Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Heren of jongenshemden met een knoopsluiting van voren en lange mouwen met cilinder- of dubbele manchetten en een zachte of stijve boord. Als ze formeel of semiformeel worden gedragen hebben ze meestal een stijve of geplooide voorkant die wordt vastgemaakt met boordknopen.
Hemden van felgekleurde bedrukte stof met afbeeldingen van de Hawaïaanse eilanden: palmbomen, kano's met outriggers, vissen, bloemen, surftaferelen en hoeladansers. Worden doorgaans verkocht aan en gedragen door toeristen. Ze werden voor het eerst in de jaren 30 van de 20ste eeuw gemaakt van goedkope, uit Japan geïmporteerde stoffen en beleefden hun hoogtijdagen in de jaren 50 van de 20ste eeuw.
Los, recht vallend ondergoed met of zonder mouwen, meestal doorlopend tot de heup of knie.
Onderkleding voor het bovenlijf, met of zonder mouwen, op de huid gedragen. Meestal van katoen en over het hoofd aangetrokken. Gebruik 'T-shirts' voor soortgelijke kledingstukken die als bovenkleding worden gedragen.
Uniformjassen van het dagelijks tenue, met korte of lange mouwen, van linnen of katoen voor gebruik in de tropen en met verwisselbare knopen en epauletten.
Jurken die recht naar beneden hangen vanaf de schouders en soms iets toelopen bij de heupen.
Ruimvallende witte liturgische kledingstukken met lange, wijde mouwen die door priesters worden gedragen buiten de viering van de eucharistie en tegenwoordig algemeen door zowel geestelijken als leken over de soutane heen gedragen.
Stukken linnen, mousseline, batist of dergelijke die door vrouwen om de nek en schouders worden gedragen bij het dragen van een laag uitgesneden lijfje.
Ruimvallende kledingstukken, gelijkend op een overhemd, vaak tot de knie, die worden gedragen om in te slapen.
Bovenkleding voor het bovenlichaam, met of zonder mouwen en gedragen in of over de tailleband van een rok of broek. Meestal met een kraag, die soms afneembaar is, een sluiting van voren en soms zakken op de borst.
Damesblouses, meestal naar mannenmodel, met een opening met knopen of een split met boordknoopjes aan de voorkant in het midden, manchetten en een kraag.
Jurken met een lijfje in de vorm van een mannenoverhemd, gewoonlijk met knopen aan de voorkant, manchetten en een kraag. Het lijfje loopt over in de rok en vaak draagt men een riem om het middel.
Gepantserde mouwloze jacks die werden gebruikt door de infanterie vanaf halverwege de 14e eeuw tot begin 17e eeuw; ze bestaan uit kleine rechthoekige metalen plaatjes die elkaar in de vorm van verticale stroken overlappen, in parallelle rijen aangebracht op een ondergrond van stof of huid. Dit geheel werd op een gewatteerd jack genaaid waardoor de kledingstukken hun uiteindelijke vorm kregen.
Ruiterkostuum voor vrouwen, in zwang sinds de 18e eeuw, met zwart als meest voor de hand liggende kleur. Bestaande uit zware wollen rok, met inzet om de benen ook in amazonezit te bedekken. Was lang meest mannelijke uitdossing in de vrouwelijke garderobe. De bovenkleding voor het bovenlijf zijn overeenkomstig aan formele kleding voor de man: jasje, overhemd en eventueel gilet.
Pyjama's bestaande uit een tot de heupen reikend nachthemd, waaronder een bijpassend broekje zichtbaar is.
Dunne latjes, vroeger gemaakt van been maar tegenwoordig meestal van plastic of metaal, die worden gebruikt om verscheidene delen van een kostuum te verstevigen, zoals korsetten, lijfjes zonder schouderbandjes en kragen van overhemden.
Korte uniformjassen, model dik overhemd of dun jasje, gedragen onder de gevechtsjas.
Semiformele avondkostuums die bestaan uit een jasje, zonder taille en met satijnen of faille revers, en een broek met langs de buitennaad van de pijpen een bies van zijde of faille; gedragen met bijpassend overhemd, strikje, cummerbund of vest.
Twee knopen, de een groter dan de ander, met elkaar verbonden door een schacht, in de knoopsgaten aan de boord van een overhemd gestoken.
Ruimzittende unisex-hemden met een Afrikaans ontwerp of gemaakt van Afrikaanse of op Afrika geïnspireerde stoffen. In de jaren zestig waren ze populair bij zwarte activisten van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.
Metalen sierklemmen die de twee uiteinden van een stropdas aan de voorkant van een overhemd en aan elkaar klemmen.
Sierspelden die met een grote verscheidenheid aan decoratieve knoppen worden gemaakt; de punt steekt door een stropdas en een overhemd, zodat ze aan elkaar vast zitten, en wordt aan de achterzijde gesloten met een sluiting of knoop.
Op het hemd gedragen korte jassen afkomstig van het dagelijks of klein tenue; geen rokjas.
Aparte of afneembare voorstukken van hemden die meestal een kraag hebben en onder een ander kledingstuk worden gedragen.
Nauwsluitende bovenkleding tot net onder de taille. Meestal mouwloos en met knopen aan de voorkant, gedragen over een overhemd en onder een jas of colbert.
Te gebruiken voor een muziek- en kledingstijl die aan het eind van de 20ste eeuw ontstond onder alternatieve hardrockbands in Seattle in de Amerikaanse staat Washington, en die in de jaren 90 van invloed was op nationale modetrends, meestal gebaseerd op het kostuum van stadsjongeren bestaande uit een flanellen hemd, gescheurde spijkerbroek en gevechtslaarzen.
Pullovers van gebreid materiaal met korte of lange mouwen; kan een trui, een overhemd of een tuniek zijn.
Laat-negentiende-eeuwse kostuums voor jongetjes, bestaande uit een overhemd en korte broek vervaardigd van bij elkaar passende of op elkaar afgestemde stoffen en met bretels. In de Eerste Wereldoorlog ontstond een afgeleide vorm, zonder bretels, waarbij overhemd en broek bij elkaar gehouden werden door knopen bij de taille.
De hiërarchie Kleding bevat descriptoren voor objecten die worden gedragen om warmte of bescherming te bieden, als verfraaiing of voor symbolische doeleinden. De hiërarchie bevat descriptoren voor kledingstukken die als hoofdelement van de kleding worden beschouwd (bijvoorbeeld 'overhemden' of 'broeken'), descriptoren voor kleding die onder de hoofdkleding wordt gedragen (bijvoorbeeld 'onderhemden') en descriptoren voor kledingstukken die over de hoofdkleding worden gedragen (bijvoorbeeld 'parka's'). Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor: beschermende kledij, met inbegrip van soorten harnassen; liturgische gewaden en andere ceremoniële kledij; uniformen; plus een uitgebreide lijst accessoires, met inbegrip van accessoires die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'hoofddeksels', 'schoeisel') en accessoires die een persoon meedraagt (bijvoorbeeld 'avondtasjes', 'parasols'). Relatie met andere hiërarchieën: de descriptoren 'zakhorloges' en 'polshorloges', evenals andere soorten uurwerken, zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. De descriptoren 'zakpistolen' en 'staatsiezwaarden' verschijnen naast andere wapentypen in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die kunnen worden gebruikt voor het onderhoud van kleding of de verzorging van de persoon zelf (bijvoorbeeld 'kledingborstels', 'nagelknippers') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor objecten die worden gebruikt voor de opslag of het vervoer van kleding of andere persoonlijke eigendommen (bijvoorbeeld 'handschoenendozen', 'koffers') verschijnen in de hiërarchie Houders. Samenstellende delen van kleding (bijvoorbeeld 'busks', 'taillebanden') zijn opgenomen in de hiërarchie Componenten.
Nauwsluitend, veelal tricot ondergoed gemaakt van natuurlijke of synthetische vezels en bestaande uit een lange onderbroek en een hemd met mouwen die meestal tot aan de pols reiken; kan uit één of meerdere delen bestaan; gedragen om de lichaamswarmte vast te houden of vocht op te nemen.
Lange hemden van maliën die de armen, romp en benen beschermen tot halverwege het dijbeen en soms ook het hoofd bedekken. Ze kwamen veel voor in Europa van de 11e tot de 14e eeuw.
Beschermende kledingstukken in de vorm van een hemd, vaak gebruikt als harnas, dat de romp bedekt en is gemaakt van maliën: ijzeren of stalen ringetjes die aan elkaar zijn vastgemaakt.
Banden aan een mouw, vooral van een overhemd, die de pols bedekken.
Met elkaar verbonden sierknopen of knoopachtige artikelen om de manchetten van een overhemd te sluiten.
Rode of zwarte, schouderbrede kraag door misdienaars gedragen boven het koorhemd
Smalle mouwen of bedekkingen die om de onderarm worden gedragen ter bescherming van hemdsmouwen.
Pakken voor sport en spel voor vrouwen en meisjes, vaak een eendelige combinatie van korte broek en hemd met een overrok; geïntroduceerd aan het begin van de 20e eeuw.
Ruimvallende truien zonder col of kraag, vaak met een V-hals, die over een ander kledingstuk, b.v. een coltrui, een blouse of een overhemd, worden gedragen.
Ruimvallende kledingstukken uit één of twee delen, bestaande uit een korte of lange broek en een bovenstuk in de vorm van een hemd of een truitje; vooral gedragen om in te slapen of binnenshuis te luieren.
Bij elkaar passende kleding voor het paardrijden, meestal bestaande uit een jasje of jas en een vest en een rok, rijbroek of jodhpurs.. Er bestaan verschillende gradaties van formaliteit. Meestal gedragen met een @stock-tied overhemd, een cap of hoed en rijlaarzen.
Shirts die over het hoofd worden aangetrokken met een ronde of V-hals zonder kraag. Meestal gemaakt van lichtgewicht machinaal gebreid textiel. Gebruik 'hemden' voor soortgelijke kledingstukken die als onderkleding worden gedragen.
Ongevoerd, nauwsluitend en boordloos onderkledingstuk dat men in de achttiende en negentiende eeuw droeg als onderhemd of borstrok. Men gebruikt de term ook voor mouwloze, sportieve tops en ongevoerde vesten. Tegenwoordig ook de benaming voor de outfit uit één stuk van worstelaars. Gebruik ���wambuizen' voor gevoerde vesten.
Repen stof, door Brits legerpersoneel om de nek gedragen in combinatie met overhemden met een open hals om transpiratievocht op te vangen, vooral in warme streken.
Eendelige dameskledingstukken die een combinatie zijn van een hemd en een onderbroek met ruimvallende pijpen of een kruis met drukkers; gedragen in de 20e eeuw.
Nauwsluitend onderkleding waarin een hemd met lange mouwen en een lange onderbroek tot één kledingstuk gecombineerd zijn en vaak een zitvlak heeft dat losgeknoopt kan worden.
Verkopers van overhemden en andere herenkledingartikelen, en herenkledingaccessoires zoals handschoenen, stropdassen, sokken, hoeden, wandelstokken en ceinturen.
Nauwsluitende bovenkledingstukken voor het bovenlichaam tot de taille of net daaronder. Meestal zonder mouwen en boord en vaak met knopen of zakken. Voor nauwsluitende bovenkleding die tot over de taille komt en meestal knopen aan de voorkant heeft, soms ook mouwen heeft, en worden gedragen over een overhemd en onder een jas, gebruik dan 'gilets'.
Informele tweedelige herenpakken die bestaan uit een broek en een bijpassend jasje dat als een overhemd is vormgegeven.