Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Het voorbereiden van vezels om te spinnen, door ze te reinigen, ontwarren en samen te voegen met behulp van een kam; wordt gebruikt om relatief lange vezels te behandelen en verwerken.
Glad, stevig garen met een middelmatige tot harde twist, gesponnen van lange wolvezels die zijn gekaard en gekamd.
Fijndradig weefsel in effenbinding oorspronkelijk van linnen, maar tegenwoordig ook van fijn gekamd katoenen garen, met stijfsel of appret; het wordt veel gebruikt voor zakdoeken, schorten, boerinnenmutsen en gordijnen.
Familie bestaande uit 15 genera van 55 soorten makrelen, tonijnen en bonito's met twee rugvinnen, een aantal vinnetjes van de achterste rugvin tot achter de anale vin, en een staartvin die sterk verdeeld en stijf is met een slanke gekamde onderkant. Ze zijn in het algemeen snelle roofvissen in open zee. Sommige leden van de familie, zoals de tonijn, zijn warmbloedig.
Fijndradige, lichte, gladde en semitransparante katoenen stof. Het is een stof in effenbinding van fijn gekamd garen.
Verwijst naar de aardewerkstijl die ontstond doordat er grote hoeveelheden keramiek voor de export moesten worden geproduceerd tijdens de Ayutthaya-periode. De exportproducten bestonden onder andere uit grote schalen, kommen, vazen, olielampen, miniatuurolifanten, katrollen, loodgewichten en dakpannen. De keramiek van deze stijl kan worden verdeeld in vijf typen: celadon, op hoge temperatuur gebakken steengoed bedekt met een natuurlijk veldspaathoudend asglazuur, onderglazuur zwart, bruin en parelgrijs, bruin en wit. De kleuren van deze keramiek variëren van lichtgroen tot olijfgroen of blauwgroen, en van bruin tot licht-honingkleurig of gebroken wit. Aardewerk en keramiek in deze stijl was doorgaans eenvoudig en praktisch, maar sommige producten vertoonden gekamde of ingegrifte patronen onder het glazuur.
Verwijst naar een stijl van grijs steengoed dat vanaf de 5de tot de 10de eeuw werd vervaardigd. Het Sue-aardewerk komt oorspronkelijk uit het zuiden van het Koreaanse schiereiland, maar werd in de 5de en 6de eeuw ook in Japan geïntroduceerd, waar het 'hiwaibe doki' (uitverkoren doki) werd genoemd. Het bleef tot in de jaren 50 van de 20ste eeuw in productie. De stijl wordt gekenmerkt door spiraalvormig opgebouwde houders die werden gebakken bij een temperatuur boven de 1000 graden Celsius, waardoor een grijze kleur resulteert. Sue-aardewerk is meestal ongeglazuurd, afgezien van het natuurlijk asglazuur dat tijdens het bakken wordt gevormd, en is gedecoreerd met eenvoudige gekamde of gestippelde ontwerpen. Tijdens de Hein-periode (794-1185) ontstonden er nieuwe producten, zoals geglazuurde versies op basis van natuurlijk gevormd asglazuur en glazuurtechnieken uitgevoerd in groen of in drie kleuren.
Verwijst naar de Neolithische aardewerkperiode in de Zuidelijke Levant van circa 6.000 tot 5.500 v. Chr. De periode kenmerkt zich door gedecoreerd aardewerk met ingekerfde of gekamde patronen, antropomorfische figuren van klei en steen en ingekerfde kiezelsteenfiguren.