Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Gutsen met een diepe geul. Worden gebruikt om groeven te maken.
Gereedschap dat wordt gebruikt om onregelmatigheden in het hout snel te verwijderen en om holtes glad te maken. Worden veel gebruikt door wagenmakers om wielnaven te draaien.
Draaibeitels met een V-vormige punt. Worden gebruikt bij het houdraaien om groeven te maken of om stukken in tweeën te draaien.
Gutsen waarvan de schacht over de gehele lengte is gebogen, of bijna helemaal recht is met een scherpe kromming bij de punt.
Korte komvormige gutsen.
Snijbeitels die een lang, gebogen blad hebben. Worden gebruikt voor uithollen van hout of voor het maken van gaten, gleuven of groeven in hout of steen.
Uitgeholde boren met een rond uiteinde.
Gutsen die zowel aan de binnen- als aan de buitenkant zijn geslepen. De grotere, buitenste schuine kant wordt gebruikt voor hardhout en de kleinere, binnenste schuine kant voor zachthout.
Lange, smalle gutsen waarmee groeven worden gemaakt; ze zijn gewoonlijk aan de buitenkant afgeschuind, hoewel ze ook aan de binnenkant kunnen zijn geslepen.
Lange, smalle gutsen waarvan het snijvlak aan de holle kant is afgeschuind. Worden gebruikt om hout te bewerken.
Boren met een houten kop met een lepel- of gutsvormig boorijzer, die draaien door middel van een houten spijl die door een gat bovenin de kop wordt gestoken.
Bijlen met een blad dat een gutsvormige dwarsdoorsnede heeft; zijn bedoeld om iets uit te hollen.
Verwijst naar een stijl in de Romeinse beeldhouwkunst, die in de 2de eeuw tot ontwikkeling kwam in afwijking van eerdere boetseertechnieken waarbij het oppervlak in positief werd bewerkt door vervorming van het materiaal. In plaats daarvan begon men in negatief te boetseren met gebruikmaking van gutsen, zwengelboren en andere technieken om scherpe contrasten tussen licht en donker te scheppen.
Kleine, smalle, V-vormige gutsen voor houtbewerking.
Kleine, houten hamers die worden gebruikt ommee op een ander stuk gereedschap zoals een beitel of een guts te slaan.
Prenten gemaakt met een blok langshout waarin die delen die wit moeten blijven zijn weggestoken met een mes of guts.
Het meest voorkomende type zink, dat wordt gemaakt uit een lang stuk hout dat in tweeën wordt gedeeld en, nadat de conische buis eruit is gegutst, worden de twee delen weer tegen elkaar gelijmd. De buitenkant wordt achthoekig afgewerkt, met dun zwart leer bedekt. Het instrument buigt meestal naar rechts, aangepast aan de rechtshandige bespelers, maar kan ook naar links buigen.
Gutsvormige boren om gaten in hout te boren.