Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Het op elkaar naaien van twee of meer lagen stof, waarbij de steken meestal patronen vormen.
Verwijst naar het procedé voor het bevestigen, afsluiten, samenvoegen, repareren of creëren van versieringen door stiksels, de gedeelten van draden van stof of een ander materiaal die door middel van een in-en-uit-beweging met een naald en draad door de dikte of het oppervlakte van het materiaal worden gehaald, of de lussen van draad die op een naald worden gecreëerd bij breiwerk en ander handwerk. Stikken wordt gebruikt voor het vastmaken, verbinden, sluiten, verenigen, herstellen, of het creëren van versiering. De betekenis overlapt met 'naaien (naaldwerkprocedé)'.
Effen, doorgestikte of gewatteerde lagen textiel of leer, vaak zonder mouwen, die werden gedragen onder metalen wapenrustingen of als enige beschermende kledingstuk; waren in gebruik vanaf op zijn laatst de 12e eeuw tot het begin van de 15e eeuw.
Handgestikte geborduurde naaldwerken uit het Andesgebied in Zuid-Amerikaanse landen, gebruikt als muurdecoratie of voor het vervaardigen van dekens, handtassen, kussens en diverse andere voorwerpen.
In boekbanden gebruikte touwen, banden of riemen die tegen de rug van een boekblok worden geplaatst en waar de draad omheen wordt gestikt. Kunnen ook worden gebruikt als middel om de borden te bevestigen.
Lichte, enigszins getailleerde jasjes, doorgaans met ingesneden revers, opgestikte zakken en soms een embleem op de borstzak. Zo genoemd omdat deze oorspronkelijk in zeer felle kleuren of gestreept waren uitgevoerd om scholen, universiteiten, teams en dergelijke te onderscheiden. Tegenwoordig ook blauwe colberts in nautische context.
Textiele kledingstukken die vanaf halverwege de 12e eeuw tot het begin van de 15e eeuw op zichzelf werden gedragen of over metalen harnassen. Zij kwamen gedurende deze periode voor in diverse vormen, lang en ruimvallend, kort en nauwsluitend, met of zonder mouwen, gewatteerd of doorgestikt of van binnen gevoerd met metalen platen. Zij werden gewoonlijk verfraaid met heraldische emblemen en andere ornamenten ter herkenbaarheid van de drager.
Quilts met blokken die uit repen stof bestaan en die zo zijn geordend dat ze de constructie van een blokhut imiteren; meestal geperst en geknoopt in plaats van doorgestikt en zelden opgevuld.
Mouwloze overkleding; doorgestikt gewatteerd gilet met rits middenvoor. Wordt einde jaren 1970 populair.
Quilts bestaande uit stukjes stof van verschillend materiaal, vaak fluweel, satijn of brokaat en meestal in onregelmatige vormen en maten en versierd met fantasieborduursteken; geperst en meestal geknoopt in plaats van doorgestikt en zelden opgevuld.
Het samentrekken van vouwen in textiel om volheid te creëren, door te trekken aan een draad die er voor dat doel doorheen is gestikt of aan een of meer van de fijne draden ervan.
Wordt algemeen gebruikt voor elke soort van doorgestikte zachte wapenrusting.
Bedovertrekken, doorgaans bestaande uit drie lagen (bovenkant, achterkant en vulling), die meestal aan elkaar zijn geknoopt in plaats van doorgestikt.
Wordt algemeen gebruikt voor harnas dat bestaat uit leer en stof, meestal gewatteerd of doorgestikt, en dat niet is onderworpen aan een hardingsproces van welke soort dan ook.
Japanse boekbanden waarin draad wordt gestikt door vier gaten die op gelijke afstanden van elkaar zijn aangebracht in de verbindingen tussen de rug en de voor- en achterkant van het boek, waardoor een patroon ontstaat als dat van een hennepblad.
Jasjes tot in de taille van denim of ander keperkatoen, vaak blauw, waarbij de patroondelen worden geaccentueerd met stiksels, met opgestikte zakken aan de voorkant, waarvan sommige delen, b.v. de zakken, bij de hoeken worden versterkt met klinknagels.
Japanse boekbanden waarin draad wordt gestikt door vier gaten die op gelijke afstanden van elkaar zijn aangebracht in de verbindingen tussen de rug en de voor- en achterkant van het boek, waardoor een ruitvormig patroon ontstaat als dat van een schildpadschild.
Beschermende kledingstukken van stof of leder die de romp en bovenbenen bedekken. Meestal doorgestikt of gewatteerd. Ze werden in Europa gebruikt van de 12e tot de 14e eeuw en gedragen over of onder harnassen of als op zichzelf staande bescherming. Ze waren vaak gemaakt van zware stoffen met heraldische emblemen erop geborduurd.
Instapschoenen met een lage hak van een mocassin-achtig model met een gegroefde gesp die aan het middenstuk van de schacht is gestikt. Ook soortgelijke schoenen versierd met een metalen kettinkje of vastgebonden kwastjes op het middenstuk van de schacht.
Dubbelgeweven stof die er doorgestikt uitziet door het gebruik van een opvullende inslag om het reliëf te vergroten.
Te gebruiken voor hoofddeksels van wit linnen of zeildoek met opgenaaide bol en gestikte rand, gedragen door de laagste marinerangen.
Hooggesloten schoenen, meestal met veters en met de instap onder het bovenleer gestikt.
Kussentjes, meestal halfrond of driehoekig van vorm, die aan de binnenkant van een kledingstuk zijn gestikt of anderszijds bevestigd om de schouders vorm te geven, te verhogen of breder te maken.
Vouwen van een vaststaande, gelijke breedte die worden gemaakt in materialen als textiel of papier door het om te vouwen. Meestal gestikt, soms op zijn plaats geperst.
Jasjes tot op de heup met epauletten, knoopsluiting, revers, twee paar opgestikte klepzakken en een riem.
Boten die bijeen zijn gestikt of gepind met houten pennen, waardoor de boorden strak samengetrokken worden door gesjorde of gebreeuwde vezels. Eventuele zeilen waren gemaakt van ruw matwerk. Tot de #sewn boats behoren ook met huiden of bast bedekte kano’s.
Kledingstukken zonder of met korte mouwen, die bestaan uit voor- en achterpanden en met open zijden. Ze worden gedragen over andere kledingstukken, soms met heraldische emblemen, door ridders, herauten of burgers, voornamelijk tussen de 12de en de 14de eeuw. Gebruik 'blazoenen' voor gewatteerde of doorgestikte beschermende kledingstukken die over metalen harnassen werden gedragen en die waren verfraaid met heraldische emblemen.
Japanse boekbanden die bestaan uit gevouwen vellen papier die zodanig aan elkaar zijn gestikt dat de gevouwen hoeken de frontsnede vormen.
Lichtgewicht bedovertrekken gebruikt bij warm weer, vaak gelijkend op de bovenkanten van quilts, maar dan met omgestikte randen en afgewerkte naden.