Associaties voor illusionisme

Toegevoegd op: 16-8-2017

Het gebruik van eerldende technieken, zoals perspectief en verkorting, om het oog te doen geloven dat het afgebeelde echt is.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de periode en stijl in de kunst, vooral de beeldhouwkunst en architectuur, die samenviel met de regeerperiode van Constantijn de Grote van 311 tot 337 n. Chr. In de beeldhouwkunst kenmerkt de stijl zich door het loslaten van het klassieke Griekse illusionisme en naturalisme, met een grotere nadruk op symboliek, expressionisme en heldere vertellingen om de leer van het Christendom over te brengen. In de architectuur kenmerkt de stijl zich door de toevoeging van een transept en apsis aan Romeinse basilieken, waardoor de typische kruisvorm van de vroeg-christelijke kerken ontstond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uitvoerend kunstenaars die illusies creëren en vingervlugge trucs, goocheltrucs and andere vormen van illusionisme uitvoeren op het toneel. Te onderscheiden van 'tovenaars', die rituele handelingen bestuderen en uitvoeren, teneinde menselijke of natuurlijke gebeurtenissen te beïnvloeden door het oproepen van externe, niet-menselijke mystieke krachten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl en periode die zich ontwikkelde na de verovering van Constantinopel door de legers van de Vierde Kruistocht in 1204, en die duurde tot het begin van de 14de eeuw. De stijl is met name duidelijk aanwezig in het zuiden en midden van Italië, en werd gevoed door de import van draagbare Byzantijnse objecten, door Griekse kunstenaars in Italië en door westerse kunstenaars die terugkeerden van Byzantijns grondgebied. De Italo-Byzantijnse stijl kenmerkt zich door de vermenging van Byzantijnse thema’s, figuratieve soorten en decoratieve elementen met Hellenistisch-Romaans illusionisme, gotische vloeiende lijnen en lokale Italiaanse tradities.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aparte stijl die zich ontwikkelde in Vlaanderen en Noord-Frankrijk vanaf de late 10de eeuw tot in de 12de eeuw. De stijl is zichtbaar in verluchtingen van manuscripten, muurschilderingen en andere kunstvormen, en is gevormd door het samengaan van stijlen van het Europese vasteland met Angelsaksische stijlen van de overzijde van het Kanaal. De stijl kenmerkt zich door een dynamische evolutie en verschilt van omringende regionale stijlen door de intiemere schaal, lineaire vitaliteit, gebogen lijnen in vloeiende patronen, opgewekt dansende figuren en illusionisme.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst in algemene zin naar de latere oude cultuur van de regio en stammen van Andhra, in het bijzonder de boeddhistische kunstvormen uit de 3de eeuw n. Chr. Typische kenmerken van de latere Andhra-kunst zijn vloeiende sculpturale volumes en levensecht illusionisme. Na het tanen van de macht van de Andhra in de Deccan zou het brahmanisme wederom de toonaangevende factor worden in het zuiden. De term kan ook verwijzen naar de cultuur van de Andhra-regio uit latere eeuwen welke niet per se verband houdt met het mecenaat van Andhra-geslachten of -dynastieën.