Associaties voor gelofte

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor, meestal schriftelijke en ondertekende, plechtige beloften, waarbij men zich verbindt om iets wèl of juist niet te doen, zoals het steunen van of het bijdragen aan een zaak of fonds, of het niet gebruiken van verdovende middelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plaatsen van religieuze retraite of afzondering van de wereld voor mensen die religieuze geloften hebben afgelegd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De grootste religieuze orde binnen de rooms-katholieke kerk, gesticht door St. Franciscus van Assisi in het begin van de 13de eeuw. De strenge en eenvoudige voorschriften van Franciscus leggen de nadruk op de gelofte van armoede, een voorwaarde die tot veel conflicten heeft geleid. St. Franciscus riep zijn volgelingen op rond te trekken en te preken, maar ook om de armen en zieken te helpen. Het effect van de vroege straatpredikers en met name van hun stichter was enorm, zodat er binnen 10 jaar 5000 Franciscanen waren. St. Bonaventura (1257-1274) bedacht een gematigde interpretatie van de regel van St. Franciscus, waardoor de verschillende stromingen die zich door de jaren heen hadden gevormd werden herenigd. Om deze reden wordt hij soms wel de tweede stichter van de orde genoemd. Onder St. Bonaventura breidde de orde zich uit en werd deze bekend om zijn theologische scholen. Enkele van de vroegere stromingen vinden hun weerklank in de drie onafhankelijke takken van de Eerste Orde der Franciscanen: de observanten, de conventuelen en de kapucijnen. De Tweede Orde is de orde van nonnen, gesticht door St. Clara onder leiding van St. Franciscus, bekend als orde van de arme klaren of clarissen. De Derde Orde bestaat uit religieuzen en leken, zowel mannen als vrouwen, en is verder onderverdeeld in de seculiere derde orde (levend in de wereld, zonder gelofte) en de reguliere derde orde (levend in religieuze gemeenschappen, met gelofte).

Toegevoegd op: 16-8-2017

De term komt uit het Latijn. Met de titel 'frater' spraken de vroege christenen elkaar gewoonlijk aan. Sinds het einde van de 13e eeuw verwees het naar leden van de bedelorden. Fraters zijn te onderscheiden van 'monniken' doordat fraters zich vooral bezighouden met het prediken als geestelijk ambt, zich onder andere mensen in de wereld begeven, om aalmoezen bedelen en zich voortdurend verplaatsen, terwijl monniken op een vaste plek in afzondering leven. Daarnaast mochten de fraterorden oorspronkelijk geen vast inkomen hebben, maar moesten ze leven van de vrijwillige giften van de gelovigen. Monniken daarentegen mochten wel onroerend goed en een inkomen hebben, hoewel er individuele monniken waren die geloften van armoede aflegden. De fraterorden worden meestal verdeeld in twee klassen: de vier grote orden die zijn genoemd in het Tweede Concilie van Lyon (Dominicanen, Franciscanen, Karmelieten en Augustijnen) en de kleinere orden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een rooms-katholieke orde voor mannen die in 1540 werd gesticht door de heilige Ignatius van Loyola, een Spaanse soldaat die zich tijdens het herstel van een oorlogswond bekeerde tot het geloof. Het is een niet-contemplatieve orde die strikte gehoorzaamheid, naleving van Ignatius' Geestelijke Oefeningen en bijzondere trouw aan de paus vereist. De jezuïeten zwoeren veel middeleeuwse gebruiken af, waaronder de verplichting tot regelmatige penitentie en vastentijden, uniforme kleding en de gezamenlijke voordracht van de liturgische dienst. Andere vernieuwingen waren de zeer gecentraliseerde gezagsvorm met een levenslange ambtstermijn voor het hoofd van de orde, gradatie van leden, een jarenlange proeftijd voorafgaand aan de gelofte en het ontbreken van een vrouwelijke tak. De jezuïeten voeren verschillende soorten missiewerk uit, met de nadruk op scholing. De orde heeft overal ter wereld talrijke onderwijsinstellingen opgericht. De jezuïeten waren de belangrijkste geloofsverdedigers van de rooms-katholieke kerk, vooral ten tijde van de Contrareformatie. Meer recent was de orde van grote invloed op de modernisering van de kerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vrouwen die behoren tot religieuze ordes gewijd aan godsdienst en meditatie. Nonnen leggen meestal geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af en leven vaak buiten de samenleving in een klooster.