Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Verzonken delen van ondiepe vaten of andere objecten.
Een typisch gevolg van verwering dat vaak bij steen voorkomt en dat wordt gekenmerkt door een patroon van kleine holten.
Werpsperen van de oude Franken met een ijzeren kop met weerhaakjes, vastgesmeed aan een ijzeren buis met een holte erin, zodat de kop op een lange houten stok kan worden gezet.
Leden van een taxon van reptielen die worden gekenmerkt door twee openingen in de schedel achter elk oog (diapsida). De achterpoten zijn langer dan de voorpoten. Sommige oude soorten liepen op twee poten. Een aantal soorten leven zowel op land als in het water en hebben poten met vliezen. De dieren leggen eieren en hebben tanden in holtes en een enkelvoudige penis. Omvat ook de uitgestorven groep dinosauriërs ��� zoals de pterosauriërs, plesiosauriërs, ichthyosauriërs en thecodontia ���, maar tevens de moderne vogels en krokodilachtigen.
Stam van wormachtige ongewervelde dieren, de meesten microscopisch klein. Kenmerkend is de holte in het lichaam, het pseudocoeloom, die in de embryo's ontstaat op een andere manier dan bij meer ontwikkelde dieren en die niet bedekt is met epitheel.
Pennen met als punt een klein balletje dat in een holte ronddraait en zichzelf van inkt voorziet door een verbinding met een inwendig inktreservoir.
Lagen grof geweven, zwaargewicht textiel dat gebruikt wordt bij het stofferen, vastgemaakt over een webbing om een zitholte te creëren en om te voorkomen dat het vulsel eruit valt.
Aanduiding voor kleine bergmeren, vaak zonder duidelijke inlaat, gewoonlijk gevormd in een geblokkeerde komvormige holte die door ijs is geërodeerd
Te gebruiken om materialen te beschrijven die zijn opgebouwd uit cellen, ofwel biologische cellen zoals in hout, of open holten die op een andere manier zijn gemaakt, zoals in sommige baksteensoorten.
Een methode om te gieten volgens het verloren-wasgietprocédé, waarbij gebruik wordt gemaakt van een machine waar de gietvorm in ronddraait, zodat diens holte, door de centrifugale beweging en druk, wordt gevuld met gesmolten metaal.
Emaillering die tot stand komt door uit metaal groefjes of holten weg te snijden, waardoor een verhoogde lijn overblijft die de omtreklijn van het ontwerp vormt. Het email wordt in de holten gegoten, verhit en vervolgens gevijld en gepolijst.
Stam van gewone gewervelde dieren als vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren en manteldiertjes en lancetvisjes. Bijna alle chordadieren zijn actieve dieren met bilateraal symmetrische lichamen die in de lengte zijn onderverdeeld in een hoofd, romp en staart. Het belangrijkste morfologische kenmerk van chordadieren zijn de chorda dorsalis (bij embryo's), de wervelkolom en de inwendige holtes.
Natuurlijke rechte trompetten van eucalyptus of bamboe, ca. 90 cm of langer, met min of meer conische boring; toppelings geblazen volgens een ingewikkelde techniek gebruik makend van vibratie van de lippen, tongbewegingen, stemgeluiden, circulerende ademhaling en bewegingen met de mondholte, staand of zittend bespeeld; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in Australië.
Instrumenten die bestaan uit een maatstok die door een kruisstuk schuift en word ingebracht in gaten, groeven of andere soortgelijke holtes om de diepte te meten.
Ringsleutels met een holte die over een moer heen past. Worden gebruikt om moeren vast of los te draaien.
Gereedschap dat wordt gebruikt om onregelmatigheden in het hout snel te verwijderen en om holtes glad te maken. Worden veel gebruikt door wagenmakers om wielnaven te draaien.
Verwijst naar het procedé van met een hamer of ander gereedschap op metaal slaan om een vat of ander voorwerp te maken, of om versiering aan te brengen. De oudste techniek hierbij was mogelijk het maken van een dunne schijf van metaal door het metaal in een holte in een blok hout te hameren. Een vat kan langzaam worden gevormd doordat op het buitenste oppervlak wordt geslagen met behulp van een speciaal gevormde hamer en aambeeld. Bij bosseleren of repousséwerk wordt gebruikgemaakt van hameren om een dessin of patroon aan te brengen in een metalen voorwerp, gewoonlijk door op de achterkant van het voorwerp te hameren.
Doorgaans te gebruiken voor glaswerk met facetten, groeven en holtes die worden verkregen door te snijden met een ronddraaiend wiel van metaal of steen.
Gebruik voor lange of wijde delen van het land van waaruit de aarde is verwijderd, meestal door het graven van sleuven of afgraving. Voor verticale diepe holtes in de aarde om vloeistoffen naar boven te halen, gebruik "putten." Voor ondiepe grote uithollingen in de aarde om materialen te winnne of te begraven, gebruik 'groeven'.
Het inbrengen van materiaal in een gat, een scheur of een holte. In de specifieke context van mozaïekonderhoud het aanbrengen van mortel of een ander materiaal in een beschadigd gedeelte van het mozaïekoppervlak.
Oppervlakteafwerkingsproces voor beton en specie waarbij aggregaat wordt vastgezet of kleine onvolkomenheden, bobbels en holten worden verwijderd om een vlak oppervlak te verkrijgen, en waardoor materiaal dat aan het oppervlak komt, wordt gestabiliseerd.
De gebruiken voor holten in de grond, meestal niet onder grondwaterniveau, die in verhouding tot hun breedte ondiep zijn. Meestal worden ze gebruikt voor het opgraven of begraven van materialen.
Kerken die in grotten zijn gebouwd of op een andere manier gebruik maken van natuurlijke holten in het aardoppervlak. Te onderscheiden van 'rotskerken', die zijn uitgehouwen in levende steen die geen grot vormt.
Stam van een aantal in kokers levende wormachtige ongewervelde zeedieren. Kenmerkend is de hoefijzervormige lofofoor, een karakteristiek voedingsorgaan. De dieren hebben een echte lichaamsholte die in compartimenten is onderverdeeld, een aantal tentakels aan het bovenste uiteinde, een vaatstelsel, circulaire en longitudinale spieren en een zenuwstelsel onder een epidermis. Ze kunnen 4,5 meter lang worden. De dieren leven in kokers gemaakt van chitine die ze uitscheiden. Het onderste uiteinde daarvan is ingegraven in de modder of het zand op de bodem van ondiepe zeeën. De dieren strekken de tentakels uit om voedsel te verzamelen.
Met een lege ruimte of holte binnenin; niet gevuld met materie.
Onderdelen van sluitplaten die bij een hoek uitsteken uit het oppervlak van de deurpost om de afgeschuinde veergrendel op te vangen en deze in de holte van de sluitkom te leiden.
Glasdecoratie in de vorm van ingekapselde met lucht gevulde holten, groter dan gewone luchtbelletjes of tranen, gerangschikt in een decoratief patroon, vaak als kriskras aangebrachte rijen diagonalen of spiralen. Vaak aangetroffen in de steel van wijnglazen uit de 18de eeuw en later, met name bij Engelse wijnglazen.
Spaanse term voor platte stenen met een ondiepe holte in de oppervlakte, bedoeld voor maïs of een andere graansoort die met een maalsteen wordt gemalen; wordt gebruikt door Native Americans, in het bijzonder in gebieden die door de Spanjaarden zijn veroverd en gekoloniseerd.
Openingen van voorwerpen waarin met name vloeistof bewaard wordt, waardoor de inhoud de holte bereikt.
Metalen muziekinstrumenten, bestaande uit een raamwerk met flexibele tong. Ze worden bespeeld door te tokkelen op het vrije uiteinde van de tong, vóór in de mondholte van de speler, waarbij de mond als klankbodem dient.
Te gebruiken voor holten in de grond die ontstaan als gevolg van het verwijderen van aarde en steen ter voorbereiding op bouwwerkzaamheden of archeologische activiteiten.
Onderfamilie van vele genera en in totaal ongeveer 180 vogelsoorten. De vogels hebben gewoonlijk vleugels met opvallende en contrasterende kleuren en verschillende tekeningen. Ze zoeken naar insecten in boomschorsen en hakken nestholtes uit in dood hout.
Werpsperen, doorgaans met een lange, smalle kop, bevestigd aan de stok door middel van een flens of een holte, en een gewicht onder de kop aan de stok om evenwicht en baan te verbeteren; behorend tot de uitrusting van Romeinse soldaten vanaf de Republikeinse periode tot de 4e of 5e eeuw nc.
Een pasta van houtmeel of houtcellulose vermengd met een kunsthars, die wordt gebruikt om holtes of voegen in houtproducten op te vullen.
Houders met nauwsluitend deksel om eieren in te pocheren; vaak met holtes om er eieren in te leggen. Ook benaming voor standaarden, met dezelfde soort holtes en een lange verticale steel, die in een andere houder (met water) worden gezet om eieren te pocheren.
De aanwezigheid van kleine gaten of holten in een oppervlak die worden gevormd als gevolg van verwering, erosie of andere processen gedurende de tijd.
Ruwe plek op een geblazen glazen object waar de pontil rod weggebroken is. Kan worden geslepen of geslepen en gepolijst zodat een gladde ronde holte ontstaat.
De verhouding van het volume van de holtes in een materiaal tot het volume van zijn massa.
Kerken bestaande uit ruimtes die zijn uitgehouwen in de levende rots. Te onderscheiden van 'grotkerken' die gebruik maken van naruurlijke holten in het aardoppervlak.
Het ontstaan van een concave lijn of komvormige holte in een verflaag.
Delen van een overspanning die bestaan uit vlakke lateien, gedragen door kraagstenen die in de opening steken en meestal in holtes onder de uitstekende uiteinden gehakt zijn.
Cilindrische bevestigingsmiddelen met een kop met daarin een groef of holte, en een spiraalvormige schroefdraad, die ergens in worden geplaatst door ze rond te draaien met bijvoorbeeld een schroevendraaier.
Cilindervormige grendels die op een plaat zijn gemonteerd met een slotkast als omhulsel. Vanuit die slotkast loopt de grendel door tot in een keep van de stijl of een andere cilindervormige holte.
Wordt gebruikt voor holtes in altaren of altaarstukken waar relikwieën in bewaard worden.
Sluitkommen met omsloten holtes waar sluitbouten in kunnen.
Borden die voornamelijk bedoeld zijn voor het serveren van een individuele portie soep. Ze hebben een ondiepe holte en meestal een brede rand.
Doktersspiegel om lichaamsholten te onderzoeken.
Was uit de schedelholten van potvissen of dolfijnen; werd voorheen gebruikt voor kaarsen maar tegenwoordig hoofdzakelijk als een zuivere was voor zalven.
Elk van de talloze steenachtige koralen behorende tot de Orbicella en verwante geslachten, waarvan de poliepholtes rond of polygonaal zijn met opvallende, stervormige septa.
Rituele lemen holtes die werden gegraven onder belangrijke punten onder Oudegyptische tempels of tombes in aanbouw. Ze werden gevuld met ceremoniële objecten zoals amuletten, scarabeeën of voedsel en moesten het nieuwe gebouw beschermen.
Een holte of opening in hout of een ander materiaal bedoeld voor een corresponderend element, een ���tap', om twee onderdelen met elkaar te verbinden. Gebruik ���pen-en-gat-verbindingen' in de architectuur voor het geheel van deze verbinding.
Techniek voor het vormen van plastic waarbij een afgemeten hoeveelheid thermohardend perspoeder wordt voorverhit in een pot en door middel van een dompelaar door een kort (spuit)kanaal wordt geperst naar een of meer verhitte holten, waar het vervolgens hard wordt.
Zoutvaatjes gebruikt voor zout voor individueel gebruik aan tafel, met een platte onderkant, zonder pootjes of voetjes. Ze worden aangetroffen in vele vormen met één tot drie holtes voor zout en worden vaak in sets gemaakt. Geen Nederlands equivalent.
Slaginstrumenten, bestaande uit een resonerende holte, aan één of aan beide uiteinden bedekt met vel; bespeeld door erop te slaan, te wrijven, te tokkelen.
Opslageenheden die aan de voorkant open zijn en die zich in de holte van een bureau bevinden.
Tamelijk vlakke holtes in de aardkorst met minder steile hellingen dan cañons of kloven.
Een methode om metaal of glas in een vorm te gieten. De holte hiervan, ook wel het positief van de te maken vorm genoemd, wordt in was gevormd en deze was wordt vervolgens gesmolten of weggebrand en tenslotte vervangen door gesmolten metaal of glas.
Verticaal gemonteerde grendels aan de onderkant van een deur die in een holte in de vloer vallen.
Mortel die door zijn waterige consistentie in kleine voegen of holtes kan worden aangebracht of gepompt, zoals tussen stukken keramische klei, lei of vloertegel.
Materiaal dat wordt gebruikt om een bak, holte of opening te vullen, om een bestaand niveau te verhogen, een kunstmatige afzetting te vormen of om beschadigingen of gaten, zoals bij schilderijlijsten of schilderijen, bij te werken.
(Ondiepe) kommen met een ronde verhoging of knop in het midden, waardoor de vloeistof bij de rand wordt gehouden, bijvoorbeeld voor libaties. Soms past er een lampetkan met een holte in de bodem op het uitstekende gedeelte.
Schotels met een holte aan één kant om jus in te doen. Geen Nederlands equivalent.
Toestellen voor het werpen van een speer of een pijl, die bestaan uit een stok of een plank met een gleuf of een holte in het bovenoppervlak en een haak, riem of uitsteeksel aan de achterkant om het projectiel op zijn plaats te houden tot het wordt losgelaten.
Stoelen waarbij de zitting bestaat uit een bewerkte plank waarbij holtes in het bovenste en onderste oppervlak zijn geboord om de achterkant en het onderstel te verankeren. De achterpoten en de rugleuning staan los van elkaar in plaats van dat ze een doorlopend geheel vormen. De elementen van de rugleuning zijn verticaal, horizontaal of gebogen en spijlen kunnen een onderdeel van de stoel vormen.
Stoelzittingen die de vorm hebben van de holte van een zadel met een enigszins centrale richel aan de voorste rand. Voornamelijk gebruikt op Windsorstoelen.
Verwijst naar de uitvoerende kunst die wordt gekenmerkt door het vaardig produceren van muzikale tonen door de menselijke stem. Zingen vereist een lichaamstechniek waarbij de longen lucht toevoeren naar het strottenhoofd, dat als een riet of trillingsmechanisme fungeert; de borstholte en hoofdholten dienen als klankkast. De tong, het verhemelte, het gebit en de lippen zorgen voor de klankarticulatie en vormen de versterkte klanken tot klinkers en medeklinkers. Bij het zingen is een verfijnde techniek noodzakelijk om deze verschillende anatomische mechanismen en hun onderlinge wisselwerking te coördineren. Het verschil met spreken is dat bij het zingen de adem op een andere manier naar de stembanden wordt gestuurd, en dat de beweging en reflexen van de stembanden een zekere beheersing vergen.