twee schijfvormige uitsteeksels eindigt.
Dolken die bij een bepaalde vorm van rapiergevechten in de linkerhand worden gedragen, veelal vervaardigd in sets met rapieren.
Laatmiddeleeuwse dolken met een lange, dunne kling die toeloopt in een zeer scherp naaldpunt en een houten of ivoren cilindervormige handgreep met twee schijfvormige handbeschermers. Het lemmet was eerst vlak, met één of twee snijkanten; later ontstonden ook driehoekige of ruitvormige lemmeten. De rondeldolk was ideaal om mee te steken.
Gebruik voor de steekwapens uit de Schotse Hooglanden met een dolkachtig uiterlijk. Gebruik ook voor de korte zwaarden of dolken door marine officieren in de 18e en 19e eeuw uitgevoerd. Ze hebben een snijdende kling met aan de achterkant een korte snede bij de punt. De greep is in het midden dikker dan aan de uiteinden en is voorzien van een schijfvormige gevestknop.
Militaire dolken met een tweesnijdende kling om mee te steken en een scherpe punt, bedoeld voor man-tot-mangevechten; Amerikaanse modellen zijn voorzien van een paar koperen knoppen bedoeld voor vuistgevechten; 20e eeuws.
Dolken gedragen in een schede bevestigd aan de bovenarm. Geen Nederlands equivalent. Zie 'dolken'.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Aua. De Aua-bevolking is vooral bekend om haar houtsnijwerk van menselijke figuren of hoofden, vaak met trekken van krokodillen en vissen. Dergelijk snijwerk is te vinden op lijmstokken, opscheplepels van kokosnoot, eetgerei, speren, dolken van obsidiaan, spleetgongs, kano's, bedden en architecturale elementen.
Niet-militaire lange dolken of korte zwaarden, waarvan de gevestknop dezelfde vorm heeft als de pareerstang: oorspronkelijk afkomstig uit Duitsland of Zwitserland; van het einde van de 13e eeuw en tot het einde van de 15e eeuw door heel Europa gebruikt.
Verwijst naar de periode van de Bolsjaja Retjska-fase waarin ijzeren messen, dolken en strijdbijlen in zwang kwamen.
Te gebruiken voor scherpe puntige voorwerpen, in pre-Columbiaanse Midden-Amerikaanse culturen gebruikt om in de huid te prikken en bloed te doen vloeien als zelfopoffering aan de goden; zowel door de mens gemaakte objecten die lijken op dolken of scherpe pinnen met handvatten als natuurlijke objecten zoals doornen en de stekels van pijlstaartroggen.
Lange dolken of korte zwaarden, hoofdzakelijk civiel, met een brede, zeer taps toelopende kling, voorzien van brede groeven in lengterichting, met een sterk omlaag gebogen pareerstang; vervaardigd in Italië in de 15e en 16e eeuw.
Zwaarden of dolken verborgen in wandelstokken.
Handvaten van snijwapens, zoals bijvoorbeeld dolken, zwaarden en messen, met als typische componenten de greep en de beschermer(s), mits aanwezig.
Stokwapens met een grote kling met een scherpe punt die lijkt op de kling van een zwaard of dolk; vaak met een korte schijnrand vlakbij de punt.
Korte zwaarden of grote zware messen of dolken gebruikt door jagers; vaak met een speciale schede die voorzien is van kleine zakjes voor het dragen van gereedschap voor het in stukken snijden van de buit. Ook wel bekend als 'rambomes'.
Wordt gebruikt voor een verscheidenheid aan hulpstukken, meestal haken, inkepingen of getande zwaardklingen die zijn bedoeld om de kling van de tegenstander in een zwaardgevecht op te vangen of te beschadigen. Het meest worden ze gevonden op dolken, zwaarden en beukelaars. De term wordt ook soms gebruikt voor bepaalde 16e-eeuwse linkerhanddolken met aan een of beide kanten zaagtanden voor hetzelfde doel.
Verwijst naar de cultuur en aardewerkstijl van de ‘bekermensen’ uit het late neolithicum en de vroege Bronstijd, die leefden in het 4de millennium v. Chr. en zijn vernoemd naar de typische klokvormige bekers die met horizontale banden versierd waren met behulp van fijn getande stempels. De cultuur is waarschijnlijk oorspronkelijk afkomstig uit Spanje en heeft zich verspreid over Centraal- en West-Europa, daarbij de techniek van het werken met brons naar de Britse eilanden brengend. De cultuur wordt gekenmerkt door aardewerk, een voorkeur voor individuele graven, snelle expansie op zoek naar koper en goud, het ontstaan van talrijke wapens, waaronder bogen, koperen speerpunten, platte, getande dolken en opvallende gebogen, rechthoekige polsbeschermers.
Indonesische, asymmetrische dolken met een golvend blad, vaak uitgevoerd uit waardevolle materialen zoals goud, ivoor of zeldzame houtsoorten. De kris wordt gezien als een teken van gezag of waardigheid en er worden mystieke krachten aan toegeschreven.
Kleine, ronde metalen plaatjes die werden vastgemaakt aan verschillende delen van het harnas als decoratie of, wat meer gebruikelijk was, als extra bescherming voor het dichtmaken van gaten tussen de scharnierpunten, om zwakke plekken te verstevigen, of om riempjes die de harnasdelen verbinden te beschermen. Soms werden ze ook bevestigd aan de handvaten van wapens, zoals dolken en strijdbijlen, om dienst te doen als handschilden.
Verlengde armen van het dwarsgeplaatste kruis van een zwaard of dolk, die bestaan uit rechte, S-vormige of naar binnen krullende korte beugels die aan de voet van het gevest zijn geplaatst.
Sierdolken behorend bij een uniform. In de 16e en 17e eeuw werd de term 'ponjaard' gebruikt voor dolken in algemene zin. Zie 'dolken'.
Te gebruiken voor gewoonlijk rijk versierde banden, sjerpen of riemen, diagonaal van schouder tot heup gedragen ter ondersteuning van een dolk, hoorn, zwaard of trommel.
Bajonetten met een dolkkling voorzien van een huls om om de loopmonding heen te schuiven. Het vuurwapen kan worden afgevuurd als de bajonet is bevestigd; voor het eerst vervaardigd in het laatste kwart van de 17e eeuw.
Kleine dolken, met een kruisgevest en een stijve, smalle kling, vierkant of driehoekig in dwarsdoorsnede, uitsluitend gebruikt om mee te steken; waarschijnlijk afkomstig uit Italië.
Verwijst naar de periode en cultuur uit de Vroege Bronstijd die tot ontwikkeling kwam in het Engelse Wessex, en die wordt gekarakteriseerd door kenmerkende grafheuvels waarin begraven of verbrande overledenen, en overvloedige, gevarieerde grafgeschenken, met name gedecoreerd aardewerk, metaalwerk, wapens, waaronder dolken, en persoonlijke sieraden, gemaakt van niet-lokale materialen.
Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van het eiland Wuvulu. De bewoners van Wuvulu zijn vooral bekend om hun houtsnijwerk van menselijke figuren of hoofden, vaak met trekken van krokodillen en vissen. Dergelijk beeldsnijwerk is aangetroffen op lijmstokken, opscheplepels van kokosnoot, eetgerei, speren, dolken van obsidiaan, spleetgongs, kano's, bedden en architecturale elementen.