Associaties voor fries

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hiermee worden onder andere lagen metselwerk die worden gedragen door een aantal draagstenen aangeduid, of reeksen draagstenen die een kranslijst of andere uitstekende lagen ondersteunen, of een samenspel van kranslijsten en uitstekende lagen. Wordt vooral in de middeleeuwse architectuur aangetroffen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De middelste, horizontale delen van een klassiek entablement, die zich boven de architraaf en onder de kroonlijst bevinden. Voor horizontale versierde banden in het algemeen, die te vinden zijn op architectuur en meubels, wordt 'friezen (ornamentele banden)' gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor uitgestrekte horizontale banden als decoratie van architectuur, meubilair of andere objecten die figuren, scenes of ornamentele motieven bevatten. Gebruik 'friezen (entablementonderdelen)' voor de specifieke gedeelten van klassieke entablementen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Friezen met een convex oppervlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een term waarmee lijstwerk wordt aangeduid dat is opgebouwd uit een serie op regelmatige afstand van elkaar geplaatste kubusvormige of korte cilindrische uitstekende delen. Te vinden in de Romaanse architectuur en meestal voorkomend in meerdere rijen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Veel voorkomende Normandische lijstwerken die bestaan uit series lijsten die cilindrisch in doorsnede zijn en meestal in zigzagpatronen worden geplaatst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Entablementen waarvan de kroonlijst direct op de architraaf rust, doordat de fries is weggelaten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor kleine waterslaglijsten die in de Klassieke architectuur onder de (druip)lijst en boven het fries zijn gesitueerd en voor afgeleiden hiervan, en voor lijstwerk dat onder een overhangend, horizontaal oppervlak is te vinden, zoals onder dakranden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de overheersende graveerstijl in de regio Diyala in Mesopotamië tijdens de eerste fase van de vroeg-dynastieke tijd, van circa 2900 tot 2750 v. Chr. De stijl kenmerkt zich door doorlopende patronen van ruimtevullende motieven die de indruk wekken van een ononderbroken fries.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote, vlakke schrijftafels die meestal zijn voorzien van laden in het fries.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dressoirs, met name Italiaanse of in Italiaanse stijl gemaakte dressoirs, die meestal twee of drie kastdeuren hebben met laden in het fries. Het onderstuk wordt vaak gemodelleerd en rust direct op de vloer of op leeuwenpoten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de bouwkundestijl die wordt geassocieerd met de eerste van de drie Griekse architectuurordes en de latere vijf traditionele klassieke bouwordes in de architectuur die, met de Ionische, Corinthische, Toscaanse en composiete stijl werd toegepast door de Romeinen en tot in de Renaissance en daarna. De stijl heeft wellicht zijn oorsprong in houtconstructies uit de Bronstijd, terwijl stenen versies van de stijl zich ontwikkelden op het vasteland van Griekenland, waarschijnlijk in het Dorische Corinthe en andere steden zoals Athene, in de 8ste en 7de eeuw v. Chr. In de antieke Griekse architectuur wordt de stijl gekenmerkt door een simpele vorm en een imposante schaal, een sobere abacus en echinus, zuilen zonder basement of sokkel met schachten met twintig ondiepe cannelures, en een entablement met drie onderdelen, een onversierde architraaf, een fries van afwisselend triglieven en metopen, en een krachtig uitstekende kroonlijst. De Romeinse en latere aanpassingen vertonen vaak afwijkingen van de strenge Griekse regels en kunnen enige versiering en een basement voor de zuilen bevatten. De term is te onderscheiden van de term 'Dorische orde', aangezien een bouworde slechts kan verwijzen naar het specifieke samenstel van onderdelen dat moet voldoen aan eenduidige, vastgelegde regels en verhoudingen, afhankelijk van de functie van elk onderdeel in het geheel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bouworde die wordt gekenmerkt door zuilen die over het algemeen geen basement hebben, relatief eenvoudige kapitelen en een fries die bestaat uit elkaar afwisselende 'triglyfen' en 'metopen'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ronde of achthoekige tafels uit het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw, met een voetstuk en een diep tafelblad met talloze laden in het fries. De laden zijn vaak gemerkt met de dagen van de week of met data, omdat ze door pachtheren werden gebruikt om de verzamelde huur in op te bergen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die wordt toegeschreven aan de tweede van de drie Griekse architectuurordes en die later samen met de Dorische, Corinthische, Toscaanse en Composite stijl de vijf traditionele klassieke architectuurordes vormde die door de Romeinen, in de Renaissance en ook daarna nog werden gebruikt. De stijl kwam tot ontwikkeling op de oostelijke Egeïsche eilanden van Griekenland en op de kust van Klein-Azië, waarschijnlijk onder invloed van de joodse en Fenicische architectuur waarin gebruik werd gemaakt van zogenaamde lily capitals. Stenen versies uit de 6de eeuw v. Chr. werden gevonden in Griekenland, maar mogelijk waren er eerder al houten voorbeelden. Het kenmerkt zich in de oude Griekse architectuur door een vorm die fijner is dan Dorisch, een kapiteel dat is opgebouwd uit twee zijkrullen, een pilaar die dikwijls een Attische voet heeft en een schacht met dikwijls 24 halfronde groeven met stroken ertussen. Het entablement is afwisselender dan bij Dorisch het geval is, zoals een architraaf met overlappende lijnen, decoratieve mallen aan de bovenzijde en een doorlopende, gebeeldhouwde fries en/of rij kalfstanden onder de deklijst. In de Romeinse en de latere architectuur werd de stijl vaak aangepast, en is voornamelijk herkenbaar aan de krullen van de kapiteel. De stijl onderscheidt zich van de Ionische orde omdat een architectonische orde strikt verwijst naar een specifieke assemblagemethode die is gebaseerd op uniforme, vastgelegde regels en verhoudingen, bepaald door de rol die elk onderdeel moet vervullen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar bepaalde geschilderde muurpanelen, meestal uit het Italië van de 15de en 16de eeuw. Ze werden meestal in een fries boven de houten kroonlijstlatten aangebracht, waardoor ze een apart register vormden tussen de houten lambrisering en de kale muur direct onder het plafond. Tegenwoordig zijn ze vaak verwijderd van hun oorspronkelijke locatie en worden ze gekenmerkt door hun lange, smalle proporties. Te onderscheiden van 'spalliere (schilderingen)', die lager op de muur werden aangebracht, net boven kisten of banken. Omdat de oorspronkelijke context niet meer duidelijk is nadat het paneel is verwijderd, wordt de term 'spalliere' vaak voor beide vormen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vlakken tussen de triglieven in een Dorische fries, vaak met snijwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hellende platte blokken op de soffiet van de Dorische kroonlijst, meestal versierd met rijen van elk zes guttae. Ze komen voor op elke triglief en elke metope van de fries.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grieks religieus staatsfestival ter ere van Athena. Uiteindelijk werd het elke vier jaar met veel pracht en praal gevierd, waarschijnlijk om de concurrentie aan te gaan met de Olympische Spelen. Het festival bestond uitsluitend uit offers en rituelen die pasten bij het seizoen (half augustus) in de cultus van Athena, de beschermgodin van de stad. Tijdens de Grote Panathenaeïsche spelen brachten vertegenwoordigers van alle van Athene afhankelijke gebiedsdelen offerdieren. Na het aanbieden aan Athena van een nieuw geborduurd kleed werden verschillende dieren aan haar geofferd. De grote processie met deelname van de helden van Marathon is het onderwerp van de fries van het Parthenon. Van oudsher werden er tijdens het festival muzikale wedstrijden gehouden en delen van epische gedichten voorgedragen. De wedstrijden vonden plaats in het Odeum, door Pericles zelf voor dit doel gebouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar geschilderde muurpanelen, meestal naar een bepaald soort geschilderd paneel dat in de 15de eeuw en de vroege 16de eeuw werd geproduceerd in Toscane. Tegenwoordig zijn ze meestal verwijderd van hun oorspronkelijke locatie en worden ze gekenmerkt door hun grootte en vorm. Hun lengte is twee tot drie keer groter dan hun hoogte en ze zijn groter en naar verhouding hoger dan cassone-panelen. De term betekende oorspronkelijk 'ruggensteun (voor meubelstuk)' en verwees naar decoratieve panelen op hoofd- en schouderhoogte in lambriseringen boven de ruggensteun van een meubelstuk zoals een cassone, bed of een bank met een hoge rug, met een kist onder de zitting die eveneens fungeerde als een smal bed (een 'lettuccio'). Het kan ook verwijzen naar paneelschilderingen die als integraal onderdeel van de beschotten in de muur waren aangebracht. Ze zijn vaak te onderscheiden van 'kroonlijstschilderijen', die hoger in de muur in een fries boven de houten kroonlijstlatten waren aangebracht, waardoor ze een apart register vormden tussen de houten lambrisering en de kale muur direct onder het plafond. Omdat het onderscheid niet meer duidelijk is nadat het paneel is verwijderd, wordt de term 'spalliere' vaak voor beide vormen gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode van midden-Angkor ten tijde van de heerschappij van koning Suryavarman II (1113-1150 n. Chr.). De stijl van deze periode hangt samen met de uitbreiding van het Angkor-rijk en de oprichting van de staatstempel Angkor Wat. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze periode zijn verhalende bas-reliëfs in doorlopende verhalende scènes waarin passages worden uitgebeeld uit hindoeïstische religieuze en mythische teksten, en waarin de kleur rood overheerst als symbool van eerbied. Door het gebruik van ondiepe reliëfs contrasteren de wervelende, drukke figuren in het fries fraai met de strakke, rechte lijnen van de architectuur. Bij de kleinere reliëffiguren van godheden waarmee de muren van heiligdommen waren versierd, overheerst de sensualiteit. Kenmerkende beeldhouwthema's zijn verhalende elementen, koninklijke ambities, koninklijke heldendaden en een gedetailleerde verbeelding van goede en slechte figuren door middel van overdreven verhoudingen en gedetailleerde kledingkenmerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lijsten die architectonische elementen bevatten die voornamelijk bestaan uit een paar zuilen of pilaren die het object flankeren, een fries en fonton ondersteunen en op een voetstuk rusten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de architectonische stijl die wordt geassocieerd met de vierde van de traditionele vijf klassieke orden der architectuur. De andere vier zijn: Dorisch, Ionisch, Corinthisch en Composiet.Deze stijl wordt vaak omschreven als een simplificatie van de Dorische stijl, en onderscheidt zich van de andere stijlen door minder en strakker lijstwerk, het ontbreken van trigliefen of andere decoratie op de fries, geen decoratieve details op het entablement of kapiteel, en over het algemeen geen groeven op de zuil, hoewel bij neoklassieke werken de schachten kunnen zijn voorzien van rustica-banden. De stijl verschilt van de ‘Toscaanse orde‘ omdat een architectonische orde uitsluitend verwijst naar het specifieke systeem of de samenstelling van onderdelen die zijn onderworpen aan vastgestelde regels en proporties, bepaald door de functie van ieder afzonderlijk deel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De karakteristieke ornamenten van een Dorische fries, die bestaan uit een enigszins verhoogd blok met drie verticale banden, die van elkaar gescheiden zijn door middel van V-vormige sleuven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine standaarden om op te wassen. Ze hebben vaak een gevormde ring om de wasbak in te hangen, kleine laden onder het fries en een plank aan de onderkant om een kan op te zetten.