Het witte gedeelte van een ei, te onderscheiden van het eigeel. Wordt onder andere gebruikt als bindmiddel voor pigment en in vernissen en stijfsel. Gebruik liever 'albumine' voor dezelfde stof binnen de context van fotografische materialen.

Goudappret gemaakt van geklopt eiwit en azijn.

Het schrijven in goudinkt die is gemaakt van goudpoeder vermengd met eiwitlijm of gom en na droging wordt gebruineerd.

Het extracellulaire matrixeiwit in bindweefsel. Onelastische eiwitgroepen die aanwezig zijn in pezen, ligamenten, huidbindweefsel, tandbeen, kraakbeen en botten. Wordt gebruikt in gelatine en dierlijke lijm.

Fotografische afdrukken die albumine (eiwit) als bindmiddel hebben; altijd monochroom.

Een hechtmiddel met een laag moleculegewicht gemaakt van een oplossing van gedegradeerd of gedenatureerd collageen in water. De eiwitten in dierlijke lijm zijn minder zuiver en donkerder van kleur dan gelatine.

Gele, bolvormige massa van opgeslagen voedsel; vormt het binnenste deel van het ei van een vogel of reptiel en wordt omringd door het eiwit.

Apparaten die de dooier scheiden van het eiwit.

Tempera waarbij ei het bindmiddel is, van oudsher alleen het eigeel maar in sommige gevallen ook het eiwit.

Een taaie, elastische, eiwitachtige substantie die overblijft nadat de bloem van tarwe of ander graan is gewassen om zetmeel te verwijderen.

De vezelachtige uitgroeiïngen op de huid van allerlei dieren, die bestaan uit het eiwit keratine en onder andere worden gebruikt voor het maken van stoffen, als opvulling en voor het maken van kwasten en borstels.

Te gebruiken voor eiwit binnen de context van fotografische materialen en processen.

Element dat de structuur bepaalt van alle plantaardige en dierlijke weefsels. Chemisch symbool C, atoomnummer 6. Koolstof kan in allerlei vormen voorkomen: als diamant, grafiet, steenkool, carbonzwart of fullereen. Koolstof komt in hoge concentraties voor in steenkool, cokes, benzine en aardgas. Ook eiwitten zoals haar, vlees en zijde bevatten koolstof, naast andere elementen. Er bestaan meer dan zes en een half miljoen verschillende koolstofverbindingen, waaronder suiker, zetmeel en papier.

Snoepgoed bestaande uit een dikke pasta van gemalen amandelen, suiker en eiwit of eigeel. De pasta wordt tot kleine snoepjes of petit fours gevormd. Ook kan marsepein in decoratieve vormen worden gekneed en als glazuurlaag op taarten of cakes worden aangebracht.

De studie van de structuur en functie van grote moleculen in verband met levende organismen, met name eiwitten en de nucleïnezuren DNA en RNA.