Associaties voor heiligdom

Toegevoegd op: 16-8-2017

Plaatsen waar aanbidding plaatsvindt van een beeld, afbeelding, heilige, heiligheid of andere gewijde objecten. Gebruik 'reliquiaria' voor houders voor het bewaren van relikwieën van heiligen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heilige plaats waar men priesters of priesteressen kon raadplegen die over profetische gaven beschikten en boodschappen van de god(en) konden overbrengen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar de locatie van de laatste van de koninklijke hoofdsteden van het Angkor-koninkrijk. Artistieke werken in deze stijl zijn onder meer het koninklijk plein van Angkor, een plein met de tempel van Phimeanakas (late 10de eeuw) de twee Khleangs (vroege 11de eeuw), de Baphuon (midden 11de eeuw) en de Bayon. De beeldhouwkunst in deze stijl wordt gekenmerkt door grootschalige monumenten van beschermende figuren, zoals Indra die op zijn driekoppige olifant rijdt. Op deze locatie worden de koninklijke terrassen ondersteund en verstevigd door telamons in de vorm van koninklijke dieren en mengvormen van mens en dier. Andere steunmuren zijn voorzien van beeldhouwwerken van goden in een volgorde die overeenkomt met de verschillende niveaus van het metafysische bestaan. Op de reliëfs op de friezen van tempels worden olifanten afgebeeld in oorlogs- en jachttaferelen. De heiligdommen op deze locatie zijn voorzien van torens die op verschillende niveaus zijn versierd met gebeeldhouwde gezichten van beschermfiguren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tussenruimten in Noord-Indiase hindoetempels; antichambres of vestibules van het heiligdom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor sierstapstenen met een halvemaanvorm in portalen van hindoeheiligdommen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De gesloten vorm van de mandapa die in verbinding staat met het heiligdom of de tempel, of daar los van staat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die is genoemd naar de hoofdstad van Thailand, gesticht door Rama I (1782-1809) in 1782. In de architectuur wordt deze periode het best vertegenwoordigd door de verschillende constructies en latere renovaties in het Grote Paleis (Phra Borom Maha Ratchawang) waarin zich de Amarin Winichai Hall bevindt, met een T-vormige plattegrond, en de Dusit Maha Prasat Throne Hall (1789), met een vloerplan in de vorm van een Latijns Kruis, gelakte en vergulde deuren en vensters en vergulde, negenlaagse spitsen. Tempels in deze periode worden gekenmerkt door centrale heiligdommen die het palladium van het koninkrijk en andere vereerde Boeddhabeelden huisvesten, altaren die het Traiphum of bestaanswerelden afbeelden, friezen of vergulde garua's, ubosots of verlengde wijdingszalen, paarlemoeren ingelegde werken, bronzen leeuwen, wihans of gemeenschapszalen en daken met meerdere lagen. Later in de 19de eeuw weerspiegelden bouwstijlen Europese koloniale esthetica. In beeldhouwkunst en schilderkunst worden op werken uit deze periode taferelen afgebeeld uit de Ramakien en uit hindoeïstische teksten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl die zijn naam ontleent aan de boeddhistische tempel van Bayon, een centrale tempel die is gebouwd door Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) in de hoofdstad Angkor Thom. De stijl wordt gekenmerkt door brede galerijruimten, centrale heiligdommen volgens een cirkelvormig grondplan met daaromheen een krans van kapellen, en boven op de heiligdommen geplaatste torens die zijn versierd met beeldgesneden, grote gezichten. De stijl ontstond vanuit een intense geloofsbeleving en de spirituele plicht om een centrale ontmoetings- en rustplaats te creëren voor de goden, waar zij hun hemelse ceremonieën konden uitvoeren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de centrale projecties, of waterlijsten met afbeeldingen van godheden in de Noord-Indiase nāgara's, of heiligdommen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ronde opening, rond venster of boog in een hal met tongewelf of toegang van een grotheiligdom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor boeddhistische, uit rotsen gehouwen tempels of heiligdommen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor heiligdommen die een onderdeel vormen van grotere structuren: cellen met heilige afbeeldingen rond sommige Noord-Indiase tempels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode Champa die wordt geassocieerd met het koninklijke kloostercomplex Dong-Duong dat werd gesticht door koning Indravarman II (875-889 n. Chr.) en dat in het gebied floreerde van de 9de tot de vroege 10de eeuw. Bouwkundige kenmerken uit deze periode zijn gebaseerd op het Dong-Duong-complex en bestaan onder andere uit in baksteen opgetrokken heiligdommen die zijn gegroepeerd binnen interne omheiningen, zalen met pilaren, interne en externe penanten ter ondersteuning van de stupa, stenen kalan met meerdere verdiepingen, zuilconstructies die bekend zijn als stambah's en die qua vorm vergelijkbaar zijn met boeddhistische torenstupa's, een lange zaal die de vih'ra wordt genoemd en die beelden van Boeddha bevat, en altaren die tegen muren zijn geplaatst. In de beeldhouwkunst manifesteert deze periode zich in de religieuze trend van het Mahayana-boeddhisme, gekenmerkt door Boeddha-figuren die op Chinese wijze zijn gekleed, dv'rap'las-figuren met krachtige uitdrukkingen, dikke lippen, gestileerde oren en kortgeknipte bakkebaarden, bronzen beelden van Boeddha die zijn gegoten met behulp van het verlorenwasgietprocédé, bas-reliëfs die timpanen en altaren decoreren, en die verschillende koninklijke personages tonen in gestileerde handelingen, beelden van olifanten met gebogen achterpoten en met hun kop naar voren of met hun lichaam opgericht. Shaivitische koppen en vrouwelijke afbeeldingen van Tara uit deze periode worden gekenmerkt door een sterke frontaliteit en overdreven gelaatstrekken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de prehistorische periode (4de tot 1ste eeuw v. Chr.) en cultuur van de regio Indochina in Zuidoost-Azië. Met de stijlontwikkelingen in deze periode, die later onder Indiase en Chinese invloed zou komen, is de grondslag gelegd voor de beschaving in deze regio, zo wordt algemeen gedacht. De periode wordt vooral gekenmerkt door de ontwikkeling van grote stenen monumenten die als religieuze heiligdommen fungeren. In deze periode maakte het bronswerk een grote bloei door: rituele keteltrommen, huishoudelijk gerei en maskers vervaardigd met de verlorenwasmethode, ceremoniële bijlen die als machtssymbool fungeerden, en rijk bewerkte trommels van uiteenlopende grootte. De bronzen producten werden vaak gesierd met menselijke en dierlijke reliëfpatronen die waren afgeleid van geweven ontwerpen in textiel. De spiraalvorm was een populair motief in deze periode en verscheen als decoratief element op textiel en bronswerk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor kerken die bestaan uit twee volledige heiligdommen die ofwel boven elkaar zijn geplaatst of naast en tegen elkaar staan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gallo-Romeinse tempel die vaak gebouwd werd op een origineel Keltische religieuze site. Het grondplan was beïnvloed door eerdere Keltische heiligdommen. Bestond uit een centrale cella met een (zuilen)galerij met lessenaarsdak, beiden vierkant van vorm.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Letterlijk 'baarmoederkamers' of 'embryokamers'. Het binnenste gedeelte, het belangrijkste heiligdom van een hindoetempel, waar het object van aanbidding, een afbeelding of lingam, wordt vereerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Drijfampen vooral gebruikt in kerken of tempels, met een beker of vaas-vormige reservoir van gekleurd glas of metaal. Door traditie en eccliastical dictaat, is het verplicht voor Joodse tempels en vele Christelijke kerken om een constant brandende olielamp in het heiligdom hebben, in de nabijheid van de tabernakel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschrijft de diverse soorten kunstwerken die zijn vervaardigd door de bewoners van de Golf van Papoea. De volkeren van de Golf van Papoea waren bekend vanwege hun agiba of schedelheiligdommen, die bestaan uit gestileerde antropomorfe vormen welke versierd zijn met ajourwerk en reliëfhoutsnijwerk, met decoraties in rode, zwarte en witte verf. De bewoners van de Golf van Papoea produceerden allerlei uiteenlopende soorten maskers en architectuur, welke per groep verschilden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de shintoïstische architectuur die zich ontwikkelde tijdens de Heian-periode (794-1185) en oorspronkelijk Ishinoma werd genoemd. De stijl wordt gekenmerkt door een type heiligdom waarin twee gebouwen zijn verbonden door een bestrate tussenruimte die is overdekt met een puntdak. De stijl is veel toegepast in mausoleums tijdens de Kamakura-periode (1185-1333) en wordt pas Gongen genoemd sinds de Edo-periode (1615-1868).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor het deel van een muur onder de bovenbouw van Zuid-Indiase heiligdommen. De vorm kan vierkant, rond of achthoekig zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar grotten die worden benut, meestal nadat ze zijn uitgegraven of anderszins zijn aangepast, als onderdak voor mensen of dieren, als opslagruimte, als heiligdom of als ruimte met een andere bestemming. De betekenis kan overlappen met die van de term 'rotsarchitectuur', maar grotarchitectuur hoeft niet per se in rotsen te zijn uitgehouwen, terwijl rotsarchitectuur niet altijd rond een grot is ontworpen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor heiligdommen of kleine kapelletjes die zijn gewijd aan een held, een halfgod of iemand van grote waardigheid; kan al of niet op een graf zijn gebouwd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Schermen in oosters-orthodoxe kerken die het heiligdom van het schip scheiden, waar meestal drie deuren in zitten en die sinds de veertiende of vijftiende eeuw bedekt zijn met iconen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de verhoogde plinten of verhogingen waarop tempels en bijbehorende heiligdommen zijn geplaatst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In verband met de antieke Romeinse architectuur verwijst deze term doorgaans naar doorgangen die aan beide uiteinden konden worden afgesloten. Oorspronkelijk fungeerden deze constructies als bruggen of kruisingen van het pomerium. De term werd later gebruikt voor poorten en in de loop der tijd werden stijl-en-kalf-deuren vervangen door bogen. Later werden jani ook overwelfd. Er waren diverse opmerkelijke jani in Rome, waarvan de Janus Geminus de belangrijkste Janus-schrijn van de stad was. Wanneer de poorten van de Janus Geminus gesloten waren, was Rome in oorlog en wanneer ze openstonden, leefde de stad in vrede. Het is niet bekend of alle jani op de een of andere manier heiligdommen waren, maar de term heeft beslist een religieuze bijbetekenis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Shinto-heiligdommen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Religieuze complexen die doorgaans bestaan uit een structuur voor geloofsaanbidding, bijvoorbeeld een moskee of tempel, torens, en kleinere heiligdommen of tempels; typerend voor de religieuze architectuur van Zuidoost-Azië, India en het Midden-Oosten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van het midden-Minoïsche aardewerk, voornamelijk gevonden in Knossos, Phaistos en de grotheiligdommen in Kamares, waar de stijl naar genoemd is. De stijl kenmerkt zich door een donkere glanzende ondergrond waarop in rood en wit decoraties zijn aangebracht, met verfijnde ontwerpen in kromlijnige abstracte patronen, en gestileerde planten, zeegezichten en figuratieve motieven. Vaak werd het uitzonderlijke compositorische hulpmiddel van de torsie gebruikt, waarbij het evenwicht tussen tegengestelde compositorische elementen werd benadrukt, bijvoorbeeld met twee tegengestelde diagonale composities die zich om de vaas heen kronkelden. Het pottenbakkerswiel werd over het algemeen gebruikt voor de kleinere vaten en de grotere vaten werden volgens de oudere werkwijze met de hand gemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimten of kleine gebouwen die dienst doen als sanctuarium of christelijke gebedsplaats. Een kapel kan worden gebruikt voor besloten erediensten in of verbonden aan een kerk, paleis, huis, gevangenis, klooster of school. De kapel kan ook worden gebruikt voor openbare erediensten van de staatskerk, ondergeschikt aan of afhankelijk van de parochiekerk, waarvan de accommodatie op een bepaalde manier wordt aangevuld door de kapel. Het concept omvat zowel vrijstaande kapellen als ruimten die dienst doen als kapel in kerken of overige gebouwen. Het Latijnse 'cappella' wordt soms ook gebruikt voor 'kapel'. De term wordt soms ook gebruikt in de oorspronkelijke betekenis, waarbij specifiek werd verwezen naar het heiligdom waarin de koningen van Frankrijk de mantel van St. Martin bewaarden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van boeddhistische schilders die in dienst waren van het Kasuga-heiligdom in Nara in het midden van de 13de eeuw. De stijl kenmerkt zich door dunne draadachtige lijnen, platte oppervlakken en heldere kleuren zoals oranjerood, diepblauw en groen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hoofdzalen of ���gouden zalen' van boeddhistische tempels of heiligdommen. De term gebruikt men met name voor sommige vroege boeddhistische tempels (die tot en met de achtste eeuw zijn gebouwd). Voor de hoofdzalen van tempels in het algemeen gebruikt men de term ���hondō'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In het algemeen te gebruiken voor tussenwanden in religieuze en Romeinse keizerlijke gebouwen en openluchtlocaties tussen gewijde en wereldse ruimten of tussen bepaalde keizerlijke en openbare ruimten. In joodse context specifiek te gebruiken voor tussenwanden voor Torah-altaars, voornamelijk tijdens of voor de Byzantijnse tijd, en in christelijke kerken voor tussenwanden die het koor scheiden van het schip van de kerk, vooral als het koor geen zangkoor bevat. Gebruik 'koorafsluitingen' voor de schermen om het zangkoor als de koristen in het koor zitten. Gebruik 'iconostasen' voor de schermen in oosters-orthodoxe kerken die het heiligdom van het schip scheiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode rondom de cultuur die een bloeitijd beleefde in het Cambodjaanse koninkrijk Lan Xang (1353-1707 n. Chr.). De stijl van deze periode is gebaseerd op inheemse innovaties en Thaise en Khmer-invloeden. In de religieuze architectuur is de stijl terug te zien in de Vat Visum (1503 n. Chr.) en de Vat Xieng Thong (1561 n. Chr.), met grootse stoepa's of monumenten, schuine, overlappende daken met dakpannen, dakranden die worden ondersteund door kraagstenen of door vergulde of gelakte consoles en houtconstructies. Seculiere bouwwerken zijn gebouwd van hout en zijn ook voorzien van vergulde bas-reliëfs. In deze periode kwam het tot de ontwikkeling en uitbreiding van een structuur met een heiligdom en ontmoetingsplaats, waar heilige beelden werden ondergebracht. In de beeldhouwkunst in deze stijl staan boeddhistische thema's en iconografie centraal, hoewel er ook wel enige hindoeïstische beeldhouwwerken zijn. Typerend zijn figuren in brons, steen, edelmetaal, droog lakwerk en terracotta.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl in de kunst die werd gemaakt tijdens de latere fase van de Republiek rond 120 tot 80 v. Chr. De architectuurstijl kenmerkt zich door de bouw van grote, uit terrassen opgebouwde heiligdommen en villa’s, meestal tegen heuvels aangebouwd en vormgegeven volgens een strenge axiale symmetrie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zuilenhallen of veranda-achtige structuren die deel uitmaken van Noord-Indiase hindoetempels. Ze kunnen rechtstreeks in verbinding staan met het heiligdom, naar tussenruimten leiden of volledig los staan van het heiligdom zelf.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Islamitische heiligdommen of heilige moskeeën.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor Nigeriaanse Igbo-votiefheiligdommen die worden gebouwd als deel van complexe vieringen van leven en offerrituelen, vaak rijkelijk versierd en gevuld met beeldhouwwerken; vóór de jaren zestig werden ze gemaakt van vergankelijke materialen en naderhand achtergelaten om te vergaan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heiligdommen, kerken en graven van martelaren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Architectuurstijl die verwijst naar de tempeltypen van Noord-India welke vanaf de 6de eeuw tot ontwikkeling kwamen; de letterlijke betekenis van het woord is 'behorend bij de stad', hetgeen mogelijk verwijst naar de oorsprong van de vorm. Kenmerkend voor een vroege versie van deze stijl waren de hoekprojecties (bhadra) die als hoofdnis van de kubusvormige cella uitkraagden; de nissen bevatten doorgaans afbeeldingen van de in het heiligdom vereerde godheid. De projecties liepen langs de kromlijnige toren omhoog tot aan het hoogste altaar (uttaravedi), dat werd bekroond met een amalaka; tijdens de wijding werd een fioel, gesneden in de vorm van lustervaas, soms met bladerwerk, boven op de amalaka geplaatst. Nissen met wakende godheden (dikpala's) werden op de hoeken geplaatst en extra hoekprojecties werden toegevoegd. Uit deze basisstijl hebben zich diverse regionale vormen ontwikkeld, de zogeheten latina, zo genoemd vanwege de verticale 'klimplanten' of latas. Vanaf de 11de eeuw groeide de populariteit van vormen met meerdere spitsen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van Shintoïstische architectuur die circa 300 v. Chr. werd ontwikkeld. De stijl kenmerkt zich door een soort heiligdom dat qua constructie sterk op de Sumiyoshi-stijl doet denken, maar met drie pilaren aan de lange zijde en sanctuaria aan binnen- en buitenzijde.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een stijl die zijn naam ontleent aan de voormalige hoofdstad van het oude Birma in de periode van de 11de eeuw tot aan het einde van de 13de eeuw. Pagán werd gezien als het religieuze en intellectuele hart van het land, met boeddhistische heiligdommen en ommuurde citadels van beeldgesneden baksteen, stucwerk en terracotta, en met tempels en heiligdommen die waren gewijd aan goddelijke geesten met een animistische oorsprong.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Boeddhistische tempels of boeddhistische heiligdommen in Indonesië, Japan, China en aangrenzende landen, bestaande uit drie tot dertien verdiepingen, ieder met een afdak.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar hindoetempelcomplexen bestaande uit één hoofdtempel omgeven door vier kleinere heiligdommen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar kleine plaquettes die verkrijgbaar waren bij belangrijke heiligdommen welke door pelgrims werden bezocht, en die als aandenken of bewijsstuk werden gedragen door de pelgrims die de bedevaart met succes hadden afgelegd. De tekens zijn een eerbetoon aan de heilige of het devotieobject dat in het bedevaartsoord werd vereerd. De opvallendste pelgrimstekens zijn de tekens in de vorm van een jakobsschelp van het heiligdom van St. Jacobus in Santiago de Compostela, welke reeds in de 11de eeuw werden verkocht. De tekens waren meestal uit metaal vervaardigd en werden doorgaans aan een hoed vastgespeld. De tekens boden ook praktisch voordeel, want ze gaven de drager recht op bijvoorbeeld hulp, gastvrijheid of een vrijgeleide; ook waren er bovennatuurlijke voordelen aan verbonden, aangezien het meestal toegestaan was om met de tekens het heiligdom aan te raken, waardoor de tekens op hun beurt de status van secundair reliek verkregen. Pelgrimstekens waren met name populair in het Europa van de middeleeuwen, met als hoogtepunt de 14de en 15de eeuw, maar na de reformatie van de 16de eeuw nam hun populariteit af. Niettemin zijn er ook nu nog enkele heiligdommen waar pelgrimstekens in gebruik zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijlen die horen bij het schiereiland van Thailand. De drijvende kracht achter de stijlen is de geografische locatie van het gebied, gekenmerkt door de zeehandel en het verkeer op de rivieren van het schiereiland, waardoor culturele uitwisselingen werden gestimuleerd. De architecturale stijl kwam tot stand tijdens de 8ste tot met de 13de eeuw, waarvan de Wat Kaeo het bewijs is. Deze bestaat uit een kruisvormige structuur met een centrale cella, heiligdommen waarin vijf Jina-boeddha's waren ondergebracht, grote stenen zuilen, colonnetten en decoratieve miniatuurbogen die doen denken aan de architectuur van Cham (negende en tiende eeuw) en Srivijayan. De beeldhouwkundige stijl toont bronzen mahayana-boeddhistische figuren en votieftabletten van klei met afbeeldingen van Boeddha en bodhisattva's in de Indiase laat Gupta-stijl.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor de ontmoetingsplaatsen, verzamelpunten en rituele centra van de militaire organisatie Fante Asafo. Oorspronkelijk waren het heiligdommen, tegenwoordig worden ze ook gebruikt als opslagfaciliteiten, bestuurscentra en als symbool voor de kracht van de gemeenschap.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Torens van heiligdommen van Zuidoost-Aziatische oorsprong die meestal in de Thaise cultuur worden aangetroffen; gebaseerd op het torenontwerp van Khmer-prasat, en meestal vergezeld van een wihan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl die is vernoemd naar het tempelcomplex dat werd opgericht door Jayavarman VII (1181-1220 n. Chr.) in 1191 n. Chr. De stijl hangt sterk samen met een gecentraliseerd autoritair gezag, een wederopleving van stadsplanning, het tot staatsreligie uitroepen van het boeddhisme en het gebruik van religieus symbolisme in de architectuur. De stijl staat bekend om het gebruik van monumentale garua's in de gedaante van telamons, het plaatsen van honderden standbeelden langs wandelgangen, een religieuze verering van de kosmos, en het voor het eerst voorkomen van grote heiligdommen die waren versierd met enorme gezichten aan weerszijden, die de bodhisattva Lokeshvara en de koning moesten voorstellen. De stijl wordt verder gekenmerkt door beeldhouwkunst met kronkelende slangen in de kleinere heiligdommen en door het gebruik van axiale waterbassins die de kosmische meren symboliseren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor kleine oude Romeinse heiligdommen, meestal gebouwd in de openlucht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar altaarstukken die voornamelijk werden geproduceerd in Duitsland, Oostenrijk en Tirol in de 15de en 16de eeuw. De term is Duits voor 'gebeeldhouwd altaarstuk'. Schnitzaltaren werden geplaatst op de hoogaltaren of de zijaltaren. Ze worden gekenmerkt door de overdadige kleuring en vergulding, en de vier secties: een centraal heiligdom met beeldhouwwerk, met daaronder een kleiner heiligdom dat meestal werd aangeduid met de Italiaanse term 'predella' en twee beweegbare paren luiken of vleugels met schilderingen of reliëfversieringen aan de voor- en achterkant. Het openen en sluiten van de vleugels zorgde voor afwisseling, meestal met betrekking tot de liturgische kalender. Het heiligdom ging meestal schuil onder een architecturale bovenbouw van gesneden maaswerk en nissen voor beeldhouwwerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heiligdommen die klein zijn in omvang en bedoeld voor persoonlijk gebruik. Hier inbegrepen zijn persoonlijke heiligdommen voor de traditionele rituele en religieuze devotionele doeleinden, daterend uit de oudheid tot de moderne tijd in vele culturen. Ook inbegrepen zijn moderne werken, gemaakt in de vorm van devotionele heiligdommen: voorbeelden zijn persoonlijke heiligdommen gemaakt volgens de New Age esthetiek en heiligdommen ontworpen als op zich zelf staande ambachtelijke objecten, gemaakt om kleine snuisterijen of andere objecten zonder religieuze betekenis weer te geven. Voor grote heiligdommen, gebruik 'heiligdommen (bouwwerken).' Voor relatief kleine heiligdommen met heilige relikwieën, zoals de relieken van een heilige, gebruik 'reliquiaria.'

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl van Shinto architectuur die zich circa 300 v. Chr. ontwikkelde. De stijl kenmerkt zich door een speciaal type tempel waarvan wordt aangenomen dat deze is afgeleid van een eenvoudig twee bij drie vakkensysteem, overgenomen uit prehistorische graanschuren of opslagplaatsen. Het heiligdom wordt omringd door een doorlopende vloer met trappen die leiden naar de ingang aan de lange kant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Gebruikt om de oorspronkelijke Japanse religieuze overtuigingen en praktijken te onderscheiden van het boeddhisme, dat in de 6de eeuw in Japen werk geïntroduceerd. Het kenmerkt zich in het algemeen door het ontbreken van officiële heilige geschriften en specifieke formele dogma's, en door de verering van kleine beeltenissen die in specifieke Shinto-heiligdommen worden geplaatst. Het religieuze systeem kan worden onderverdeeld in drie onderling verbonden stromingen: Jinja Shinto (heiligdomshintoïsme), dat de hoofdstromingen van het shintoïsme vertegenwoordigt, Kokka Shinto (staatsshintoïsme), dat is gebaseerd op de eenwording van religie en staat en dat door de Japanse keizerlijke familie wordt beleden, en Kyoha Shinto (sekteshintoïsme), een beweging die bestaat uit sekten die rond de 19de eeuw en na de Tweede Wereldoorlog in Japan zijn ontstaan. Deze sekten zijn alle door een stichter georganiseerd in religieuze genootschappen waarvan de leden parochianen (ujiko) van een specifiek heiligdom zijn.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor oude Egyptische tempels, heiligdommen of graftombes die zijn uitgehakt in rotswanden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar het werk van een school van schilders die actief was in de 17de tot 19de eeuw, en die was voortgekomen uit de Tosa-school. De school werd opgericht door Sumiyoshi Jokei, die was aangesteld als hoofd van de schildersafdeling van het Sumiyoshi-heiligdom in Osaka. De stijl kenmerkt zich door de voortzetting van de miniaturistische traditie van de Tosa-school, met als onderwerp doorgaans albums en rolschilderijen op klein formaat en de mens in de natuur.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die in verband worden gebracht met de heerschappij van koning Suryavarman I (1002-1050 n. Chr.), die in het algemeen wordt beschouwd als de eerste boeddhistische heerser van Angkor. De periode wordt gekenmerkt door overvloedige bouwprogramma's met onder meer zandstenen bouwwerken in de vorm van kleine tempels en het koninklijk paleis, dat de eerste versterkte paleismuur had in Angkor, pakhuizen en schatkamers die bekend stonden onder de naam Khleang, en een heiligdom met een centrale toren in plaats van de gebruikelijke vijf torens. Voorbeelden van andere vernieuwende aspecten in de architectuur en beeldhouwkunst van deze periode zijn te vinden bij Preah Vihear, waar een reeks binnenplaatsen en gopura's in elkaars verlengde zijn geplaatst in plaats van concentrisch.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode van midden-Angkor ten tijde van de heerschappij van koning Suryavarman II (1113-1150 n. Chr.). De stijl van deze periode hangt samen met de uitbreiding van het Angkor-rijk en de oprichting van de staatstempel Angkor Wat. Kenmerkend voor de beeldhouwkunst in deze periode zijn verhalende bas-reliëfs in doorlopende verhalende scènes waarin passages worden uitgebeeld uit hindoeïstische religieuze en mythische teksten, en waarin de kleur rood overheerst als symbool van eerbied. Door het gebruik van ondiepe reliëfs contrasteren de wervelende, drukke figuren in het fries fraai met de strakke, rechte lijnen van de architectuur. Bij de kleinere reliëffiguren van godheden waarmee de muren van heiligdommen waren versierd, overheerst de sensualiteit. Kenmerkende beeldhouwthema's zijn verhalende elementen, koninklijke ambities, koninklijke heldendaden en een gedetailleerde verbeelding van goede en slechte figuren door middel van overdreven verhoudingen en gedetailleerde kledingkenmerken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor grote Chinese heiligdommen gewijd aan voorouders, meestal verbonden met paleisgebouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Oude heilige terreinen, meestal omheind, met daarop vaak het belangrijkste heiligdom en daarbij behorende bijgebouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Toegangspoorten naar Shinto-heiligdommen, die meestal bestaan uit twee pilaren en twee horizontale overspannende delen die vaak licht omhoog buigen aan de uiteinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode die de Trân-dynastie markeert (1225-1400 CE) en die wordt gekenmerkt door een sterke heropleving van boeddhistisch geïnspireerde kunst en politieke stabiliteit. In de beeldhouwkunst laat deze periode een combinatie zien van Chinese stijlen, zoals weerspiegeld in het gebruik van het lotusvoetstuk en draperieën, en van Cham-stijlen, zoals weerspiegeld in de overheersing van symmetrie en ranke, ritmische constructies, en in gelaatstrekken zoals grote ogen, een hoge neus en dikke lippen. Naturalistische stenen figuren van dieren op graflocaties komen veel voor in deze periode. Een voorbeeld is de graftombe van koning Tran Hien Tong (1329-1341 n. Chr.) met een rustende waterbuffel en een hond. De architectuur van deze periode imiteert de vormen die werden gebruikt tijdens de Ly-dynastie en wordt gekenmerkt door (bak)stenen constructies, lage buitenmuren die zijn versierd met beeldsnijwerken in bas-reliëf van bloemen, bladeren, golven en wolken, hogere buitenmuren met afbeeldingen van draken, heiligdommen, deuren van ijzerhout en zalen waarin wierrook wordt gebrand.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar uitgesneden houten beeldhouwwerken die gestileerde hoofden en halzen van vogels uitbeelden. Het grotere type bevat een erg lange, vaak puntige snavel en een gezicht dat soms de trekken vertoonde van een crocodilem, een gehoornde figuur of een D'mba-figuur. Het gebogen halsstuk is bevestigd aan een afneembare bolvormige basis. Het andere belangrijke type is kleiner, gemaakt uit een enkel stuk hout, meer compact, voorzien van een kortere snavel, minder gedetailleerd uitgesneden en bevestigd op een holronde basis. Ze dienen vooral als heiligdomstukken en stellen de Almachtige God en de geestelijke beschermer van het familiegeslacht voor. Kan ook worden gebruikt als hoofdbedekking tijdens dansen en voor wichelarij, voor rituelen zoals de mannelijke en vrouwelijke inwijding en ceremoniën voor oogst, genezing, rechtspraak en begrafenissen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heiligdommen opgericht aan de kant van de weg als plaats gewijd aan het eren, of verering van, een godheid of heilige figuur van elk geloof. Het kan bestaan uit een altaar of een beeld van de godheid; het kan een kruispunt markeren. Voorbeelden hiervan zijn die gevonden in het oude Egypte, Griekenland, Rome, India, Japan, en in het christelijke Europa en Amerika. Voor kruisen die dienen als berm markeringen gebruik "wegkruisen".

Toegevoegd op: 16-8-2017

Religieuze gebouwen van Zuidoost-Aziatische oorsprong die als vergaderzaal of heiligdom worden gebruikt; ze bevatten een altaar en boeddhistische afbeeldingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode van het vroege Angkor-rijk ten tijde van de heerschappij van koning Yashovarman I (889-900 n. Chr.). De stijl van deze periode wordt gekenmerkt door de grootschalige aanwezigheid van religieuze tempels als stadscentra en de vroege ontwikkeling van de tempel als een vijflagige piramidestructuur van zandsteen, met kruislings gerangschikte zandstenen torens en met heiligdommen, bibliotheken, galerijen en gopura's. Tempels uit deze periode waren complexe structuren waarvan het ontwerp werd gekenmerkt door Indiase invloeden met chronologisch symbolisme en seizoenscycli. In de decoratieve kunst en beeldhouwwerken uit deze periode is terug te zien hoe Yashovarman I probeerde zijn koninkrijk af te beelden als model voor de kosmos en het symbolische middelpunt van de wereld. De goedgekeurde artistieke werken uit deze periode kenmerken zich door hoge reliëfwerken van beschermfiguren en hemelse wezens en bas-reliëfs van gebladerte en sieraden rondom figuren van godheden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een type persoonlijke wapenrusting in Japan, voornamelijk bedoeld voor gebruik door boogschutters te paard en hoofdzakelijk gebruikt van de 9e tot de 16e eeuw. De yoroi was licht van gewicht vergeleken met andere wapenrustingen en opgebouwd uit meerdere stukken die bij elkaar werden gehouden door felgekleurde koorden of linten. De yoroi werd gewaardeerd om zijn praktische functie, maar ook om decoratieve en rituele redenen. Na de dood van de eigenaar werd het kledingstuk vaak geschonken aan een Shinto heiligdom.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimten in christelijke kerken, doorgaans tussen de altaarruimte of het heiligdom en het schip, gereserveerd voor koorzangers. Voor ruimten die de altaarruimte en het zangkoor, als dat aanwezig is, omvatten wordt 'koren' gebruikt. Voor verhoogde platforms van waar af een koor, vaak bestaand uit leken, zingt wordt 'koorgalerijen' gebruikt.