Associaties voor gehouwen

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bewerken door het toebrengen van slagen met een zwaar, snijdend instrument.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de Andhra-regio van centraal India. De Andhra’s waren een Dravidiaanse stam die zeer machtig werd in de Deccan-regio, en die haar hoogtepunt bereikte in de 2de eeuw n. Chr. en de meeste handelsroutes en zeehavens van India controleerde. De term verwijst over het algemeen naar de oude cultuur van de Andhra’s, met name naar de cultuur van de Satavahana’s (of Satakarni), een van de meest bekende van de Andhra-dynastieën, die aan de macht kwam in de 1ste eeuw n. Chr. en onder welke het boeddhisme floreerde. Men bleef stoepa's en in rots uitgehouwen grotten bouwen, maar deze waren in deze periode groter en fijner afgewerkt. De term kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van deze regio in latere eeuwen, niet noodzakelijkerwijs van Andhra-stammen of -dynastieën, met name uit de 10de eeuw, toen kunstactiviteit wijder verbreid werd en de stijl duidelijke Andhra-kenmerken ging vertonen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur van de regio Asturië in het noorden van Spanje (het huidige Oviedo), in het bijzonder naar de culturen van de mesolithische periode en het middeleeuwse koninkrijk. De mesolithische Asturische cultuur volgde op de Aziliencultuur en ging vooraf aan de neolithische culturen in de regio. De middeleeuwse cultuur bloeide in het 8ste- en 9de-eeuwse koninkrijk Asturië en kenmerkt zich door het behoud en de ontwikkeling van klassieke Romeinse vormen en bouwkundige technieken, daarmee twee eeuwen vooruitlopend op de romaanse stijl in Europa. Deze stijl verschilt van de gelijktijdige Karolingische stijl door zijn typische bouwkundige iconografie, vaak met muren van ‘petit appareil’, verhoogde bakstenen bogen, gehouwen hoekstenen en houten daken met kleine tongewelven over de apsissen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de tempelberg die is gebouwd door koning Yashovarman I (889-900 n. Chr.) in het midden van de hoofdstad ter ere van de god Shiva. De architectuur van de tempel is het eerste voorbeeld van de getrapte piramidevorm en fungeerde als model voor latere tempelbergcomplexen. Het tempelcomplex bestaat uit vijf lagen die rechtstreeks uit de rotsen zijn gehouwen, met torens in een vijfpuntige rangschikking, axiale trappen onder specifieke hoeken die leiden naar sanctuaria, bakstenen sanctuaria, terrassen, vier beelden van de heilige stier Nandi die de basis van de piramide bewaakt, en trappen die worden geflankeerd door zittende leeuwen. Kenmerkend voor beeldhouwwerk in deze stijl is een overgang van de vlezigere, gepolijste stijlen naar meer hoekige, knokige, bijna onmenselijke voorstellingen van godheden, vanaf de voorzijde bezien. Gebeeldhouwde figuren worden getypeerd door hun brede gestalte, vierkante kaken, abstracte, onbewogen gelaatsuitdrukkingen, lineaire gezichtsdetails en het ontbreken van gracieuze bewegingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebeeldhouwde stenen die worden aangetroffen op oude Noord-Amerikaanse vindplaatsen en waarschijnlijk onderdeel zijn geweest van een atlatl of speerwerper. Gedacht wordt dat een bannerstone aan het midden van dunne, wilgachtige schachten van de atlatl werd gebonden, waardoor de buigzaamheid van de speerwerper werd vergroot en een doelmatige, zwiepende beweging mogelijk werd. Bannerstones werden vaak zorgvuldig gehouwen uit decoratieve stenen en waarschijnlijk beschouwd als luxeartikelen en statussymbolen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote Neolithische rechtopstaande steen waarin de gestileerde vormen van een menselijke figuur zijn ingehouwen, soms inclusief kleding en wapens. Komt vooral voor in het zuiden van Frankrijk en de westelijke Alpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Min of meer platte, gehouwen, prehistorische stenen werktuig, meestal aan twee kanten gepunt en scherp, waarvan het silhouet de vorm van bladeren oproept.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heuveltjes van vergruisde stenen en vaak houtskool, met een haard en een trog erbij. De troggen werden direct uit het gesteente gehouwen en waren daardoor waterdicht, of ze werden waterdicht gemaakt met hout of klei. Men vindt ze in Ierland en Groot-Brittannië en op verschillende plaatsen in Noord-Europa. Ze stammen uit de periode die loopt van het neolithicum en de ijzertijd tot de vroege Middeleeuwen; de meeste zijn ontstaan tussen 1900 en 800 v.Chr. Men denkt dat de vergruisde stenen de resten zijn van stenen die in de haard werden verhit en die men gebruikte om het water in de trog te verwarmen om voedsel te koken, dranken te brouwen, te baden, stoffen te verven of leer te bewerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de moderne natie Cambodja en naar de culturen die het gebied op het zuidwestelijke Indochinese schiereiland in Zuidoost-Azië hebben bewoond. Kunstnijverheid uit deze regio toont indiaanse en andere regionale invloeden in diverse sculpturen van hout en steen, in steen gehouwen werken met zilver, goud en ivoor, en zijden, luxueuze foedralen in rode, blauwe en gouden tinten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor boeddhistische, uit rotsen gehouwen tempels of heiligdommen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vormgegeven bouwstenen met een platte onderkant en taps toelopende bovenkant, die zo gehouwen zijn dat ze zich voegen naar de deklaag van de geveltop en die ondersteunen. De meer algemene term voor bouwstenen die in gemetselde muren worden geplaatst om het gewicht van balken te verdelen is 'draagsteen'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een gehouwen steen met een glad blootliggend oppervlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een gepatineerde legering van koper en uiteenlopende hoeveelheden goud en zilver, die in de 2de eeuw voor Christus in Korinthe zou zijn ontwikkeld. Het is hoogwaardig materiaal voor versieringen en beelden. Voorwerpen die uit het metaal waren gehouwen werden verhit en weer afgekoeld, waardoor een glanzende paarszwarte patina ontstond die was bestand tegen glansverlies.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar grotten die worden benut, meestal nadat ze zijn uitgegraven of anderszins zijn aangepast, als onderdak voor mensen of dieren, als opslagruimte, als heiligdom of als ruimte met een andere bestemming. De betekenis kan overlappen met die van de term 'rotsarchitectuur', maar grotarchitectuur hoeft niet per se in rotsen te zijn uitgehouwen, terwijl rotsarchitectuur niet altijd rond een grot is ontworpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kerken die in grotten zijn gebouwd of op een andere manier gebruik maken van natuurlijke holten in het aardoppervlak. Te onderscheiden van 'rotskerken', die zijn uitgehouwen in levende steen die geen grot vormt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur van de Gupta-periode in Noord-Centraal-India vanaf de vroege 4de eeuw tot de late 5de eeuw, een periode die wordt beschouwd als de 'klassieke' periode van Indiase kunst. Tijdens de Gupta-periode was er sprake van een grote activiteit op het gebied van wetenschap, visuele kunsten, muziek en literatuur, en de periode had haar hoogtepunt tijdens de heerschappij van Chandra Gupta II (375-415 n. Chr.). Sommige van India's oudste bewaard gebleven schilderingen werden in deze periode gemaakt in de boeddhistische grotten van Ajanta in de Deccan; de schilderingen worden gekenmerkt door levendige kalligrafische lijnen en levensechte contemporaine details. De beroemde bouwkundige Gupta-stijl ontwikkelde zich mogelijk uit de Kushana-stijl; tegen het eind van de 4de eeuw had zich een duidelijke boeddha-icoon ontwikkeld, die werd gekenmerkt door monumentale eenvoud en een verfijnd realisme. De spanning van vroegere Mathuran-beeldhouwkunst is vervangen door een kalme en rustige atmosfeer die een spirituele andere wereldlijkheid aanduidt die een kenmerk is van de boeddhistische Gupta-stijl. Onder de vele beeldhouwkundige vondsten bij Sarnath is een groep sculpturen die bekend staat als de 'natte boeddha's' met nauwsluitende kleding en vliesachtige vingers als typische Gupta-kenmerken. Gedurende deze periode trad de hindoekunst op de voorgrond; het vroegste en opvallendste voorbeeld van Gupta-hindoekunst is de in rotssteen uitgehouwen schrijn van Udayagiri uit 401. De beeldhouwer van de reliëfs van de verwoeste Dashavatara-tempel bij Deogarh kopieerde de boeddhistische stijl van Sarnath en paste deze toe op een hindoemotief, met opmerkelijk resultaat. Er is echter heel weinig Gupta-kunst overgebleven, aangezien een groot deel van deze kunst, zowel boeddhistische als hindoeïstische kunst, werd vernietigd tijdens de invasies van de Hunnen en de komst van de islam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oude Noord-Afrikaanse, in de rotsen uitgehouwen grafkamers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de Vikingkunst die vooral bekend is door de 10de eeuwse koninklijke monumenten en andere artefacten in Jelling. De stijl overlapt met die van Borre en Mammen, en is zichtbaar in draagbare objecten en in steen uitgehouwen afbeeldingen. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van strook- en S-vormige dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de beeldhouwkunst in steen en overige materialen uit de periode van de heerschappij van de Maurya-keizers, en meer in het bijzonder naar kunst die werd gemaakt tijdens de veertigjarige heerschappij van Ashoka, de derde Maurya-keizer (gestorven 232 v. Chr.), die regeerde over heel India. Eerdere beeldhouwkunst was over het algemeen gemaakt van hout, maar tijdens de Maurya-periode werd steen het meest populaire materiaal. In heel India verrezen gepolijste monolithische edict-pilaren met gedetailleerde, beeldgesneden kapitelen. De kapitelen, die waren gemaakt van een geelbruine zandsteen, Chunar genaamd, vormen de beste bewaard gebleven voorbeelden van keizerlijke kunst uit de Maurya-periode. De unieke glans van hun oppervlak staat bekend als de 'Maurya-glans.' De onderwerpen van de kapitelen betreffen vaak aspecten van het boeddhisme in symbolische termen, evenals de positie van Ashoka als verlicht wereldheerser. De stijl van beeldsnijden is sterk beïnvloed door Perzische, of meer in het bijzonder, Achaemenidische, beeldhouwkunst. De praktijk van het oprichten van monumentale zuilen is mogelijk afkomstig uit India; recent bewijs wijst erop dat de edict-zuilen van Ashokan hun oorsprong vinden in een oude traditie van een cultus van de kosmische zuil, de 'Axis Mundi.' Slechts enkele Mauryaanse figuurbeelden zijn bewaard gebleven: de vroegst bekende twee beelden van Jain Tirthankaras en enkele yakshi- en yaksha-figuren (vrouwelijke en mannelijke aardegeesten). Deze beelden zijn bekend om hun monumentale en weelderige karakter. De oudste bewaard gebleven Indiase architectuur dateert uit de Maurya-periode: deze uit steen gehouwen kamers die door Ashoka voor monniken werden gebouwd, vormden het begin van een lange Indiase traditie die belangrijk werd voor alle religieuze gemeenschappen van India.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa de 4de eeuw v. Chr. tot de 4de eeuw na Christus, toen het koninkrijk van Nabatea floreerde in het noordwesten van Arabië. De stijl van de periode staat bekend om het eclectische karakter en de combinatie van Hellenistische, Romeinse en Oosterse motieven, die vooral te zien zijn in de gevels van de uitgehouwen graven bij Petra, de hoofdstad van het rijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar structuren die in levend gesteente zijn uitgehakt. Er kan overlapping in betekenis optreden met 'grotarchitectuur,' maar grotarchitectuur is niet altijd uit de rotsen gehouwen, terwijl rotsarchitectuur niet altijd rond een grot is aangebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tekens of reliëfs in rotsen uitgehouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kerken bestaande uit ruimtes die zijn uitgehouwen in de levende rots. Te onderscheiden van 'grotkerken' die gebruik maken van naruurlijke holten in het aardoppervlak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar sculpturen, meestal kolossen, die in levend gesteente zijn uitgehouwen of uitgehakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor gesteente dat is gekapt, gevormd, vermalen of anderszins gevormd voor gebruik in de bouw of voor andere doeleinden. Omvat de specifieke archeologische en antropologische betekenis van afzonderlijke stenen die soms zijn versierd en worden gebruikt in een rituele context. Deze stenen zijn gewoonlijk niet beeldgehouwen of gescherpt en verschillen in dat opzicht van stenen beeldhouwwerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur die ontstond tijdens de Sunga-dynastie van de 2de en 1ste eeuw v. Chr. in India. De Sunga's wierpen het Maurya-keizerrijk omver in 185 v. Chr. Het Sunga-keizerrijk was niet zo uitgebreid als dat van de Maurya's. Hoewel van kunstwerken die gedurende deze periode zijn gemaakt kan worden gezegd dat ze behoren tot de Sunga-periode, impliceert deze term niet altijd dat er sprake was van een patronaat of dat Sunga de controle had over een bepaald gebied. Met de Sunga-periode brak een onafgebroken continuüm van Indiase kunst en architectuur aan. De vroegste overgebleven stoepa-balustrade, samen met een gedeelte van een poort, werd gevonden in Bharhut in oostelijk Madhya Pradesh en dateert van deze periode. Evenals het geval was met andere vroege stoepa-balustrades, werden figuren en reliëfs gedoneerd door personen van wie de namen erop werden gegraveerd. Vaak worden de afgebeelde scènes aangeduid met labels, aangezien boeddhistische iconografie nog in de kinderschoenen stond. In het algemeen werd de nadruk in Sunga-kunst gelegd op het overbrengen van een religieuze boodschap, ten koste van naturalisme; dit wordt ook een dominant kenmerk van latere Indiase kunst. Vaak worden gebeeldhouwde yakshi- en yaksha-figuren aangetroffen, en andere pre-boeddhistische heiligen die een plaats kregen binnen het boeddhisme. Een belangrijk verschil tussen deze en vroegere figuren is dat vele ervan een meer ontspannen linkerbeen hebben. De figuren zijn nog steeds stijf en zwaar zoals Maurya-figuren, maar de dikke kleding en hoge polijstingsgraad zijn verdwenen. Andere belangrijke sites zijn de in rotssteen uitgehouwen grotten in de westerse Ghats, met name die van Bhaja en Pitalkhora. Deze boeddhistische grotnederzettingen bestonden uit een caitya-zaal en verblijven voor de monniken (vihara's). De façades werden gewoonlijk gedecoreerd met hoefijzervormige bogen, terwijl de gebeeldhouwde versiering aan de binnenkant over het algemeen eenvoudig was; schilderingen en houten toevoegingen maakten waarschijnlijk ooit deel uit van de iconografische en decoratieve ontwerpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor door erosie ontstane verheffingen van de aardkorst. Ze worden 'gehouwen' uit vlak liggend sediment of rotsen met weerbarstige toplagen en worden omschreven als opvallende, geïsoleerde heuvels met een vlakke top en betrekkelijk steile wanden; geringer van omvang dan mesas.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor de belangrijkste dakbalken in de Indiaanse en Spaans-Amerikaanse adobebouw. Meestal zijn het ruw gehouwen blokken sparre- of dennehout en vaak steken ze uit buiten het oppervlak van de buitenmuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur die in verband wordt gebracht met de Noord-Chinese dynastie die van 386 tot 556 n. Chr. dateert en die werd gesticht door het Tuoba-volk. De Wei-dynastie kwam na de Zestien Koninkrijken (310-439) die Noord-China beheersten na de val van de Westelijke Jin-dynastie, die eenheid nastreefde. De Noordelijke Wei-dynastie heerste van 386 tot 534 en slaagde erin opnieuw het noorden te verenigen. In 534 kwamen grensstreken in opstand, en de Noordelijke Wei-dynastie werd opgevolgd door de twee overlappende staten Oostelijke Wei (534-550) en Westelijke Wei (535-556). China was destijds geografisch sterk verdeeld, maar wist wel te profiteren van buitenlandse invloeden. Onder Wei ingevoerde instellingen zoals landhervorming, belastingheffing en militiestelsels werden verder ontwikkeld door latere Chinese dynastieën. Tijdens de Wei-periode vond het boeddhisme algemeen ingang en zou deze godsdienst uitgroeien tot de belangrijkste inspiratiebron voor figuratieve kunst. De Wei-heersers vormden een krachtig mecenaat voor de boeddhistische kunst, en gaven opdrachten voor de bouw van enorme uit de rotsen uitgehouwen tempels met beeldhouwwerk en schilderingen in Longmen, op de berg Maiji en in Dunhuang. Talloze bronzen beeldhouwwerken werden vervaardigd, waarvan de meeste inmiddels zijn omgesmolten. De landschapsschilderkunst werd belangrijker, zoals blijkt uit de gesneden stenen sarcofagen en uit de wandschilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een periode in de Chinese geschiedenis die vier eeuwen omvat, na de val de Han-dynastie in 220 n. Chr., en voorafgaand aan de Sui-dynastie (circa 589 n. Chr.). Gedurende deze periode probeerden rivaliserende families delen van het Han-rijk in hun macht te krijgen. De Chinese kunst stond onder invloed van nieuwe ideeën, met name ontwikkelingen op religieus gebied. Het boeddhisme, een religie die zich vanuit het naburige India naar China had verspreid, heeft de kunst van de Zes Dynastieën het sterkst beïnvloed; in de 4de eeuw had de Chinese boeddhistische kunst zich inmiddels als categorie gevestigd. In het klooster in Dunhuang, in het westen van China, zijn belangrijke wandschilderingen bewaard gebleven. Monumentale beeldhouwkunst, een traditie die vanuit het noorden naar China was overgebracht, werd populair, zoals blijkt uit de imposante, in steen uitgehouwen beelden van boeddhistische godheden in de bergen van de provincies Shaanxi en Henan. Houten pagodes, afgeleid van zowel de Indiase stoepa's als de torens van de Han-dynastie, vormden een belangrijke architecturale ontwikkeling in deze periode. Ook de inheemse geloofsstelsels van het confucianisme en taoïsme bleken een voedingsbodem voor nieuwe thema's en stijlen. Het confuciaanse ideaal kwam tot expressie in de populaire taferelen die respect voor de ouders uitdrukten, terwijl taoïstische kunstenaars een voorkeur aan de dag legden voor landschappen en volkslegenden. Ook wereldlijke kunsttradities waren aan verandering onderhevig, met name in de schilderkunst. Gu Kaizhi, die als de vader van de Chinese landschapsschilderkunst wordt beschouwd, was eveneens werkzaam in deze periode. In Zuid-China werden ook belangrijke vorderingen gemaakt op keramisch gebied, met name in het steengoed met groen glazuur Yueh-yao of 'Yueh-aardewerk', een duurzaam soort keramiek dat uiteindelijk zou worden uitgevoerd naar verre streken als Egypte en de Filippijnen. Gedurende deze periode zien we voor het eerst gentleman-schilders, kalligrafen en belangrijke privékunstcollecties in China. Ook de literaire kritiek en kunstkritiek kregen in deze periode vorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebeeldhouwde menselijke figuren, geplaatst voor een zuil waarvan zij deel uitmaken. Zuilbeelden zijn uit hetzelfde blok gehouwen als de zuil. Gebruik termen als 'atlanten' of 'kariatiden' voor gebeeldhouwde menselijke figuren die zelf (steun)pilaren zijn.