Associaties voor gemat

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het beleggen met gespleten rotan, bijvoorbeeld voor de vervaardiging van zittingen of rugleuningen van stoelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Meestal alleen verwijzend naar weer, seizoen of klimaat en een aanduiding voor een aanhoudend gemiddeld warmteniveau: niet te warm en niet te koud; van milde en gelijkmatige temperatuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het klimaat dat wordt gekenmerkt door variabele, gematigde temperaturen die tussen de pool en tropische klimaten liggen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het aanbrengen van een niet-glanzende afwerklaag door getemperd glas bloot te stellen aan bijtende dampen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 20 soorten laaggroeiende, bloeiende fruitplanten die afkomstig zijn uit de gematigde gebieden op het noordelijk halfrond, maar die tegenwoordig ook op het zuidelijk halfrond op grote schaal worden gekweekt. De planten hebben een vezelig wortelstelsel waaruit boven de grond wortelbladeren groeien. De bladeren zijn samengesteld, met drie harige en gezaagde blaadjes. De bloemen zijn gewoonlijk wit en in uitzonderlijke gevallen roodachtig. Ze vormen kleine trosjes op de dunne stengels die, net als de stengels die over de grond kruipen, uit de oksels van de bladeren komen. De vrucht is geen echte bes, maar een vlezige, eetbare houder van zeer kleine zaadjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot de soort Prunus armeniaca, inheems in China, maar in alle gematigde regio's van de wereld geteeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 250 genera en 2500 soorten tropische kruiden, struiken en slingerplanten. Enkele soorten vindt men ook in gematigde gebieden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 30 soorten bloeiende planten die inheems zijn in de tropische en warme gematigde gebieden van het Middellandse Zeegebied en Azië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 13-19 soorten bladverliezende of groenblijvende houtige bomen en struiken, inheems in de gematigde streken van het noordelijk halfrond. Er zijn ook diverse hybride soorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten die 23 genera en 637 soorten vaak houtige planten met een korte stengel omvat, die verspreid voorkomen in tropische, subtropische en gematigde gebieden in de wereld. Leden van deze familie hebben smalle, lansvormige, soms vlezige of getande bladeren die in een rozet aan de basis van iedere plant staan. De meeste soorten hebben grote kluwens die tal van bloemen bevatten. De vrucht is een doosvrucht of bes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boomsoort die inheems is in warme gematigde gebieden in het oosten van Noord-Amerika. Het is een populaire sierboom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van circa drie soorten grove overblijvende grassen die ongeveer 1 meter hoog worden en groeien op zandbodems langs de kust in de gematigde gebieden van Europa, Noord-Amerika en Noord-Afrika. De grassen plant men ook buiten hun normale groeigebied, omdat ze zeer nuttig zijn bij het stabiliseren van stranden en voor de vorming van zandduinen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 86 genera en ongeveer 2200 soorten kruidachtige eenjarige en overblijvende planten die voornamelijk voorkomen in gematigde noordelijke streken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De vrucht van de bomen van het geslacht Malus. Appels voor consumptie zijn meestal groen, rood of geel en worden in een veelheid van rassen gekweekt in gematigde streken over de hele wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 3000 soorten kruiden en kleine struiken die inheems zijn in de gematigde streken van het noordelijk halfrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 500 soorten bladverliezende en groenblijvende struiken met doornige spruiten die inheems zijn in de gematigde en subtropische streken in Europa, Azië, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika. Ze zijn nauw verwant aan het genus Mahonia, dat in sommige classificaties is opgenomen in Berberis. Struiken uit Berberis hebben geel hout, gele bloemen met zes bloemblaadjes en in de meeste gevallen doorns met drie stekels aan het begin van de bladstengels. De vrucht is een rode, gele, blauwe, paarse of zwarte bes met één of enkele zaadjes. Van de vruchten van verschillende soorten maakt men jam. Het hout van de stam en de wortels kookt men in water om een geconcentreerde gele kleurstof te extraheren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van één soort bloeiende plant, C. sativa, een stevig, rechtopstaand aromatisch kruid dat afkomstig is uit Centraal-Azië en tegenwoordig op grote schaal wordt verbouwd in de noordelijke gematigde zone. Een lange, rietachtige variëteit wordt gekweekt voor de productie van hennepvezel, terwijl de vrouwelijke plant van een korte variëteit met meer takken het meest geschikt is om marihuana van te maken. In sommige classificaties heeft dit genus drie soorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 12 soorten groenblijvende sier- en productieconiferen die voorkomen in warm-gematigde regio's van het noordelijk halfrond, met inbegrip van het westen van Noord-Amerika, Midden-Amerika, het noordwesten van Afrika, het Midden-Oosten, de Himalaya, het zuiden van China en het noorden van Vietnam.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer vijftien soorten bladverliezende bomen en grote struiken die inheems zijn in de gematigde streken op het noordelijk halfrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine berksoort, inheems in Arctische en gematigd koele streken in Noord-Europa, Noord-Azië en het noorden van Noord-Amerika. De soort wordt soms onderverdeeld in twee of meerdere ondersoorten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bomen en struiken met 4 genera en ongeveer 490 soorten die overal in de tropen voorkomen. Sommige soorten vindt men ook in gematigde streken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat uit circa 20 soorten sierheesters en bomen bestaat. Het verspreidingsgebied beperkt zich hoofdzakelijk tot gematigde streken in het noordelijk halfrond, maar komen in het zuidelijk halfrond voor in de gehele Andes tot circa de 20ste breedtegraad. Alleen op het Amerikaanse continent worden leden van deze familie langs gebergten tot op het zuidelijk halfrond aangetroffen. De els onderscheidt zich van de berk doordat hij vaak gesteelde winterknoppen heeft en door de kegels (elzenproppen) die op de tak blijven zitten nadat ze de kleine, gevleugelde noten hebben laten vallen. De schubachtige schors is bij sommige soorten grijsbruin van kleur, terwijl hij bij andere soorten bijna wit is. De ovale bladeren zijn afwisselend geplaatst en hebben vaak ondiepe lobben; ze zijn kleverig wanneer ze zich ontvouwen en glanzend wanneer ze rijp zijn, en vallen zonder van kleur te veranderen. Mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich in afzonderlijke katjes op dezelfde boom. Ze ontstaan in de zomer en bloeien doorgaans in het volgende voorjaar, voordat de bladeren opengaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 50 soorten overblijvende weidegrassen die voorkomen in de gematigde en koele gebieden op het noordelijk halfrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten (angiospermae) binnen de orde Fabales. Fabaceae - de op twee na grootste familie onder de angiospermae na de Orchidaceae (orchideeënfamilie) en de Asteraceae (asterfamilie) - bestaat uit meer dan 700 genera en ongeveer 20.000 soorten bomen, struiken, klimplanten en kruiden. Ze komen voor in de hele wereld. De belangrijkste commerciële soorten zijn Glycine max (soja), Pisum sativum (tuinerwt), Arachis hypogaea (pinda [aardnoot]) en Medicago sativa (alfalfa [luzerne]). De meeste houtige soorten zijn tropisch. Overblijvende (niet-houtige) soorten komen vooral voor in gematigde gebieden. De bladeren zijn meestal veervormig en soms driebladig of gelobd (de bladeren verspreiden zich vanuit een gemeenschappelijke punt). De bladeren van enkele soorten zijn eenvoudig of niet meer dan een dop. De vrucht is meestal een peulvrucht of een peul die openbarst als hij wordt gedroogd, waardoor de zaden vrijkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De beukenorde van tweezaadlobbige houtige bloeiende planten, die bijna 1900 soorten in 55 genera omvat. Fagales vertegenwoordigen een aantal van de belangrijkste gematigde bladverliezende of groenblijvende bomen op beide halfronden, zoals eiken, beuken, walnoten, Carya en berken. De orde der Fagales omvat acht families: Betulaceae, Fagaceae, Juglandaceae, Casuarinaceae, Nothofagaceae, Myricaceae, Rhoipteleaceae en Ticodendraceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 850 soorten van houtige bomen, struiken en wijnstokken, inheems in tropische en gematigde subtropische zones. Vijgsoorten worden gekenmerkt door hun unieke bloeiwijze en opvallende bestuivingssyndroom, waarbij specifieke wespensoorten zorgen voor de bestuiving.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Struik met rode vruchten die inheems is in Europa en Noord-Azië en ook in andere gematigde streken veel wordt gekweekt. De vrucht is geen echte bes. Botanisch wordt het een ���verzamelvrucht' genoemd, een vrucht die bestaat uit allemaal kleine steenvruchtjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De grootste religieuze orde binnen de rooms-katholieke kerk, gesticht door St. Franciscus van Assisi in het begin van de 13de eeuw. De strenge en eenvoudige voorschriften van Franciscus leggen de nadruk op de gelofte van armoede, een voorwaarde die tot veel conflicten heeft geleid. St. Franciscus riep zijn volgelingen op rond te trekken en te preken, maar ook om de armen en zieken te helpen. Het effect van de vroege straatpredikers en met name van hun stichter was enorm, zodat er binnen 10 jaar 5000 Franciscanen waren. St. Bonaventura (1257-1274) bedacht een gematigde interpretatie van de regel van St. Franciscus, waardoor de verschillende stromingen die zich door de jaren heen hadden gevormd werden herenigd. Om deze reden wordt hij soms wel de tweede stichter van de orde genoemd. Onder St. Bonaventura breidde de orde zich uit en werd deze bekend om zijn theologische scholen. Enkele van de vroegere stromingen vinden hun weerklank in de drie onafhankelijke takken van de Eerste Orde der Franciscanen: de observanten, de conventuelen en de kapucijnen. De Tweede Orde is de orde van nonnen, gesticht door St. Clara onder leiding van St. Franciscus, bekend als orde van de arme klaren of clarissen. De Derde Orde bestaat uit religieuzen en leken, zowel mannen als vrouwen, en is verder onderverdeeld in de seculiere derde orde (levend in de wereld, zonder gelofte) en de reguliere derde orde (levend in religieuze gemeenschappen, met gelofte).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een cement dat wordt gebruikt bij algemene constructiewerkzaamheden waarbij een gematigde bindingswarmte is vereist.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine familie van bloeiende planten met 11 genera en 270 soorten geurige kruiden die voorkomen in alle gematigde streken op het noordelijk halfrond. De leden van de familie zijn rechtopstaande planten of klimplanten met bloemen zonder bloemblaadjes en droge vruchten met één zaadje. Hennep (Cannabis) en hop (Humulus) zijn de enige genera die economisch van belang zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 350 soorten kruiden, struiken en bomen die inheems zijn in warme gematigde en tropische gebieden. Vanwege hun opvallende bloemen kweekt men diverse soorten als sierplanten en -bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vezelachtig materiaal, zoals houtpulp, dat wordt gemat en geperst of gerold tot een sterke plaat. Vaak gebruikt voor bouwdoeleinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van vijftien genera van bomen en struiken die voornamelijk voorkomen in gematigde streken. Het sap van de planten is waterig en de bladeren zijn afwisselend geplaatst langs de takken. De bladeren hebben gewoonlijk getande randen en zijn vaak asymmetrisch aan de kant van de stengel. De bloemen hebben geen bloemblaadjes. Planten dragen mannelijke en vrouwelijke bloemen, samen of apart. De vrucht is een dopvrucht die gevleugeld kan zijn, vlezig of nootachtig. In oudere classificaties had men deze familie ondergebracht in de voormalige orde Urticales.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat circa 300 soorten bloeiende planten omvat. De naam is afgeleid van het Griekse woord voor regenboog, waarmee wordt verwezen naar de grote kleurenvariëteit van de bloemen binnen deze soort. Irissen zijn inheems in Europa, Noord-Afrika en gematigde delen van Azië en Amerika. De meeste soorten hebben knolachtige (minder vaak bolvormige of vezelige) wortels, zwaardvormige equitante bladeren en opzichtige bloemen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 21 soorten walnootbomen, waaronder verschillende soorten die eetbare noten produceren. De bomen komen voor in de gehele Nieuwe Wereld en in de gematigde gebieden van de noordelijke Oude Wereld, van Zuidoost-Europa tot in Japan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 200 soorten sierstruiken en klimplanten die inheems zijn in de gematigde gebieden van beide halfronden, maar ook groeien in de Himalaya, Zuid-Azië en Noord-Afrika. De meeste soorten hebben geurige tweelippige bloemen en rode, oranje of zwarte bessen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer tien soorten hoge bladverliezende sier- en productiebomen met een gerimpelde schors en lansvormige bladeren. Kastanjes zijn inheems in de gematigde gebieden van Noord-Amerika, Europa, Afrika en Azië. Sommige soorten produceren lichtroodbruin hout dat men gebruikt voor bouwwerken en andere doelen. Ook kan men uit een aantal soorten een plantaardige kleurstof winnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten met 7 families bomen en struiken en ongeveer 85 tot 90 genera. De meeste soorten zijn tropisch en subtropisch, maar een paar genera komen ook in gematigde streken voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie die 16 genera en circa 635 soorten kruiden en heesters omvat, die hoofdzakelijk in gematigde en subtropische gebieden inheems zijn. Ze dragen meestal bloemen met zes segmenten en doosvruchten met drie kamers, en soms bessen. De bladeren hebben meestal evenwijdig lopende aderen en zijn groepsgewijs gerangschikt aan de basis van de plant, hoewel ze ook afwisselend langs de stam of kransgewijs voorkomen. De meeste soorten hebben een ondergrondse opslagstructuur, bijvoorbeeld in de vorm van een bol.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie die 16 genera en circa 635 soorten kruiden en heesters omvat, die hoofdzakelijk in gematigde en subtropische gebieden inheems zijn. Ze dragen meestal bloemen met zes segmenten en doosvruchten met drie kamers, en soms bessen. De bladeren hebben meestal evenwijdig lopende aderen en zijn groepsgewijs gerangschikt aan de basis van de plant, hoewel ze ook afwisselend langs de stam of kransgewijs voorkomen. De meeste soorten hebben een ondergrondse opslagstructuur, bijvoorbeeld in de vorm van een bol.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 180 soorten bloeiende planten die in gematigde tot subtropische gebieden voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 100 soorten uit gematigde streken in Europa, Azië, Afrika en Noord-Amerika. De classificatie van de leden van het genus wordt momenteel herzien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een protestantse gezindte die zijn oorsprong had in de 16de-eeuwse anabaptisten van Nederland en Zwitserland, in het bijzonder de zogenoemde Swiss Brethren. De naam is afgeleid van die van een van hun leiders, Menno Simons, een Nederlandse priester die het werk dat was gestart door de gematigde anabaptisten consolideerde en institutionaliseerde. De doctrine van de mennonieten bestaat onder andere uit het uitvoeren van de doop direct na de geloofsbelijdenis, en trouw aan de Confessie van Dordrecht (1632) en de leer van het Nieuwe Testament. Mennonieten, die pacifisten zijn, hebben als beleid dat ze geen overheidsfuncties vervullen. Hoewel zich overal ter wereld mennonieten bevinden, leven de meeste van hen in de Verenigde Staten en Canada.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van bomen met ongeveer 70 soorten uit de hennepfamilie (Cannabaceae) die inheems zijn in gematigde en tropische streken op het noordelijk halfrond. Gewaardeerd om hun hout en als sierbomen. Voorheen ondergebracht in de iepenfamilie. In sommige classificaties vormt Celtis zijn eigen familie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 40 soorten kleine bomen en struiken die eetbare steenvruchten produceren en inheems zijn in warme gematigde en tropische gebieden in Zuid-Europa, Afrika, Zuid-Azië en Australazië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het procedé van het handmatig of machinaal vervaardigen van een vel of papierrol op basis van gematteerde en samengeperste vezels, meestal plantaardig, vaak met toevoeging van appret, vulstof en kleurstof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer één tot vier soorten (afhankelijk van de classificatie) lange overblijvende grassen die men vindt in watergebieden in de gematigde en tropische gebieden van de wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 35 soorten naaldachtige groenblijvende bomen uit de familie Pinaceae, orde Pinales, die voorkomen in noordelijke en Arctische gebieden. Volgroeide bomen kunnen 20-60 meter hoog worden. Ze zijn te onderscheiden van vergelijkbare geslachten door de spiraalvormige takken, de conische vorm met naaldachtige bladeren die in een spiraalpatroon afzonderlijk zijn bevestigd aan de takken en het feit dat de takken ruw zijn in plaats van glad. Omdat de naalden gedurende de gehele levensduur van de boom uitvallen, geven de bladkussentjes waar de naalden aan waren bevestigd de takken een blijvend ruw uiterlijk. Het genus bestaat uit ongeveer 40 soorten groenblijvende sier- en productiebomen, inheems in de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het zijn piramidevormige bomen met spiraalvormige takken en een dunne schilferige schors.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde waartoe de belangrijkste geslachten van eikvarens behoren, oftewel momenteel 80% van alle varensoorten die in de meeste delen van de wereld worden aangetroffen, met inbegrip van tropische, semitropische en gematigde gebieden. Kenmerken zijn sporendoosjes met een verticale annulus die door de stengel en het stomium worden onderbroken, lateraal of centraal geplaatste (of verloren gegane) indusia, met gametofyten die groen van kleur, hartvormig en surficiaal zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 16 families met ten minste ongeveer 300 soorten, waaronder de mens, mensapen, apen, lemuren en verwante soorten. Gewoonlijk hebben ze relatief ronde schedels, platte gezichten, korte kaken en neuzen, naar voren gerichte ogen en een opponeerbare vinger aan de handen en een opponeerbare teen aan de voeten (behalve bij mensen). De meeste soorten zijn afstammelingen van behendige boombewoners. Dit blijkt uit de kenmerken van de schedel, de tanden en de ledematen. Diverse soorten, zoals Homo sapiens, leven niet meer in bomen, maar hebben nog steeds veel van deze kenmerken. De hersenen van primaten hebben een unieke kloof, de fissura calcarina, tussen de primaire en secundaire visuele gebieden aan beide zijden van de hersenen. En alleen primaten hebben platte nagels en geen klauwen en hoeven, zoals andere zoogdieren. De meeste moderne primaten leven in de tropen of subtropen, maar enkele soorten komen ook voor in gematigde gebieden. De eerste primaten verschenen in het Vroeg-Eoceen (54,8 miljoen tot 49 miljoen jaar geleden) of misschien het Laat-Paleoceen (57,9 miljoen tot 54,8 miljoen jaar geleden).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van meer dan 70 genera en ongeveer 650 soorten groenblijvende of bladverliezende bomen, struiken en houtachtige wijnstokken die voornamelijk inheems zijn in tropische en subtropische streken in de wereld, maar er komen ook een paar soorten voor in gematigde gebieden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote, winterharde populier die inheems is in koude gematigde streken in Azië en Europa, inclusief de Britse eilanden. Bij jonge bomen is de schors lichtgroengrijs en glad met donkergrijze ruitvormige lenticellen. De schors is donkerder bij oude bomen en vertoont dan meer barsten. Net als bij andere populieren gaan de bladeren zeer makkelijk ritselen, vandaar de naam van de boom. De bladeren hebben een onaangename smaak, waardoor damherten ze niet graag eten. Het hout heeft grote, gelijkmatig verdeelde poriën die zorgen voor een zachte, vezelige structuur, waardoor het maar op een beperkt aantal manieren kan worden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus dat circa 100 soorten heesters en bomen omvat die voorkomen in de gematigde temperatuurzones van het noordelijk halfrond. De schors heeft een donkere kleur en is vaak voorzien van stekels, en de bladeren zijn donkergroen en ovaal. Veel soorten hebben een schors waaruit een gele kleurstof wordt gewonnen, terwijl de kleine zwarte vruchten als laxeermiddel worden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van ongeveer 36 genera en meer dan 400 soorten halfparasitaire struiken, kruiden en bomen die voorkomen in tropische en gematigde streken. In moderne classificaties is de voormalige familie Viscaceae (maretakken) in Santalaceae opgenomen, die vroeger als aparte familie werd beschouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Blaasinstrumenten met een gematigde conische boring en middelgrote klankbeker; 9 verschillende maten: van sopranino tot bas; België, 1843.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 25 soorten grove grassen die 2 meter hoog worden, vele met rood- tot paarszwarte pluimen. Men verbouwt deze grassen wereldwijd als voedsel en veevoer, maar sommige soorten zijn niet veredeld en zijn een vervelend onkruid voor de landbouw. De soorten uit dit genus komen voor in gematigde tot tropische gebieden in de hele wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van circa 120 soorten heesters of kleine bomen die inheems zijn in warm-gematigde en tropische gebieden van het noordelijk halfrond, in het oosten en zuidoosten van Azië en in Zuid-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van verschillende eenjarige grassen die zich goed kunnen aanpassen aan verschillende klimaten en die men al sinds prehistorische tijden verbouwt als voedsel. Tegenwoordig wordt tarwe in de meeste gematigde gebieden verbouwd vanwege het graan, met name T. aestivum en T. turgidum. Aan het eind van de lange stengels (ongeveer 1 meter lang) zitten aren met graankorrels die men vermaalt tot meel voor pasta en brood. Tarwemeel gebruikt men ook als veevoer en voor het maken van stijfsel en alcohol (bier). Het bevat koolhydraten (70%), proteïnen (11-15%), mineralen en vitaminen. De strohalmen (stengels) van de tarweplant gebruikt men voor het maken van papier en als droog veevoer en ligstro.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bes van de tomatenplant die wordt gekweekt als een tuingroente in gematigde en tropische gebieden. De kleur van de vrucht varieert van rood tot geel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer tien soorten grassen die voorkomen in gematigde en tropische zoetwateromgevingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het reizen te voet in gematigd tempo, zich met stappen voortbewegend, waarbij de voeten om beurten worden verplaatst zodat er zich altijd één voet op de grond bevindt bij tweevoetige voortbeweging en twee of meerdere voeten bij viervoetige voortbeweging.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote familie van meer dan 400 soorten vleermuizen, die wereldwijd in zowel tropische als gematigde gebieden worden aangetroffen. Hun leefgebied varieert van tropisch bos tot woestijn. Ze worden gekenmerkt door kleine ogen en een sterk ontwikkelde staart en vaak hebben ze lange vleugels, terwijl sommige soorten zeer grote oren hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een vel of rol van zachte, enigszins gematteerde vezels, oorspronkelijk gekaarde wol of katoen. Het wordt vooral gebruikt als stopsel, opvulling en tussenvoering voor stikwerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 52 genera en ruim 900 soorten heesters en bomen met wereldwijde verspreiding, met name in tropische en warm-gematigde gebieden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van houtige struiken en bomen (en een paar overblijvende kruidachtigen) met 160 genera en 1700 soorten die overal ter wereld voorkomen, met name in warme gematigde en tropische gebieden. De meeste soorten vindt men in Afrika en Australië, vaak in halfdroge bosgebieden. Veel leden van deze familie zijn waardevol als sierstruiken en -bomen en vanwege hun eetbare vruchten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote familie van ongeveer 275 genera en ongeveer 7500 soorten bloeiende planten, waaronder kruiden, struiken en bomen en vetplanten die op cactussen lijken. Veel soorten zijn belangrijke voedselbronnen en andere zijn nuttig vanwege hun was en oliën en als grondstof voor medicijnen. Weer andere zijn gevaarlijk door hun giftige vruchten, bladeren of sap, of aantrekkelijk door hun kleurrijke bracteeën (bladachtige structuren net onder de bloementrosjes) en hun ongewone vormen. In de hele wereld, behalve in koude alpine of Arctische gebieden, komen soorten uit deze familie voor, maar men vindt ze voornamelijk in gematigde en tropische streken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van circa 10 genera en 17 soorten, waarvan de familieafbakening echter sterk varieert. Komt wijd maar onregelmatig verspreid voor in alle tropische regio's en gematigde gebieden van de wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 250 soorten bladverliezende en groenblijvende bomen en struiken die inheems zijn in warme gematigde en subtropische gebieden in de wereld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van twee genera overblijvende en bloeiende zeeplanten die voorkomen in gematigde en subtropische kustwateren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van bloeiende planten, een gevarieerde groep van 22 genera en 285 soorten die voornamelijk voorkomen in woestijnachtige of zoute omgevingen in gematigde en tropische gebieden. De meeste soorten zijn struiken en kleine bomen, veelal harsachtig.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten met 2 families, 27 genera en ongeveer 300 soorten. Tot deze orde behoren kruiden, struiken en enkele halfparasieten. Ze komen bijna alleen voor op droge of zoute grond in tropische en gematigde gebieden. De opvallende bloemen bevatten klieren die olie of nectar afgeven om bijen te lokken voor de bestuiving.