Associaties voor fall

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bureaus met een scharnierend, rond deksel of bedekking, die op een deel van een cilinder lijkt en in de bovenkant van het bureau oprolt. Gebruik 'cilinderbureaus en boekenkasten' voor soortgelijke bureaus waar een boekenkast op staat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Haarstukken die bestaan uit lange lokken haar die worden gebruikt om het eigen haar dikker of langer te laten lijken. Wordt voornamelijk gebruikt voor naar beneden hangende kapsels zoals de lange bob of de pagekop-bob.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Met exact of ongeveer de vorm van een fallus, het mannelijke voortplantingsorgaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bisj-palen zijn de reusachtige houten voorouderpalen met houtsnijwerk die door het Asmat-volk uit de regio Sepik zijn vervaardigd. De figuren op de palen stellen overleden, door rivaliserende stammen vermoorde stamleden voor. Een telkens terugkerend element in de bisj is de enorme fallus, die de kracht van de mannelijke vruchtbaarheid symboliseert. Deze gedenkpalen werden opgericht voor begrafenisceremonieën waarbij de overledenen werden herdacht. Het ontwerp verschilt, afhankelijk van het gebied of van de groep die de bisj heeft gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bureaus en boekenkasten met een scharnierend, rond deksel of bedekking die op een gedeelte van een cilinder lijkt en in de schrijftafel kan worden gerold. Ze werden voornamelijk aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw gemaakt. Gebruik 'cylinder fall desks' voor soortgelijke bureaus zonder boekenkast.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Helmen die een kruising zijn tussen wapenhelmen en dichte helmen; ze zijn geconstrueerd als dichte helmen maar hebben net als wapenhelmen een klep, wangstukken en een @'falling buffe' in plaats van een vizier en een @bovenkinstuk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sculptuur in de vorm van een stenen paal of plaat met een hoofd, buste of figuur ten halven lijve die wordt ondersteund door en als het ware groeit uit een naar onderen taps toelopende pijler of pilaster, en vaak onderaan een fallus vertoont; oorspronkelijk meestal een verbeelding van de Griekse god Hermes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Civiele dolken, waarvan de stootplaat bestaat uit twee kogelvormige uitsteeksels, die één geheel met de greep vormen, en zo een fallussymbool zijn; voor het eerst vervaardigd in de 13e eeuw en tot de 17e eeuw algemeen voorkomend, vooral in Vlaanderen, Engeland en Schotland.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar hindoekunst, meestal driedimensionaal, in de vorm van een fallus en aanbeden als symbool van de god Shiva. Het symboliseert mannelijkheid, vitaliteit en creativiteit, en is vaak te zien in combinatie met de yoni, het symbool van de vrouw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een jaarlijks hindoeïstisch feest ter verering van de god Shiva, dat wordt gevierd in de nacht voor nieuwemaan in februari of maart. Iedere maand weer is de dertiende nacht na nieuwemaan gewijd aan Shiva, maar in deze nacht van de maand Magha of Phalguna komen de devoties aan de godheid tot een climax. Tijdens dit feest wordt de nacht herdacht dat Shiva volgens de overlevering de Tandava heeft uitgevoerd, de hemelse dans van oerschepping, behoud en verwoesting. Tot de festiviteiten behoren het vasten, het om de drie uur aanbidden van Shiva en het zalven van de lingam, een fallussymbool dat het voornaamste zinnebeeld van Shiva vormt. De dag na de doorwaakte nacht wordt gevierd met uitbundige maaltijden en feestelijke markten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van de heerschappij van Mahendravaman I van de Pallava-dynastie (late 7de tot late 8ste eeuw) die wordt gekenmerkt door een iconografisch ontwerp dat de wettiging van koninklijke macht door religie laat zien. Monumentale beeldhouwkunst uit deze periode wordt gekenmerkt door familietableaus die zijn samengesteld als allegorische verwijzingen naar goden. Deze periode wordt ook gekenmerkt door beeldhouwkunst in grotten waarin portiers of bewakers figureren die in reliëf zijn uitgesneden bij ingangen, cilindrische fallussymbolen in vierkante of octagonale voetstukken die godheid aanduidden en reliëfpanelen van hindoegoden. In deze periode werd in de beeldhouwkunst vooruitgang geboekt op het gebied van (verkort) perspectief: men nam meer vrijheid met betrekking tot de uitlijning met grondvlakken, met realistischere proporties als gevolg. De periode wordt ook gekenmerkt door de gangbaarheid van grotopschriften zoals muurinscripties en rotssnijwerken met heilige en literaire teksten in het Sanskriet. Hindoeïstische teksten maken deel uit van de rotsarchitectuur uit deze periode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange stukken hout, aan de bovenzijde gesneden in de vorm van een menselijke figuur met een grote fallus en met een middendeel dat is omwikkeld met bastdoek of dat verschillende uitgesneden horizontale beelden bevat. Ze variëren vaak in grootte, uiteenlopend van 76 centimeter tot 5,5 meter in lengte. De beelden op de stafgoden benadrukken de notie van het mannelijk voortplantingsvermogen.