Associaties voor draperie

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gordijnen die meestal lang zijn en uit een dik materiaal bestaan en doorgaans in zorgvuldig geordende vouwen aan de zijdes van openingen worden opgehangen op een rechte of gedrapeerde manier. Ze worden vaak over vitragegordijnen heen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Voorstellingen van afhangende stof, zoals weergegeven in de beeldende kunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Studies, meestal tekeningen, gericht op de afbeelding van in plooien vallende stof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de 18de-eeuwse Italiaanse architectuur en beeldhouwkunst die wordt geassocieerd met het Rococo en zich kenmerkt door luchtige, fantasierijke, elegante en decoratieve werken. De beeldhouwkunst toont dramatische gebaren, open houdingen en hangende draperieën, zoals in het werk van Camillo Rusconi, wiens composities een onorthodox gevoel voor speelsheid en intimiteit vertonen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Cilindervormige strook textiel, meestal diagonaal geknipt en eventueel met een koord erin, dat wordt gebruikt als garneersel voor randen en naden van kostuums, bekledingen en draperieën. Kan van een bijpassende of contrasterende stof zijn en soms ook van leer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een techniek toegepast bij schilderijen of tekeningen, mozaïek of een ander medium waarbij draperieën zijn vormgegeven met twee contrasterende kleuren, en dus niet met donkere en lichte tonen van dezelfde kleur; zo ontstaat een effect dat doet denken aan weerschijn- of cangiante-textiel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een koolvormige decoratie, vergelijkbaar met een stoffen rozet maar meestal groter, zachter en met meer diepte; wordt gebruikt om kostuums, bekledingen en draperieën te garneren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de beeldhouwstijl die vernoemd is naar een standbeeld van halverwege de 7de eeuw van de boeddhistische godin van genade in het Chuguji-nonnenklooster. De stijl kenmerkt zich door figuren met ronde, geprononceerde vormen en zachte, soepele draperieën.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de kunstnijverheid van 1799 tot 1805 tijdens het eerste consulaat van Napoleon. De stijl zet het neoclassicisme van het Directoire voort, maar onderscheidt zich door zwaardere vormen, overdadig gebruik van draperieën en de introductie van Egyptische motieven geïnspireerd door de veldtochten van Napoleon in Egypte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de kunstnijverheid, binnenhuisarchitectuur, architectuur en kleding, die zich tijdens en na het Napoleontische keizerrijk (1804-1814) vanuit Frankrijk over delen van Europa en de Verenigde Staten verspreidde. Net als de voorafgaande Directoire- en Consulaatstijlen wordt deze stijl gekenmerkt door zware neoclassicistische vormen en overvloedig gebruik van draperieën. De stijl onderscheidt zich echter door het gebruik van Napoleontische motieven die verwijzen naar de macht en de persoonlijke smaak van de keizer, zoals de bij, de letter N, adelaars, kransen en de zwaan van keizerin Josephine.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor decoratieve stroken of lussen, vervaardigd van stof, koord of metaal, die ontworpen zijn om een gordijn of draperie aan één kant vast te zetten waardoor het gedeeltelijk open wordt gedrapeerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de middenfase van de Griekse klassieke periode en stijl, van circa 450 v. Chr. tot circa 400 v. Chr. Karakteristiek voor de beeldhouwkunst is de volledige beheersing van de ideale menselijke vorm, weergegeven in uitgebalanceerde, subtiele beweging en met draperieën op het lichaam die de vormen onder de kleding onthullen. De vaasschilderkunst wordt gekenmerkt door een toegenomen verfijning en variatie in menselijke vormen en gelaatsuitdrukkingen. De architectuur wordt gekenmerkt door lichtere proporties en verfijning van eerder gevestigde orden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Japanse figuratieve beeldhouwtechniek die kenmerkend is voor de vroege Heian-periode (794-1185), waarbij het hoofd en de romp uit hetzelfde houtblok zijn gesneden. De armen, benen en andere elementen - zoals draperieën - werden vaak uit aparte stukken hout gesneden en erop aangebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Afneembare geplooide draperieën van zachte stof, vaak kant, die in het midden aan de voorkant van de halslijn over andere kledingstukken worden gedragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar fijn, decoratief ajourwerk in textiel, gemaakt door draden van linnen, katoen, zijde, haar, metaal of een andere vezel in lussen te leggen, in te rijgen, samen te draaien of te vervlechten om ontwerpen of patronen te vormen. Bij het maken van kant wordt gewerkt met een naald of met klossen. Het toevoegen van borduursels is niet ongewoon. Modern kant kan machinaal zijn vervaardigd. Ajourstoffen die op een weefgetouw zijn gemaakt en decoratief ajourbreiwerk worden doorgaans niet als kant geclassificeerd. Kant is vaak wit of effen van kleur. Echt kant ontstond in de veertiende eeuw in Europa en het Midden-Oosten, hoewel oude culturen bekend waren met gedecoreerde ajourstoffen, waaronder de Egyptische cultuur. Kant is te gebruiken als rand, boord of inzetstuk voor linnengoed of apparels. Ook wordt het samengevoegd tot grotere stukken textiel en dan gebruikt als voorhang, draperie, apparel of iets anders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de beeldhouwstijl die floreerde tijdens de 7de eeuw en waarvan de naam is afgeleid van het standbeeld dat de Kudara Kannon wordt genoemd. Het beeld zou afkomstig zijn uit de oude staat Paikche in Korea. De stijl kenmerkt zich door ranke vloeiende lijnen, scherp gevouwen draperieën en een nadruk op het zijaanzicht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de fase van de Nara-periode tussen circa 756 en 784 n. Chr. In de beeldhouwkunst wordt de stijl gekenmerkt door een zwaarder en voornamer ogend figuurtype, met een sterk versoberde uitwerking van de vormen en draperieën. Op het gebied van bronswerk vond deze periode zijn hoogtepunt in de Grote Boeddha van Tōdai-ji, welke overigens niet meer bestaat. De kleine bronzen die met Tōdai-ji worden geassocieerd, zoals de lantaarns, zijn fraaie voorbeelden van gietwerk in bas-reliëf. Kenmerkend zijn de afbeeldingen van wervelende draperieën en een fijne lijnvoering. Er resten ons nog slechts weinig schilderijen uit deze periode, maar documenten van de Shōsōin maken melding van kamerschermen waarvan de schilderingen een hoge graad van verfijning kenden. Kenmerkend voor de rolschilderingen uit deze periode is de weergave van een verhalende afbeelding pal boven een tekst, een stijl die in de 8ste eeuw reeds als verouderd werd beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de subperiode van heersende Mi-son-kunst in de noordoostelijke sector van de Mi-son-site halverwege de zevende eeuw. De stijl van deze periode kenmerkt zich door sterke Indiase invloeden en de oudste monumenten in Champa zijn in deze stijl gebouwd. Een mooi voorbeeld uit deze periode is een sanctuarium dat dateert uit de regeerperiode van koning Prakashadharma-Vikrantavarman I (ca. 657 n. Chr.). Gebeeldhouwde postamenten, geïntegreerde uitspringende deuren die uitkomen op een terras met een omheinde veranda en een smalle trap, een verhoogde basis versierd met korte pilasters, vergelijkbaar met architecturale details van Mon Dvaravati, en brede bakstenen stijlen maken er deel van uit. In de beeldhouwkunst van deze periode zijn invloeden te vinden uit de culturen van Dong-Son, Tsjen-la en India, en wordt iconografie overgenomen van hindoeïstisch shivaïstische en boeddhistische culten. Voorbeelden van beeldhouwwerk uit deze periode zijn een fronton met een afbeelding van de geboorte van Brahma waarbij Vishnu op de mythische slang Shesha ligt, dat doet denken aan pre-Ankorese lateien; een postamentenconstructie uit de tempel met gehistorieerde oppervlakken, panelen en nissen waarop het dagelijks leven van monniken in de Himalaya is afgebeeld, en een vrijstaand standbeeld van Ganesha met draperieën van tijgervel en vier armen die symbolen omhoog houden zoals een bidsnoer, een bijl en een raap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardwerkstijl die waarschijnlijk werd ontwikkeld bij Paestum, in de buurt van Salerno in Italië. De stijl kenmerkt zich door een opvallende eenheid in schilderstijl, onderwerpkeuze en versiering. Er werden vazen in verschillende vormen gemaakt, waarvan vooral de bell krater en de lebes gamikos, met een ingewikkelde deksel dat uit meerdere delen bestond, moeten worden opgemerkt. De taferelen geven vaak het dagelijks leven van vrouwen weer of hebben Dionysische onderwerpen. Er werden uiteenlopende motieven gebruikt, waaronder verschillende bloemen, draperieën met een rand van punten en strepen, ongebruikelijke afbeeldingen van rijen toeschouwers, en palmetten die onder het handvat werden aangebracht als kader voor de taferelen met figuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kunstenaars of ambachtslieden die rechtstreeks op weefsel schilderen, voor het decoreren van draperieën, vaandels of ander textiel. De term verwijst niet naar kunstenaars die in olieverf of een ander medium op linnen of een andere stof schilderen, met als het doel het creëren van een tafereel of ander kunstwerk dat wordt ingelijst en tentoongesteld of aan de muur wordt gehangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die de Trân-dynastie markeert (1225-1400 CE) en die wordt gekenmerkt door een sterke heropleving van boeddhistisch geïnspireerde kunst en politieke stabiliteit. In de beeldhouwkunst laat deze periode een combinatie zien van Chinese stijlen, zoals weerspiegeld in het gebruik van het lotusvoetstuk en draperieën, en van Cham-stijlen, zoals weerspiegeld in de overheersing van symmetrie en ranke, ritmische constructies, en in gelaatstrekken zoals grote ogen, een hoge neus en dikke lippen. Naturalistische stenen figuren van dieren op graflocaties komen veel voor in deze periode. Een voorbeeld is de graftombe van koning Tran Hien Tong (1329-1341 n. Chr.) met een rustende waterbuffel en een hond. De architectuur van deze periode imiteert de vormen die werden gebruikt tijdens de Ly-dynastie en wordt gekenmerkt door (bak)stenen constructies, lage buitenmuren die zijn versierd met beeldsnijwerken in bas-reliëf van bloemen, bladeren, golven en wolken, hogere buitenmuren met afbeeldingen van draken, heiligdommen, deuren van ijzerhout en zalen waarin wierrook wordt gebrand.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het begin van de oud-Griekse klassieke periode en stijl, van circa 480 tot circa 450 v. Chr. De beeldhouwkunst in deze tijd onderscheidt zich van de eerdere archaïsche stijl doordat de menselijke vorm wordt geportretteerd met een toenemend naturalisme, met inbegrip van meer subtiliteit in gezichtsuitdrukkingen en contrapost in staande figuren. De vaasschilderkunst vertoont regionale verschillen, maar in het algemeen is ook hier sprake van een toegenomen beheersing van de menselijke vorm en van draperie. In de architectuur wordt de esthetiek van de late 6de en de vroege 5de eeuw voortgezet en verfijnd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de fase in de Nara-periode van circa 645 tot 710. De stijl komt tot uiting in de beeldhouwkunst, hoofdzakelijk in de vorm van levensgrote bronzen en kleinere kleifiguren met slanke lijnen, complex gevouwen draperieën en serene gezichtsuitdrukkingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de meest invloedrijke stijl in de paneel-, muur- en glasschilderkunst en miniaturen in de Duitstalige gebieden van de 13de eeuw. De term is Duits voor ‘Tandenstijl’, en kenmerkt zich door een karakteristiek gebruik van draperie, waarin stoffen een nerveuze, levende vitaliteit lijken te hebben, en zigzag- of gebroken plooivormen.