Associaties voor hoepel

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor grote ringen van ijzer, hout of plastic die als speelgoed over de grond worden gerold of rond het lichaam gedraaid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vormkledingstukken uit de 18e eeuw, bestaande uit concentrische hoepels van balein of bamboe, gedragen om een rok meer volume te geven. Gebruik 'stalen crinolines' voor klokvormige kledingstukken van balein of staal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De hoepelhaak is een type hefboom gebruikt in de kuiperij om de laatste hoepels, i.e. tenen of ijzeren banden, op een ton of kuip te trekken. Het wordt ook gebruikt om de duigen (de platte stukken hout van de wand van ton of kuip) uit elkaar te halen wanneer de bodemstukken in de kroos (de inkeping in de duigen waarin de bodem past) geplaatst worden of wanneer draden vlas of hennep (werk) of riet tussen de duigen wordt gestoken. Het is een rechte stang (ca. 60 cm lang met een diameter van 4 à 5 cm) met een door een metalen plaat beslagen afgeschuind uiteinde. Op enige afstand van dat uiteinde is een losse L-vormige ijzeren haak vastgemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Grote kappen die ondersteund worden door middel van een serie hoepels en zo zijn ontworpen dat ze ingeklapt kunnen worden; werden gedragen door vrouwen in de 18e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Getailleerde jasjes met een schootje, bij rijkere kleding behorend tot de informele kleding, om de breedte van de paniers van hoepelrokken te bedekken; van toepassing bij kleding van de 18e tot de vroege 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Onderrokken die oorspronkelijk werden gemaakt van stijve, geweven stof van paardenhaar, linnen, katoen of wol. Later veel gebruikt in combinatie met hoepels van balein of staal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Hedendaagse naam voor een bepaald soort elizabethaanse stoel met een brede maar niet erg diepe zitting, een lage rugleuning en geen armleuningen. De onjuiste veronderstelling bestond dat ze werden gemaakt ten behoeve van de modieuze wijde hoepeljurken die crinolines werden genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ondersteuningen in de vorm van hoepels of gewatteerde rollen, die onder een rok werden gedragen om deze uit te doen staan; een type dat in de 16e en 17e eeuw werd gedragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Houders in de vorm van een vat, vooral die welke sterker en groter zijn dan vaten, gemaakt van duigen, bodems, deksels en hoepels, en meestal stevig in elkaar gezet zodat er vloeistoffen in kunnen worden bewaard.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ovale hoepels van metaal, riet of hout, gedragen om een damesrok aan de zijkant uit te doen staan; van 1720-1789 populair in Frankrijk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Drinkkannen gemaakt van duigen, in de vorm van een ton, met een hoepel van hout, metaal of touw en gewoonlijk een houten bodem. Vaak zijn ze versierd met gravures of geschilderde afbeeldingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Personen die houten vaten, gevormd van duigen en hoepels, maken of repareren, bijvoorbeeld fusten, putemmers en tobbes. De term wordt ook gebruikt voor ambachtslieden aan boord van schepen die fusten en andere vaten repareren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bijlen met een bot blad. Worden gebruikt om hoepels van vaten in de juiste positie te brengen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimvallende capes en jassen voor mannen en vrouwen. Term toegepast van 1830 tot 1900; ook nauwsluitende damesjassen die werden gedragen over een kledingstuk met een hoepelrok of een tournure in de periode 1850-1880.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kleine tot middelgrote figuren bestaande uit een gesneden of gegoten buste of half-figuur, die op een kooiconstructie is bevestigd. Deze kooi kan een hoepelrok lijken of eenvoudiger worden uitgevoerd. De kooi is meestal gemaakt van hout of metaal. De figuren zijn ontworpen om kleding te dragen, met lange rokken die de kooi. Veel staakbeelden zijn religieuze beelden, die de Maagd Maria, engelen, of heiligen, met inbegrip van maar niet beperkt tot dergelijke figurenin de Latijns-Amerikaanse traditie van "santos." Een ander gebruik van staakbeelden was als 'mannequins, om jurken in miniatuur weer te geven, zodat de klant een model uit kon kiezen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klokvormige crinolines van balein of staal die halverwege de 19e eeuw werden gedragen. Gebruik 'hoepelrokken' voor 18e-eeuwse vormkledingstukken die bestaan uit een reeks concentrische hoepels van balein of bamboe.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Open, lage houders, oorspronkelijk gemaakt van houten duigen bijeen gehouden door hoepels, soms met een deksel of kabelhandvaten, of beide. Ook hetzelfde soort houders van metaal of plastic.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Opklapbare zonnebeschermers gemaakt van een reeks halve hoepels van riet, bedekt met zijde die aan de voorkant van een damesbonnet zijn vastgemaakt en bescherming tegen de zon verschaffen. Werden vooral op de Britse eilanden gedragen halverwege de 19e eeuw. Kan in Schotland ook verwijzen naar alle beschermende hoofddeksels die zijn gemaakt van over halve hoepels gespannen katoen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

cilindrische houders, meestal van hout, met enigszins bollende zijden gemaakt van met hoepels beslagen duigen, en met platte, parallelle uiteinden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

1) Zakvormig vistuig met drijvers van kurk, waar de vis naartoe wordt geleid met behulp van een onderlijn, bijvoorbeeld met een reeks netten; gebruikt in rivieren en beschutte wateren. 2) Voor Nederland: Alle fuiken hebben een uitgerekt kegelvormige gedaante; om het net open te houden zijn er in de wand van het net van afstand tot afstand hoepels aangebracht; om de vis het terug zwemmen moeilijk te maken, dienen zogenaamde kelen of instaarten. Gewoonlijk zijn er vleugels aan de ingang geplaatst en dienen om de vis gemakkelijker de ingang van de fuik te doen vinden (VIST, Zuid-Holland, 3).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor diverse kleine doelen in de vorm van hoepeltjes, poortjes gebogen uit ijzerdraad of rechtopstaande constructies, waar met ballen op wordt gericht bij sporten als croquet of cricket.