Associaties voor hemelvaart

Toegevoegd op: 16-8-2017

De daad of het proces van opgaan van de aardse naar de hemelse sfeer. De term verwijst vaak specifiek naar de hemelvaart van Christus, waarvan de apostelen veertig dagen na zijn opstanding getuige waren. Het geloof in de hemelvaart van Christus werd een belangrijk onderdeel van het christendom, dat de eenheid met God de Vader, de overstijging van de beperkingen van tijd en ruimte, en de universele aanwezigheid symboliseert. De term kan ook verwijzen naar de opstijging ten hemel van de profeet Mohammed.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een belangrijk christelijk feest dat de tenhemelopneming van Christus gedenkt. Het feest wordt sinds de 4de eeuw veertig dagen (de vijfde donderdag) na Pasen gevierd door zowel oosterse als westerse kerken. Hemelvaartsdag gedenkt het koningschap van Christus, de tenhemelopneming van Christus ter verheerlijking van de menselijke natuur en de voltooiing van de verlossing van hen die in Christus geloven (de Hemelvaart is de laatste verlossende handeling). In de middeleeuwen werd er in het kader van het feest een processie gehouden om de tocht van Christus naar de Olijfberg te gedenken, volgens de traditie de plaats van de Hemelvaart. Een ander oud gebruik was het optillen van een kruisbeeld of een beeld van de verrezen Christus door een opening in het dak van de kerk. Soms ging dit gepaard met een duivelsfiguur die tegelijkertijd afdaalde. Een onderscheidend kenmerk van de westerse liturgie van Hemelvaartsdag is het doven van de paaskaars na de lezing van het evangelie. De paaskaars wordt voor het eerst ontstoken met Pasen en wordt gedoofd als symbool voor het feit dat Christus de aarde verlaat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Licht dat wordt uitgestraald door een heilige, of een visioen van bovennatuurlijk licht in het algemeen. Doorgaans gebruikt in verband met Christus of Maria, in het bijzonder voor de Transfiguratie en de Hemelvaart. Gebruik 'aureolen' voor motieven die zijn afgeleid van het begrip goddelijk licht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote kaarsen die in de westerse kerken worden gebruikt gedurende de paastijd. De traditie van paaskaarsen is al zeer oud en gaat vermoedelijk terug tot de 4de eeuw. Een paaskaars wordt voor het eerst aangestoken tijdens de paaswake, met het nieuwe gezegende vuur, nadat op de kaars het kruissymbool, een alfa en omega en het jaartal zijn aangebracht. Na afloop van deze dienst wordt de kaars tijdens liturgische diensten aangestoken, tot aan Hemelvaartsdag. Op die dag wordt de kaars dan na de schriftlezing gedoofd. De aangestoken paaskaars symboliseert de verdrijving van de machten van het duister en de dood door de herrijzenis van Christus.