Associaties voor fossiel

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overblijfselen, afdrukken of sporen van dieren of planten uit vroegere geologische tijden, die zijn bewaard gebleven in de aardkorst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lichte grijsachtige of bijna witte oölitische kalksteen die wordt gewonnen in Colbert County, Alabama. Het bevat grote geïsoleerde schelpen en andere fossielen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een reeks geelachtige of bruinachtige kleuren die lijken op de kleur van amber, een fossiel hars.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van vier genera en ongeveer negentien soorten die voorkomen in Zuid- en Midden-Amerika en drie fossiele soorten in twee genera die in het Vroeg-Mioceen en het Holoceen leefden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van diverse uitgestorven soorten vroege mensachtigen die nauw verwant waren aan de moderne mens of daar een voorouder van zijn. Van deze soorten zijn een aantal fossielen gevonden op diverse locaties in het oosten, midden en zuiden van Afrika. Ze leefden tijdens het Plioceen, de periode die duurde van 5,3 tot 1,8 miljoen jaar geleden. De fossielen duiden erop dat ze zowel menselijke als aapachtige kenmerken hadden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven soort vroege mensachtige die ten minste gedeeltelijk een tweevoeter was. In Ethiopië en Kenia zijn fossielen van de soort gevonden van 4,2 tot 3,9 miljoen jaar oud. Deze mensachtige had een slank lichaam, een sterk vooruitstekend gezicht en dikker tandglazuur, dat kenmerkend is voor alle latere mensachtigen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Variant van een bruin fossiel hars met een hoog zuurstofgehalte. Het wordt aangetroffen in afzettingen in het Oostzeegebied en wordt gekenmerkt door de hoge dichtheid en het feit dat het slecht glanst. Voorheen werd het beschouwd als mineralogisch te onderscheiden van normaal Baltisch succiniet, op basis van fysische eigenschappen als dichtheid en chemische eigenschappen als het verzepingsgetal. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat dit niet klopt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Variant van een fossiel hars dat wordt aangetroffen in afzettingen in Birma; meestal rood, maar soms ook bleekgeel, goud of bruin. De Chinezen gebruikten het voor het vervaardigen van kunstvoorwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het gebruik van fossiele of nucleaire brandstoffen om energie te produceren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fenomeen waarbij de oppervlakte en de onderste lagen van de dampkring van een planeet blijvend een relatief hoge temperatuur hebben, omdat de dampkring meer zichtbare straling van de zon doorlaat dan infrarode straling van de planeet. Het wordt zo genoemd omdat de dampkring van de aarde enigszins is te vergelijken met het glas van een broeikas, dat licht binnenlaat maar geen warmte laat ontsnappen. De term wordt vaak gebruikt om specifiek te verwijzen naar de toegenomen omvang van dit effect in de moderne tijd, in samenhang met de opwarming van de aarde: gassen die vrijkomen na de verbranding van fossiele brandstoffen en andere bronnen - zoals waterdamp, koolstofdioxide, methaan en chloorfluorkoolstofverbindingen - absorberen infrarode straling, waardoor de vrijgekomen energie de aarde niet kan verlaten. Dit leidt tot een verhoging van de gemiddelde oppervlaktetemperatuur op aarde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene benaming voor de fossielen van sommige tweeschalige weekdieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer achttien soorten loofbomen waarvan het hout en de noten worden gebruikt, en die inheems zijn in het oosten van Noord-Amerika en het oosten van Azië. In Europa en het westen van Noord-Amerika en op Groenland en IJsland zijn fossiele resten gevonden van soorten die tot dit genus behoorden. De bomen hebben sterk en zwaar hout en produceren steenvruchten (meestal met een harde, houtachtige schil of dop) waarin ���noten' zitten. De pitten in de ���noten' van diverse soorten zijn eetbaar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Chinees marmer met markeringen die zijn ontstaan door fossiele inhoud; wanneer de steen wordt doorsneden, lijkt de vorm van de markeringen op een pagode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 20 genera met 35 soorten civetkatten en verwante soorten die lijken op katten met een lange neus. De dieren hebben intrekbare of gedeeltelijk intrekbare klauwen, een baculum (penisbot) en een anale geurklier. Het is een primitieve familie van roofdieren, met skeletten die veel lijken op die van fossielen uit het Eoceen van 50 miljoen jaar oud.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oude groep planten, alleen bekend in de vorm van fossielen afkomstig uit de periode van het Midden-Devoon tot het Vroeg-Carboon. Men denkt dat ze de voorouders zijn van varens en paardenstaarten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 1600 genera en 24.000 soorten kruiden, struiken, klimplanten en bomen. De leden van deze familie hebben bloemhoofdjes die bestaan uit een groot aantal kleine klokvormige bloempjes op een schijf met bracteeën (schutbladeren) eromheen. Fossielen wijzen erop dat de eerste leden van deze familie ongeveer 50 miljoen jaar geleden in Argentinië zijn ontstaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een algemene benaming voor fossiele en andere harde harsen die in bijna alle tropische landen voorkomen en die worden gebruikt voor het maken van vernissen, lakken, plakmiddelen en deklagen. Tegenwoordig zijn ze grotendeels vervangen door kunstmatige harsen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fossielhoudende kalksteen die vrijwel geheel bestaat uit de fossiele skeletdelen van crinoïden, ongewervelde zeedieren uit de stam van de Echinodermata. Crinoïde kalksteen komt vooral in Noord-Amerika veel voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Recentelijk uitgestorven vingerdier dat verwant was aan het vingerdieren. Er zijn alleen subfossielen bekend (gedeeltelijk gefossiliseerde resten). De dieren waren twee keer zo groot als de aye-ayes die op Madagaskar voorkomen en leken daar morfologisch gezien sterk op.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschikbare voorraden of productiemiddelen voor energie, zowel natuurlijke - zoals fossiele brandstoffen of waterkracht - als kunstmatige, zoals kernbrandstof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een grijs-wit gespikkeld marmer, soms ook met rode vlekken, afkomstig uit Nassau in Duitsland. Dit marmer bevat vaak een grote hoeveelheid fossielen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor procédés waarbij mineralen in een andere stof worden ingebracht, bijvoorbeeld in een gesteente om ertsaanzetting te veroorzaken, of in organisch materiaal om fossielvorming te veroorzaken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van de twee onderklassen van kraakbeenvissen (de andere is Elasmobranchii), waartoe slechts één levende orde, Chimaeriformes, behoort, maar die een uitgebreide fossiele geschiedenis kent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een grote, solitaire, strikt vleesetende beersoort die in het gehele Noordpoolgebied wordt aangetroffen, met een gedrongen bouw, een lange nek, een relatief kleine kop, korte geronde oren, een korte staart, een isolerende onderhuidse vetlaag, een zwarte huid en een vacht die bestaat uit een dichte ondervacht en een buitenlaag van beschermharen die wit of beige lijken maar in feite doorzichtig zijn. De ijsbeer legt grote afstanden af over enorme verlaten vlakten, vaak op oceaanijsschotsen, op zoek naar zeehonden, zijn voornaamste prooi. De soort wordt met uitsterven bedreigd door verlies van habitat als gevolg van de opwarming van de aarde. Volgens fossiele en genetische aanwijzingen is de ijsbeer circa 200.000 jaar geleden ontstaan uit de bruine beer, toen een populatie bruine beren waarschijnlijk geïsoleerd is geraakt tijdens een ijstijd in het Pleistoceen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een algemene benaming voor fossiele en andere harde hars die wordt gevonden in bijna alle tropische landen en wordt gebruikt voor het maken van vernis, lak, hechtmiddelen en deklagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fossielhoudende kalksteen die bestaat uit koraalfragmenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Personen die beroepsmatig kunstwerken gereedmaken voor verzending, en die de kunstwerken ook zelf vervoeren. Kan ook van toepassing zijn op personen die betrokken zijn bij de opslag in installatie van kunstwerken. Gebruik 'preparateurs' voor personen die kunst, voorwerpen of dierlijke objecten (bijvoorbeeld fossielen) gereedmaken voor expositie, in het bijzonder ten behoeve van musea en galeries.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van drie soorten groenblijvende bomen. Fossielen uit de periode voor de ijstijden in het Pleistoceen duiden erop dat de soorten uit dit genus vroeger, toen het klimaat vochtiger en milder was dan nu, in een groter gebied rond de Middellandse Zee en in Noord-Afrika voorkwamen. Tegenwoordig denkt men dat het opdrogen van het Middellandse Zeebekken tijdens de ijstijden ervoor heeft gezorgd dat Laurus zich terugtrok naar de gebieden met het mildste klimaat, zoals het zuiden van Spanje, Portugal en Macaronesië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van vier bestaande soorten grote loofbomen en diverse fossiele soorten. Het genus kwam in het tertiair veel meer voor, maar is nu als gevolg van ijstijden en klimaatveranderingen verdwenen uit Europa, het westen van Noord-Amerika en het Russische Verre Oosten. De bomen worden gewaardeerd vanwege hun hars en hout en als sierboom. In de herfst worden de bladeren helderrood. De hars van de bomen uit dit genus (storaxhars) gebruikte men voor het maken van parfums en voor het balsemen van lichamen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van twee nog levende boomsoorten, L. tulipifera, die inheems is in het oosten van Noord-Amerika, en L. chinense, die inheems is in China en Vietnam. Beide soorten worden vaak zeer groot en soms meer dan 32 meter hoog. Er zijn fossielen gevonden van diverse uitgestorven soorten uit dit genus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een marmer dat fossiele rifvormende koralen bevat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vogelfamilie waartoe één genus en twee soorten levende kalkoenen en verschillende fossiele kalkoenen behoren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Coniferengenus met één levende representant, Metasequoia glyptostroboides, afkomstig uit centraal China. Fossiele vertegenwoordigers, bijvoorbeeld M. occidentalis, zijn circa 90 miljoen jaar oud en dateren uit de Late Krijtperiode. Ze zijn overal op de middelste en hoogste breedtegraden van het noordelijk halfrond aangetroffen. Doordat het klimaat circa 65,5 miljoen jaar geleden kouder en droger werd, tot in het Cenozoïsche Tijdperk, kromp het geografische bereik van de watercipres tot de huidige fossiele verspreiding. De bladeren zijn paarsgewijs gerangschikt op bladverliezende takjes, en dit bladverlies vormt vermoedelijk ook de verklaring voor de overvloedige fossiele vondsten van deze boom. De Metasequoia is nauw verwant met de genera Sequoia en Sequoiadendron.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groep die de voormalige taxon Marsupialia (buideldieren) omvat en tevens de nauwste fossiele verwanten van de buideldieren. Een algemeen kenmerk is dat ze hun in hoge mate onvolgroeide jongen dragen in een buidel op de buik, waar de jongen melk kunnen drinken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fossielhoudende kalksteen die fossielen bevat van ongewervelde dieren uit de stam van de Bryozoa die zich kenmerken door een vertakt, twijgachtig skelet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vaatplanten zoals coniferen, palmvarens en gingko's die zich voortplanten door middel van blootliggende zaden of zaadknoppen, in tegenstelling tot angiosperme of bloeiende planten, waarbij de zaden ingesloten zijn in vruchtbeginselen of rijpe vruchten. De zaden van gymnospermen ontwikkelen zich aan de oppervlakte van schil- of bladachtige aanhangsels in de vorm van kegels of aan het eind van korte stengels. Bij eerdere classificaties beschouwde men gymnospermen als een taxonomische groep, maar onderzoek van fossielen lijkt erop te wijzen dat angiospermen genest zijn binnen de gymnospermen (levende gymnospermen vormen in feite geen clade).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Musea met collecties die verband houden met de eigenschappen van natuurlijke objecten, planten of dieren, zoals bewaard gebleven specimens van vogels, zoogdieren, insecten, planten, stenen, mineralen en fossielen. Deze musea hebben hun oorsprong in de rariteitenkabinetten die tijdens de Renaissance en de verlichting door vooraanstaande personen in Europa werden opgericht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebouwen met musea met collecties met als onderwerp de eigenschappen van natuurvoorwerpen, planten, dieren; bijvoorbeeld opgezette vogels en zoogdieren, geprepareerde insecten en planten, stenen, mineralen en fossielen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 35 soorten bomen en struiken, inheems in onder meer Zuid-Amerika en Australazië op het zuidelijk halfrond. Ook zijn er fossiele exemplaren aangetroffen in Antarctica. Vroeger deelde men deze soorten in bij de familie Fagaceae, maar genetische tests hebben aangetoond dat ze verschillen van deze familie. Inmiddels behoren ze tot een eigen familie, de Nothofagaceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen die voornamelijk voorkwamen in Europa en die erg leken op de latere plesiosauriërs, maar als een aparte orde zijn geclassificeerd. De dieren leefden in het Trias. Kenmerkend waren het gesloten gehemelte, de lange, platte schedel met grote openingen, het grote aantal puntige tanden langs de randen van de kaken, het slanke lichaam, de lange nek en staart en de lange ledematen. De openingen voor de luchtwegen waren gescheiden van die van het voedselkanaal. Hoewel het dier in het water leefde, waren de ledematen minder gespecialiseerd voor zwemmen dan bij meer ontwikkelde Sauropterygia.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van vier levende soorten in één familie. Het zijn zeer grote viervoeters met lange gebogen ivoren slagtanden, een slurf waarmee ze dingen kunnen grijpen, zuilvormige poten, een zeer groot hoofd met slaapklieren en grote platte oren. Er zijn minstens 170 fossiele soorten, zoals mammoeten en mastodonten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Locaties waar wordt gegraven of op een andere wijze grondonderzoek wordt gedaan naar sporen van oude bewoning, zoals artefacten van menselijke activiteiten, fossielen, bevroren overblijfselen of andere geconserveerde resten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tak van de antropologie die zich bezighoudt met fossiele overblijfselen van de menselijke soort en haar voorgangers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tak van de biologie die zich bezighoudt met de levensvormen in vroegere geologische perioden, gebaseerd op het bestuderen van fossielen en andere bewaarde resten (zoals zeer oude bevroren resten) van planten en dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wetenschappers die het leven van vroegere geologische perioden bestuderen op basis van fossiele overblijfselen van planten en dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stam van 7 bestaande genera met ongeveer 50 soorten en één fossiel genus. Het zijn kleine wormachtige zeedieren met doorzichtige, doorschijnende of opake pijlvormige lichamen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 4 genera en ten minste 29 levende soorten apen die in Zuid-Amerika voorkomen en 3 fossiele soorten in 2 genera die in het Midden-Mioceen en het Holoceen leefden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven klasse van gewervelde visachtige dieren met kaken. Van deze klasse zijn fossielen gevonden uit voornamelijk het Siluur en Devoon. De kop en borst waren bedekt met brede, platte benige platen. Kenmerkend waren de kaken, die door zowel de schedel als de tongbeenboog werden ondersteund, en de gedeeltelijk verbeende schedel. De kop en snuit waren bedekt met een pantser dat aan de nek vastzat. Gewoonlijk hadden de dieren buikvinnen, borstvinnen of vinachtige structuren en kieuwbogen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen met een stevig, soms gepantserd lichaam en grote platte palatale tanden. Men denkt dat de dieren de tanden gebruikten om de schalen van weekdieren te kraken. De dieren leefden in het Trias.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven orde van fossiele zeereptielen met een breed, afgeplat lichaam, vaak een kleine kop op een lange, flexibele nek, een korte staart en vier grote peddelachtige ledematen. De dieren leefden in het Krijt en de Jura.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verschillend omschreven kalksteensoorten die voorkomen in Egypte en de Peloponnesus en op grote schaal werden gebruikt als bouwmateriaal door de oude Grieken. Blijkbaar werden er verschillende materialen onder verstaan zoals tuf, travertijn, fossielhoudende kalksteen en onyxmarmer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Onderklasse van primitieve zoogdieren, waaronder de vogelbekdieren en hun uitgestorven verwanten. De dieren leggen eieren, hebben haar, melkklieren zonder tepels, een schoudergordel en aparte eileiders die uitkomen in een cloaca (waarin ook de endeldarm en de urineleiders uitkomen). De meeste soorten uit deze groep zijn uitgestorven. Men heeft fossielen gevonden uit het Krijt en het Kaenozoïcum. De nog levende vertegenwoordigers zijn de vogelbekdieren en verschillende soorten mierenegels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van meer dan 400 soorten bloeiende struiken en bomen, waaronder de amandelboom, perzikboom, pruimenboom, kersenboom en abrikozenboom. In sommige classificaties zijn perzikbomen, amandelbomen en bloeiende amandelbomen (Prunus japonica) in het aparte genus Amygdalus opgenomen. Een recent DNA-onderzoek heeft echter uitgewezen dat Prunus monofyletisch is en afkomstig is van één Europees-Aziatische voorouder. De oudste fossielen van soorten uit Prunus zijn gevonden in The Princeton Chert in de Canadese provincie British Columbia en dateren uit het midden van het eoceen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Group van twee bestaande genera, Psilotum en Tmesipteris. De soorten uit deze stam komen voornamelijk in de tropen voor. Het zijn skeletachtige planten die groepen vormen en op strobezems lijken. Ze hebben een primitieve structuur zonder wortels en bladeren of hebben andere structuren op de spruiten die op bladeren lijken. Morfologisch lijken ze op het fossiele genus Rhynia. Recent systematisch moleculair onderzoek duidt erop dat ze verwant zijn aan primitieve varens.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kamers met collecties van verschillende objecten, meestal fossielen, botanische rariteiten, schelpen en opgezette dieren, evenals kleine kunstwerken zoals medaillons en beeldjes, opgesteld in kabinetten, op de muren en aan het plafond. Rariteitenkabinetten waren in de 16de en 17de eeuw populair in Europa. Ze richtten zich op het vreemde en het ongewone en worden wel gezien als de voorloper van de hedendaagse musea.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor fossiele harsen uit een grote groep die voorkomen in afzettingen van bruinkool, turf, enz. Deze harsen lijken uiterlijk op succiniet, maar bevatten weinig of geen succinietzuur. Er zijn ongeveer veertig ambersoorten bekend, onderverdeeld in twee hoofdgroepen: de soorten die succinietzuur bevatten vormen de succinietgroep en de soorten met weinig of geen succinietzuur tot de retinietgroep.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fossiel hars uit Roemenië. Vergelijkbaar met succiniet, maar men dacht dat het een andere botanische oorsprong heeft. Uit recente onderzoeken blijkt dat de verschillen eerder een indicatie zijn dat rumaniet een succiniet is dat in het oligoceen is aangetast door gedeeltelijke thermische degradatie tijdens de vorming van de Kliwa-zandsteenformaties waarin het wordt aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fossielhoudend kalksteen dat is samengesteld uit losjes samenhangende stukjes schelp die aan elkaar zijn verbonden door kalkcarbonaat; de naam is afgeleid van het Spaanse woord voor 'hartschelp'. Schelpkalk is een erosiegesteente omdat het is gevormd uit brokstukken en wordt onderscheiden van schelpkalksteen dat ter plaatse is gevormd en bestaat uit schelpmateriaal in een fijnmazige matrix.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fossielhoudende kalksteen die bestaat uit schelpen of schelpfragmenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Donker, grijsbruin marmer met dicht samengepakte fossiele schelpen; het krijgt een hoge glans wanneer het wordt opgepoetst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Leden van een in groepen levende boomeekhoornsoort die inheems is in het oosten van de Verenigde Staten, met uitzondering van New England, tot in de zuidelijke prairieprovincies van Canada en tot in Noord- en Zuid-Dakota, Colorado en Texas. Hun habitat overlapt deels die van de oostelijke grijze eekhoorn, die kleiner en minder rood van kleur is dan de zwarte eekhoorn. Zwarte eekhoorns worden wel aangemerkt als levende fossielen, aangezien hun skelet sterke gelijkenis vertoont met de oudste bekende eekhoorn, Protosciurus, uit het late Oligoceen en het vroege Mioceen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van coniferen uit de cipresfamilie, bestaande uit één levende soort, Sequoia sempervirens. De reuzensequoia werd voorheen ook tot dit genus gerekend. De sequoia komt voor in de mistgordel van de kustgebieden in het zuiden van de provincie Monterey in Californië tot aan het zuiden van Oregon, en op de verspreid liggende boomgroepen op de westelijke hellingen van de Sierra Nevada, van de county's Placer tot Tulare in Californië. Zeer oude fossiele resten van de sequoia uit de Juraperiode (circa 200 tot 145,5 miljoen jaar geleden) komen wijd verspreid voor op het noordelijk halfrond. De moerascipres en watercipres zijn nauw verwant met de sequoia. De naam van het genus verwijst naar de beroemde Cherokee-indiaan Sequoyah (of Sequoya).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een hard doorschijnend rood, geel, oranje of bruinachtig geel fossiel hars uit Sicilië. Wordt gebruikt voor het maken van sieraden en andere decoratieve voorwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Infraorde van acht levende families apen en zes fossiele families en hun verwanten. De soorten uit deze infraorde ontstonden in het Vroeg-Mioceen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klasse van gewervelde vissen die vinstralen hebben, dat wil zeggen hun vinnen zijn vliezen gevormd door huid die door benige of hoornen staafjes worden ondersteund, in tegenstelling tot de vlezige gelobde vinnen van sommige andere vissen. Hun gepaarde vinnen hebben meestal geen vlezige basis. Ook hebben ze geen interne neusgaten en hun luchtzakken functioneren gewoonlijk als zwemblazen. Hun skelet is doorgaans goed verbeend. Deze onderklasse omvat 46 ordes en meer dan 30.000 soorten. De oudste fossielen komen uit het Laat-Siluur en zijn 420 miljoen jaar oud. In sommige classificaties beschouwt men deze onderklasse als klasse.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een ruw, bont geschakeerd marmer uit Hawkins County, Tennessee. Het is donker chocoladebruin of rood gekleurd en overdekt met witte strepen en plekken, en bevat gewoonlijk enkele fossielen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klasse van ongeveer tien ordes uitgestorven en fossiele geleedpotigen die in zee leefden en een kenmerkende vorm hadden met drie lobben en drie segmenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten met 7 genera en ongeveer 225 soorten. Men beschouwt het als een oude familie. In tegenstelling tot de meeste angiospermen, waarbij de bloemdelen in ringen zijn geplaatst, zijn de meeldraden en stampers van Magnoliaceae gearrangeerd in spiralen op een kegelvormige bloembodem. Dit ziet men ook bij sommige fossiele planten. Daarnaast hebben de bloemen delen die niet duidelijk zijn gescheiden in kelkblaadjes en bloemblaadjes, terwijl dat bij latere angiospermen gewoonlijk wel het geval is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van vier tot acht genera en maximaal zestien soorten varkens en hun nauwe verwanten, waaronder everzwijnen, het tamme varken en diverse fossiele soorten varkens.