Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Het boze beginsel als persoon gedacht.
Te gebruiken voor meestal massieve, geometrische puzzels die bestaan uit in elkaar grijpende staafjes van hout of plastic met inkepingen, die in hun uiteindelijke, samengevoegde staat hoogst symmetrisch van vorm zijn.
Cilindervormige stukjes hout, metaal of ander materiaal die worden gebruikt om afzonderlijke delen aan elkaar vast te maken.
Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het majestueuze tempelbergcomplex dat koning Suryavarman II (1113-1150 n. Chr.) in de 12de eeuw liet bouwen als graftempel voor zichzelf. Deze stijl wordt gezien als de laatste door het hindoeïsme beïnvloede stijl in Angkor vóór de opkomst van het Mahayana-boeddhisme. De tempel belichaamt de kenmerkende stijl van de kunst in het midden van de Angkor-periode (1080-1181 n. Chr.). Het tempelcomplex is gebouwd in lateriet en zandsteen en wordt gekenmerkt door gewelfde plafonds, houten dakspanten en het gebruik van blokken in plaats van duiveltjes voor het koppelen van kinderbalken en zuilen. Bij deze stijl deed het kruisvormige voorplein zijn intrede, ondersteund door overdekte galerijen met zuilen en onderling verbonden galerijen en paviljoenen, die door het daglicht werden verlicht dankzij een innovatief gewelfsysteem. Kenmerkend voor beeldhouwkunst in deze stijl zijn verhalende bas-reliëfs in plaats van vrijstaande beeldhouwwerken. Op reliëfpanelen worden taferelen uitgebeeld uit de Mahabharata en de Ramayana, evenals tableaus van Suryavarman II die koninklijke zaken afhandelt. Figuren van godheden en andere belangrijke personages in de friezen worden getypeerd door felle kleuren en goudbladaccenten. De tempel bevat talrijke standbeelden van apsarafiguren, die zijn afgebeeld met geplooide gewaden, versierd met bloempatronen. Acht andere tempelcomplexen in de koninklijke hoofdstad zijn volgens deze stijl gebouwd.
Dualistische christelijke geloofsgemeenschap die in Bulgarije bloeide van de 10de tot de 17de eeuw en nog verder in het Byzantijnse Rijk in de 11de en 12de eeuw. De gemeenschap werd in het midden van de 10de eeuw in Bulgarije gesticht door een priester die de naam Bogomiel aannam. Deze gezindte kan worden omschreven als een samenvloeisel van dualistische, neomanicheïstische doctrines die werden geïmporteerd van de paulicianen en een lokale Slavische beweging gericht op hervorming van de kort daarvoor gestichte Bulgaars-orthodoxe kerk. Het centrale geloof was dat de mensheid en de zichtbare, materiële wereld waren geschapen door de duivel. Bogomielen stonden vijandig tegenover de meeste aspecten van de orthodoxe kerk maar ook tegenover het burgerlijk gezag. Zij bepleitten een rigoureus ascetisch leven en keurden seksuele omgang, huwelijk, bezit en het eten van vlees af. De bogomielen zijn van invloed geweest op de latere katharen in Europa.
Orde van 2 bestaande families met ongeveer 60 soorten vleesetende buideldieren en de niet lang geleden uitgestorven familie van de buidelwolf (Thylacinus cynocephalus). Bestaande leden van de orde zijn onder meer de buidelmarters, de smalvoetbuidelmuizen, numbats en de Tasmaanse duivel.
Teksten die te maken hebben met duivels, duivelslegenden of de beschrijving of afbeelding van duivels. De term kan betrekking hebben op iedere tekstuele of visuele verwijzing naar zwarte magie of duivelse rituelen.
Verwijst naar een belangrijk christelijk feest dat de tenhemelopneming van Christus gedenkt. Het feest wordt sinds de 4de eeuw veertig dagen (de vijfde donderdag) na Pasen gevierd door zowel oosterse als westerse kerken. Hemelvaartsdag gedenkt het koningschap van Christus, de tenhemelopneming van Christus ter verheerlijking van de menselijke natuur en de voltooiing van de verlossing van hen die in Christus geloven (de Hemelvaart is de laatste verlossende handeling). In de middeleeuwen werd er in het kader van het feest een processie gehouden om de tocht van Christus naar de Olijfberg te gedenken, volgens de traditie de plaats van de Hemelvaart. Een ander oud gebruik was het optillen van een kruisbeeld of een beeld van de verrezen Christus door een opening in het dak van de kerk. Soms ging dit gepaard met een duivelsfiguur die tegelijkertijd afdaalde. Een onderscheidend kenmerk van de westerse liturgie van Hemelvaartsdag is het doven van de paaskaars na de lezing van het evangelie. De paaskaars wordt voor het eerst ontstoken met Pasen en wordt gedoofd als symbool voor het feit dat Christus de aarde verlaat.
Verwijst naar een stijl van moderne Makonde sculptuur, die duivels of stamgeesten afbeeldt, in verwrongen, overdreven of abstracte vormen.
Penning die werd vervaardigd met de bedoeling om mensen of gebeurtenissen belachelijk te maken. Bekend zijn de penningen met op de voorzijde het hoofd van de paus, wanneer men de afbeelding 180 graden draaide werd het de duivel. Dit type spotpenning ontstond in het tweede kwart van de zestiende eeuw, in de tijden van roerige religieuze tegenstellingen.