Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Automatische geweren met verkleinde geweerpatronen voor gebruik op de korte afstand, tot 400 meter.
Combinatiewapens die bestaan uit een klein geweer gecombineerd met een ander wapen of werktuig of een alledaags gebruiksartikel zoals een wandelstok.
Vuurwapens die zijn ontworpen om door één persoon vanaf de schouder te worden afgevuurd.
Vuurwapens, meestal geweren, die worden gebruikt bij het kleiduivenschieten; meestal semi-automatische wapens met meer gewicht vooraan dan veldgeweren.
Recreatieve geweren die worden gebruikt bij het schieten op schietschijven.
Vuurwapens voor de sport, vaak speciaal ontworpen, die worden gebruikt voor het kleiduivenschieten; meestal jachtgeweren die lijken op geweren, kaliber 12, met een langere geweerlade en lange lopen.
Blanke wapens, doorgaans met een kling om mee te steken, bedoeld voor bevestiging aan of in de voorkant van een vuurwapen.
Granaten ontworpen om te worden afgevuurd door een licht vuurwapen met een speciale loop of afschiet beker, met behulp van een afzonderlijk afschietinstrument en afzonderlijk geladen moeten worden.
Kabinetten die speciaal zijn ontworpen voor pistolen, geweren en andere soorten handwapens. De deuren zijn vaak van glas.
Wapensmid die gespecialiseerd is in het maken van een passende geweerlade voor de loop van een wapen.
Zij die zich beroepsmatig bezighouden met het ontwerpen, maken of repareren van kleine vuurwapens.
Rekken voor het opbergen of bewaren van kleine wapens; kan vrijstaand of aan iets vastgemaakt zijn.
Gladloopsgeweren waar meestal ladingen hagel mee worden afgevuurd in plaats van losse projectielen.
Geweren die zijn ontworpen voor gebruik tijdens de jacht.
Het meest voorkomende Europese type jachtgeweren tussen het einde van de 17e en het midden van de 19e eeuw, gekenmerkt door een korte achthoekige loop met een groot kaliber, een zware geweerlade en koperen beslag. Van oorsprong uitgerust met vuursteensloten, maar na 1820, in Nederland na 1840, meestal voorzien van percussiesloten.
Automatische of, tot 1880, handbediende vuurwapens die munitie voor draagbare wapens gebruiken en die gewoonlijk moeten worden gebruikt met een affuit en een bemanning van minstens twee personen. Bij gebruik van munitie met een kaliber groter dan 2 cm gebruik 'geschut'.
Geweren die speciaal zijn ontworpen voor bepaalde schietschijfwedstrijden waarbij geen kunstmatige steunen worden gebruikt, die zijn ontwikkeld in Duitsland in de 15e eeuw en populair waren in de Verenigde Staten vanaf het begin van de 19e eeuw tot aan de Eerste Wereldoorlog. Ze worden gekenmerkt door lange, zware, achthoekige lopen, vaak met extra gewicht aan de tromp, handpalm steunen, dubbele trekkers, zware geweerladen en zeer nauwkeurige vizieren van goede kwaliteit.
Geweren voor recreatieve doeleinden, vooral jagen.
Voorlaadvuursteengeweren die vanaf de revolutie tot aan het einde van de 19e eeuw in Amerika werden gemaakt, vooral in Pennsylvania. Ze worden gekenmerkt door een lange achthoekige loop, een geweerlade van esdoornhout, messing beslag en opengewerkt sierbeslag.
Hout van de boom behorende tot de soort Juglans nigra, inheems in het oosten van de Verenigde Staten. De kleur is donkerder en uniformer dan van de okkernoot; het hout wordt gebruikt voor meubels, kabinetten, geweerkolven en muziekinstrumenten.
Expansiekogels ontwikkeld in Dum Dum, een stad in West- Bengalen. Dit type kogels werd ontwikkeld uit een geweerprojectiel. De mantel van de kogel is aan de punt verwijderd, waardoor het binnengelegen lood bij inslag uitzet.
Openingen waardoor een geweer kan worden afgeschoten, bijvoorbeeld in een vestingwerk of aan de zijkant van een schip.
Windsorstoelen met uitgezaagde achterstijlen in de vorm van een geweerkolf. Ze kwamen veel voor in het midden van de 19e eeuw.
Wordt algemeen gebruikt voor verschillende soorten lichte draagbare vuurwapens die in Europa werden gebruikt vanaf de 14e tot aan het begin van de 17e eeuw en die waren voorzien van een geweerlade waarmee ze tegen de wang, borst of schouder konden worden gehouden. De eerste modellen hadden een haakvormig uitsteeksel aan de onderkant van de loop om de terugslag op te vangen en werden bij het afvuren ergens op geplaatst.
Lage drinkglazen met een korte, dikke, zware stam met zware voet, en een kelk van uiteenlopende vorm. Ze werden gebruikt in privéclubs, genootschappen en bij ceremoniële gelegenheden. Genoemd naar de gewoonte om gezamenlijk met de voet van het glas op de tafel te roffelen wat klonk als geweervuur.
Boomsoort die inheems is in West-Afrika. Het hout ervan, dat men ���dibétou' noemt, is geel met donkere strepen (in het Engels noemt men het ook wel ���tigerwood'). Het hout is glanzend en heeft een fijne, uniforme structuur. Men gebruikt het voor meubels, fineerbladen, geweerkolven, inlegwerk, biljarttafels en kabinetten.
Korte, lichte schoudervuurwapens met een scherp naar beneden gebogen geweerlade die is bedoeld om tegen de borst te worden geplaatst tijdens het vuren. Ze werden in de 16e en 17e eeuw vooral gebruikt door ruiters.
Te gebruiken voor speelgoedgeweren waarmee kogeltjes, vaak een kurk die aan het geweer is bevestigd met een touwtje, weg worden geschoten met behulp van samengeperste lucht, waarbij een harde knal wordt gemaakt.
Hand- of geweergranaten die een chemisch mengsel bevatten dat rook produceert.
Platte metalen plaatjes waarop de geweersloten van vuurwapens worden gemonteerd.
Pistolen met een wijd uitlopende monding net als een spreidloopgeweer, voor gebruik op korte afstand. Ze waren bijzonder populair vanaf halverwege de 18e tot begin 19e eeuw.
Geel hout met donkere strepen dat wordt verkregen uit de soort Lavoa klaineana, die inheems is in Afrika. Tijgerhout heeft een natuurlijk glanzend oppervlak met een fijne gelijkmatige structuur. Het wordt gebruikt voor meubels, fineer, geweerkolven, inlegwerk, biljarttafels en kasten.
Hand- of geweergranaten die een vulsel bevatten dat een gas voortbrengt, dat tranen, niezen en misselijkheid veroorzaakt bij de slachtoffers.