Associaties voor engobe

Toegevoegd op: 16-8-2017

Slibglazuur dat meestal met een kwast of door dompelen wordt aangebracht op een voorwerp van klei, om een glad oppervlak te verkrijgen waarop ander glazuur of decoraties kunnen worden aangebracht; bevat zowel kleuroxides als klei, veldspaat en silica.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fijne klei die, wanneer gemengd met water, resulteert in een romige vloeistof; wordt gebruikt bij het gieten, glazuren, versieren en repareren van keramiek. In de oorspronkelijke staat is het flexibel genoeg om te kunnen worden gebruikt voor glazuren en versieren zonder de hulp van toevoegsels. Gebruik 'slibglazuur' voor keramisch glazuur met een hoog gehalte aan slib.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor aardewerk dat hoofdzakelijk is gedecoreerd met één of meer klei-engobes met een hoger of lager ijzergehalte dan de klei van het aardewerk zelf. Engobewerk kan worden gedecoreerd door engobe te gieten, te dippen, te beschilderen, te bestrijken of met pipet te decoreren op de ongebakken en soms één keer gebakken romp. Na het aanbrengen kan de engobe worden gemanipuleerd door het stuk te draaien, door de engobe met een kam of veer tot een regelmatiger dessin te vormen of, nadat het tot een kleverige massa is gedroogd, met de sgraffitotechniek te beeldsnijden. Dippen, met pipet decoreren en marmeren zijn andere veel gebruikte technieken bij met engobe gedecoreerde keramiek. Het aanbrengen van engobe gaat vrijwel altijd aan het glazuren vooraf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de vroege fase (circa 4800-4300 v. Chr.) van de neolithische Yangshao-cultuur. De cultuur is genoemd naar een neolithisch dorp in de omgeving van Xi'an in de provincie Shaanxi. In de Banpo-architectuur herkennen we reeds de traditionele naar het zuiden gerichte ingang en het gebruik van houten draagconstructies voor het dak. Banpo was een belangrijk keramiekcentrum. Zo is er een industriële oven opgegraven. Het vaatwerk werd doorgaans met de hand gevormd, maar soms ook wel uit rollen opgebouwd of in vormen gegoten. Typerende vormen voor deze periode zijn kommen met versmalde voet. Het vaatwerk werd gedecoreerd met gedrukte vormen of met zwarte of grijze engobe, en werden vervolgens gepolijst. Geometrische patronen overheersen, en in zeldzame gevallen is ook een menselijk masker als motief aangetroffen. Een reeks van circa 20 verschillende markeringen die op de randen van het vaatwerk zijn ingesneden, moet wellicht worden gezien als een primitieve wijze om gebeurtenissen vast te leggen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aardewerk dat is versierd uit de vrije hand, met opgelegde slipmotieven die zijn aangebracht met een pipet. De techniek werd het eerst gebruikt op Rijnlands aardewerk van vóór de 3de eeuw v. Chr., ter vervanging van decoratieve reliëfvormen. De engobedecoratie werd als bies aangebracht om de randen van vlakke schalen te versieren met kleine bloemen en andere motieven. De techniek werd wederom gebruikt in het midden en aan het einde van de 19de eeuw, maar was niet populair omdat er snel stukjes van de engobe loskwamen door problemen met het bakken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar Engels aardewerken vaatwerk met loodglazuur, met een rode romp en een bruinzwart glazuur, die vaak in de buurt van Cisterciënzer kloosters in Engeland zijn aangetroffen. Het merendeel van dit vaatwerk dateert uit het begin van de 16de eeuw. Hoewel de meeste exemplaren van vóór de ontbinding van de kloosters in 1540 dateren, bewijst een gedateerd exemplaar uit 1599 dat de productie ook daarna is voortgezet. De makers van cisterciënzer keramiek waren gespecialiseerd in bekers, maar men vervaardigde ook kannen, pelgrimsflessen, kandelaars, schotelwarmers, zoutvaten en kommen. Cisterciënzer aardewerk is meestal niet gedecoreerd, maar sommige exemplaren hebben opvallende horizontale ribben, of zijn versierd met witte engobe of rozetten of medaillons. Pottenbakkerijen waar dergelijk aardewerk werd vervaardigd, bevonden zich in Abergavenny (Monmouthshire), Tickford (Derbyshire) en Wrotham (Kent).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de kunstperiode in Meso-Amerika van circa 600 n. Chr. tot 900 n. Chr. Beeldhouwkundige stijlen uit die periode varieerden al naar gelang de regio. In Tierra Blanca bevatten aardewerk en schalen van keramiek rituele taferelen in hoogreliëf die met een mal waren gemaakt. Figuren uit Nopiloa zijn meestal gemaakt met behulp van een mal, maar bedekt met een crèmekleurig engobe. In de meeste regio’s worden bij aardewerk en kleibeelden staande en zittende vrouwelijke figuren afgebeeld met sierlijke hoofdtooien, kralenkettingen en geknoopte slangenriemen. Het gaat onder andere om schalen met crèmekleurig engobe die gedetailleerd zijn beschilderd met realistische en imaginaire dierenfiguren en gekostumeerde figuren die zijn gerangschikt in paren of trio's. Edelsteenbewerking uit deze periode wordt gekenmerkt door drie vormen die zijn verbonden met een heilig balspel: yuog, palma en hacha. In de architectuur wordt deze stijl gekenmerkt door stèles en altaarconstructies met grote, zoömorfe frontale figuren in hoogreliëf, versierd met compacte kostuumontwerpen. Schilderstijlen uit deze periode beelden mensen af in een stedelijke context te midden van piramides, tronen, trappen en marktplaatsen en hebben rijke, symbolische kleuren. Tempels en gewelven uit deze periode zijn versierd met muurschilderingen waarop expressieve, historische, militaire en rituele afbeeldingen zijn weergegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aardewerkstijl die tussen circa 600 en circa 550 voor Christus tot ontwikkeling kwam in Laconia, een landstreek op de Peloponnesos. De stijl wordt gekenmerkt door zwartfigurige ontwerpen, vaak aangebracht op een blanke engobe, met motieven als granaatappels, lotusknoppen, palmetten, figuren en netpatronen. Bij het bakken van Laconische klei krijgt deze een vaalgele kleur, in tegenstelling tot het oranjerood van de Atheense klei.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Vroeg-Minoïsche aardewerkstijl die voornamelijk werd vervaardigd in het noordoosten van Kreta, maar die op het hele eiland werd gebruikt. Deze stijl is mogelijk voortgekomen uit Vasiliki-aardewerk, toen geschilderde ornamentatie voor het eerst weer verscheen in de vorm van enkele opgeschilderde witte lijnen. In volwaardige vorm kenmerkt deze stijl zich door bondige motieven in gebroken wit op een donkere engobe. De ontwerpen bevatten vaak complexe diagonale banden en spiralen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar specifiek aardewerk dat in het Italiaanse Bologna en elders werd geproduceerd, hoofdzakelijk van de 15de tot en met de 18de eeuw. De romp van aardewerk werd in klei-engobe gedompeld en vervolgens met loodglazuur bedekt. De ontwerpen werden in de engobe gesneden, waarbij soms ook groen glazuur en mangaanglazuur werden aangebracht. De techniek is gekopieerd van bepaalde Chinese en Koreaanse voorwerpen en werd reeds door Byzantijnse pottenbakkers in Konstantinopel gebruikt, en later, vanaf 1500, ook in Italië. Hoewel het aardewerk op het eerste gezicht op echte 'majolica' of op aardewerk met tinglazuur lijkt, zijn er duidelijke verschillen: er is namelijk geen tinglazuur maar loodglazuur gebruikt, en de ontwerpen zijn door de engobe heen gekerfd om de onderliggende klei met een afwijkende kleur zichtbaar te maken, en zijn er dus niet op geverfd. Verder hebben de kleuren de neiging uit te lopen tijdens het bakken in de oven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase uit de Chinese neolithische Yangshao-cultuur. De naam is ontleend aan het dorp Miaodigou in de provincie Henan, waar de eerste vondst uit deze cultuur werd gedaan. Er zijn twee verschillende perioden te onderscheiden: Miaodigou I, daterend van circa 4000 tot circa 3300 v. Chr., en Miaodigou II, van 3300 tot 2600 v. Chr. Keramiek van de Miaodigou-cultuur is meestal vervaardigd uit fijne rode klei, soms bedekt met rode of witte engobe. Enkele objecten uit het dunne, harde aardewerk met zijdeglans dat zo typerend is voor de Longshan-cultuur zijn opgegraven op Miaodigou-vindplaatsen. Rond om de dorpen bevonden zich greppels en omheiningen, en de dorpen zelf waren onderverdeeld in afzonderlijke woon-, werk- en grafgedeelten. Als grafgift werd meestal keramiek meegegeven, maar er zijn ook wel stenen werktuigen en benen ornamenten aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een fase in de Chinese neolithische Miaodigou-cultuur tussen circa 4000 en circa 3300 v. Chr. Het aardewerken vaatwerk was soms beschilderd, meestal zwart, maar soms ook zwart in combinatie met witte en rode engobe. Het decor was meestal geometrisch, maar in enkele gevallen worden ook vogel-, kikker- en plantenmotieven aangetroffen. Ook is er een opvallende tonvormige kan met een deksel in de vorm van een mensenhoofd gevonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar aardewerk dat wordt gekenmerkt door veren- en takkendecoraties die lijken op de afdrukken van mosagaat (in het Engels ook wel 'mocha stone' genoemd). Mocha ware is rond 1785 in Engeland ontwikkeld en bleef de gehele 19de eeuw populair. Het wordt met name aangetroffen bij mokken, kruiken en andere vormen van aardewerk die in taveernes werden gebruikt voor het meten of bewaren van droge waren, hoewel het ook bij andere voorwerpen voorkomt. Het ornament werd gemaakt door de romp, bestaande uit groen aardewerk of bedekt met engobe, te bestrijken met een vloeibaar pigment dat zich vervolgens verspreidde op capillaire wijze, of door middel van een blaaspijpje. Het pigment bevatte vaak tabakssap, urine en metaaloxide, en had meestal een groen, bruine, blauwe of roze kleur. Soms werd de romp eerst beschilderd met een horizontaal banddessin in bruine, blauwe of grijze engobe. De romp was doorgaans gemaakt van Engels aardewerk, wit of bamboekleurig aardewerk, of van pearlware.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Egyptische aardewerkstijl die werd vervaardigd tijdens het Oude Koninkrijk van circa 2650 tot 2150 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door gepolijste kruiken die zijn bedekt met een oranje engobe.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Vroeg-Neolithische stijl en cultuur die overheerste in Thessalië en een gedeelte van Macedonië. Deze kenmerkt zich door artefacten uit de overvloedige archeologische vindplaats bij Nea Nikomedia in het zuidwesten van Macedonië.De stijl kenmerkt zich door aardewerk dat beter is vervaardigd en gevarieerder is dan voorafgaande stijlen, vaak is voorzien van een overdadige voet, en in het algemeen een rode of roze engobe heeft, of rood op wit is beschilderd. De cultuur is ook bekend door de open nederzettingen met vrijstaande en rechthoekige gebouwen, doorgaans opgebouwd uit een eiken geraamte, met muren van gevlochten riet bedekt met modder.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Perzische aardewerkstijl uit circa 6.000 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door met stro gemengd aardewerk dat is bedekt met een rode, meestal zwaar gepolijste engobe.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het op Cyprus gevonden aardewerk uit de chalcolithische periode van circa 3800 tot 2300 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door handgemaakte kruiken die zijn bedekt met een dikke glanzende zwarte engobe.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Romeinse aardewerkstijl met een fijne gloed en rode zegellakkleur, verkregen door het gebruik van een zeer fijne engobe en een baktechniek waarbij oxidatie plaatsvond. De stijl was geïnspireerd op aardewerk uit Griekenland en het Nabije Oosten, en kenmerkt zich doordat deze meestal niet is versierd, of met een eierlijst afgietsel of reliëf is versierd. De term wordt soms ook meer in het algemeen gebruikt voor al het oude aardewerk dat effen rood is, een satijnen glans heeft, en dat uit Rome, het Nabije Oosten of Griekenland afkomstig is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het op Cyprus gevonden aardewerk uit de midden-Cypriotische periode van ongeveer 1900 tot 1600 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door kruiken bedekt met een gelijkvormige zwarte engobe en versierd met geschilderde rode lijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het aardewerk dat voornamelijk op Cyprus voorkwam in de Philia-periode die begon rond 2500 v. Chr. tot en met de midden-Cypriotische periode die rond 1600 v. Chr. eindigde. Hoewel de stijl in de loop van de tijd vele veranderingen in kwaliteit en uiterlijk doormaakte, kenmerkt deze zich in het algemeen door een glanzende rode engobe, gebakken in de kleuren rood en zwart, en versierd met ingekerfde motieven en reliëfs.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van de Griekse vaasschilderkunst die voortkwam uit de zwart-figurige stijl. Deze verscheen in Athene rond 530 v. Chr. en verspreidde zich over andere gebieden van Griekenland, Zuid-Italië, Etrurië en elders in het Middellandse zeegebied, totdat de stijl in de derde eeuw v. Chr. verdween. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een fijne engobe en een bakproces in twee fasen, om door middel van sintering een zwarte ondergrond te verkrijgen, met in rood uitgespaarde figuren. De details van de figuren zijn vloeiender dan in de zwart-figurige stijl, meestal aangebracht met een penseel, met zowel een duidelijke, zwarte reliëflijn als een lichtere lijn die in kleur varieert van donkergoud tot zwart.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar voorwerpen die zijn vervaardigd uit fijne witte aardewerkklei, gedecoreerd met delicate, telkens herhaalde, ingesneden of ingedrukte dessins en ingelegd met engobe in verschillende kleuren, in het bijzonder geel oker en bruin. De populairste dessins zijn lofwerk, heraldische wapens en allerlei populaire abstracte motieven, met name motieven die gebruikt werden als decoratie voor boekomslagen. De meeste motieven zijn ontleend aan het patronenboek 'La Fleur de la science de pourtraicture' (1530) van Francesco Pellegrino. Vaak werd ook nog reliëfwerk toegevoegd. De dunne laag opgebracht loodglazuur doet denken aan een vernislaag en geeft het aardewerk een romige kleur. Saint-Porchaire werd van circa 1500 tot circa 1570 vervaardigd in Saint-Porchaire, Frankrijk, en de omgeving van Saintes, in het zuidwesten van Frankrijk, gedurende het bewind van Frans I en Hendrik II. De techniek vereist een hoge technische vaardigheid, wat verklaart waarom het aardewerk slechts in beperkte aantallen is vervaardigd (64 gedocumenteerde exemplaren). Dit aardewerk werd in de 19de eeuw geïmiteerd door fabrieken als de Minton Ceramic Factory in Engeland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de midden-neolithische stijl en cultuur die voortkwam uit de Proto-Sesklocultuur en die werd aangetroffen van het westen van Macedonië tot aan het zuiden van Phthiotis. De stijl is genoemd naar de archeologische vindplaats in Magnesië, en verschilt van de voorgaande cultuur door een grotere uniformiteit, eenvormiger, rijkdom en complexiteit. De stijl kenmerkt zich door gedetailleerd rood op wit gedecoreerd aardewerk, vaak met zigzag- of vlammotief, monochroom rood geëngobeerd aardewerk, en opvallende architectuurkenmerken, waaronder rechthoekige ontwerpen, geteerde daken, en inpandige steunberen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het proces en de techniek voor het maken tweedimensionale decoratie op aardewerk met verf die is gemaakt van metaaloxiden of andere pigmenten, die in engobe of een ander middel in suspensie worden gehouden. De pigmenten worden meestal met een kwast of een ander gereedschap aangebracht, onder of op een glazuur, en worden gewoonlijk aangebracht op een gebakken object, behalve bij hard porselein. Het geschilderde object wordt meestal opnieuw gebakken om het pigment te laten samensmelten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de aardewerkstijl die werd gevonden op Cyprus in de Laat-Cypriotische periode van circa 1600 tot 1050 v. Chr. De stijl kenmerkt zich in het algemeen door kruiken met een dikke, romige, blanke engobe, gedecoreerd met donker gekleurde verf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Griekse aardewerkstijl die ontstond in het oosten van Griekenland rond het midden van de 7de eeuw v. Chr. Deze kwam voort uit Sub-Geometrische en Oriëntaliserende stijlen, en kenmerkt zich door een losse schilderstijl, waarbij gebruik wordt gemaakt van donkere verf op een licht gekleurde engobe, verlevendigd met paarse details, en met in licht uitgespaarde gezichten en anatomische details. De onderwerpen zijn vaak dieren, met name geiten, herten, ganzen en griffioenen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl in de Oud-Griekse vaasschilderkunst, die een variatie gebruikte van de techniek van de Roodfigurige stijl en opgeld deed in het midden van de 5de eeuw v. Chr. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van een kalkachtige, blanke engobe als achtergrond, waar overheen zwart glazuur werd gebruikt om de figuren uit te lijnen. Verdunde paarse, rode en blanke glazuren werden gebruikt om de figuren in te kleuren. Bijkomende kleuren die niet tegen bakken waren bestand werden naderhand toegevoegd.De taferelen tonen dikwijls figuren op een gemeenschappelijke grondlijn aan de onderkant van een vlak, of in horizontale banden, hetgeen verschilt van eerdere composities waar figuren in het algemeen over het gehele schildervlak waren verspreid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl van Cycladisch aardewerk dat is beschilderd met een kenmerkende gele engobe, wellicht bedoeld om metaalwerk te imiteren.