Associaties voor gebinten

Toegevoegd op: 16-8-2017

Assemblages van onderdelen (zoals balken, stangen of staven), vooral wanneer opgesteld in een driehoek of combinaties van driehoeken, om zo een onbuigzaam geraamte te vormen (om een gewicht over een groot gebied te ondersteunen), dat niet kan worden vervormd door de werking van een van buitenaf inwerkende kracht zonder dat een of meer van de onderdelen vervormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor daken waarvan de gewone sparren rusten op gordingen die de belasting overdragen op dakstoelen of kapspanten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor vlakke gebinten in verschillende vormen, waarbij de diagonale delen onder druk staan en de verticale delen onder spanning. Gebruik `Pratt-spanten' wanneer de verticale delen onder spanning staan en de horizontale delen onder druk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebinten die in de vroege 19e eeuw gepatenteerd zijn door Theodore Burr en die een combinatie vormen van een houten boog met een reeks metalen koningsstijl dakspanten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bruggebinten die op hun onderliggers gewicht dragen en die tussen hun bovenliggers zijsteunen hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gebinten waarvan de bovenste en de onderste liggers beide in dezelfde richting zijn gebogen maar met een verschillende krommingsradius zodat ze elkaar aan de uiteinden raken en er uitzien als een halve maan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bruggebinten die op hun onderliggers gewicht dragen en die tussen hun bovenliggers geen zijsteunen hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoofddelen van gebinten die de lengte van het gebinte verlengen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebinten met twee verticale stijlen tussen de dakspanten en de bintbalk. De boeneinden van de verticale stijlen zijn verbonden door middel van een koppelstuk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pratt-gebinten met veelhoekige bovenliggers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebinten met evenwijdige liggers, met verticale delen onder druk en diagonale delen (die naar het middelpunt geren) onder spanning.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gebinten waarbij de delen driedimensionaal zijn geordend in plaats van in één vlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebinten die gebruikt worden om een schuin dak te ondersteunen. De dwarsbalken kruisen elkaar en zijn met de tegenoverliggende dakspanten verbonden op een tussenliggend punt langs hun lengte.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebinten met een boogvormige ligger, vaak halfrond of paraboolvormig, en met een recht of tonrond onderdeel dat twee uiteinden van de boog met elkaar verbindt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Diagonale onderdelen van een dakspant die de gebinten ondersteunen en waarop de daksparren gelegd worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gebinten van het type dat wordt gebruikt in steekbalkdaken, met een combinatie van steekbalken, hammerposts en klampen die de plaats van de balk innemen aan de onderkant van het dak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dakgebinten die kleiner zijn dan de andere, meestal als gevolg van de plaats, zoals in een schilddak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gebinten met dicht bijeen geplaatste, elkaar kruisende delen, meestal van hout, naar een ontwerp waar Ithiel Town in 1820 patent op verkreeg.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aanduiding voor lichte, houten dakgebinten, meestal geprefabriceerd en vaak gebruikt bij de bouw van woonhuizen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Open kapgebinten met verticale delen, maar zonder diagonalen en met onbuigzame verbindingspunten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebinten met evenwijdige liggers waartussen de schoren en de dwarsbalken onder dezelfde hoek geplaatst zijn, zodat zij een gelijkbenige driehoek vormen, waarvan de diagonalen afwisselend onder spanning of onder druk geplaatst zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor dubbelkruisende Pratt-gebinten met diagonale delen onder spanning en verticale delen onder druk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor een aantal symmetrische gebinten: die welke in de vorm van drie gelijkbenige driehoeken waarvan één driehoek in het centrum ligt met de onderkant langs de onderligger en waarvan de twee buitenste driehoeken met hun onderkant langs de schuine zijde bij een bovenligger liggen, of die welke in de vorm van driehoeken waarvan de diagonalen een W vormen, of die in de vorm van rechthoeken met weinig verticalen in verhouding tot talrijke diagonale kapdelen van verschillende lengte.