Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Vormingsproces waarbij een holle eenheid wordt gevormd, die door interne luchtdruk tegen een omliggende mal gedrukt wordt die zo gevormd is dat men er een fles of andere houder in kan maken. De term wordt meestal gebruikt in verband met glas en plastic.
Het vormen van glas door lucht door een blaaspijp in een massa gesmolten glas te blazen. Het glas wordt gevormd met tangen en snijbladen of door het te rollen op een harde ondergrond.
Glaswerk dat wordt gevormd door lucht door een blaaspijp in een klomp gesmolten glas te blazen.
Een geconcentreerde olie die wordt verkregen door een vetzuur te blazen, zoals lijnzaadolie of visolie; wordt in verf en vernis gebruikt als een drogende olie en in smeermiddelen.
Een term gebruikt om een soort vormgeblazen glas te beschrijven, dat wordt geblazen in vormen op ware grote die gewoonlijk uit drie delen bestaan. Soms wordt de term ook gebruikt voor glaswerk dat in twee-, vier- of vijfdelige vormen is gemaakt. Het is een techniek ontwikkeld om het negentiende eeuwse Engelse en Ierse geslagen glas zo dicht mogelijk te benaderen.
Het uit elkaar laten springen van gesteenten of massa's van andere harde materialen met behulp van explosieven.
Te gebruiken voor een of meer dierenhuiden die zijn opgeblazen om dienst te doen als vaartuig om water over te steken, in delen van Afrika en elders.
Buisvormige trompetten waarbij het mondgat naar de as wijst.
Te gebruiken voor glaswerk waarbij een deels vergrote klomp gesmolten glas een vorm in wordt geblazen.
Te gebruiken voor glaswerk dat is geblazen en gevormd met een blaaspijp en handgereedschappen, zonder gebruik van een gietvorm.
Luchtdichte zakken van rubber, plastic, papier, zijde of soortgelijk lichtgewicht materiaal, in verschillende vormen en groottes, gewoonlijk helder gekleurd, die, wanneer ze zijn opgeblazen met lucht of een gas dat lichter is dan lucht, bijna zo licht als of zelfs lichter dan lucht zijn. Kleine ballonnen die door kinderen kunnen worden gehanteerd, zijn bedoeld als speelgoed of versiering. Meer dan levensgrote exemplaren, vaak voorstellingen van echte of fictieve wezens en voorwerpen, worden gebruikt in parades en andere openbare vertoningen.
Kleine, met de mond aangeblazen doedelzakken met een schaapsleren windzak, een bourdon en een conische, wijd uitgeboorde speelpijp met zeven toongaten en een dubbel riet; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Bretagne.
Lange metalen buizen waar aan het uiteinde een klompje gesmolten glas wordt gedaan, waarna er lucht doorheen wordt geblazen om het te vergroten en te vormen.
Met de mond aangeblazen doedelzakken met basbourdon en een enkele speelpijp waarvan de klankbeker van hoorn is gemaakt; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Duitsland.
Vrijgeblazen flessen, varierend in vorm van een afgevlakte bol tot een gehele bol; een type dat voorkomt bij Duits en Amerikaans glas.
Grote opgeblazen of opgevulde zakken, meestal van leer en opgehangen vanaf een horizontale plank waar met de vuisten tegenaan wordt gestompt om de arm- en schouderspieren te versterken en om bepaalde boks- of vechtsportmanoeuvres te oefenen.
Een religieuze orde volgens de kloosterregel van de Heilige Augustinus die werd gesticht door de middeleeuwse mystica Sint Brigitta van Zweden (overleden in 1373). Na de dood van haar echtgenoot wijdde Brigitta haar leven aan het gebed en kreeg zij visioenen, in een waarvan zij opdracht kreeg de Orde van de Allerheiligste Verlosser te stichten. Kort na Brigitta’s dood werd haar dochter, Sint Catharina van Zweden, de eerste abdis van het oorspronkelijke klooster in Vadstena (Zweden). Andere kloosters volgden, elk met niet meer dan zestig nonnen. Aan elk klooster was een parallelle gemeenschap van monniken verbonden, die hetzelfde liturgische leven leidden onder het bestuur van de abdis. Tot de bijdragen van de brigittinessen aan de Scandinavische cultuur behoort een van de eerste drukpersen, gebouwd in de abdij van Vadstena. De orde, die de nadruk legde op nederigheid, eenvoud en contemplatie, bloeide tot de Reformatie en werd in Zweden verboden in 1595. Daarna waren er geen brigittenmonniken meer, al zijn er wel vier autonome nonnenkloosters blijven bestaan: één in Engeland, één in Beieren en twee in de Nederlanden. Elisabeth Hesselblad begon in 1911 een nieuwe tak van de oude orde, die zij vervolgens nieuw leven heeft ingeblazen door kloosters te stichten in Zweden, Italië, Engeland, India, Zwitserland en de Verenigde Staten. Hoewel de orde een lange geschiedenis heeft, is zij modern in haar pogingen tot vernieuwing van het kloosterleven en in oecumenische kwesties.
Europese citerachtige chordofonen met een zware darmsnaar die is bevestigd aan de beide uiteinden van een lange houten paal en over een opgeblazen varkensblaas loopt die dient als klankbodem. Ze worden gestreken met een ingekerfde stok of een boog bespannen met paardenhaar en vormen zo een brommende begeleiding voor volksliederen of dansen.
Houtskeletwoning met één of anderhalve woonlaag, overdwars zadeldak, centrale schoorsteen, steil dak en kenmerkende buitenwanden van overnaadse planken of dakspanen. Dit waren kleine huizen die werden aangetroffen in het koloniale New England, met name in Massachussetts, tijdens de 18de eeuw. Het Cape Cod-huis werd ook in de 20ste eeuw in de Verenigde Staten populair, toen de stijl nieuw leven werd ingeblazen.
Plat vensterglas dat zich kenmerkt door rechte ribbels. Vervaardiging vindt plaats met behulp van een oude techniek, waarbij een grote bol glas wordt geblazen en aan een blaaspijp wordt uitgeslingerd, zodat het een lange fles vormt. Vervolgens worden de halfronde uiteinden afgesneden. Door de ontstane cilinder daarna in de lengte door te snijden en opnieuw te verwarmen, kan men het met een houten vlak platstrijken of laten inzakken tot het plat is. Glas kenmerkte zich traditioneel door een grote variabiliteit in textuur, kleur en dikte. Vervaardigd met moderne methoden is het echter regelmatiger. Cilinderglas verving kroonglas grotendeels toen het productieproces werd gemechaniseerd.
Eucharistievieringen met meerdere priesters. De priesters spreken het eucharistisch gebed of de consecratie van hetzelfde brood en dezelfde wijn gezamenlijk uit. Behalve voor wijdingen is het gebruik in het westen uitgestorven, maar het werd nieuw leven ingeblazen door het Tweede Vaticaans Concilie. Soms wordt het gebruikt om priesters en congregaties van kerken buiten de parochie in staat te stellen samen de eucharistie te vieren.
Verwijst naar een type sierglas dat in de 16de eeuw in Venetië is uitgevonden. Wordt gekenmerkt door een oppervlak dat bevroren lijkt of lijkt op gebarsten ijs. Het wordt vervaardigd door een hoeveelheid geblazen glas in water te dompelen en het vervolgens snel opnieuw te verhitten, of door het hete glas over een oppervlak van metaal of klei te rollen dat is bedekt met glasscherven, waarna de vorm erin wordt geblazen.
Natuurlijke rechte trompetten van eucalyptus of bamboe, ca. 90 cm of langer, met min of meer conische boring; toppelings geblazen volgens een ingewikkelde techniek gebruik makend van vibratie van de lippen, tongbewegingen, stemgeluiden, circulerende ademhaling en bewegingen met de mondholte, staand of zittend bespeeld; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Australië.
Met een blaasbalg aangeblazen doedelzakken uit Hongarije, Polen, Oekraïne en het voormalig Joegoslavië. Ze hebben een windzak van geitenvel, een basbourdon en een dubbele speelpijp die in een blok is geplaatst dat de vorm van een geitenkop heeft.
Lange rechte metalen op trompetten gelijkende instrumenten met conische boring, bestaande uit verschillende gedeelten die in elkaar geschoven kunnen worden wanneer het instrument niet gebruikt wordt; aangeblazen aan het uiteinde en met de grote klankbeker rustend op de grond of een andere ondersteuning bij het spelen; oorspronkelijk ontwikkeld in Tibet en in paren bespeeld tijdens boeddhistische rituelen.
Trompetten van schelp, met een metalen mondstuk en klankbeker; aangeblazen aan het uiteinde; oorspronkelijk ontwikkeld in Tibet en bespeeld in paren tijdens boeddhistische rituelen.
In algemene zin te gebruiken voor aërofonen, geluid voortbrengend door middel van een luchtstroom die vanaf de lippen van de bespeler over de scherpe rand van een opening wordt geblazen. In specifieke zin: de uit drie of meer delen bestaande, zijdelings aangeblazen fluiten, met of zonder (Boehm)kleppensysteem, in hout of metaal in westerse orkest-, kamer- en solomuziek.
Doedelzakken met een enkel riet uit Oost- en Zuidoost-Europa en Klein-Azië. Ze komen in allerlei per streek of cultuur verschillende vormen voor, met een wisselend aantal pijpen, en worden aangeblazen met de mond of met een blaasbalg.
Meervoudige fluiten uit Tibet. Glingbu’s worden toppelings geblazen, meestal drievoudige fluiten met identiek geplaatste vingergaten op elke buis.
Met de mond aangeblazen doedelzakken uit Schotland met een schaapsleren windzak, een conische speelpijp met dubbel riet, drie bourdons en een blaaspijp.
Term die in de glashandel wordt gebruikt voor een soort glas dat soms oranje is of kleurloos en versierd met in de vorm geblazen in een motief van hulsttakjes, dat werd ontwikkeld door de Indian Tumbler and Bottle Company in 1906.
Schelphoorns met een houten of metalen mondstuk of zonder mondstuk, waarbij dan het puntige uiteinde is afgezaagd en het gat gepolijst; aangeblazen aan het uiteinde; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Japan, vanaf de 7e eeuw gebruikt bij boeddhistische rituelen, en ook om signalen te geven aan manschappen tijdens gevechten.
Meestal metalen onderdeel van een enkelrietinstrument dat het riet stevig tegen het mondstuk houdt, maar het ook toelaat om vrij te trillen wanneer erop geblazen wordt.
Orgelpijpen met een lip- of luchtpijp waardoor lucht wordt geblazen om een platte laag wind te creëren die tegen de bovenlip van de pijpmond wordt geperst. De toon ontstaat door een combinatie van de wervelingen die aan de mond gecreëerd worden en de vibrerende luchtkolom in de pijp.
Doedelzakken, met 1 speelpijp, 1 bas- en 2 tenorbourdons, aangeblazen met blaasbalgen; Schotland.
Wordt gebruikt voor pneumatische constructies die worden gesteund door drukuitoefening in de bewoonbare ruimte. Voor pneumatische constructies waarbij gesloten membranen, gebruikt als bouwelementen, worden opgeblazen, wordt 'opgeblazen constructies' gebruikt.
Blaasinstrumenten met conische buis in gedraaide S-vorm, 2-3 meter lang, eindigend in een platte ornamentele schijf, aan het uiteinde aangeblazen; Scandinavië, bronzen tijdperk.
Zijdelings geblazen trompetten gemaakt van een langwerpig kalebas of lange bamboebuis, met een koperen klankbeker erop bevestigd door middel van een gebogen hoorn zodat de beker loodrecht op de buis staat; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Ethiopie.
Verwijst naar een type glas dat wordt geblazen uit twee kleuren welke in gesmolten toestand worden gecombineerd, waardoor banen in verschillende kleuren ontstaan. De techniek wordt toegepast bij de vervaardiging van vensterruiten, maar ook wel bij glazen vaatwerk. Het verschil met #'reamy glas' is dat dit laatste type meestal witte banen bevat en onmiskenbaar doet denken aan room die met een gekleurde vloeistof is vermengd.
Met de mond aangeblazen doedelzakken met één bourdon, één speelpijp met opslaand riet en een windzak van geitenvel, India.
Fluiten met twee of meerdere pijpen waar tegelijkertijd op wordt geblazen.
Doedelzakken, met blaasbalgen aangeblazen Ze hebben een dichte speelpijp met 7 kleppen en 4 bourdons op eenzelfde blok, waarvan er slechts 3 tegelijkertijd worden bespeeld, uit Noord-Engeland.
Bedoeld om te worden gevuld of opgeblazen met lucht of gas teneinde te kunnen functioneren.
Wordt gebruikt voor pneumatische constructies waarin gesloten membranen, gebruikt als bouwelementen, worden opgeblazen; voor de pneumatische constructies die worden gedragen door drukuitoefening in de bewoonbare ruimte wordt 'luchtgedragen constructies' gebruikt.
Te gebruiken voor speelklokken waarin het geluid niet wordt voortgebracht door bellen of gongs, maar door orgelpijpen, gewoonlijk aangeblazen door een balg.
Toppelings geblazen bekfluiten van riet, been of hout, met verschillende aantallen vingergaten; vervaardigd en bespeeld in de Andes.
Een naam voor een soort kunstglas in de vorm geblazen in sierlijke patronen en vervaardigd in verscheidene tinten roze (door de Indiana Tumbler & Goblet company).
Zijdelings geblazen ivoren trompetten gebruikt om signalen te geven tijdens jacht en oorlog; oorspronkelijk vervaardigd en bespeeld in Zaïre en Angola.
Ruwe plek op een geblazen glazen object waar de pontil rod weggebroken is. Kan worden geslepen of geslepen en gepolijst zodat een gladde ronde holte ontstaat.
Gesteente dat is ontstaan uit vaste materie die tijdens een vulkaanuitbarsting wordt uitgeblazen. De term verwijst ook naar gesteente dat is ontstaan uit vaste fragmenten die in bewegende lava zijn opgenomen.
Middelgrote, rechte, geelkoperen, op trompetten gelijkende blaasinstrumenten, met conische boring; aangeblazen aan het uiteinde; in paren bespeeld tijdens boeddhistische rituelen in Tibet.
Lange sikkel- of S-vormige blaasinstrumenten met conische boring en enkele of dubbele klankbeker en zonder vingergaten of kleppen, geluid producerend door lipspanning van de speler; aangeblazen aan het uiteinde; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in India.
Het joodse Nieuwjaar, dat wordt gevierd op 1 tisjri (in september of oktober). Volgens de joodse traditie is dit de dag waarop over alle mensen wordt geoordeeld en begint hiermee een tiendaagse periode van zelfonderzoek en boetedoening. Gedurende deze tien dagen dienen alle joden hun relatie met God, de hoogste rechter, onder de loep te nemen. Tijdens de dienst ter ere van deze feestdag wordt op een sjofar geblazen als oproep tot spirituele vernieuwing en penitentie. Deze feestdag is ook een herinneringsdag, waarop joden de schepping van de wereld (in de maand tisjri) herdenken en zich hun verantwoordelijkheden als uitverkoren volk van God moeten realiseren. Het is gebruikelijk om zoetigheden te eten als goede voortekenen voor het zoete jaar dat wacht.
Blaasinstrumenten, gemaakt van schelpen, met conische boring, geluid producerend door lipspanning; met een mondstuk of met een gat bovenin, wanneer aangeblazen aan het uiteinde, of met een gat in de spiraal in de spiraal van de schelp, wanneer aan de zijkant aangeblazen.
Zijdelings geblazen trompetten van het Afrikaanse Swahilivolk, meestal met een conische, iets gebogen boring en gemaakt van koper, hout of ivoor.
Toppelings geblazen fluiten waarbij de luchtstroom door een smal mondstuk wordt geleid naar de scherpe rand van een gat dat even onder het mondstuk in de buis is uitgesneden.
In de vroege 17de eeuw uitgevonden doedelzakken, vaak aangeduid als Italiaanse musettes. De complexe pijpen werden aangeblazen met een blaasbalg en hadden vier afzonderlijke schalmeien, waarvan twee gedeeltelijk met kleppen en twee volledig met kleppen, zodat de gebruiker vierstemmige muziek kon voortbrengen.
Flessen waarbij in de hals een vernauwing is aangebracht die lijkt op een sluitring. Deze vernauwing beperkt de uitstroom van de inhoud tot druppels voor het schenken van producten die spaarzaam moeten worden toegediend. De zorg die aan de versiering van sprenkelflessen is besteed wekt de indruk dat de inhoud bestond uit luxeartikelen zoals dure parfums. Ze werden gemaakt en op grote schaal gebruikt in de midden- en laat-Romeinse keizertijd, vooral in Syrië, oostelijk Palestina en Mesopotamië. De vroegste bewaard gebleven sprenkelflessen zijn die uit Dura Europos in het noorden van Syrië, daterend van voor 256. De meest voorkomende decoratiepatronen zijn ribben met arcering en een honingraatpatroon. Vele zijn iriserend. Sprenkelflessen werden vrijwel zonder uitzondering geblazen in een mal, in twee delen die werden samengevoegd bij de hals.
De spiraalvormige schelp van buikpotige weekdieren; er kan op worden geblazen om geluid voort te brengen.
Doedelzakken met 1 speelpijp met dubbel riet, 3 bourdons met enkel riet in één blok, 3 of 4 dubbelrietpijpen met kleppen waar akkoorden op kunnen worden gespeeld, met blaasbalgen aangeblazen; Ierland, 18de eeuw.
Handlampen met zeer kleine houders van geblazen glas met druppel- of kurken drijfbranders, of van metaal op schotels met dunne traanoliebranders.
Lange, geblazen glazen cilinders die meestal een uitstulping in het midden hebben en open zijn aan beide uiteinden, die over kaarsestandaards worden geplaatst om de vlam te beschermen tegen tocht.
Verwijst naar glas dat oorspronkelijk, in de Middeleeuwen, werd vervaardigd in de bosgebieden van Frankrijk en Duitsland. Het glas heeft meestal een groenige, gelige of bruinige kleur, en is doorgaans nogal dik, eenvoudig van vorm, vormgeblazen en gedecoreerd met pipet en prunts. Kenmerkend voor het glas is het alkali-bestanddeel: potas uit de asresten van gebrand beukenhout, varen (adelaarsvaren) of van andere houtsoorten.
Doedelzakken met schaapsleren windzak; blaaspijp, 2 conische speelpijpen (één voor elke hand) en 2 bourdons, allen in hetzelfde blok, allemaal met dubbel riet; met de mond aangeblazen; Italië.
Doedelzakken, met windzak van dierenhuid, speelpijp, 2 rotan pijpen met rieten; met de mond aangeblazen; Malta.
Te gebruiken voor geblazen glaswerk met dubbele wanden, dat is verzegeld na verzilvering van de vlakken aan de binnenkant; wordt gebruikt voor het vervaardigen van sierwaren.