Associaties voor groei

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een toename van het totaal aantal individuen van een bepaalde soort of andere organismeklasse in een bepaald gebied.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Planten met kruipende of lage begroeiing die de aarde bedekken, waardoor onkruid niet kan opkomen. In tuinarchitectuur veel gebruikt in plaats van gras.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het toenemen in grootte of substantie door natuurlijke ontwikkeling.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Steden of delen van steden die de mogelijkheid hebben om een snelle en succesvolle ontwikkeling door te maken, die begonnen zijn om bedrijven en inwoners aan te trekken en die kunnen uitgroeien tot locale kerngemeenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vorm van ontwikkeling van een woonkern met de nadruk op minimale stadsuitbreiding en beperking van milieuonvriendelijke projecten, met beschermde groengordels en met voetgangersgebieden en landelijke gebieden, waarbij stadscentra en oudere woonwijken worden gerevitaliseerd door middel van adaptief hergebruik en 'inbreiden'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Concentrische cirkelvormige barrières van begroeiing die werden gebruikt als verdedigingswallen of versterkingen in pre-koloniaal Afrika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 20 soorten laaggroeiende, bloeiende fruitplanten die afkomstig zijn uit de gematigde gebieden op het noordelijk halfrond, maar die tegenwoordig ook op het zuidelijk halfrond op grote schaal worden gekweekt. De planten hebben een vezelig wortelstelsel waaruit boven de grond wortelbladeren groeien. De bladeren zijn samengesteld, met drie harige en gezaagde blaadjes. De bloemen zijn gewoonlijk wit en in uitzonderlijke gevallen roodachtig. Ze vormen kleine trosjes op de dunne stengels die, net als de stengels die over de grond kruipen, uit de oksels van de bladeren komen. De vrucht is geen echte bes, maar een vlezige, eetbare houder van zeer kleine zaadjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Noord-Amerikaanse sparrensoort die voorkomt in de bergen van het zuidwesten van Oregon en Californië. De boom groeit op grote hoogten, meestal tussen 1400-2700 m, maar bereikt zelden de boomgrens. De Engelse naam 'red fir' is afgeleid van de kleur van de bast van oude bomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een gomhars die wordt verkregen uit de voet van de bladeren die in bosjes uit de stam groeien van verscheidene soorten Xanthorrhoea-bomen in Australië en Tasmanië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor grote, niet geplande clusters van stedelijke bevolking, die, als gevolg van stedelijke groei, de lokale bestuursgrenzen overschrijden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van bloeiende planten met 14 families, 166 genera en ongeveer 4500 soorten waterplanten die geheel of gedeeltelijk onder water groeien in moerassen en andere zoet- of zoutwateromgevingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rotstuinen waarin voornamelijk alpenplanten groeien en die dikwijls watervalletjes of vijvers bevatten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hardhout afkomstig uit de snel groeiende Aziatische amboyna (pterospermum indicum) een boom die voorkomt in de Molukken. Het hout van de amboyna heeft een fijne nerf en een aantrekkelijk gedraaid en gevlekt aspect. Het hout is licht roodbruin tot oranje van kleur. Amboyna wordt vaak gebruikt voor marqueterie en kabinetten. De naam dateert uit de 19de eeuw en is afgeleid van het eiland Ambon in Indonesië.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene benaming voor diverse soorten groene elzen die in Noord-Amerika groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote en snel groeiende boom die inheems is in de koelere streken van Noord-Amerika. Door de platte bladstengels gaan de bladeren al bij een zeer zachte bries ritselen, vandaar de volksnaam. Men kan deze soort het eenvoudigst onderscheiden van P. tremula, een Europese boom die er veel op lijkt, door de vorm van de bladeren, waarvan de uiteinden puntiger zijn, en door de uitlopers van de wortels. De boom plant zichzelf voornamelijk voort via de wortels, waaruit nieuwe bomen kunnen groeien. Grote kolonies bomen die tot hetzelfde wortelstelsel behoren, zijn niet ongebruikelijk. De bladeren worden gegeten door diverse insecten. De indianen en de pioniers van het westen van Amerika extraheerden een stof uit de schors die diende als surrogaat voor kinine. Het zachte, slappe hout gebruikt men om papier te maken en voor andere doelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine, rondachtige, donkerrode en zeer zure bessen van twee of meer soorten van het genus Vaccinium, met name V. oxycoccos, inheems in Groot-Brittannië, Noord-Europa, Siberië en Noord-Amerika. Ze groeien in veenachtige omgevingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van circa drie soorten grove overblijvende grassen die ongeveer 1 meter hoog worden en groeien op zandbodems langs de kust in de gematigde gebieden van Europa, Noord-Amerika en Noord-Afrika. De grassen plant men ook buiten hun normale groeigebied, omdat ze zeer nuttig zijn bij het stabiliseren van stranden en voor de vorming van zandduinen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine niet-vasculaire planten, gekenmerkt door grote hoornvormige sporofyten die op een afgeplatte gametofyt groeien. Gewoonlijk hebben ze één enkele grote chloroplast in elke cel. Voorheen ingedeeld bij Bryophyta.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Berkensoort, inheems in de Himalaya, die groeit op hoogten tot 4500 meter. De schors is wit en flinterdun, en werd in de oudheid gebruikt om geschriften in het Sanskriet op te schrijven. Tegenwoordig wordt het beschreven met heilige mantra's. De schors wordt ook gebruikt voor verpakkingen en het hout wordt gebruikt als brandhout. Er zijn vele benoemde variëteiten en cultivars gebruikt in de landschapsinrichting.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de steeneik, een groenblijvende eik die veel in het Middellandse-Zeegebied groeit. De steeneik levert zeer hard, zwaar hout, in kleine afmetingen, dat azijnhout genoemd wordt. Het leent zich voor onderdelen die zwaar belast worden.De naam is vermoedelijk ontstaan door de zure geur die het hout heeft.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een hoornachtige substantie die in de mond van walvissen groeit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote boom die groeit op moerassige bodems in het noorden van de VS en Canada. Men kweekt de boom vaak vanwege de schaduw. De aangenaam geurende knoppen zijn bedekt met een dikke laag aromatisch hars, dat men gebruikt voor het maken van hoestsiroop.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Elk van de houtachtige of boomachtige tropische en semitropische grassen van het genus Bambusa, Phyllosyachys, Dendrocalamus en gerelateerde genera, met houtachtige, holle stengels en gesteelde bladeren. Bamboe bloeit pas na jaren groeien. De stam wordt gebruikt als bouwmateriaal en om meubels van te vervaardigen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vruchten van verschillende soorten van het geslacht Musa. Technisch gezien zijn het bessen; ze groeien in groepjes hoekige en vingerachtige vruchten, die uiterst voedzaam vruchtvlees bevatten binnen de schil.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor gebieden waarvoor de bescherming van de natuurlijke plantengroei wettelijk is vastgelegd en waar recreatie en industrialisatie slechts beperkt mogelijk zijn. Gebruik 'wildernis' voor woeste, ongerepte gebieden die, doordat de mens er (nog) niet heeft ingegrepen, hun natuurlijke staat hebben behouden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sierboomsoort die groeit op rivieroevers en in moerassen in het oostelijke derde deel van de Verenigde Staten. De soort wordt 18 tot 30 meter hoog. Het onderste deel van de stam wordt na verloop van tijd steeds donkerder. De roodbruine, diep gegroefde bast op de oude stam verdeelt zich in onregelmatige, op de stam gedrukte lagen. Het bovenste deel van de stam en de takken zijn glad, met een zalmroze tot roze kaneelkleur en een metaalachtige glans.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote langlevende beuksoort die in heel Engeland en Eurazië voorkomt. De onvolgroeide fase duurt 30-40 jaar, waarin de soort snel groeit maar niet bloeit. De soort kan bijna 50 meter hoog worden, heeft een gladde grijze schors en hard, zwaar hout. Beuken worden vaak geteeld in grote hagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Statistische studie van de kenmerken van menselijke bevolkingen, vooral met betrekking tot grootte en dichtheid, groei, spreiding, migratie en bevolkingsstatistieken en het effect van dit alles op sociale en economische omstandigheden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine onvolgroeide bladeren of de individuele segmenten van een samengesteld blad.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motieven van mensengezichten omringd door gebladerte, in veel gevallen lijken de bladeren vanuit de mond, neusgaten, en soms de ogen te groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote bladverliezende struik die groeit op vochtige zure grond en inheems is in het oosten van Noord-Amerika, van Nova Scotia en Ontario in het Noorden tot Alabama in het zuiden en Wisconsin in het westen. De blauwe bes wordt ook elders commercieel gekweekt. In de herfst worden de bladeren helderrood. De struik heeft klokvormige witte bloemen en de donkerblauwe bessen zijn eetbaar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote soort groenblijvende spar die op grote hoogten groeit in het westen van de Verenigde Staten, van Idaho en Wyoming tot Utah, Colorado, Arizona en New Mexico. De blauwspar heeft naalden met een lichte blauwachtig grijze tint en wordt veel gebruikt voor landschapsinrichting en in tuinen. Zijn zwakke en broze hout wordt lokaal gebruikt voor blokhutten. Soms wordt de naam 'blauwspar' incorrect gebruikt voor zwarte sparren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Blauw- of grijsachtige verkleuring van timmerhout door de aangroei van diverse soorten schimmelachtige zwammen aan het oppervlak en binnen in het spint.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote, snel groeiende eik die voorkomt op rotsachtige hellingen van heuvels en zanderige heuvelruggen in het oosten en middenwesten van de Verenigde Staten. De boom heeft een zwarte of donkerbruine schors. Incidenteel wordt de boom gebruikt voor timmerhout, maar het belangrijkste product is een gele kleurstof die men uit de schors wint.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De fijne, zachte, dikke, harige vacht van een zoogdier, meestal bestaande uit twee lagen haar, namelijk een laag relatief kort, zacht, krullend haar met baardjes, die dicht op de huid groeit en een beschermlaag van langer, gladder en stugger haar die erdoorheen groeit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Steden die zeer snel zijn gegroeid als gevolg van plotselinge welvaart.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 450 soorten struiken en dwergstruiken. Aan veel van deze soorten groeien eetbare bessen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor boomrijke gebieden, meestal begroeid met bomen van hetzelfde soort die daar van nature groeien of zijn aangeplant, en meestal vrijwel zonder kreupelhout; minder uitgestrekt dan 'wouden'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar kaarten van een bepaalde regio die bedoeld zijn om door bossen en andere begroeiing bedekte gebieden weer te geven. Meestal vermelden ze de begrenzingen van het bos, de reliëfkenmerken van het gebied, geschatte volumes aan opgaand hout en verwachte groeisnelheden, en kenmerken of projecties die samenhangen met zaken als dierlijke of menselijke bewoning en ecologische kwesties.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine Caribische boomsoort die inheems is in Midden-Amerika en de Caribische eilanden. Het is een langzaam groeiende boom met broos zwart kernhout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 22 soorten in 2 families. Hiertoe behoren de bandicoots en de langoorbuideldassen. Alle soorten hebben een rond lichaam met een boogvormige rug, een lange spitse snuit, zeer grote rechtopstaande oren, relatief lange, dunne pootjes, een dunne staart en diverse snijtanden in de onderkaak. De tweede en derde teen zijn met elkaar vergroeid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een productieve Indiase schilderschool die verbonden is met het vorstendom Bundi in het zuidoosten van Rajasthan. Het andere grote centrum van de Bundi-schilderschool was het naburige vorstendom Kotah, waarmee Bundi ook familiebetrekkingen onderhield. Andere idioomvormen van de Bundi-stijl, zoals Indargarh, Khatoli, Toda Rai Singh, Raghugarh, Uniara en Kapren, hebben zich eveneens ontwikkeld uit deze school, die aanvankelijk uitsluitend door de Bundi-heersers werd ondersteund. De Mogolinvloeden lieten zich met name gelden in de Rajasthan-school, die een periode vanaf de 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw omvat. Bundi-schilderijen vertonen ook overeenkomsten met de Deccan-schilderijen uit het zuiden, een regio waarmee de heersers van Bundi en Kotah intensieve contacten onderhielden. De schilderijen werden meestal uitgevoerd als wandschilderingen in het paleis of als miniatuurkunst. Kenmerken van de Bundi-school zijn bewegende figuren, ronde hoofdvormen, symmetrische, waaiervormige platanen, weelderige plantengroei, spectaculaire nachtluchten en een opvallende weergave van water (lichtgekleurde wervelende vormen tegen een donkere achtergrond). Met name de schilderijen die werden geproduceerd onder Rao Bhao Singh (heerste van 1658-81) en Rao Anurad Singh (heerste van 1681-95) hadden een herkenbaar, gerijpt en verfijnd karakter. Bovendien was de repertoirekeuze vergroot. De schilders in Kotah hadden belangrijke opdrachtgevers als Rao Jagan Singh (heerste van 1658-84), Maharao Umed Singh (heerste van 1770-1819), Maharao Ram Singh (heerste van 1827-66) en Maharao Shatru Sal (heerste van 1866-89); vooral populair waren de weelderige schilderijen van jachttaferelen waarin de heerser een rol speelde, uitgevoerd in de vorm van wandschilderingen of als miniaturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 70 soorten langzaam groeiende groenblijvende struiken en kleine bomen uit de familie Buxaceae.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zilverwit metaal, met symbool Ca en atoomnummer 20, het op vier na meest voorkomende element in de aardkorst; komt in tal van verbindingen voor. Calcium wordt onder meer gebruikt als voedingssupplement ter bevordering van de groei van de bot- en gebitsstructuur, als dehydratiemiddel voor organische oplosmiddelen en voor het verwijderen van gassen uit gesmolten metaal voorafgaand aan het gietproces.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 25 soorten winterharde, langzaam groeiende sier- en productiebomen die op het hele noordelijke halfrond voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Langzaam groeiende en lang levende boom die inheems is in het gebied dat zich uitstrekt van de Canadese provincie Ontario tot de Amerikaanse staten Minnesota en Florida en tot Mexico, maar het meest voorkomt in het lage stroomgebied van de rivier de Ohio en vervolgens naar het zuiden langs de rivier de Mississippi tot in Midden-Arkansas. Men vindt de soort veel in de grote riviermoerassen in Midden-Missouri en het stroomgebied van de rivier de Wabash in Indiana en Ohio. De boom heeft een lange penwortel en is daardoor moeilijk te verplanten. Daarnaast is de soort gevoelig voor schade door insecten. De zoete, eetbare noten zijn de grootste van alle noten die door bomen uit het genus Carya worden geproduceerd. Ze zitten echter in een zeer harde schil. De noten worden geoogst door mensen, maar ook gegeten door dieren, zoals eenden, kwartels, wilde kalkoenen, eekhoorns, aardeekhoorns, herten, vossen, wasberen en witvoetmuizen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tropische Amerikaanse productieboomsoort uit de mahoniefamilie (Meliaceae), die vermaard is om zijn sterk geurende hout, met kleine bloemen die vertakt en groepsgewijs groeien. Iedere vrucht is een doosvrucht met daarin tal van gevleugelde zaden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die ontstond in het voormalige koninkrijk Champa en later opging in stijlen van de Vietnamese regio en andere delen van Zuidoost-Azië. De Cham-invloed in de Vietnamese regio groeit door de verspreiding van animistische geloven, Javaanse modellen en motieven, en stijlen en geloven met Indiase invloeden. Brahmaanse tempels versierd met vrouwelijke afbeeldingen, ceremoniële rites uitgevoerd ter ere van tot goden verheven helden, en uit het shivaïsme, visjnoeïsme en mahayana-boeddhisme overgenomen religieuze thema's nemen een belangrijke plaats in.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een inheemse Koreaanse godsdienst, gesticht door Choe Suun (1824-1864) in een poging een direct beroep te doen op het religieuze bewustzijn van het Koreaanse volk. Chondogyo was een reactie op het christendom en de traditionele godsdiensten van Korea, maar bevat wel elementen van het confucianisme, taoïsme, boeddhisme, sjamanisme en rooms-katholicisme. Nadat Suun door de regering was terechtgesteld, ontwikkelden zijn opvolgers Choe Si-hyong en Son Piyong-hi de beweging totdat deze was uitgegroeid tot een belangrijke Koreaanse godsdienst. De geschriften van het chondogyo zijn opgesteld door de drie oprichters. In deze religie worden mensen als dragers van goddelijkheid beschouwd en daarom moeten mensen elkaar behandelen ‘als God’. Chondogyo benadrukt de universaliteit van God en pleit voor een coöperatief koninkrijk Gods op aarde dat is gebaseerd op geloof, eenvoud, standvastigheid en oprechtheid. Er bestaat geen idee van eeuwige beloning omdat de godsdienst maar één doel heeft: de wereld gerechtigheid en vrede brengen. Er zijn vijf aanbevolen oefeningen: het reciteren van een formule, elke avond om negen uur, het gebruik van water als symbool van zuiverheid, het bijwonen van een zondagse eredienst, het regelmatig geven van rijst aan de kerk en het gebed (op verschillende voorgeschreven wijzen). Chondogyo speelde een belangrijke rol in de modernisering van Korea na 1894. Het verzette zich na 1919 ook tegen het Japanse imperialisme en legde zich niet neer bij het communisme in Noord-Korea na 1945. Aan het eind van de 20ste eeuw waren er ongeveer drie miljoen leden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een christelijk feest(dag) ter herdenking van de oorsprong van de eucharistie en ter ere van de aanwezigheid van het lichaam van Jezus Christus. De Latijnse term betekent 'lichaam van Christus'. In de westerse kerk wordt dit feest doorgaans gevierd op de donderdag na Drievuldigheidsdag. Het stamt uit de middeleeuwen, in een tijd van toenemende devotie aan het heilige sacrament, met name na het Vierde Lateraans Concilie van 1215. In 1246 was Robert de Torote, de bisschop van Luik, degene die het feest als eerste vierde in zijn bisdom, op aandringen van de heilige Juliana, priorin van Mont Cornillon (bij Luik) van 1222 tot 1258, die hierover een visioen had. Het feest verbreidde zich pas toen Jacques Pantaléon, voormalig aartsdiaken van Luik, paus Urbanus IV werd; met een bul uit 1264 werd het feest ingesteld. Het won geleidelijk aan populariteit en groeide in de 15e eeuw zelfs uit tot het belangrijkste feest van de Kerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plantenfamilie van ongeveer 110 genera en 5500 soorten, waarvan er veel in watergebieden groeien. Oppervlakkig gezien lijken ze op grassen en russen. De stengels hebben een driehoekige dwarsdoorsnede en de bladeren, die in een spiraal zijn gerangschikt, vormen drie rijen (terwijl grassen afwisselend geplaatste bladeren hebben die twee rijen vormen).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote eik die 20 meter hoog kan worden en voornamelijk inheems is in het Midden-Westen en het zuiden van de Verenigde Staten. Gewoonlijk groeit deze boom op hoger gelegen gebieden met een goede afwatering, maar soms ook op lagere stukken land langs rivieren. De bladeren hebben dezelfde vorm als laurierbladeren. De vrucht is een eikel die een belangrijke voedselbron is voor eekhoorns en vogels. Van het hout maakt men dakspanen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zij die zich bezighouden met de statistische bestudering van de kenmerken van menselijke bevolkingsgroepen, vooral met betrekking tot omvang en dichtheid, groei, verdeling, migratie en levensverwachting, en de uitwerking die al deze aspecten hebben op sociale en economische omstandigheden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Statistische gegevens over een bevolking, vooral met betrekking tot dichtheid, groei, verdeling en bevolkingsstatistieken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van minstens 115 soorten in 10 families en een aantal uitgestorven soorten. Ze hebben twee grote, vooruitstekende snijtanden in de onderkaak (diprotodont) en gewoonlijk drie paar snijtanden in de bovenkaak, maar geen hoektanden in de onderkaak. De tweede en derde teen van de poten zijn tot de basis van de klauwen vergroeid, maar de klauwen zelf zijn gescheiden (syndactyly). Gewoonlijk is de vijfde teen afwezig en de vierde teen extra groot.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Personen die opgenomen muziek selecteren en afspelen ten behoeve van een publiek of bij een evenement. Van oorsprong verwees de term in specifieke zin naar radio- en tv-medewerkers die platen afspeelden, selecteerden en aankondigden. Sinds de laatste jaren van de 20ste eeuw houden DJ's zich ook bezig met het live manipuleren van opnamen met behulp van allerlei technieken, zoals 'mixen' en 'scratchen'. Inmiddels omvat het werk van een DJ ook het manipuleren van geluid, waardoor het DJ-en is uitgegroeid tot een geaccepteerde kunstvorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een rooms-katholieke orde die in 1215 in Zuid-Frankrijk werd gesticht door de Spaanse heilige Dominicus. De bijzondere kenmerken van de nieuwe orde waren de verplichting om theologische studies uit te voeren en de missie om de leer te verkondigen, een taak die voorheen werd beschouwd als het exclusieve privilege van bisschoppen en hun afgevaardigden. Deze bedelorde wordt gekenmerkt door een centraal gezag en een centrale organisatie en legt de nadruk op missiewerk en wetenschap in combinatie met een actief en contemplatief leven. Een lid behoort tot de orde (en niet tot een autonoom klooster) en kan te allen tijde worden overplaatst naar een andere locatie. Beroemde dominicaanse wetenschappers zijn Albertus Magnus en zijn leerling, de heilige Thomas van Aquino. Het door Aquino ontwikkelde systeem werd in 1278 officieel aangenomen door de orde. Er is een orde van dominicaanse nonnen die in de 19de en 20ste eeuw explosief groeide en een tertiaire orde van leden die niet in kloosters leefden. De orde staat bekend om het onveranderlijk orthodoxe naleven van de leer van Aquino.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De kleine, pluizige veren die dicht tegen het lichaam van een volwassen vogel aangroeien, duidelijk ontwikkeld zijn en een fijne textuur hebben. Ze komen voor bij eenden, ganzen en andere watervogels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een scherp uitgroeisel van een plant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vrucht die eenmaal volgroeid een volledig droge vruchtwand heeft.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vrucht van de eikenboom, die groeit in een ondiep, houtachtig dopje of kommetje.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de kunst en architectuur die vanaf het eind van de 14de eeuw tot aan het midden van de 16de eeuw bloeide in Portugal en zijn kolonies. De stijl is genoemd naar Manuel I, koning van Portugal (van 1495-1521). De stijl groeide uit tot nationale stijl die zich bewust van de Spaanse stijl afzette. De stijl kenmerkt zich door de vermenging van de laatgotische stijl met inventieve verwijzingen naar Portugese reizen, die vooral tot uiting komen in de symboliek en de overdadige ornamenten. Nieuwe thema’s bestaan uit weelderige bladachtige en nautische motieven en verwijzingen naar het exotische, waaronder de islamitische kunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote soort bergspar die op grote hoogte groeit. Hij is inheems in het westen van Noord-Amerika, van British Columbia en Alberta in Canada tot Californië, Arizona en New Mexico in de Verenigde Staten. De soort groeit ook hier en daar in Mexico.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een helder grasgroene variëteit van beril, zeer geliefd als edelsteen. De naam is afgeleid van het Griekse woord 'smaragdos', dat verwijst naar een aantal stenen die weinig gemeenschappelijk hebben behalve een groene kleur. De smaragd in de Bijbel was vermoedelijk granaat. In oude beschavingen werd de echte smaragd, die al in 2000 v. Chr. uit noordelijk Egypte werd ingevoerd, echter ook zeer gewaardeerd. Griekse smaragdwinners werkten voor Alexander de Grote en Cleopatra. De fysische eigenschappen van smaragd zijn in principe hetzelfde als van beril, waarbij licht slechts matig wordt gebroken en verstrooid. Dit betekent dat geslepen stenen beperkt schitteren. De edelstenen worden in plaats daarvan gewaardeerd om de prachtige kleur, die waarschijnlijk het resultaat is van kleine hoeveelheden chroom. De steen verliest zijn kleur wanneer deze sterk wordt verhit. In de jaren dertig van de 19de eeuw werd voor het eerst synthetische smaragd vervaardigd. Heden ten dage wordt synthetische kristalaangroei gerealiseerd met een hydrothermale methode of een proces van gesmolten verdunningsmiddel. Synthetische kristallen vertonen een sterke gelijkenis met de kristallen in natuurlijke smaragd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de biologie verwijst de term naar een dicht aaneengesloten groep waarvan de bundels hun oorsprong vinden in een gemeenschappelijk punt of evenwijdig aan dezelfde as lopen. Voorbeelden zijn een groep bladeren of bloemen met zeer korte stengels die dicht bij de basis en dicht opeen groeien of een groep wortels die vanuit één punt ontspringt. De term verwijst naar groepen of bundels spieren, zenuwen of aders of slagaders in een dier.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt als aanduiding voor de totale plantengroei in een bepaald gebied of tijdspanne.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven mensensoort die tussen 94.000 en 18.000 jaar geleden leefde, dus ruim binnen de periode van de moderne mens, vermoedelijk op het Indonesische eiland Flores en mogelijk ook elders. In 2004 vond een team van Australische en Indonesische antropologen de skeletresten van een volwassen vrouw en van andere personen in de Liang Bua-grot op Flores. Deze mensen van deze soort werden ongeveer een derde van de grootte van de moderne mens. Ze vervaardigden gereedschappen, jaagde op dwergolifanten en andere dieren en kookten voedsel. De Floresmens stamt mogelijk af van de H. erectus, een veel oudere en grotere mensensoort waarvan wellicht ook de moderne mens afstamt. De geringe lengte van H. floresiensis was mogelijk het gevolg van eilanddwerggroei. Aangezien er geen resten van H. erectus op Flores zijn aangetroffen, is een alternatieve theorie dat deze soort al een gering postuur had toen hij op het eiland kwam, mogelijk als gevolg van een veel vroegere afstamming van een gemeenschappelijke voorouder van H. erectus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort sier- en productieboom, inheems in het noordoostelijke deel van Noord-Amerika. Het is een van de grootste berken; hij kan 30 meter hoog worden en groeit op koele, vochtige rivieroevers en op drogere gronden tot een hoogte van 1950 meter. Op de takken en jonge stammen bestaat de zilverachtig gele schors uit flinterdunne krullen. Op oude boomstammen is de schors roodbruin, diep gegroefd en verdeeld in onregelmatige lagen. De lichtgroene twijgen zijn licht geurend. Het harde, bleke roodbruine hout wordt in de handel meestal niet onderscheiden van het hout van de suikerberk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een donkere, prettig ruikende oleohars verkregen van bomen van het geslacht Styrax, waaronder S. benzoë en S. officinalis, deze groeien in Thailand, Maleisië en Indonesië. Benzoë hars werd gebruikt door de 16e eeuw als een gedistilleerde vernis voor schilderijen. Het wordt ook gebruikt als een weekmaker voor vernissen en lakken, een parfum, als een antiseptisch middel, en een deodorant. Benzoë hars is niet hetzelfde als de chemische stof genaamd "benzoë," dat is een poeder verkregen uit benzaldehyde. Voor de bruine, kleverige, aromatische hars verkregen van bomen van het geslacht Liquidambar, gebruik "styrax."

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de architectuur- en ontwerpstroming in de late jaren 60 en de jaren 70 van de 19de eeuw die werd gekenmerkt door een esthetiek van rijkdom en overvloed, door verfijnde versieringen, zoals gesneden houten traliewerk, en door de toevoeging van de veranda, die is ontleend aan de Pittoreske periode uit de Engelse architectuur van de jaren 30 van de 19de eeuw. De stijl werd vooral toegepast in vakantieoorden als Cape May en Martha's Vineyard, in operagebouwen en in herenhuizen in de explosief gegroeide mijnwerkerskoloniën van het Oude Westen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snel groeiende loofboom, inheems in India, Myanmar, Thailand, Laos, Cambodja, Vietnam en Zuid-China. De soort wordt ook gekweekt in Sierra Leone, Nigeria en Maleisië, elders als sierboom geplant, gekapt voor zijn hout en gebruikt voor papierpulp.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bedreigde regenwoudboom uit Oost-Australië. De boom werd in de 19de en 20ste eeuw op grote schaal gekapt en is daar nog niet van hersteld. De snel groeiende boom groeit op vulkanische en alluviale bodems.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stuk grond waar gras groeit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Filmgenre dat poogt schrikreacties en angstgevoelens teweeg te brengen bij de toeschouwer, als emotionele uitlaatklep en als entertainment. De onderwerpen variëren van geweld en dood, door de mens gecreëerde monsters en buitenaardse wezens tot waanzin en kern- of natuurrampen. In de filmgeschiedenis zien we dat het horrorgenre de geschiedenis van de mensheid volgt, omdat actuele gebeurtenissen en angsten worden gebruikt. Sinds eind jaren 70 groeiden bepaalde horrorfilms uit tot complete filmseries - zoals 'Halloween' en 'Nightmare on Elm Street' - waarin de verhalen van de populaire personages verder worden gevolgd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kortlevende loofboomsoort, inheems in Noord-Amerika, van Ontario tot Nova Scotia, Pennsylvania en New Jersey, met afzonderlijke populaties in Indiana, Virginia en North Carolina. De soort groeit bij voorkeur op dorre, droge hooglandbodems, maar is ook te vinden in vochtige gemengde bossen. Het is een veel voorkomende pioniersoort op verlaten velden en in platgebrande gebieden. Deze berken groeien snel tot een hoogte van 7 tot 9 meter, met een stam met een diameter van 30 centimeter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleur die dat deel van het spectrum weergeeft dat zich tussen blauw en geel in bevindt, met een golflengte tussen 520 en 570 nanometer. De term kan verwijzen naar alle in helderheid en verzadiging variërende kleurschakeringen binnen deze groep kleuren. Een voorbeeld van de kleur groen in de natuur is de kleur van groeiend gras. Groen is een secundaire pigmentkleur (ontstaan door vermenging van geel en blauw) en is een van de drie additieve primaire kleuren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De vezelachtige uitgroeiïngen op de huid van allerlei dieren, die bestaan uit het eiwit keratine en onder andere worden gebruikt voor het maken van stoffen, als opvulling en voor het maken van kwasten en borstels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een heide is een benaming voor een plantengemeenschap die vooral voorkomen op voedingsarme, verzuurde gronden, het wordt gekenmerkt door laaggroeiende houtachtige vegetatie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine primitieve fotosynthetische niet-vasculaire planten die op natte plaatsen groeien en op groen zeewier of op bladmossen lijken. Voorheen ingedeeld bij Bryophyta.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sculptuur in de vorm van een stenen paal of plaat met een hoofd, buste of figuur ten halven lijve die wordt ondersteund door en als het ware groeit uit een naar onderen taps toelopende pijler of pilaster, en vaak onderaan een fallus vertoont; oorspronkelijk meestal een verbeelding van de Griekse god Hermes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snel groeiende kruidachtige eenjarige plant met stengels die tot 5,5 meter hoog worden. Waarschijnlijk inheems in Zuid-Azië, hoewel de exacte oorsprong onbekend is. Tegenwoordig een wijdverspreide plant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote soort groenblijvende spar die inheems is in de westelijke Himalaya en aangrenzende bergen, van Afghanistan tot Nepal. De soort kan 44 meter hoog worden en groeit op een hoogte van 3600 meter in bossen, samen met de himalayaceder, de Pindrow zilverspar en de blauwe den.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Culturele beweging die DJ-en, rap en rapmuziek, dans en dancemuziek, graffiti en kledingstijlen omvat. De beweging begon in de jaren zeventig van de 20ste eeuw in de voornamelijk door Afro-Amerikanen bevolkte achterstandswijk South Bronx in New York. De populariteit van rapmuziek - in het bijzonder in de jaren tachtig van de 20ste eeuw tot heden - droeg ertoe bij dat hiphop uitgroeide tot een internationale beweging.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgroei van aangepaste huid of zeer compact haar, vaak in paren die uitsteken vanaf de voorhoofdsbotten aan beide zijdes van de schedel en bestaan uit een permanente opperhuid van keratine. Te onderscheiden van 'gewei', dat bestaat uit aangepast been.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 105 soorten grote regenwoudbomen en bomen die onder het bladerdak van het regenwoud groeien. Ze komen voor in lager gelegen gebieden, op Sri Lanka en in het gebied dat zich uitstrekt van het zuiden van India tot het zuiden van China, het Maleisisch schiereiland en Nieuw-Guinea.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van de talrijke organische verbindingen die als chemische boodschapper fungeren. Hormonen worden via een klier of orgaan uitgescheiden in de lichaamsvloeistoffen van dieren, in het bijzonder de bloedbaan, worden vervolgens naar een ander deel van het organisme getransporteerd en initiëren of reguleren daar specifieke functies, zoals de groei, de stofwisseling, de voortplanting en de werking van diverse organen. De term kan ook verwijzen naar soortgelijke verbindingen die door planten worden geproduceerd of kunstmatig worden vervaardigd. De term werd in 1905 bedacht en is afgeleid van het Griekse 'horman', dat 'in werking stellen' betekent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor tuinmuren voorzien van verwarmingsbuizen, of kanalen, die een kunstmatig microklimaat creëren ter bevordering van het groeien of rijpen van vruchtbomen of struiken die tegen de muren geleid zijn. Populair in de 18e en 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Speciaal geïsoleerde en geventileerde gebouwen voor de landbouw, die steeds populairder werden vanaf het midden van de 19e eeuw met de groei van de zuivelproductie, gebruikt voor het opslaan van blokken ijs.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kunstmatige systemen die land bewateren om plantgroei te bevorderen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Pahari-miniatuurschilderkunst die wordt geassocieerd met de staat Jammu in het heuvelgebied van Rajput, ooit de machtigste groep staten ten westen van de rivier de Ravi, het heuvelgebied van Pahari. In de loop der jaren hebben er verschillende visies bestaan op Jamma als centrum van schilderkunst. Sommige schilderkunst die oorspronkelijk als vroeg Jammu-werk werd beschouwd, wordt tegenwoordig bij de Basohli-school ingedeeld. De schilderkunst in Jammu uit het midden van de 18de eeuw wordt in verband gebracht met Nainsukh, een belangrijk Pahari-schilder. De 'Bahu Shangri Ramayana' (circa 1710) maakt deel uit van de grote reeksen schilderijen die in de Pahari-heuvels werden geproduceerd. Kenmerkend voor dit geïllustreerde epos zijn de heldere kleuren, het zwierige ontwerp en de ingenieuze compositie. De stijl was evenwel een kort leven beschoren, aangezien de naturalistische stijlen overal in het Pahari-heuvelgebied in opmars waren. Na de vestiging van de machtige Dogra-dynastie onder Gulab Singh, halverwege de 19de eeuw, groeide Jammu uit tot een voornaam centrum van schilderkunst dat veel kunstenaars van buiten aantrok. Schilders uit Guler, Kangra en de hoogvlakten van Punjab werkten eveneens voor de Dogra-heersers, maar gebruikten oudere schilderstijlen. Halverwege de 20ste eeuw kwam er een einde aan de traditionele Jammu-schilderkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Struik of kleine boom die zijn bladeren verliest en inheems is in Japan, Noord-Korea, Zuid-Korea, China, Mongolië en Zuidoost-Rusland. De Japanse esdoorn kan 10 meter hoog worden en behoort gewoonlijk tot de ondergroei van schaduwrijke bosgebieden. De struik of boom heeft soms meerdere stammen die dicht bij de grond aan elkaar vastzitten. Er zijn een groot aantal cultivars gekweekt, en zelfs in het wild vertonen zaailingen van dezelfde moederplant een opvallende variatie wat betreft de kleur en vorm van de bladeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Onderkaak die bestaat uit een enkel bot of volledig vergroeide beenderen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de functies, regeerperioden of domeinen van kaliefen. Het kalifaat, een politiek-religieuze staat, groeide na de dood van Mohammed in 632 uit tot een mosliminstituut. Door veroveringen groeide het kalifaat de eerste eeuwen snel in omvang, maar na de overwinning van de Mongolen bij Bagdad, in 1258, hield het op te bestaan. Ondanks de slinkende macht bleef het kalifaat een symbool van moslimeenheid, en men heeft diverse keren geprobeerd om het nieuw leven in te blazen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aanduiding voor sierplanten die binnenshuis groeien, maar niet in kassen, en die zich kunnen aanpassen aan omstandigheden die niet ideaal zijn..

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 200 soorten sierstruiken en klimplanten die inheems zijn in de gematigde gebieden van beide halfronden, maar ook groeien in de Himalaya, Zuid-Azië en Noord-Afrika. De meeste soorten hebben geurige tweelippige bloemen en rode, oranje of zwarte bessen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die door opeenvolgende militaire regeringen werd begunstigd, van de late Muromachi-periode (1333-1568) tot in de Edo-periode (1600-1868). Kano Masanobu (1434-1530) richtte de school halverwege de 15de eeuw op. De nadruk lag op de conservatieve Chinese, academische Zuidelijke Song- en Yuan-stijlen. De school groeide uit tot een groot netwerk van kunstenaars, die meer dan 200 jaar lang controle uitoefenden op openbare en particuliere opdrachten van het shogunaat, de kloosters en de handelsklassen. Kano-schilders produceerden allerlei kunstwerken, van waaiers en beschilderde schermen tot hangende rolschilderijen en votiefplaten. De Kano-school stond ook bekend om zijn kloeke stijl in het schilderen met inkt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote, zware messen met een lemmet met één snijkant die worden gebruikt voor het snijden van riet en het verwijderen van begroeiing. Ze worden ook gebruikt als snijwapens.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor door de staat gefinancierde werkplaatsen die later zouden uitgroeien tot beroepsopleidingscentra, en die tijdens de perioden van het sultanaat en de mogols in India werden gesticht; er werden allerlei kunsten en ambachten beoefend, zoals weven, emailleren, edelsmeden en het illumineren van manuscripten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de boom behorende tot het genus Castanea, vaalbruin van kleur met in het oog springende groeiringen. Het wordt gebruikt als buitentimmerhout, en voor staken, palen en fineer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van meer dan 2050 soorten in 27 families. De dieren hebben geen hoektanden, maar wel sterke snijtanden in de boven- en onderkaak. Deze tanden blijven permanent groeien en hebben geen wortels. Tot deze orde behoren ratten, muizen, stekelvarkens, bevers, eekhoorns, marmotten, goffers en chinchilla's.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Delen van boomgroei waar de nerf op vervormde wijze is uitgegroeid, zoals in kleine knoesten van inactieve knoppen die rondvormige uitgroeisels op een boomstam of -tak of golvende en cirkelvormige patronen in timmerhout en fineer vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De verdikking van een ondergrondse stengel, wortel of wortelstok, waarin voedsel wordt opgeslagen, met knopjes waaruit nieuwe planten kunnen groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Met betrekking tot planten te gebruiken voor kleine knollen of knolachtige gezwellen of uitgroeisels die al dan niet de functie van een echte knol vervullen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine uitstekende delen in de oksel van een blad. Ze bestaan uit kleine blaadjes die lijken op schillen en vormen het rudiment van een tak, een groep bladeren of bloesem. Heeft betrekking op alle groeistadia van een bloem of blad tot deze volledig geopend zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De buitenste schors van een eik, Quercus suber, die groeit in mediterrane landen. Kurk wordt gebruikt om onder andere stoppen voor flessen en drijflichamen te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote groenblijvende eik die inheems is in het zuidwesten van Europa en het noordwesten van Afrika. Men kweekt de bomen in Spanje, Portugal, Frankrijk, Italië, Marokko, Tunesië en Algerije. Ze hebben een dikke isolerende schors, die ervoor zorgt dat ze zich na een bosbrand snel kunnen herstellen. De kurk beschermt de takken tegen het vuur en al snel ontspruiten er nieuwe twijgen en bladeren die een nieuwe kroon vormen. Andere bomen moeten weer helemaal opnieuw uit loten of zaden groeien. De buitenste schors van de kurkeik is licht en blijft drijven op water. Men gebruikt kurk om flessen af te sluiten, als vloermateriaal en voor andere commerciële doeleinden. Tijdens het oogsten hakt men de bomen niet om. In plaats daarvan pelt men ongeveer elke tien jaar de buitenste schors van de stam af, waarna de boom een nieuwe laag kurk vormt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klokvormige glazen koepels die over tere planten worden geplaatst om ze te beschermen tegen het weer, en om de groei te forceren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode van circa 1600 tot 1050 v. Chr. op het eiland Cyprus. De kunst uit deze periode kenmerkt zich door specifieke aardewerkstijlen, verfijnde metaalnijverheid, decoratieve ivoren voorwerpen, en een toename van de eclectische stijlen als gevolg van de groeiende handelsconnecties met het Nabije Oosten, Egypte en het Egeïsch gebied.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van twee of drie kleine soorten seringachtige bomen, inheems in de bergen van Zuid-Europa, van Frankrijk tot de Balkan. De bomen hebben gele bloemen die uitgroeien tot peulen met giftige zaden. Alle delen van de plant zijn giftig: laburnum is dodelijk gebleken voor vee, hoewel andere dieren (zoals hazen) er immuun voor zijn. Het hout van de laburnum is veel waard.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebruik deze term voor kunstwerken, soms tijdelijk van aard, vanaf het midden van de jaren zestig van de 20ste eeuw, die in en met de natuur tot stand zijn gekomen; soms met directe ingrepen, soms met meer immateriële ingrepen (bijvoorbeeld wandelingen) waarbij tijd en/of groeiprocessen een rol spelen. Veelal grote projecten die, als ze tijdelijk of immaterieel zijn, d.m.v. fotografie of film worden gedocumenteerd. Gebruik voor algemenere kunstwerken waarbij de omgeving wordt gebruikt 'omgevingskunst'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Constructies gemaakt van latten om beschutting te geven aan groeiende planten die schaduw nodig hebben en als bescherming tegen de wind.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fraaie (witte) bloemen en de planten waaraan deze groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De toestand die actieve dieren en planten onderscheidt van niet-organische materie, met inbegrip van het vermogen om te groeien, functionele activiteit, een continu veranderingsproces voorafgaand aan de dood, en voortplanting.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer twaalf soorten hoge rietachtige moerasplanten met harige bruine aren (���sigaren'). Ze groeien in diverse soorten watergebieden, voornamelijk op het noordelijk halfrond. De bladeren en pluizen worden op verschillende manieren gebruikt. Sommige soorten zijn eetbaar voor mensen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestrekte grasvlaktes met weinig boomgroei in het zuidwesten van de Verenigde Staten en in Spaans sprekend Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Graangewas dat afkomstig is uit Amerika, maar in de zestiende eeuw werd geïntroduceerd in de rest van de wereld. Het is een hoge eenjarige grassoort met een stevige steel. De vrucht bestaat uit rijen eetbare pitten op langwerpige aren die aan de dikke steel groeien. Er zijn veel verschillende variëteiten met gele, rode, blauwe, roze en zwarte kolven, vaak met spikkels of strepen. Mais gebruikt men als voedsel voor mensen en dieren, als grondstof in de industrie, voor het maken van brandstof, maisolie, maissiroop, maizena, maisbloem en ethanol (whisky, benzine). De stengels gebruikt men als biomassa om brandstof te maken, maar ook voor systeemplafonds. Uit maiskolven sneed men vroeger tabakspijpen. De kolven en het vlies eromheen gebruikte men om poppen te maken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Algemene term voor elke laag groeiende boom of andere houtachtige plant die uit de basis meerdere stammen produceert. De term wordt ook specifiek gebruikt voor de kreupelhout vegetatie in het zuiden van Australië die bestaat voornamelijk uit houtachtige struiken en bomen van het geslacht Eucalyptus.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie met één genus schubdieren. De rug van de dieren is bedekt met grote, overlappende schubben. De schubben zijn vergroeide haren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de gelijknamige groenblijvende boom die in het Caribisch gebied groeit, en dat soms voor meubels wordt gebruikt. De boom zelf en de vruchten, die op appels lijken, zijn uiterst giftig.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer twintig soorten laaggroeiende groenblijvende planten die inheems zijn in de tropische gebieden van Zuidwest-Azië, West-Indië en elders.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fineer dat is gemaakt van uitgroeisels van bomen (wortelhout), meestal in de vorm van afgeplatte bollen. Zeer mooi maser fineer is bijvoorbeeld afkomstig van walnotenbomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fase waarin een levend wezen volledig is volgroeid of ontwikkeld.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en cultuur van een groep Meso-Amerikaanse indianen die een vrijwel aaneengesloten gebied bewoonden in Zuid-Mexico, Guatemala en Noord-Belize. Circa 1500 v. Chr. begonnen de oude Maya zich in dorpen te vestigen. Ze gebruikten geavanceerde irrigatietechnieken en groeiden zo uit tot effectieve landbouwers. Hun kunst omvatte keramiek, beeldhouwwerken, architectuur, muurschilderingen en boeken. De hedendaagse Maya maken kunst waarin traditionele patronen zijn gecombineerd met Spaanse vormen en stijlen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een wittige aangroei die op planten of voorwerpen van organische materialen zoals laken, hout, leer en papier kan voorkomen en die wordt veroorzaakt door micro-organismen waarvan de sporen in een vochtige, warme omgeving kunnen uitgroeien tot een schimmel, waarbij ze zich voeden met het materiaal waarop ze groeien en schadelijke organische zuren produceren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vruchten van verschillende soorten eetbare kalebas, meestal gebruikt voor de vleesrijke vruchten van de verschillende leden van de Cucurbitaceae-familie, die groeien als een klimplant. De vrucht is meestal groot en bolvormig tot langwerpig, met een gladde, netachtige of wratachtige schil, en heeft zoet, vlezig vruchtvlees in de kleuren rood, lichtgroen, oranje of geelachtig roze.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Materiaal dat aan aarde of andere groeibodems wordt toegevoegd om chemische elementen te leveren die de belangrijkste voeding voor planten vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken bij het beschrijven van gebouwen van een groep Japanse architecten die, met name in de jaren 60 en 70 van de 20ste eeuw, grootstedelijke problemen wilde aanpakken op basis van biologische grondbeginselen van dynamische groei en verandering.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groep die de voormalige taxon Marsupialia (buideldieren) omvat en tevens de nauwste fossiele verwanten van de buideldieren. Een algemeen kenmerk is dat ze hun in hoge mate onvolgroeide jongen dragen in een buidel op de buik, waar de jongen melk kunnen drinken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boom die inheems is in Noord-Amerika. Gemakkelijk te verwarren met de westerse netelboom (C. occidentalis) waar de verspreidingsgebieden van deze soorten overlappen, maar de Mississippi-netelboom is een kleinere boom die groeit in vochtige laagliggende stukken land. Daarnaast zijn de bladeren smaller en van boven gladder.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Aanduiding voor waterrijke gebieden waar fonteinkruid, riet en bies groeien en veen aangroeit, maar het water alkalisch blijft. Te onderscheiden van 'veenmoerassen', waarin het veen een hogere zuurgraad heeft bereikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 12 à 13 families, 56 genera en circa 300 soorten schimmels die worden gekenmerkt door een snelle groei en brede hyphae zonder septa. Veel leden zijn vooral bekend door de schade die zij aanrichten aan opgeslagen voedsel en doordat zij schimmelinfecties bij mensen veroorzaken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klasse die drie ordes, 61 genera en 325 soorten schimmels omvat, waaronder ook snelgroeiende soorten, overwegend saproben, plantpathogenen en mycoparasieten. Daartoe behoren ook soorten die schimmelinfecties bij de mens kunnen veroorzaken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Architectuurstijl die verwijst naar de tempeltypen van Noord-India welke vanaf de 6de eeuw tot ontwikkeling kwamen; de letterlijke betekenis van het woord is 'behorend bij de stad', hetgeen mogelijk verwijst naar de oorsprong van de vorm. Kenmerkend voor een vroege versie van deze stijl waren de hoekprojecties (bhadra) die als hoofdnis van de kubusvormige cella uitkraagden; de nissen bevatten doorgaans afbeeldingen van de in het heiligdom vereerde godheid. De projecties liepen langs de kromlijnige toren omhoog tot aan het hoogste altaar (uttaravedi), dat werd bekroond met een amalaka; tijdens de wijding werd een fioel, gesneden in de vorm van lustervaas, soms met bladerwerk, boven op de amalaka geplaatst. Nissen met wakende godheden (dikpala's) werden op de hoeken geplaatst en extra hoekprojecties werden toegevoegd. Uit deze basisstijl hebben zich diverse regionale vormen ontwikkeld, de zogeheten latina, zo genoemd vanwege de verticale 'klimplanten' of latas. Vanaf de 11de eeuw groeide de populariteit van vormen met meerdere spitsen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven orde van amfibieën die werd gekenmerkt door wervels waaruit grote waaiervormige hemale bogen rechtstreeks vanuit het midden van ieder caudaal centrum omlaag groeiden. Leefden van de Vroege Pennsylvania-periode tot aan het Midden-Perm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de laatste van drie grote tijdperken in de Egyptische beschaving, van circa 1540 tot 1075 v. Chr. Het tijdperk loopt van de Achttiende tot de Twintigste Dynastie. De periode kenmerkt zich door een bloeiende kunst, onder andere zichtbaar in de introductie van kolossale standbeelden, hernieuwde belangstelling voor de schilderkunst, een hoge mate van vakmanschap in zowel de koninklijke als de particuliere beeldhouwkunst, en sierlijke decoratieve en luxueuze kunstuitingen. De belangrijkste architectuur omvatte onder andere kapellen, in de rotsen uitgehakte tomben en monumentale stenen tempels voor het aanbidden van de goden, die een bevestiging vormen van de groeiende macht van het priesterdom. Een korte revolutionaire periode, met name in de representatieve kunst, deed zich voor tijdens de heerschappij van Achnaton in Amarna, toen vele bestaande kloosters werden omgevormd en meer vrijheid van meningsuiting was toegestaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groenblijvende boomsoort die inheems is langs de westkust van Noord-Amerika, van het schiereiland Kenai in Alaska tot het noordelijkste deel van Californië, en die meestal op vochtige locaties in de bergen groeit, vaak dicht bij de boomgrens, maar soms ook lager. Hij kan een hoogte van 40 m bereiken en heeft meestal afhangende takken. Als gevolg van de afwijkende bouw is de classificatie al een aantal keren gewijzigd. Recent onderzoek laat zien dat de kans groot is dat dit in de toekomst weer zal gebeuren en dat deze boom mogelijk wordt ondergebracht in een ander genus, Callitropsis of Xanthocyparis, samen met de onlangs ontdekte Vietnamese goudcipres Xanthocyparis (Callitropsis) vietnamensis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snelgroeiende tropische flesboom die voorkomt in het Caribisch gebied en Midden- en Zuid-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestrekte, meestal met gras begroeide vlaktes in Zuid-Amerika.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort snel groeiende, kortlevende sier-, schaduw- of productieboom, inheems in het noorden en midden van Noord-Amerika. De soort is meestal zo'n 18 meter hoog, heeft een bruine schors die na verloop van tijd wit wordt en produceert flinterdunne lagen met smalle horizontale poriën of lenticellen. Op de koperkleurige binnenste schors zijn de poriën fel oranje. De korte hangende takken en de talloze buigzame takjes geven de boom in de winter een kantachtige aanblik. Het bijna witte hout met de dichte nerfstructuur wordt gebruikt voor houtgedraaide artikelen, vloeren, meubels, houtwaren, pulp en brandstof. Native Americans gebruikten de dunne waterdichte schors voor dakbedekking, kano's en schrijfmateriaal (vandaar de naam 'papierberk'). Het is een van de eerste soorten die weer groeien na brand. Het sap wordt gekookt voor de productie van berkensiroop. De boom komt voor in verschillende variëteiten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Middelgrote boom die van nature voorkomt in Oost-Azië, met rode bolvormige vruchten en een inwendige schors waaruit in Japan en China papier wordt vervaardigd en die in Polynesië wordt gebruikt voor de fabricage van tapa, een grove textielsoort. Deze sterke, snelgroeiende boom, die ook in stedelijke omgevingen kan overleven, komt in diverse variëteiten voor (met ingesneden blad, witte vruchten en gevlekt) en wordt als wintervaste sierplant en als stinzenplant gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitgestorven orde van twee of drie families en tien of meer genera van middelgrote landreptielen. De vorm varieerde van hagedisachtig tot koeachtig en sommige soorten hadden uitgespreide ledematen. Op hun huid groeiden grote knobbels en in de schedel zaten diepe putten. De ledematen waren stevig en goed ontwikkeld en vaak hadden de dieren een robuust skelet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine boom die inheems is in Iran, vooral in het Alborz-gebergte in het noorden. De bloemen, die groeien voordat er bladeren zijn, hebben hangende meeldraden en bruine bladachtige bracteeën, maar geen bloemblaadjes. Men kweekt ze vanwege de mooie kleur van de bladeren in de herfst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 35 soorten naaldachtige groenblijvende bomen uit de familie Pinaceae, orde Pinales, die voorkomen in noordelijke en Arctische gebieden. Volgroeide bomen kunnen 20-60 meter hoog worden. Ze zijn te onderscheiden van vergelijkbare geslachten door de spiraalvormige takken, de conische vorm met naaldachtige bladeren die in een spiraalpatroon afzonderlijk zijn bevestigd aan de takken en het feit dat de takken ruw zijn in plaats van glad. Omdat de naalden gedurende de gehele levensduur van de boom uitvallen, geven de bladkussentjes waar de naalden aan waren bevestigd de takken een blijvend ruw uiterlijk. Het genus bestaat uit ongeveer 40 soorten groenblijvende sier- en productiebomen, inheems in de gematigde en koude streken van het noordelijk halfrond. Het zijn piramidevormige bomen met spiraalvormige takken en een dunne schilferige schors.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine, struikachtige pijnboom die in de Amerikaanse staten Florida en Alabama voorkomt en een hoogte van 5-10 m kan bereiken. Hij groeit uitsluitend op onvruchtbare zandgronden met goede afwatering, waar de concurrentie van groter wordende soorten sterk is beperkt door de zware groeiomstandigheden, zoals in de Florida scrub, een met struikgewas bedekte ecoregio in de Amerikaanse staat Florida.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dennenboom die inheems is in het zuidoosten van de VS en 30 meter hoog kan worden. De Engelse naam ���slash pine' verwijst naar het gebied waarin de boom voorkomt: begroeid moerasachtig land.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pijnboomsoort die wordt aangetroffen op de kustvlakten van het zuiden van South Carolina tot aan het noorden van Florida en van het westen tot het zuiden van Louisiana in de VS. Deze pijnboom groeit rechtstandig, is middelgroot en kan een hoogte van 20-35 m bereiken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groenblijvende boom met lange naalden die in bosjes groeien en een lange zuilvormige stam die 35 meter hoog kan worden. De boom komt voor in de vlakke gebieden aan de zuidkust van de VS, in het gebied dat zich uitstrekt van Texas tot Virginia en Florida. Het is in de VS een belangrijke bron van terpentijn, kraftpapier, karton en boekpapier. Het harde, stijve en slijtvaste hout gebruikte men ook voor schepen, kisten, vloeren, zware constructies, deuren en kozijnen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Witte pijnboomsoort die inheems is in Japan, 15-25 m hoog kan worden en meestal even breed als hoog wordt. De naaldachtige bladeren groeien in groepjes van vijf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dennenboom die voorkomt in de vlakke gebieden aan de Atlantische kust in het oosten van de Verenigde Staten. De boom is herkenbaar aan het onregelmatig groeipatroon en de kromme takken. In de noordelijke gebieden ontstaan kruisingen met P. rigida. In sommige classificaties beschouwt men P. serotina als een ondersoort van P. rigida.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Den die inheems is in het zuiden en oosten van de Verenigde Staten, in het gebied dat zich uitstrekt van Texas tot Florida en Delaware. De boom kan 30 tot 35 meter hoog worden. Gewoonlijk vallen de naalden slechts eens in de twee jaar af, waardoor de soort een groenblijvend karakter heeft. Het woord ���loblolly' in de Engelse naam betekent ���moeras', maar de bomen groeien ook in andere habitats.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een grofkorrelige kalksteen, hoofdzakelijk samengesteld uit gecementeerde pisolieten (erwtvormige aangroeilichamen), vaak gevormd van calciumcarbonaat, dat geproduceerd kan zijn door een biochemisch algenaanzettingsproces. Pisolieten zijn groter en minder regelmatig van vorm dan oölieten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Natuurlijk groeiende verzameling planten die, met het oog op vegetatie-onderzoek, uitstekend als een eenheid kan worden opgevat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 10 soorten. Het is het enige genus van de familie Platanaceae. Deze grote bomen zijn inheems in Noord-Amerika, Oost-Europa en Azië. Ze hebben een schilferende schors, grote afvallende, gewoonlijk gevingerde en gelobde bladeren, en bolvormige bloem- en zaadknoppen. Op de bomen groeien bloemen van beide geslachten, maar in verschillende trossen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Clade van houtige planten die tussen die van varens en gymnospermen (naaktzadige planten) inzit en het genus Archaeopteris uit het Devoon omvat. Zoals bij de echte gymnospermen was er bij hen gewoonlijk sprake van secundaire groei van hun vaatweefsel (dat wil zeggen, ze produceerden hout) en sommige soorten waren grote bomen. In tegenstelling tot echte gymnospermen produceerden ze evenwel geen zaadjes maar sporen, net als varens. Men erkent twee grote groepen progymnospermen: de Archaeopteridales en Aneurophytales. Een derde groep, de Protopityales, worden soms erkend, maar is slecht bekend, waardoor de relatie met andere planten onduidelijk is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer 45 soorten doornachtige, diepgewortelde bomen en struiken uit subtropische en tropische gebieden in Zuid-Amerika, Afrika, West-Azië en Zuid-Azië. Ze vormen uitgestrekte bossen in gebieden van Zuid-Amerika tot het zuidwesten van de Verenigde Staten. Er komen twee rassen voor: een laag ras (de mesquiteboom) en een ras dat vaak uitgroeit tot bomen met een hoogte van 15 meter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor rechthoekige door (overheids- of universiteits)gebouwen omgeven, bestrate of met gras begroeide ruimten. Te onderscheiden van 'binnenplaatsen' die door een enkel gebouw omsloten worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eik die inheems is in het Nabije Oosten. Belangrijke bron van galnoten, abnormale uitgroeiingen die door galwespen worden veroorzaakt en die tannines bevatten. De tannines gebruikt men voor het looien van leer, het maken van inkt en het produceren van medicijnen waarmee men brandwonden kan behandelen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine, langzaam groeiende bladverliezende heesterachtige boom die voorkomt op de droge, zanderige gebieden in het zuidoosten van de Verenigde Staten, op de kustvlakte van Delaware tot Florida en Louisiana. De boom kan 10 meter hoog worden en heeft diep ingesneden bladeren met drie tot zeven smalle lobben en eikels die in achttien maanden rijp worden. Deze soort vormt gemakkelijk kruisingen met Q. falcata (de sikkeleik), Q. incana, Q. laurifolia en Q. nigra. In het Engels noemt men de boom ���turkey oak' (���kalkoeneik') omdat de bladeren lijken op de pootafdruk van een kalkoen, of omdat wilde kalkoenen de eikels eten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Waardevolle Noord-Amerikaanse productieboom die voorkomt op de vlaktes aan de Atlantische kust en de kust van de Mexicaanse Golf en op laagliggende stukken land langs de Mississippi. De boom kan 24 tot 36 meter hoog worden en vanuit de zuilvormige stam groeien takken onder een kleine hoek omhoog. De kroon is rond en compact. De schors is zilverwit met een rode tint, en de glanzende, fluweelachtige bladeren zijn heldergroen en witachtig aan de onderkant. Gewoonlijk zijn de bladeren 20 centimeter lang. In de herfst worden ze rood. In het Engels noemt men de boom vaak ���cow oak' (���koeieneik'), omdat de eikels door het vee worden gegeten, of ���basket oak', omdat men lokaal manden maakt van strips van het hout. Voorheen dacht men dat het een variëteit was van Q. prinus, maar Q. michauxii is gewoonlijk massiever dan Q. prinus. Men kan er snel achterkomen tot welke soort een boom behoort door naar de habitat te kijken. Als de boom op een heuvelrug groeit, is het waarschijnlijk Q. prinus. Als de boom op natte, lager gelegen stukken land groeit, is het waarschijnlijk Q. michauxii.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eik met brede kroon die inheems is in Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van het Midden-Westen tot diep in het zuiden van de VS en tot de oostelijke rand van de Great Plains. In het vrije veld kan de boom 18 meter hoog worden en 24 meter breed. De boom heeft vaak lange en dikke lage takken en groeit bij voorkeur op vochtige, diepe, vruchtbare en alkalische aarde met een goede afwatering, maar ook vaak in de buurt van heuveltoppen of hoger gelegen gebieden met een droge grond die klei bevat of vruchtbaar, zanderig of rotsachtig is. De boom verdraagt ook neutrale tot zure grond en gedijt in de volle tot gedeeltelijke zon (jonge bomen kunnen ook goed tegen schaduw).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor nieuwe nederzettingen, gesticht in vroeger landelijke gebieden, in de buurt van belangrijke steden, hoofdzakelijk bestemd voor kantoorbanen, winkelen en amusement; meestal hebben ze een uitgestrekte, op autogebruik gebaseerde, opzet, en beschikken over veel huur- en winkelruimte, maar missen gewoonlijk sociale- en gemeenschapsactiviteiten, duidelijk aangegeven grenzen, een centraal bestuur, of gecentraliseerde groeipatronen die traditionele steden kenmerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van 7 families, 199 genera en 4445 soorten bloeiende planten. De leden van deze orde zijn eenjarige of overblijvende kruiden of kruidachtige of houtachtige klimplanten, struiken en in enkele gevallen bomen. Ranunculales maakt deel uit van een groep families en ordes die men informeel ���basale eudicots' noemt. Een van de belangrijkste kenmerken die deze families en andere eudicots onderscheiden van de monocotyledonen (soorten met één kiemblaadje in hun zaadjes) en basale angiospermen, zijn de pollen, die doorgaans drie openingen (colpi) hebben in plaats van één. Daarnaast bevatten ze geen etherische oliën, in tegenstelling tot veel ordes van basale bloeiende planten. Bij planten uit Ranunculales lijken de bloemblaadjes te zijn geëvolueerd uit staminodia (steriele meeldraden) en niet uit bracteeën (schutbladen), en bij de meeste leden van deze orde zijn de vruchtbladeren niet met elkaar vergroeid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een door micro-organismen geproduceerde chemische substantie die de capaciteit heeft om, in verdunde oplossingen, de groei van andere micro-organismen te remmen of ze te vernietigen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de decoratieve kunst in Frankrijk tijdens de rehabilitatie van de Bourbons tussen 1815 en 1830. Hoewel voornamelijk een voortzetting van de Empire stijl, onderscheidt deze stijl zich daarvan door heldere kleuren, loggere vormen, het gebruik van lichtgekleurde houtsoorten, en de groeiende zichtbaarheid van de Troubadour-stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boom die 24 meter hoog kan worden. De boom komt overal in de tropen voor in estuariën. Ze groeien op steltwortels die boven het water uitkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grassoort met brede bladeren die ongeveer 1,5 tot 5 meter hoog wordt. De planten hebben veervormige bloementrosjes en gladde stijve stengels. Ze groeien langs oevers van meren en waterstromen en in watergebieden en moerassen. Riet komt voor van de tropen tot de Arctische gebieden en is een van de meest wijdverspreide planten in de wereld. De vruchten zitten in parachuteachtige houders die worden meegevoerd door de wind. Tevens is het een van de meest geschikte planten om natte gebieden in moerassen en langs meertjes en waterstromen droog te maken. In dergelijke gebieden verspreidt de plant zich snel en hebben andere planten uiteindelijk weinig kans om te groeien. De stengels worden al duizenden jaren gebruikt als bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakbedekking, en voor het maken van manden, pijlen, pennen en muziekinstrumenten. Men oogst riet ook vanwege de cellulose in de plant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verschillende soorten hoge grassen die met name in moerasgebieden groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 7 tot 20 soorten, die vaak worden verbouwd voor de productie van eetbare zetmeelrijke graanproducten. Gewoonlijk zijn het eenjarige planten, maar in tropische gebieden kunnen ze ook overblijvend zijn. In veel culturen zijn bewijzen gevonden dat al sinds lange tijd rijst wordt verbouwd, onder meer in China, India en Zuidoost-Azië. Het oudste archeologische bewijs komt uit het midden en oosten van China en dateert uit 7000 tot 5000 v.Chr. Er zijn soorten die op droge grond groeien, maar de meeste soorten verbouwt men op ondergelopen velden. De zaailingen worden voor het groeiseizoen op een ondergelopen veld of padie geplant. De soort die men in de moderne wereld het meest voor voedsel gebruikt is Oryza sativa.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar over het algemeen ontoegankelijke tropische wouden, dichtbegroeid met een wirwar van grassen, klimplanten, struiken en bomen

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en de periode die in West-Europa de boventoon voerde in de 11e en 12e eeuw. De stijl floreerde in de architectuur met de nieuwe groei van de steden, de bijbehorende kerken en de wederopbouw van kloosters. De stijl heeft kenmerkende regionale verschillen, maar over het algemeen wordt het gekarakteriseerd door de invloed en de interpretatie van de Romeinse en daaropvolgende bouwkunst. De grote omvang, ronde bogen, gewelven van metselwerk en innovaties in de constructie om voldoende verlichting te bieden. De stijl ontwikkelde zich ook in monumentale reliëfsculpturen, glas-in- lood, boekverluchting, muurschildering, ivoor-snijwerk en kostbaar metaalwerk. Het wordt gekenmerkt door vlakke gestileerde vormen, en de zeer gedetailleerde ornamenten. Periode 950-1250.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van ongeveer 270 soorten in 12 families. Het is de meest diverse orde van zoogdieren. De taxonomie van de grote categorieën is al meer dan een eeuw aan verandering onderhevig. Roofdieren hebben allemaal tanden en klauwen die geschikt zijn om andere dieren te vangen en op te eten. Sommige soorten eten voornamelijk of alleen maar vlees, terwijl andere soorten omnivoren zijn. Gewoonlijk zijn het jagende of aasetende zoogdieren, zoals honden, katten, wolven, vossen, beren en zeehonden. Omdat de orde taxonomisch gezien zo divers is, wordt deze voornamelijk onderscheiden van andere ordes van zoogdieren (en verder onderverdeeld) op grond van structurele kenmerken, met name de vorm van de schedel (bijvoorbeeld van de kaakgewrichten), de poten (aantal tenen, niet opponeerbare achterste teen, het soort klauwen en de vergroeiing van bepaalde botten) en tanden (zowel het algemene patroon van de tanden als de vorm van individuele tanden). Gebruik ���carnivoren (algemene betekenis)' voor dieren die uitsluitend vlees eten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 8 genera en ongeveer 400 soorten langzaam groeiende kruidachtige planten met wortelstokken die oppervlakkig op grassen lijken. Wordt in sommige classificaties in de orde Poales ondergebracht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kantsoort vervaardigd in Rusland, die gekenmerkt wordt door een kronkelend lint, dat een oneindige variatie van sierlijke tekeningen kan vormen. De tekening kan zeer eenvoudig of zeer ingewikkeld zijn en het geheel kan tot grote kantstukken uitgroeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Deze boomsoort groeit op de zandgronden in het oosten van Noord-Amerika, in het gebied dat zich uitstrekt van Maine, Ontario en Iowa in het noorden tot Texas en Florida in het zuiden. Gewoonlijk zijn het kleine bomen of struiken, maar soms worden ze wel 20 meter hoog. Deze soort heeft een gerimpelde schors, heldergroene twijgen en kleine trosjes gele bloemen. De vrucht is een donkerblauwe bes. De boom gebruikt men om timmerhout te maken. Uit de schors van de wortel wint men etherische olie die men gebruikt voor parfums, limonade en thee. De bladeren en twijgen worden gegeten door witstaartherten, bosmarmotten, moeraskonijnen en Amerikaanse zwarte beren. De vruchten worden door veel vogels gegeten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Toestand waarbij er een opvallende harige groei zichtbaar is op het oppervlak van organische materialen. Het bestaat uit een massa van mycelium (massa's van vegetatieve filamenten of hyfen) en vruchtlichamen van verschillende schimmels. De meest voorkomende soorten zijn van de geslachten Aspergillus (zwart, geel en oranje) en Penicillium (groen). Schimmels kunnen organische zuren afscheiden, zoals citroenzuur, oxaalzuur en gluconzuur, die het groeisubstraat kunnen beschadigen. Dit resulteert in verkleuring van geverfd textiel, papier en leer. Ze produceren ook gekleurde lichamen die materialen verkleuren. Schimmelgroei kan worden afgeremd door schimmeldodende middelen of tot een minimum worden beperkt door een schone omgeving met zonlicht, een droge circulatielucht en relatief lage temperaturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Maatregelen die worden genomen om de groei van schimmels te belemmeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Cypergrassoort die voorkomt in zoetwatermoerassen in heel Noord-Amerika. De plant heeft dikke ronde groene stengels die 3 meter hoog worden, en lange grasachtige bladeren. De planten spelen een belangrijke ecologische rol in kustgebieden, waar ze bescherming bieden tegen de kracht van de wind en het water, zodat ook andere planten er kunnen groeien en erosie wordt tegengegaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van de lange uitstekende haren of stekels die bij de mond van een dier groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pigment dat bestaat uit elementaire koperacetaat en met een donker blauw-groene kleur. Spaans groen, ook wel 'verdegris' en 'groenspaan'genoemd, werd vervaardigd sinds de oudheid door het plaatsen van koperen platen over vaten fermenterende druivenschillen, het azijnzuur reageert snel en vormt koperacetaat. Bij rechtstreeks gebruik als pigment, verkleurt het van groen naar zwart in olieverf, vervaagt in waterverf, en gaat een reactie aan met een papieren drager. Het wordt gebruikt om koperresinaat maken, als droger voor lijnolie, om stoffen te verven en als kleurstof en als schimmeldoder in aangroeiwerende verf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Cryptogame planten (die gebruik maken van seksuele reproductie, maar geen meeldraden en stampers hebben) met holle stengels. De stengels hebben knopen waaruit kransen van slanke takjes groeien. Tegenwoordig omvat deze stam één genus en ongeveer 30 soorten, maar in het verleden waren ze talrijk. Sommige Paleozoïsche soorten werden wel 30 meter hoog.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De opgaande as van een plant, zowel onder als boven de grond, die gewoonlijk in tegengestelde richting van de wortel groeit en het blad, de bloem of de vrucht draagt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastie uit de periode 589 tot 618 n. Chr. Gedurende deze periode werden het noorden en zuiden van China na jaren van scheiding herenigd. De Sui-dynastie heeft betrekkelijk kort bestaan, maar deze periode werd wel gekenmerkt door belangrijke vernieuwingen in de economie, de politiek en het onderwijs. Tijdens de Sui-periode kwam er een bloeiende handel met Centraal-Azië en het westen op gang. Ook op het gebied van techniek en architectuur was het een periode van vernieuwing, zoals blijkt uit het werk van Li Chun, een ingenieur, en de architect Kai Yuwen, die beiden dienden onder keizer Wendi (heerste van 581-604). Li Chun was verantwoordelijk voor 's werelds eerste open boogbrug van steen, de Anji-brug, terwijl Kai Yuwen het ontwerp leverde voor Daxing, dat zou uitgroeien tot de grootste stad met het hoogste bevolkingsaantal van zijn tijd. De Sui waren diepgelovige boeddhisten; veel van hun stenen beeldhouwwerken zijn bewaard gebleven, in tegenstelling tot hun in brons, hout en lakwerk uitgevoerde kunstwerken; ook hebben ze tal van oudere boeddhistische afbeeldingen gerestaureerd. Het Sui-beeldhouwwerk wordt als technisch hoogstaand beschouwd, maar blijft qua sierlijkheid achter bij het fraaiste beeldhouwwerk van de Noordelijke Qi. Sui-keramiek is zorgvuldig gemodelleerd maar overigens vrij sober. In zowel het noorden als het zuiden van China zijn Sui-celadons opgegraven, waarvan sommige zijn gedecoreerd met ingestempelde patronen. In steengoed of aardewerk uitgevoerde beeldjes van krijgers, ambtenaren en beschermende wezens werden in groten getale vervaardigd, met name als grafobject. Modellen van alledaagse voorwerpen zoals kachels en schoenen werden eveneens aan de overledene meegegeven voor gebruik in het hiernamaals. Kostbare militaire missers, natuurrampen en een autocratisch en spilziek bewind leidden tot het verval van de Sui-dynastie, die werd opgevolgd door de Tang-dynastie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de soort Swietenia mahagoni, inheems in Zuid-Florida, de Bahama's, Cuba, Jamaica en Hispaniola. Het hout wordt roodachtig bruin als het is volgroeid. Voor deze soort werd de term 'mahonie' (afgeleid van een term in een indianentaal) voor het eerst gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het hout van de Swietenia Mahagoni (N.O. Cedrelaceæ), een boom die groeit in tropische klimaten, voornamelijk in Mexico, Cuba, Midden-Amerika, West-Indië en Afrika. De kleur varieert van geel tot een volle roodbruine kleur en het is vooral geschikt voor het vervaardigen van meubels en beelden, omdat het hard en fijnkorrelig is en snel glanst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De wetenschap of het beroep waarbij men zich bezighoudt met de tanden en bijbehorende delen van de mond, waarbij men zich richt op het voorkomen, diagnosticeren en behandelen van ziekten, letsel of vergroeiing van tanden, tandvlees en kaken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van 8 soorten kleine naaldbomen of struiken uit de familie Taxaceae, die zijn verspreid over het hele noordelijk halfrond. Het zijn relatief langzaam groeiende, langlevende planten die 1 tot 40 meter hoog kunnen worden en waarvan de stam een diameter heeft van maximaal 4 meter. Taxussen hebben een warm donkergroen blad met rechtopstaande of uitspreidende, bedekt met afgeplatte, lineaire bladeren. Ook andere bomen worden taxus genoemd maar zijn geen echte taxussen van dit geslacht, waaronder de Cephalotaxus harringtonia, de Saxegothaea conspicua en de Torreya taxifolia.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote boom die inheems is in de tropische gebieden in het westen van Afrika. De boom kan 60 meter hoog worden en heeft een koepelvormige of platte kroon. Aan het grootste deel van de stam groeien geen takken. De vrucht is een dopvrucht met twee vleugels. Het hout gebruikt men op verschillende manieren, onder meer voor het maken van muziekinstrumenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar tekeningen of diagrammen waarin de ordening van een structuur op een perceel land exact is afgebeeld. De term kan ook verwijzen naar plattegronden van tuinen, groepen gebouwen of nieuwe wijken, waarbij de ligging van gebouwen, wegen, nutsvoorzieningen, landschappelijke en topografische elementen, waterpartijen en begroeiing kan zijn afgebeeld. Gebruik 'plattegronden (tekeningen)' voor tekeningen of andere weergaven op een horizontaal vlak van steden of grotere gebieden, met name indien dergelijke weergaven geen deel uitmaken van het ontwerpproces.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een specifieke vorm van het boeddhisme die sterk is geënt op het Mahayana-boeddhisme, dat in de zevende eeuw in Tibet werd geïntroduceerd. Het Tibetaans boeddhisme bevat veel van de esoterische tantra-traditie van het Vajrayana-boeddhisme, alsmede elementen van het oeroude Bon-sjamanisme. Ook de kloosterdisciplines van het vroege Theravada-boeddhisme vormen een belangrijk bestanddeel van het Tibetaans boeddhisme. Deze religie wordt zelfs vaak beschouwd als de meest intellectuele vorm van boeddhisme. Avalokiteshvara, de Bodhisattva van Groot Mededogen, wordt met name vereerd in het Tibetaans boeddhisme. De Dalai Lama, de geestelijke en wereldlijke leider van Tibet, zou diens reïncarnatie zijn. Een opmerkelijk aspect van het Tibetaans boeddhisme is het opvallend hoge percentage van de bevolking dat actief deelneemt aan het geloofsleven: tot aan de Chinese machtsovername in de jaren 50 van de 20ste eeuw was ongeveer een kwart van alle Tibetanen lid van een geloofsorde. Typerend voor deze religie is ook het grote aantal heilige wezens. Bij de eredienst worden mantra's en gebeden uitgesproken en gezangen ten gehore gebracht, met begeleiding van trommels en hoorns. De canon van Tibetaanse geschriften omvat de 'Kangur' en de 'Tenjur;' het Tibetaans Dodenboek (Bardo Thödröl) beschrijft de bewustzijnsstaat tussen dood en wedergeboorte. Het Tibetaans boeddhisme verspreidde zich in de tweede helft van de 20ste eeuw naar het westen, met name door mensen die Tibet waren ontvlucht nadat het land door Communistisch China was bezet; onder deze vluchtelingen waren ook 'tulkus' of gereïncarneerde lama's, die in hoog aanzien stonden en bijdroegen tot de groei van de populariteit van het Tibetaans boeddhisme in de westerse wereld. Er zijn vier hoofdstromingen: Nyingma, Sakya, Kagyu en Geluk. In het westen wordt de Tibetaanse religie soms aangeduid met de onjuiste term lamaïsme, maar deze term wordt niet door de boeddhisten zelf gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Techniek van het nemen van een serie foto's met vastgestelde intervallen om veranderingen vast te leggen die langzaam in de tijd plaats hebben, zoals de groei van een plant. Worden meestal afgespeeld als film.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een los geweven katoenen stof, vooral gebruikt voor het afdekken van groeiende tabaksplanten om schaduw te geven. Geen Nederlands equivalent. Zie 'kaasdoek'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Soort mahonieboom die groeit in heel Zuid-Azië, in het gebied dat reikt van Afghanistan tot Papoea-Nieuw-Guinea en Australië. Hij groeit het beste in een omgeving met veel licht; in de relatieve duisternis van de ondergroei in een regenwoud is de soort kwetsbaar voor aantasting door motten. Wordt gekweekt voor timmerhout en als schaduwboom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De gerichte groei van een organisme of deel van een organisme onder invloed van een uitwendige prikkel, bijvoorbeeld van zonnebloemen, die naar het licht toe groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor steden of stadsdelen waarvoor nieuwe plannen gemaakt zijn om grote stukken groene ruimte te creëren, om interne groei en ontwikkeling te beheersen, en industriële en niet-industriële activiteiten te scheiden. Te onderscheiden van 'tuinstadwijken' door hun grotere omvang en stedelijke locatie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor buitenwijken die ontworpen zijn om grote stukken groene ruimte te bevatten en om de interne groei en ontwikkeling te beheersen, met een nadruk op woonwijken. Te onderscheiden van 'tuinsteden' door hun kleinere omvang en ligging buiten stedelijke centra

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote eik, inheems in het oosten van Canada en de VS, die voorkomt in verschillende gebieden, zoals beekdalen en laaggelegen velden. De schors is grijs en schilferig, met onregelmatige ribbels en kloven. De boom heeft een komvormige kroon, groeit snel en kan 350 jaar oud worden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoge en snel groeiende Europese iep die voornamelijk in Engeland en Wales voorkomt. Voor de komst van de iepziekte was het een van de meest voorkomende loofbomen in Europa. De soort is waarschijnlijk afkomstig uit Italië of Turkije. Uit genetisch onderzoek in Spanje, Italië en Groot-Brittannië is gebleken dat alle exemplaren van deze soort genetisch identieke klonen zijn van één enkele boom, waarschijnlijk door de Romeinen naar de Britse eilanden meegenomen om wijnstokken te ondersteunen en te leiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Langzaam groeiende iep die inheems is in Noord-Amerika, van de Canadese provincies Ontario en Quebec tot de Amerikaanse staten Tennessee, Kansas en Minnesota. De bomen hebben hard en zwaar hout dat men voor diverse producten gebruikt. Op de twijgen ontwikkelen zich vaak kurkachtige ribbels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Doornige boomsoort die inheems is in bepaalde regio's in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. De soort produceert hout van een hoge kwaliteit. De lange doornen werden ooit gebruikt als spijkers. Op dit moment wordt de valse christusdoorn voornamelijk geteeld als sierboom. Zijn langzame groei beperkt de mogelijkheden voor commercieel gebruik.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Orde van in diep water levende inktvisachtige koppotigen waarvan nog slechts één lid resteert. Wordt beschouwd als mogelijke verbindende schakel tussen Teuthida en de Octopoda. Het zijn paarszwarte gelatineachtige dieren met één of twee peddelvormige vinnen in verschillende groeistadia. Ze hebben acht armen en twee kleine intrekbare filamenten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van de lichte, hoornachtige uitgroeiïngen van de opperhuid, die de buitenste bedekking van een vogellichaam vormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vorm van tuinieren waarbij de planten worden geplaatst in staande bakken met aarde, compost of een ander groeimiddel, en vaak verticaal worden opgekweekt langs latwerken of wanden, zodat minder ruimte en water nodig is dan bij conventioneel tuinieren

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hout van de soort Ficus carica, die inheems is in een gebied dat zich uitstrekt van het Aziatische deel van Turkije tot het noorden van India, hoewel natuurlijke zaailingen ook in de meeste mediterrane landen groeien. De boom wordt over het algemeen gekweekt voor de eetbare vrucht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor stukken land waar vogels zijn beschermd en waar ze zich kunnen voortplanten en opgroeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mensen die volgroeid en ontwikkeld zijn, gewoonlijk gerekend vanaf 18 jaar.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tuinen die fonteinen en vijvers bevatten, en waarin waterplanten en planten die dol op water zijn, groeien.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de cultuur die in verband wordt gebracht met de Noord-Chinese dynastie die van 386 tot 556 n. Chr. dateert en die werd gesticht door het Tuoba-volk. De Wei-dynastie kwam na de Zestien Koninkrijken (310-439) die Noord-China beheersten na de val van de Westelijke Jin-dynastie, die eenheid nastreefde. De Noordelijke Wei-dynastie heerste van 386 tot 534 en slaagde erin opnieuw het noorden te verenigen. In 534 kwamen grensstreken in opstand, en de Noordelijke Wei-dynastie werd opgevolgd door de twee overlappende staten Oostelijke Wei (534-550) en Westelijke Wei (535-556). China was destijds geografisch sterk verdeeld, maar wist wel te profiteren van buitenlandse invloeden. Onder Wei ingevoerde instellingen zoals landhervorming, belastingheffing en militiestelsels werden verder ontwikkeld door latere Chinese dynastieën. Tijdens de Wei-periode vond het boeddhisme algemeen ingang en zou deze godsdienst uitgroeien tot de belangrijkste inspiratiebron voor figuratieve kunst. De Wei-heersers vormden een krachtig mecenaat voor de boeddhistische kunst, en gaven opdrachten voor de bouw van enorme uit de rotsen uitgehouwen tempels met beeldhouwwerk en schilderingen in Longmen, op de berg Maiji en in Dunhuang. Talloze bronzen beeldhouwwerken werden vervaardigd, waarvan de meeste inmiddels zijn omgesmolten. De landschapsschilderkunst werd belangrijker, zoals blijkt uit de gesneden stenen sarcofagen en uit de wandschilderingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dieren behorend tot soorten die niet gedomesticeerd zijn en niet door middel van selectief fokken door de mens zijn veranderd om hun gedrag of uiterlijk aan te passen; inclusief wilde diersoorten die door mensen worden verzorgd in een dierentuin of -park of elders, zelfs als het dier in gevangenschap is geboren en opgegroeid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van 55 genera en meer dan 1000 soorten bladverliezende of groenblijvende struiken en bomen. De soorten uit deze familie komen in de hele wereld voor, met name in de tropen, behalve in Nieuw-Zeeland. In Australië groeien maar een paar soorten. De classificatie is onderwerp van discussie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Snel groeiende schaduwboom die inheems is in het oosten van Noord-Amerika en elders op grote schaal wordt gekweekt. De boom kan 18 meter hoog worden. Het hout is zacht, maar wordt wel gebruikt voor kisten en goedkope meubels. De boom produceert siroop, maar in kleine hoeveelheden. De takken vallen af en er ontstaan een groot aantal spruiten, waardoor het een lastige sierboom is, hoewel er diverse bruikbare variëteiten zijn gekweekt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Deel van een plant dat uit de kiem omlaag groeit in de grond of andere bodem, waardoor de plant wordt verankerd en voedingsstoffen en vocht kan opzuigen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in historisch opzicht naar gebieden die onder toezicht van vorsten vallen en voor koninklijke activiteiten worden gebruikt en waarop het gewoonterecht niet van toepassing is; tegenwoordig wordt deze term gebruikt om uitgestrekte boomrijke gebieden aan te duiden, hetzij in natuurlijke staat, hetzij aangelegd, die worden gebruikt voor houtproductie of niet worden beheerd, en worden gekenmerkt door een wildernis van dichte begroeiing en wilde dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Genus van ongeveer twaalf grassoorten die op zandbodems in zout water of in estuaria voorkomen. De planten groeien onder water of drijven gedeeltelijk op het water.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een in zee groeiende plant met zeer lange, smalle bladeren die overal langs de Atlantische kust in groten getale voorkomt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een Chinese dynastieke stijl en periode tussen 1127 en 1279. Grondlegger van de dynastie was Gaozong (heerser van 1127-1162), zoon van de laatste keizer van de Noordelijke Song. De hoofdstad van de Zuidelijke Song was Nanjing, later Lin'an, en deze dynastie heerste over het gebied ten zuiden van de rivier de Huai. Buitenlandse invloeden werden gemeden en inspiratie werd veelal geput uit archaïsche tradities. Het landschapsschilderen bleef het belangrijkste schildersgenre, met kunstenaars als Ma Yuan en Xia Gui, die lokale, etherische en lieflijke landschappen afbeeldden, een wereld van verschil met de hoekige, ruige landschappen van de Noordelijke-Songschilders. Deze schilderschool, de zogeheten Ma-Xia-school, kwam voort uit de keizerlijke schildersacademie. De levendige, vlot geschilderde werken van de zenmonniken uit die perioden staan hiermee in scherp contrast. Nu de industriële ovens in het noorden niet meer beschikbaar waren, ontvingen de nieuwe productiecentra van keramiek in het zuiden opdrachten van het keizerlijk hof. In de nabijheid van het paleis werd speciaal (officieel) guan-aardewerk vervaardigd. In Longquan produceerde men celadon geglazuurd steengoed in expliciet archaïsche vormen. Een kleine fabriek in Jingdezhen die Qingbai-aardewerk produceerde, kende een uitbreiding in die periode en zou uiteindelijk uitgroeien tot het belangrijkste productiecentrum van keramiek in China. Jade en metaalwerk werden veelal in archaïsche vormen vervaardigd. De productie van wandtapijten uit fijne zijde, de zogeheten 'kesi', bereikte zijn hoogtepunt in de Zuidelijke Song. Kenmerken van de vergulde en beschilderde houten Boeddhabeelden waren sensuele lichamen, een mysterieuze lach en een levendige uitstraling.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Stijf, taai hout van de soort Nyssa sylvatica, groeit van New Hampshire tot Texas in de Verenigde Staten. Het is moeilijk te splijten. Wit tot geelachtig van kleur, wordt gebruikt voor hamers, meubels, flessen, pallets, manden, dozen, fineer, vaten, en brandhout.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mooie boom met een brede kruin die langzaam groeit en 25 meter hoog kan worden. De boom is inheems in het gebied dat zich uitstrekt van Oost-Mexico en Midden-Amerika tot in Colombia. De zwarte zapote produceert eetbare vruchten die op tomaten lijken. Met verschillende delen van de boom maakt men medicijnen. De schors en bladeren worden vermalen en gebruikt voor cataplasma's tegen blaren. Het afkooksel van de bladeren gebruikt men als een adstringerend middel. Men neemt het ook in als koortswerend middel. Daarnaast maakt men met delen van de boom middelen tegen lepra, ringwormen en jeukende huidaandoeningen. Onrijpe zwarte vruchten zijn in hoge mate adstringerend, prikkelend, bijtend en bitter. Soms gebruikte men ze als vissengif. De zwarte zapote is niet verwant aan andere bomen die men ook ���zapote' noemt, zoals de mamey zapote (Sapotaceae) en de witte zapote (Rutaceae).