Associaties voor fioel

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ornamenten aan het uiteinde van een torenspits, pinakel, of andere verticale structuur. Worden zowel op meubelen als in de architectuur gevonden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Decoratieve motieven die lijken op uiterst gestileerde ananassen; veelvoorkomend onder meer op rococo-meubilair, als fioelen op de stijlen van toegangspoorten, op tafelgerei, en gestempeld op leren boekbanden. Op boekbanden worden ze doorgaans geplaatst in ruitvormige compartimenten van een paneel, onderverdeeld door diagonale stroken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type pyxides dat een deksel met fioel heeft en een komvormige buik die wordt gesteund door drie holle plaatachtige poten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de Engelse stijl in de architectuur en kunstnijverheid zoals voortgebracht tijdens de regering van koningin Elizabeth I van 1551 tot 1603. Deze stijl is een combinatie van gotiek, Italiaanse Renaissance, Vlaams en Frans maniërisme en lokale stijlen, en wordt gekenmerkt door overdadige silhouetten in de architectuur, met elementen als fioelen, druipers en vlechtbandmotieven, en in de kunstnijverheid door rijk versierde oppervlakken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oud-Griekse houders voor vloeistoffen, wellicht parfum (reukolie), met een zeer kenmerkende vorm: een afgeplatte bolvormige kom met een inwaarts gedraaide rand, een korte of lange voet en een deksel met fioel. De deksels zijn zelden bewaard gebleven. In vaasschilderingen komt de exaleiptron meestal voor in taferelen met badende vrouwen of vrouwen die deelnemen aan begrafenisrituelen. Ook andere antieke namen (‘kothon’, ‘plemochoa’ en ’smegmatothèkè’ of ‘smematothèkè’)zijn in de moderne tijd wel gebruikt om te verwijzen naar deze vaatwerkvorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Staven met t-vormige fioelen aan één uiteinde, gebruikt door leden van de congregatie van de Ethiopisch-orthodoxe kerk om tijdens de dienst op te kunnen leunen; ook gebruikt om het ritme aan te geven tijdens liturgische liederen en dansen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor methoden en technieken toegepast om bouwwerken, meubels of andere objecten te verfraaien. Gebruik 'ornamenten' voor de verfraaiingen zelf, zoals cannelures, fioelen of monogrammen, als onderdelen van het gebouw of object die niet essentieel zijn voor de constructie ervan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zowel op meubilair als in de architectuur aangetroffen gebroken frontons met S-vormige zijden die eindigen in naar binnen gerichte krullen en in het middelpunt vaak worden gescheiden door een fioel of urn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klokvormig motief met groeven dat als fioel wordt toegepast bij piramidevormige dakstructuren in de Indiase tempelarchitectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Toestellen, meestal bestaande uit een kooi die kan uitzetten en die draait om een verticale schacht, en een fioelkop, die op eigen poten kan staan of kan worden bevestigd aan het deksel van de naaidoos of de rand van de tafel. Er wordt een streng draad op de kooi geplaatst en omgekeerd, waarna de haspel in beweging wordt gezet om een regelmatige bol garen op te wikkelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de bekronende fioelcomponenten in de vorm van een pot, kruik of kan in de hindoetempelarchitectuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kapjes, piramidale beëindigingen van gotische fioelen of pinakels, meestal met hogels bezet. VWB

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor fioelen die zich op hoekkepers van daken of op gevelspitsen bevinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beeldgesneden houten staven van het Afrikaanse Akan-volk. Ze zijn bekroond met beeldgesneden fioelen van diverse figuren en zijn vaak met bladgoud bedekt; ze vertegenwoordigen ten minste één spreekwoord of gezegde. Tijdens publieke gebeurtenissen worden ze gedragen en getoond door de belangrijkste adviseurs van belangrijke stamhoofden, waarbij de staven fungeren als functieaanduiding van deze adviseurs; het spreekwoord of gezegde verwijst naar de continuïteit en politieke soevereiniteit van het stamhoofd en de staat, de verantwoordelijkheden van het stamhoofd, en het juist en verstandig handelen van diens onderdanen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Architectuurstijl die verwijst naar de tempeltypen van Noord-India welke vanaf de 6de eeuw tot ontwikkeling kwamen; de letterlijke betekenis van het woord is 'behorend bij de stad', hetgeen mogelijk verwijst naar de oorsprong van de vorm. Kenmerkend voor een vroege versie van deze stijl waren de hoekprojecties (bhadra) die als hoofdnis van de kubusvormige cella uitkraagden; de nissen bevatten doorgaans afbeeldingen van de in het heiligdom vereerde godheid. De projecties liepen langs de kromlijnige toren omhoog tot aan het hoogste altaar (uttaravedi), dat werd bekroond met een amalaka; tijdens de wijding werd een fioel, gesneden in de vorm van lustervaas, soms met bladerwerk, boven op de amalaka geplaatst. Nissen met wakende godheden (dikpala's) werden op de hoeken geplaatst en extra hoekprojecties werden toegevoegd. Uit deze basisstijl hebben zich diverse regionale vormen ontwikkeld, de zogeheten latina, zo genoemd vanwege de verticale 'klimplanten' of latas. Vanaf de 11de eeuw groeide de populariteit van vormen met meerdere spitsen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een type oud-Griekse vaten, genoemd naar de pottenbakker Nikosthenes, met een koepelvormig deksel met fioel, een buik in de vorm van een omgekeerde klok op een korte steel, en een naar buiten gedraaide voet als ondersteuning.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hiërarchie Ontwerpelementen bevat descriptoren voor geconventionaliseerde en terugkerende vormen en rangschikkingen van vormen die worden gebruikt in het ontwerp van veel soorten objecten en hun ornament. Deze kunnen tweedimensionaal zijn zoals geschilderde zigzagvormen, in reliëfs zoals gesneden rozetten, of kunnen verwijzen naar de vorm van afzonderlijke objecten, zoals Keltische kruizen die zijn gebeeldhouwd uit steen. Relatie tot andere hiërarchieën: Descriptoren voor bepaalde kenmerken die zijn gerelateerd aan vorm of positie zijn te vinden in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld bol, concentrisch). Driedimensionale ornamentale onderdelen van structuren en overige objecten zijn te vinden in de hiërarchie Onderdelen (bijvoorbeeld fioelen).