Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Platte voorwerpen van plastic, hout of ander materiaal die in diverse driehoekige vormen en maten worden gemaakt. Worden gebruikt als geleiders om lijnen onder verschillende hoeken te tekenen.
Veelhoeken met drie zijden en drie hoeken.
Met de vorm of omtrek van een veelhoek met drie zijden en drie hoeken.
Harpen met 14 tot 24 drie- of vierdubbele snarenkoren van metalen snaren die in een driehoekig lijstwerk zijn gespannen.
Kleine gereedschappen met verwisselbare koppen die worden gebruikt om metalen of houten oppervlakken af te krabben.
Tak van de wiskunde die zich bezighoudt met de relaties tussen de zijden en hoeken van driehoeken en tussen nauw aan elkaar gerelateerde grootheden, vooral met methoden om van gegeven delen andere benodigde delen af te leiden.
De driehoekige of gesegmenteerde tussenruimten die door een fronton of een boog worden ingesloten.
Tekenhulpmiddelen met rechte kanten die, ten opzichte van de rand van een tekenbord, in ieder gewenste hoek kunnen worden gezet.
Motief van een oog binnen een driehoek of piramide, dat zich in de 17de en 18de eeuw in Europa en Noord-Amerika uit het Egyptische oog van Horus heeft ontwikkeld. Het motief symboliseert een oog dat alles ziet of het oog van God, en wordt vaak in verband gebracht met de Vrijmetselarij.
Kleine driehoekige ramen tussen de ondergeschikte bogen van het maaswerk van een venster.
Platte schuinaflopende of driehoekige balkjes, meestal van hout of plastic, met diverse schaalverdelingen zodat men tekeningen op schaal kan tekenen of meten.
Verwijst naar een Vroeg-Minoïsche aardewerkstijl, genoemd naar opgravingen in de buurt van Phaistos, die zich kenmerkt door het veelvuldig gebruik van geschilderde lijnen, in plaats van de vroeger gebruikte ingekerfde of gepolijste patronen. Er zijn twee verschillende fasen te herkennen. In de eerste fase bestonden de ontwerpen uit parallelle of dubbel gearceerde geschilderde rode lijnen die liepen langs de kromming van de vaalgele aardewerken vaten. In de latere fase werd de geschilderde rode versiering meer volgens een ontwerp aangebracht, werd minder de ronde vorm van het aardewerk gevolgd en bestond de decoratie vooral uit dubbel gearceerde driehoeken of andere eenvoudige geometrische ontwerpen die werden aangebracht onder de hals van kannen en kruiken en aan de binnen- en buitenzijde van kommen en koppen.
Driehoekige of driehoekig gevouwen hoofddoeken met twee uiteinden die onder de kin gestrikt worden; aan de achterkant zijn ze meestal open.
Russische, luitachtige getokkelde chordofonen bestaande uit een driehoekige klankkast met een plat achterblad en een licht welvend bovenblad, een lange hals met frets en drie snaren; ze worden in zes verschillende groottes gemaakt.
Massieve treden, bijvoorbeeld gemaakt uit één stuk steen, die min of meer een doorsnede hebben als een rechthoekige driehoek, waarvan de hypotenusa deel uitmaakt van de hellende soffiet van de trap.
Een handboeivormig tapijtmotief, waarbij elke handboei wordt afgebeeld als een driehoek met een smalle band tussen de twee schuine zijden. In sommige gevallen wordt de 'handboei' omgeven door een ruit, die getrapt kan zijn.
Driehoekige gesloten achterkanten die de kap of top vormen van een hoge kast.
Ongeveer driehoekige of wigvormige segmenten van objecten, zoals bijvoorbeeld in gewelven, bollen, paraplu's of rokken.
Stijve panelen die meestal driehoekig van vorm en vaak uitbundig versierd zijn en in een open lijfje geplaatst worden om het korset te bedekken.
Kruisen met armen die bijna driehoekig zijn, omdat ze zeer smal zijn waar ze samenkomen en steeds wijder worden naar de uiteinden, zodat het geheel lijkt op een vierkant. Er zijn varianten waarbij de uiteinden niet worden afgesneden om een vierkant te vormen, maar waarbij ze een schildvorm of cirkel vullen.
Te gebruiken voor aan voor en achterzijde gelijke boten met een bodem van boomstammen of meer recente platbodems van dezelfde vorm met weinig diepgang. De beplanking wordt op een lijst bevestigd en de boten hebben twee achteroverhellende masten met daaraan een fok en driehoekige zeilen; worden gebruikt voor vissen op zee en voor algemeen vrachtvervoer in het gebied rond Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten.
Verwijst naar een neolithische stijl en cultuur die bloeide in het gebied van het huidige Bosnië en is genoemd naar de opgravingen bij Butmir. Deze stijl kenmerkt zich door hoogwaardige vazen op voetstukken en ander aardewerk, versierd met linten, driehoeken, ruitvormen en spiralen, en kleifiguren met expressieve hoofden en overdreven gelaatstrekken, veelal in de vorm van een grimas van verrassing of angst.
Driehoekige houten bladen met een geribbelde pin of een houten arm waaraan een metalen lemmet zit en wordt gebruikt voor het bewerken van boter.
Wordt gebruikt voor sofa's met een S-vorm waarbij de uiteinden naar binnen zijn gebogen zodat twee mensen met hun gezicht naar elkaar toe kunnen zitten. Gebruik 'confidentes' voor sofa's met een rechte voorkant en kleine, driehoekige zittingen die soms afneembaar zijn en aan de buitenzijden van de armleuningen zitten.
Te gebruiken voor motieven die bestaan uit twee golvende lijnen geplaatst onder drie bollen, die zijn geordend in een driehoekige vorm.
Spaanse en Latijns-Amerikaanse volksschalmeien, in sopraan- en tenorformaat gebouwd, bestaande uit een kort, driehoekige dubbel riet met een wijde opening en meestal met een pirouette.
Culinair gerei met één driehoekig uiteinde dat wordt gebruikt om drankblikjes open te prikken en één gerond uiteinde waarmee flessen worden geopend. De term is Amerikaans slang en wordt ook gebruikt als synoniem voor zowel blikopeners als flesopeners.
Wordt gebruikt voor sofa's met een rechte voorkant en kleine, driehoekige zitplaatsen die aan de buitenkant van de armleuningen zitten en soms afneembaar zijn. Gebruik 'canapés à confident' voor sofa's met een S-vorm waarvan de zijleuningen naar binnen buigen zodat twee mensen met het gezicht naar elkaar toe kunnen zitten.
Wordt gebruikt voor boeken die niet de gebruikelijke rechthoekige vorm hebben, zoals ronde, driehoekige of veelhoekige boeken.
Stokwapens met een kop met drie vertakkingen en een driehoekig blad met twee scherpe zijden in het midden; vaak met een stevige kam in het midden en twee kortere klingen die straalsgewijs lopen vanaf de basis of omhoog krullen als de tanden van een drietand; vooral gebruikt in Frankrijk en Italië van de 15e tot de 17e eeuw.
Plantenfamilie van ongeveer 110 genera en 5500 soorten, waarvan er veel in watergebieden groeien. Oppervlakkig gezien lijken ze op grassen en russen. De stengels hebben een driehoekige dwarsdoorsnede en de bladeren, die in een spiraal zijn gerangschikt, vormen drie rijen (terwijl grassen afwisselend geplaatste bladeren hebben die twee rijen vormen).
Genus van ongeveer 650 soorten eenjarige of overblijvende planten die op alle continenten voorkomen, vaak in watergebieden. De stengels hebben een ronde of driehoekige dwarsdoorsnede. Gewoonlijk zitten er alleen grasachtige slanke bladeren aan het begin van de stengel.
Verwijst naar een Chinese neolithische cultuur uit het middelste rivierbekken van de Yangtze-rivier, daterend uit de periode tussen circa 4400 en circa 3300 v. Chr. De naam is afgeleid van een vindplaats in Daxi Wushan in de provincie Sechuan; andere belangrijke Daxi-locaties zijn Guanmiaoshan Zhijiang en Honghuatao in de provincie Hubei, en Sanyuangong in de provincie Hunan. Keramiek is het meest opvallende Daxi-element, waarbij met de hand vervaardigd rood aardewerk overheerst. Technieken als beschilderen, stempelen, afdrukken maken met touw, insnijden, appliqué en ajourwerk worden alle aangetroffen; chevrons, bloembladmotieven en gevlochten kromlijnige en driehoekige motieven worden vaak gezien. Staand vaatwerk zoals de dou met diepe kom en kommen met ringvoet, borden en bekers behoren tot de belangrijkste typen Daxi-vaatwerk. Stenen gereedschappen en ornamenten zoals ringen en halssnoeren van jade, been, steen en schelpen zijn eveneens aangetroffen op Daxi-locaties.
Instrumenten voor het meten van de hoogte en de diameter van bomen met gebruik van principes die zijn gebaseerd op de relatie tussen de zijdes van gelijkvormige driehoeken.
Verwijst naar de stijl van marmeren beeldjes met gevouwen armen die op de Cycladische archipel werden vervaardigd tussen ongeveer 2800 à 2600 en 2300 v. Chr. De stijl is genoemd naar de plaats waar dit type is opgegraven en wordt gekarakteriseerd door een dunne enigszins driehoekige vorm met brede schouders en smal toelopende benen en voeten, en precieze, hoekig ingekerfde anatomische details.
In Griekse theaters, de draaiende driehoekige hulpmiddelen waarbij op elk van de drie voorpanelen een verschillend landschap is geschilderd.
19e eeuwse naam voor steken waarvan de rand zo is opgeslagen dat er een gelijkzijdige driehoek wordt gevormd.
Kleine tafels met een houten blad die op een driehoekig frame met drie poten steunen.
Een dunne stalen priem met ronde of driehoekige doorsnede gebruikt om bij het naaien kleine gaten te maken in leer. Ze kan recht of gebogen zijn.
Kleine, driehoekige wandkasten die zijn bestemd om in een hoek te staan. Ze worden meestal per paar gemaakt en passen vaak bij een commode.
Platte schuinaflopende of driehoekige richtlinealen, meestal van hout of plastic, onderverdeeld in veelvouden van tien deeltjes per inch waardoor tekeningen op schaal in decimale waarden kunnen worden getekend of gemeten.
Inzetstukken in velerlei vormen zoals een ruit of een driehoek van bijvoorbeeld stofof leer, die in een naad worden geplaatst zoals in een mouw of handschoen om meer bewegingsvrijheid te bewerkstelligen. Wordt ook gebruikt voor de maliën of plaatstukjes voor de openingen van scharnierpunten in een harnas. Gebruik 'geren' voor panden die het gehele kledingstuk aan de bovenzijde versmallen.
Verwijst naar de stijl van marmeren beelden die werden vervaardigd in de Cycladische archipel tijdens de Vroeg-Cycladische periode, maar in het bijzonder naar de periode van grofweg 2800 of 2600 tot 2300 v. Chr. De meestal vrouwelijke figuren zijn weergegeven in eenvoudige, elegante en geometrische vormen en kenmerken zich door de opgerichte gezichten, driehoekige neuzen, lange nekken, naar beneden gerichte voeten, en schematisch weergegeven armen die kruislings over de buik zijn gevouwen.
Bekroning van een gevel, venster of ingang naar klassieke trant door een driehoekig segmentvormig lichaam. VWB. Tevens driehoekige of ruwweg driehoekige onderdelen, die soms ook gebogen of in het midden onderbroken kunnen zijn, en die portieken of openingen overdekken. Eveneens algemeen bij meubels, waaronder als bonnet tops.
Assemblages van onderdelen (zoals balken, stangen of staven), vooral wanneer opgesteld in een driehoek of combinaties van driehoeken, om zo een onbuigzaam geraamte te vormen (om een gewicht over een groot gebied te ondersteunen), dat niet kan worden vervormd door de werking van een van buitenaf inwerkende kracht zonder dat een of meer van de onderdelen vervormen.
Verwijst naar een periode en stijl van Griekse kunst en cultuur die zich eerst ontwikkelde in Attica maar uiteindelijk is aangetroffen in heel Griekenland, in Italië en in de Levant. Over het algemeen wordt de periode gedateerd van circa 900 tot circa 700 v. Chr., hoewel sommige classificatiesystemen de protogeometrische periode weglaten en de geometrische laten aanvangen in 1100 v. Chr. Het aardewerk wordt gekenmerkt door donker-op-lichte decoraties, geordend in regelmatig afgebakende horizontale banden, en verschilt van de protogeometrische stijl doordat de ontwerpen drukker zijn, met banden die vrijwel het gehele vat bedekken. De ontwerpen bestaan uit keperbanden, driehoeken, meanders, swastika’s en kenmerkende gestileerde, hoekige menselijke en dierlijke figuren. Soortgelijke ontwerpen en figuursoorten werden gebruikt in de beeldhouwkunst en andere kunstvormen.
Verticale, driehoekige delen aan de uiteinden van een gebouw met tweezijdig aflopende daken. Hieronder vallen ook gelijksoortige uiteinden die niet driehoekig van vorm zijn, zoals bijvoorbeeld bij een mansardedak.
Gevels met driehoekige top.
Verwijst naar de technologie, oorspronkelijk ontwikkeld door het Amerikaanse ministerie van Defensie, die bestaat uit 24 satellieten welke continu wereldwijd signalen doorgeven. In combinatie met ontvangers op aarde kan het systeem op basis van driehoeksmeting zeer snel de lengte- en breedtegraad en de hoogte van een bepaald punt of boven het aardoppervlak bepalen. Het systeem wordt voor militaire doeleinden gebruikt, maar hoofdzakelijk voor het verzamelen van ruimtelijke gegevens die nodig zijn voor het samenstellen van landkaarten en voor het berekenen van geografische posities voor reizigers met een GPS-ontvanger. De oorspronkelijke naam van het systeem was 'NAVSTAR' (Navigation System with Timing And Ranging).
Boom die inheems is in Europa, maar ook in Noord-Amerika is geïntroduceerd. De driehoekige bladeren hebben een wollige en grijzige onderkant, vandaar de volksnaam. De boom is nauw verwant aan de witte abeel, P. alba. In veel classificaties wordt deze soort beschouwd als een kruising van P. alba en de ratelpopulier, P. tremula, omdat hij kenmerken heeft tussen die van deze twee soorten in.
Motieven die vaak bestaan uit een verticale rij driehoeken of ruiten, met daartussen balken die doorlopen tot de zijkanten met een andere ruit aan het einde. Er zijn meestal ruiten of balken aan de boven- en onderkant van het motief. Het is een symbool van de huwelijkswens.
Tafels met een driehoekig tafelblad en een eveneens driehoekig opklapblad, zodanig ontworpen dat de tafel vierkant wordt als het blad is opgeklapt. Hij is bedoeld om in een hoek te staan.
Grote gitaren met acht snaren en een driehoekige klankkast die in 1798 door Edward Light in Londen werden ontworpen.
Stoelen met een driehoekige zitting en drie gedraaide poten, populair in de zeventiende eeuw in Amerika en Groot-Brittannië. De zitting is soms gestoffeerd. Dit type stoel is in hoge mate geïnspireerd op de driehoekige stoelen die in de late gotiek en vroege Renaissance populair waren op het Europese vasteland.
Kabinetten die zijn ontworpen zodat ze in een hoek van een kamer kunnen staan, meestal in de vorm van een driehoek.
Vierkante of driehoekige hoofddoeken die als hoofdbedekking worden gedragen.
Uitgestorven onderklasse van visachtige zeereptielen. Kenmerkend waren de vorm van het lichaam (dik in het midden, dun aan de uiteinden), de hoge staartvin, de driehoekige rugvin en de peddelvormige poten.
Een paar evenwijdige linialen die door een omtrekverbinding aan elkaar vastzitten, met graden zijn gemerkt en de functies van een gradenboog en een tekendriehoek combineren.
Zes-hoekige sterren opgebouwd uit twee gelijkzijdige driehoeken, de een omgekeerd over de ander heengelegd.
Kandelaars in de vorm van een driehoek, die vijftien kaarsen draagt. Werden gebruikt tijdens de Donkere Metten, onderdeel van het getijdengebed van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag. De tenebraeluchter wordt ook 'kaarsegge' genoemd.
Vierkante, meestal katoenen hoofddoeken die vaak in een driehoek worden gevouwen en traditioneel op het hoofd worden vastgemaakt met een agal; worden vooral gedragen door mannen in West-Azië en delen van Noord-Afrika.
Verwijst naar de fase van de Karasoek-cultuur die wordt gemarkeerd door de productie van bronzen voorwerpen, zoals messen en armbanden met een reeks rechte of schuine lijnen die zijn uitgesneden in het oppervlak, met rijen driehoeken.
Wordt gebruikt voor bogen met een driehoekige vorm, gevormd door twee rechte blokken steen die diagonaal zijn gezet.
Krachtdiagrammen die een draad laten zien die tussen twee punten hangt en waaraan gewichten zijn gehangen op verschillende plaatsen, waardoor de krachten worden uitgebeeld als een reeks aangrenzende driehoeken.
Grote messen met vaak een groot lemmet dat meestal een driehoekig profiel met een scherpe, puntig einde heeft. Is speciaal ontworpen voor het snijden op snijplanken.
Verticale delen die de nok van een driehoekige dakspant met de basis verbinden. Een koningsstijl komt niet geheel overeen met een king post. Een king post heeft schuin omhoog staande schoren. Een Engelse kingpost is de middenstijl of makelaar van een kapgebint (uit VWB).
Wordt gebruikt voor elementen, meestal driehoekig van vorm, die uit een muur, pier of andere structuur steken en die dienen om een verticaal gewicht te ondersteunen of om een hoek te versterken door het gewicht te verdelen over het oppervlak van de structuur waaruit ze steken. Soms zijn ze meer decoratief dan functioneel.
Wordt gebruikt voor ornamentele elementen, meestal in reliëf en driehoekig van vorm, die lijken op een fronton en boven deuren of ramen worden geplaatst.
Kleine, tweekoppige bijlen die worden gebruikt om tapgaten te hakken; één uiteinde is beitelvormig en het andere heeft de vorm van een driehoekig mes.
Verwijst naar de neolithische stijl en cultuur die is genoemd naar de nederzetting bij het meer in Lagozza di Besnate in Lombardije, Italië. Lagozza kenmerkt zich door het specifieke aardewerk en het vuurstenen gereedschap. De potten bestaan meestal uit eenvoudige open kommen met gedecoreerde cilindrische deksels en aan de bovenzijde deels gesloten kommen met gegolfde profielen en afdrukken van holle stengels. Het vuurstenen gereedschap bestaat meestal uit driehoekige, transversale pijlen gemaakt van zeer dun vuursteen, dat van buiten naar het gebied werd gebracht. De cultuur lijkt nauw verwant aan de Chasseen-cultuur, en kan duiden op een invasie vanuit het westen.
Wordt gebruikt voor tuig dat over het algemeen wordt gekarakteriseerd door een enkele mast, een driehoekig zeil waarvan de vooruitstekende hoek scherp achteroverhelt en is aangehecht aan een recht rondhout of ra, die op zijn beurt weer is aangehecht aan de mast, en een giek die voorwaarts uitstrekt van de mast.
Vierkante, langwerpige of driehoekige doeken, meestal met spelden vastgemaakt, gedragen door zuigelingen; tegenwoordig meestal vervangen door wegwerp-exemplaren.
Babykledingstukken die men over de luier aantrekt, meestal driehoekige doeken van flanel, gekookte wol of dicht gebreide wol, gebruikt in westerse landen tot de jaren negentig van de negentiende eeuw, toen er materiaal beschikbaar kwam dat vocht beter tegenhield, zoals met rubber beklede stof. Tegenwoordig wordt de term soms gebruikt voor kleurrijke broekjes gevoerd met plastic of een ander waterdicht materiaal.
Gladde of gefacetteerde hangende druppels, van glas of kristal, die in allerlei vormen gemaakt worden. Wordt vooral gebruikt om kroonluchters en kandelabers te versieren. Voor gelijksoortige druppels met een driehoekige vorm wordt 'prisma's' gebruikt.
Troffels met een plat, driehoekig stalen blad met een opzij gebogen handvat, die worden gebruikt om specie op te pakken en uit te spreiden.
Verwijst naar de periode en cultuur van de laatste fase van het Acheuléen, toen de werktuigen zich ontwikkelden van de vroegere ovale vormen. De periode en cultuur kenmerken zich door langwerpige handbijlen met zeer rechte en scherpe randen, en punten met een driehoekige dwarsdoorsnede.
Wordt gebruikt voor driehoekige geraamten met een verticale centrale stut (de koningsstijl) die van de apex naar de bintbalk loopt.
Orde van twee soorten in één familie. De dieren lijken op echte mollen. Ze hebben voorpoten met driehoekige klauwen waarmee ze graven, een leerachtige huid, een stompe snuit, een stompe staart en slecht ontwikkelde ogen die vrijwel geheel zijn verborgen in de lange, zijdezachte vacht. Ze hebben de gewoonte om vlak onder de grond holen te graven.
Grote vierkante, rechthoekige of driehoekige stukken stof die worden gedragen over de bovenkleding om schouders en armen te bedekken.
Motieven in de vorm van een oog, meestal een menselijk oog, onder meer aangetroffen op de boegen van watervoertuigen, waarop ze ter bescherming zijn geschilderd of gebosseleerd, of in de christelijke iconografie als het oog van God in het midden van een gelijkzijdige driehoek die de Heilige Drie-eenheid voorstelt. Anders dan 'oculi', dat wordt gebruikt voor kleine ronde of ovale openingen, zoals ramen in een muur of openingen in de top van een koepel.
Kussentjes, meestal halfrond of driehoekig van vorm, die aan de binnenkant van een kledingstuk zijn gestikt of anderszijds bevestigd om de schouders vorm te geven, te verhogen of breder te maken.
Soort kloskant die sinds de 18de eeuw in Parijs werd gemaakt. Het is een stevige kant die minder geschikt is om te worden gefronst. Het voornaamste kenmerk is de zeshoekige tralie, die gevormd wordt door het door elkaar kruisen van driehoeken. De tekening bestaat vooral uit bloemen, bladeren of ranken, soms ook uit dierenmotieven.
Driehoekige papieren zak, dient als verpakking voor etenswaren zoals snoepgoed of frieten.
Lichamen met een veelhoekige basis, waarvan elke zijde de basis van een driehoek vormt. De driehoeken in kwestie hebben een gemeenschappelijke top.
In de vorm van een piramide, een veelvlak waarvan één vlak (de basis) een polygoon is met een willekeurig aantal zijden en de andere vlakken driehoeken zijn met bases die de zijden van de polygoon vormen die samenkomen bij een gemeenschappelijk hoekpunt.
Vrolijke joodse feestdag ter herdenking van de bevrijding van de joden in de 5e eeuw v. Chr. door Mordechai en Ester van een samenzwering om hen uit te roeien. Deze samenzwering was het werk van Haman, hoofd van de hofhouding van de Perzische koning Ahasveros. Het verhaal is opgetekend in het oudtestamentische boek Ester. De naam is afgeleid van de loten waarmee werd bepaald in welke maand de massamoord zou plaatsvinden. Het feest wordt gevierd op 14 adar (rond 1 maart). In de 2e eeuw n. Chr. was het feest al wijdverbreid. De dag voor Poerim, Ta'anit Esther (het vasten van Ester), is een vastendag. Op Poerim wordt de boekrol van Esther in de synagoge gelezen. In een feestelijke en carnavaleske atmosfeer worden verkleedpartijen gehouden, geschenken uitgewisseld en donaties aan de armen gedaan. Op deze feestdag worden driehoekige koekjes genaamd harmantaschen ('Hamansoren') gebakken en Poerim-toneelstukken opgevoerd, die in de 17e eeuw in zwang kwamen.
Te gebruiken voor Indonesische schepen met een zeer groot driehoekig zeil, meestal een latijnzeil, en een aanzienlijke vlerk met ballast.
Driehoekige, glazen of kristallen, hangers die vooral worden gebruikt om kroonluchters of kroonkandelaars te versieren. Voor soortgelijke gladde of gefacetteerde hangers, die in allerlei vormen worden gemaakt, wordt 'lusters (onderdelen van verlichtingsmiddelen)' gebruikt.
Vaandels die men aan het hoofd van een processie draagt, gewoonlijk op een lange staf of steel. Doorgaans zijn ze rechthoekig, maar ze kunnen ook driehoekig zijn of een andere vorm hebben. Gewoonlijk zijn ze alleen aan de bovenkant bevestigd, maar soms zijn ze aan alle kanten vastgemaakt aan een stijf frame. Ze kunnen zijn beschilderd of zijn voorzien van rijk borduurwerk. Men gebruikt ze bij religieuze en koninklijke processies en andere gelegenheden.
Verwijst naar een periode en stijl in de Griekse kunst en cultuur die zich voordeed van circa 1100 tot circa 900 v. Chr. Deze kenmerkt zich door de import van objecten en stijlen uit de Levant en Egypte, een vernieuwing van binnenlandse Griekse stijlen, en een algeheel herstel van de woelige periode die het gevolg was van de gewelddadige omverwerping van de Minoïsche/Myceense wereld in de 12de eeuw v. Chr. De overgeleverde kunstwerken bestaan uit eenvoudige fibulae, primitieve kleifiguren en aardewerk, meestal versierd met cirkels, bogen, driehoeken en golvende lijnen, vaak met meerdere streken aangebracht en geplaatst in horizontale banden op verschillende delen van de pot.
Klassieke Veracruz-stijl en -cultuur uit de pre-Columbiaanse kunst van de centraal-zuidelijke kust van de Golf van Mexico. Vernoemd naar de kenmerkende archeologische site Las Remojadas in Veracruz, die van ongeveer 150 v.Chr. tot 650 n.Chr. een ononderbroken traditie van keramiek kende. De term wordt vaak ten onrechte gebruikt voor keramiek uit de centraal-zuidelijke kust van de Golf van Mexico in het algemeen. De Remojadas-stijl omvat kenmerkend aardewerk en holle keramische beeldjes, soms met een ongebruikelijk brede glimlach op driehoekige gezichten.
Verwijst naar de fase van de geometrische stijl in de 9de en het begin van de 8ste eeuw v. Chr. Deze kenmerkt zich door het toenemend aantal nieuwe patronen in de vaasschilderkunst, waaronder de introductie van gestileerde menselijke en dierlijke figuren met abstracte vormen zoals driehoeken, bogen en lijnen.
Snaarinstrumenten, met 4 of 5 melodiesnaren, 3-6 bourdonsnaren en 11-16 sympathische snaren van metaal; brede, met metaal bedekte hals zonder frets; komvormige, met huid bedekte klankkast; ook met een tweede klankbodem van metaal, hout of kalebas achter de sleutelkast; bespeeld met een driehoekig houten plectrum; Noord-Indiase subcontinent.
Verwijst naar een mesolithische stijl en cultuur die vooral floreerde in het zuidwesten van Frankrijk en het noorden van Italië tussen 9.000 en 5.000 v. Chr. Deze kenmerkt zich door specifiek gereedschap, waaronder microlithische werktuigen zoals driehoeken en dubbelschrabbers.
Laatmiddeleeuwse dolken met een lange, dunne kling die toeloopt in een zeer scherp naaldpunt en een houten of ivoren cilindervormige handgreep met twee schijfvormige handbeschermers. Het lemmet was eerst vlak, met één of twee snijkanten; later ontstonden ook driehoekige of ruitvormige lemmeten. De rondeldolk was ideaal om mee te steken.
Dak, gevormd door twee driehoekige schilden aan de smalle en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. VWB. Alle vlakken (meestal vier) zijn hellend en dienen daarom van graatsparren te worden voorzien.
Een ruitvormige figuur met uitstekende haken aan de buitenste ruit; een rechthoekige figuur met uitstekende haken aan de zijkant of een driehoekige figuur met een uitstekende haak die de staart vormt.
Te gebruiken voor ruwweg driehoekige lappen textiel op elk van beide schouders van het dienstuniform van een officier, die naar binnen doorlopen bij de zoom van de mouw, met een knoop zijn bevestigd bij de kraag en een rangonderscheidingsteken dragen. Gedragen door land- lucht- en zeemachtofficieren in de Verenigde Staten. Gebruik ‘schouderkleppen’ voor over het algemeen rechthoekige stroken textiel, bij de schouder gedragen op militaire uniformen en voorzien van een rangonderscheidingsteken.
Te gebruiken voor smalle, over het algemeen rechthoekige stroken textiel, bij de schouder gedragen op militaire uniformen en voorzien van rangonderscheidingstekens. Gebruik ‘schouderlappen‘ voor ruwweg driehoekige lappen textiel op de schouders van dienstuniformen van Amerikaanse officieren, die naar binnen doorlopen bij de zoom van de mouw en met een knoop zijn bevestigd bij de kraag.
Wordt gebruikt voor de in 1863 in Berlijn door Schwedler geïntroduceerde koepels die zijn opgebouwd uit een onregelmatig driehoekig netwerk van scharnierende balken.
Chinese lange citers met een rechthoekig klankbodem met een gebold oppervlak en meestal 25 zijden snaren, elk door een beweegbare, driehoekige kam ondersteund. De kammen dienen ook als een fijnstemmechanisme, waarbij elke kam relatief tot de aangrenzende kammen wordt geplaatst, in een diagonale rij dwars over de klankbodem.
Dakconstructies die bestaan uit een aantal parallelle dakvlakken waarvan de driehoekige doorsneden lijken op de tanden van een zaag; de steile kant (meestal noordkant) is meestal voorzien van ramen.
Te gebruiken voor eenmastzeilschepen die zijn voorzien van vlaktilling, een dek, een kajuit en meestal een driehoekig grootzeil en fok aan een smalle mast; er zijn een aantal exemplaren met twee masten of drie zeilen gebouwd; halverwege de 19e eeuw in Chesapeake Bay, in de Verenigde Staten, geïntroduceerd en meestal gebruikt voor de oestervangst.
Vuurstenen spits uit de steentijd, driehoekig of bladvormig, met een kleine steel aan de onderkant om het te kunnen vastmaken aan een houten steel en twee kerven van ongelijke diepte en lengte.
Wordt gebruikt voor tuigages met een driehoekig zeil, waarvan de vooruitstekende hoek is aangehecht aan een apart rondhout dat in volledig verticale positie is gehesen, zodat het een uitbreiding van de korte mast wordt.
Kleine dolken, met een kruisgevest en een stijve, smalle kling, vierkant of driehoekig in dwarsdoorsnede, uitsluitend gebruikt om mee te steken; waarschijnlijk afkomstig uit Italië.
Gravures met een voorstelling die niet uit lijnen maar uit puntjes is opgebouwd; de driehoekige puntjes zijn gestoken met de burijn.
Verwijst naar de eerste stroming van zuivere geometrische abstractie in de schilderkunst, die rond 1913 door Kasimir Malevich werd ontwikkeld. De stijl kenmerkt zich door eenvoudige vormen, zoals cirkels, vierkanten en driehoeken, meestal in een beperkt aantal kleuren, zoals zwart, rood, groen en blauw, met een witte achtergrond. In de jaren 20 van de 20ste eeuw ging El Lissitzky op basis van suprematistische ideeën experimenteren met nieuwe technieken voor drukwerk, tentoonstellingen en fotomontage.
Keukengerei dat vaak een plat, driehoekig blad heeft en wordt gebruikt voor het snijden en opdienen van taarten en gebak.
Lieren met een ronde of komvormige klankkast waaruit 2 met dierenhuid bedekte armen omhoog steken die samen 2 zijden van een gelijkbenige driehoek vormen; de basis van de driehoek wordt gevormd door een juk waarvandaan 5-6 snaren, meestal van darm, naar het onderste gedeelte van de klankkast lopen, waar ze zijn bevestigd aan een metalen ring die ook als kam fungeert; gebieden rond de Middellandse Zee en de Perzische Golf.
Tweedimensionale ontleedpuzzels die bestaan uit vijf driehoeken van verschillende afmetingen, een vierkant en een parallellogram die gecombineerd kunnen worden om vele verschillende figuren te vormen; oorspronkelijk waarschijnlijk afkomstig uit China.
Apparaten die aan een tekentafel vastzitten en de functies van een richtliniaal, tekenhaak, tekendriehoek en gradenboog combineren. Worden gebruikt door tekenaars, ontwerpers, architecten en ingenieurs.
Stenen treden, driehoekig in doorsnede, die wenteltrappen of spiltrappen vormen. Ze lopen schuin af en hebben gevormde uiteinden die, op elkaar gelegd , de centrale zuil of solide wentelspil vormen.
Slaginstrumenten, bestaande uit een stalen staaf, gebogen in een driehoek met één hoek open; bespeeld door aan te slaan met een metalen staafje.
Wiskundigen die gespecialiseerd zijn in de relaties tussen de zijden en hoeken van driehoeken, en tussen nauw met elkaar verwante grootheden, met name bij methoden voor het afleiden van gevraagde elementen op basis van andere, gegeven elementen. Verwijst in het bijzonder naar personen die zich bezighouden met trigonometrische landmetingen.
Religieuze monumenten die driehoekig zijn van plattegrond.
Driehoekige figuren gevormd door drie vlechtbogen of lussen.
Leer dat is gemaakt van varkenshuid en meestal plantaardig is gelooid. Het heeft een kenmerkend nerfpatroon doordat de haarvaten ruwweg driehoekige groepjes van drie vormen.
Handgereedschap dat meestal de vorm heeft van een driehoekig blad aan het einde van een steel. Worden gebruikt om cilindrische verwijdingen te maken om de bovenkant van een bout, moer of schroef te verzinken zodat deze niet boven het oppervlak uitsteekt.
Veelvlakken met vier driehoekige vlakken.
Driehoekige stukken stof die over het voorhoofd worden gedragen.
De tegels die de open brug tussen twee rijen van dakpannen overbruggen. Bijvoorbeeld in de Oudgriekse architectuur, de dakpan (imbrex) van terracotta of marmer, meestal halfcirkelvormig (Laconisch) of driehoekig (Korinthisch) in doorsnede, die de open voeg tussen twee rijen 'vlakke dakpannen' of 'holle pannen' (tegulae) overbrugt.
B Verwijst naar de vroegste fase van de geometrische stijl, die eindigde in het begin van de 9de eeuw v. Chr. De periode kenmerkt zich door het ontstaan van gestandaardiseerde vormen van vaatwerk, zoals amforen, pelikai, stamnoi, hydria's, oinochoai, kraters, kylikes en lekythoi, en door geschilderde abstracte vormen zoals driehoeken, blokpatronen en concentrische cirkels.
Verwijst naar de Meso-Amerikaanse periode van circa 900 tot 1200 n. Chr. die vooral werd gekenmerkt door de herinvoering van de rondsculptuur (met grote afgodsbeelden en decoratieve motieven, zoals de zonneschijf met driehoekige stralen) als dominante vorm, en door de afname van het gebruik van ingesneden inscripties. Het aardewerk uit deze periode bestaat voornamelijk uit komforen, wierookvaten met lange stelen, tabakspijpen, Coyotlatelco-aardewerk met gestileerde rode dessins op een crèmekleurige achtergrond en Mazapán-aardewerk met parallelle rechte of golvende rode lijnen. Kenmerkend voor het aardewerk is ook het paarsgrijze glazuur dat bekend staat als Plumbate. De keramische beeldjes uit deze periode werden gemaakt met mallen en werden na het bakken beschilderd. Deze beeldjes stellen vrouwelijke figuren, mannelijke strijders en godheden voor.
Gebinten met evenwijdige liggers waartussen de schoren en de dwarsbalken onder dezelfde hoek geplaatst zijn, zodat zij een gelijkbenige driehoek vormen, waarvan de diagonalen afwisselend onder spanning of onder druk geplaatst zijn.
Te gebruiken voor een aantal symmetrische gebinten: die welke in de vorm van drie gelijkbenige driehoeken waarvan één driehoek in het centrum ligt met de onderkant langs de onderligger en waarvan de twee buitenste driehoeken met hun onderkant langs de schuine zijde bij een bovenligger liggen, of die welke in de vorm van driehoeken waarvan de diagonalen een W vormen, of die in de vorm van rechthoeken met weinig verticalen in verhouding tot talrijke diagonale kapdelen van verschillende lengte.
Uurwerken die gelijke tijdvakken afmeten aan de beweging van zand of een andere vrij stromende, fijnkorrelige substantie door een nauwe opening tussen twee driehoekige of kegelvormige glazen bollen die met de openingen naar elkaar toe zijn geplaatst; ze werden waarschijnlijk geïntroduceerd aan het begin van de 14e eeuw en toen vooral gebruikt om de tijd bij te houden op schepen.