Bakken, bakken, bakken.. bij KSART krijgt u de "taste of art" te pakken!
Welkom, voordat u kunt inloggen zet uw cookie instelling aan.
Nieuwe kunstvorm gevonden? Voeg nu een nieuwe kunstvorm toe!
Instrumenten die meten en aanduiden hoeveel een voorwerp zich boven een bepaald niveau bevindt, bijvoorbeeld zeeniveau of grondniveau.
Blaasinstrumenten van hout
Gereedschappen voor het verrichten van fijn werk of precisiewerk.
Blaasinstumenten van koper of andere metalen, geluid producerend door lipspanning.
Zij die snaarinstrumenten, zoals de luit, harp, vedel en aanverwante instrumenten, zoals gitaren, raamharpen, viola's da gamba en violen maken, ontwerpen of repareren.
De hiërarchie Meetinstrumenten bevat descriptoren voor instrumenten of houders die zijn bedoeld en vaak gekalibreerd zijn voor het meten van bijvoorbeeld omvang, hoeveelheid, capaciteit, massa of positie, op basis van een standaardeenheid of vaste hoeveelheid. Instrumenten die zijn bedoeld voor de weergave of registratie van de verkregen gegevens zijn eveneens opgenomen. Opgenomen zijn descriptoren voor instrumenten bestemd voor de waarneming en meting van licht, warmte, universele basiskrachten en het weer, alsmede tijdregistratie-instrumenten en weegschalen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor de componenten van meetinstrumenten (bijvoorbeeld 'balansveren', 'gnomons') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Instrumenten die kunnen worden gebruikt voor meting of registratie, maar die voornamelijk zijn bedoeld om mee te tekenen (bijvoorbeeld 'stokpassers') of iets te vervaardigen (bijvoorbeeld 'dividing engines') vindt u in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Vaten zonder een vaste maat die vloeistoffen of vaste stoffen kunnen bevatten (bijvoorbeeld 'lampetkannen') en waarmee weliswaar hoeveelheden kunnen worden vergeleken maar waarvan de functie als houder belangrijker is dan de maatfunctie, zijn ingedeeld bij de hiërarchie Houders.
Kleine, elektronische of mechanische apparaten die berekeningen kunnen maken maar waarbij alle handelingen met de hand worden verricht.
Geluidsmiddelen die geluid produceren door middel van trillende snaren die tussen vaste punten zijn gespannen.
Instrumenten voor het meten en vastleggen van het verstrijken van tijd.
Snaarinstrumenten met een klankkast van lichte, houten zijbanden, sterk bollend achterblad, een plat bovenblad met 1 grote, 2 of 3 kleine klankgaten, kam op het onderste gedeelte van het bovenblad, met een stuk vissen- of ander leer, of met een schelp, erboven, om het bovenblad te beschermen tegen beschadiging door het plectrum, korte hals zonder frets, dubbele snarenkoren; bespeeld met een plectrum; Arabische wereld.
Slaginstrumenten, bestaande uit metalen staven, soms gewone smidsaambeelden, opgehangen op een raamwerk, geluid voortbrengend via het in trilling gebrachte instrument zelf.
Speciale instrumenten om een elektrische stroom te onderbreken wanneer zich een zwak elektrisch verlies of aarding voordoet.
Foto-elektrische instrumenten die zijn uitgerust om absorptie, door een gas of een vloeistof, te meten van licht dat bijna monochromatisch is, binnen het zichtbare spectrum, om zo achter de concentratie van de absorberende bestanddelen in het gas of de vloeistof te komen.
Alle instrumenten die worden gebruikt om de intensiteit van stralingsenergie te meten, vooral van de zon.
Chirurgische instrumenten waarmee men klieren verwijdert, met name de amandelen.
Instrumenten voor het vaststellen van het gewicht of de dichtheid van lucht of andere gassen.
Verschillende instrumenten die werken op een optische basis of met radiogolven, voor het vaststellen van de afstand van een waarnemer tot bepaalde voorwerpen, bijvoorbeeld voor het richten van geschut of het scherpstellen van camera's.
http://www.frankossen.com/Muziekinstrumenten-Encyclopedie.htm
Instrumenten die de versnelling en verzwakking meten van geluidsgolven in een gas of een vloestof door te kijken naar het interferentiepatroon dat wordt gevormd door twee golven die worden geproduceerd door dezelfde bron.
Kleppensysteem dat rond 1860 voor de klarinet is ontwikkeld door de Belgische instrumentenmaker Eugène Albert.
Instrumenten die de hoeveelheid alcohol in een vloeistof meten.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid alkali in een vaste stof of vloeistof of de hoeveelheid kooldioxide die is gevormd in een reactie.
Beschrijft muziekinstrumenten, in het bijzonder blaasinstrumenten, met de op een na hoogste toonhoogte in hun familie. Altinstrumenten hebben gewoonlijk een bereik dat ongeveer een vijfde lager is dan dat van de hoogste leden van de familie. Met betrekking tot menselijke stemmen beschrijft deze term een zanger wiens stem hoger is dan een tenor, maar lager dan een sopraan.
Koperblaasinstrumenten met kleppen behorend tot de kornetfamilie, met een altbereik; met conische boring, middelgrote klankbeker en een ongeveer twee meter lange buis, gedraaid in de vorm van een tuba, orkestrale trompet of helikon. De grondtoon is meestal Es of F.
Hout van de boom behorende tot de soort Juglans nigra, inheems in het oosten van de Verenigde Staten. De kleur is donkerder en uniformer dan van de okkernoot; het hout wordt gebruikt voor meubels, kabinetten, geweerkolven en muziekinstrumenten.
Hout van de boom behorend tot de soort Prunus serotina, aangetroffen in bosgebieden tussen Ontario en Florida, en van North en South Dakota tot Texas. De kleur van het kernhout varieert van roodbruin tot helderrood, vaak met fijne, smalle bruine mergvlekken. Wordt gebruikt bij de vervaardiging van kostbaar meubilair, muziekinstrumenten, betimmering van bootinterieurs en schrijnwerk.
Instrumenten voor het meten van de sterkte van een elektrische stroom in ampères.
Instrumenten die het hellingspercentage van de wind meten vanaf het horizontale vlak.
Instrumenten die zijn ontworpen om de lensopening van microscoop-objectieven op te meten, uitgedrukt in getallen.
Instrumenten bestaande uit een lange, achtvormige doos, een toets met frets die in het midden over de gehele lengte van het instrument loopt en drie tot vijf metalen snaren die met stemschroeven aan de zijkant op spanning worden gehouden; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in het Appalachengebied in de Verenigde Staten. Gebruik 'geslagen hakkeborden' voor Amerikaanse chordofonen met eenzelfde bouw die echter met hamertjes worden aangeslagen.
Personen die muziek omzetten voor stemmen of instrumenten waarvoor het oorspronkelijk niet was geschreven of die het bewerken tot een stijl die past bij een bepaalde groep uitvoerders.
Wordt gebruikt voor instrumenten die zijn ontworpen om de posities waar te nemen en de horizonshoogte te meten van hemellichamen; gebruikt sinds de 2e eeuw v. Chr, totdat ze werden vervangen door sextanten.
Verwijst naar kaarten van het oppervlak van andere planeten dan de aarde, of van het oppervlak van manen, sterren of andere hemellichamen. Moderne kaarten van dit type zijn gebaseerd op coördinatensystemen die vergelijkbaar zijn met het lengte- en breedtesysteem dat voor de aarde wordt gebruikt. Meestal worden dergelijke moderne kaarten samengesteld op basis van fotografische waarnemingen met op de aarde gestationeerde apparatuur of met instrumenten aan boord van een ruimtevaartuig. De term kan ook verwijzen naar kaarten van sterren en het uitspansel, waarbij dan wel overlapping optreedt met 'sterrenkaarten'; meestal wordt de term 'astronomische kaarten' echter algemeen gebruikt voor alle afbeeldingen die met behulp van moderne technologie zijn vervaardigd.
Instrumenten voor het meten en vastleggen van de scherpte van het gehoor.
Rietinstrumenten, bestaande uit twee afzonderlijke, slanke cilindrische pijpen van hout of metaal met aan elk een enkel of dubbel riet. Beide rieten worden gezamenlijk in de mond gehouden en de pijpen wijken uiteen. Oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in het antieke Griekenland.
Te gebruiken voor groepen muzikanten die of dezelfde soort instrumenten bespelen, bijvoorbeeld allemaal koperen instrumenten, of die een speciale rol vervullen zoals spelen bij repetities, dansfeesten of optochten.
Instrumenten voor het meten van de luchtdruk in banden.
Luitachtige tokkelinstrumenten met een basregister, met een klankkast met een geschulpt silhouet, een platte of licht gewelfde rug, een plat klankbord met een rond, versierd klankgat en een lange hals met een kop met gewoonlijk zijdelings geplaatste stelschroeven. Bandora’s zijn bespannen met zes of zeven dubbele metalen snaren, waarvan de laagste zijn gemaakt van twee of meer ineengedraaide draden. De kam is gelijmd en voorzien van een fretachtige koperen strip en een rij bevestigingspinnen langs de onderste rand; een luitachtig systeem van ribben is bevestigd onder het klankbord. Ze zouden voor het eerst gemaakt zijn in 1562 door John Rose in Londen en waren tot in de zeventiende eeuw populair als continuo-instrumenten in ensembles van snaarinstrumenten.
Beschrijft menselijke stemmen en soms muziekinstrumenten met een toonhoogte lager dan tenor, maar hoger dan bas. Voor sommige instrumenten, zoals de hobo, verwijst de term naar het laagste register van de instrumentenfamilie.
Meteorologische instrumenten die automatisch de temperatuur en druk vastleggen.
Instrumenten die automatisch atmosferische druk, temperatuur en vochtigheid vastleggen in een grafiek.
Korte cilindervormige secties van blaasinstrumenten die het mondstuk aan de rest van de buis verbinden.
Beschrijft menselijke stemmen en muziekinstrumenten met een toonhoogte lager dan bariton.
Blaasinstrumenten met rechte, geknikte of sterk gebogen buis, en een naar boven gebogen metalen klankbeker, met een toonbereik tot onder de geschreven lage C.
Oceanografische instrumenten voor het meten van de diepte van water.
Oceanografische instrumenten die de temperatuur meten en vastleggen op verschillende dieptes in de oceaan; ze worden vaak gebruikt door schepen onderweg.
Te gebruiken als verzamelnaam voor de latjes of houtstroken onder de klankkast van veel snaarinstrumenten, zoals de luit, de gitaar, de klavecimbel en de piano. Van cruciaal belang voor de klank van het instrument.
Wijd uitlopende of bolvormige uiteinden die voorkomen op veel blaasinstrumenten met een open einde.
Wordt gebruikt voor instrumenten die automatisch de verlichting in een ruimte uitschakelen wanneer er zich geen mensen meer bevinden, of wanneer het licht buiten helder genoeg wordt.
Tak van biotechniek die zich bezighoudt met medische problemen zoals inplanteerbare apparaatjes, kunstmatige ledematen en organen, physieke hulpstukken voor gehandicapten en instrumenten die worden gebruikt bij onderzoek, diagnose en behandeling.
Muziekinstrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door een trillende kolom lucht.
Meetinstrumenten, meestal in de vorm van platte stokken, met verschillende schaalverdelingen voor het berekenen van de Amerikaanse standaardmaten van planken.
Kleppensysteem voor de fluit, ontwikkeld door Theobald Boehm rond 1830, met een verbeterde plaatsing van vingergaatjes en een kleppenmechanisme dat volledige ventilatie mogelijk maakt en alle vingergaatjes onder gemakkelijke controle van de vingers brengt. Andere instrumentenmakers pasten het systeem later toe op de klarinet, hobo, fagot en andere aerofonen.
Instrumenten die minieme hoeveelheden elektromagnetische straling meten door de veranderingen in weerstand in een geleider vast te stellen, die worden veroorzaakt door het verwarmingseffect van straling; ze worden gebruikt in de meteorologie.
Instrumenten die bestaan uit een kromme, veerkrachtige stok waarvan de uiteinden door een koord met elkaar zijn verbonden; wordt om verschillende redenen gebruikt, bijvoorbeeld om een boor heen en weer te laten bewegen.
Dierenriemteken van een boogschutter, vaak een centaur, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Mechanische instrumenten voor het meten van druk, die als waarnemingselement gebruik maken van een gebogen of gedraaide metalen buis die over de lengte is afgeplat en aan de uiteinden is afgesloten.
Instrumenten voor het meten van de brandpuntsafstand van lenzen en andere optische systemen.
Instrumenten die worden gebruikt om de gastoevoer naar een brander of lamp te regelen.
Instrumenten met een smal blad als van een mes en vaak met een versierd handvat, gebruikt om papier te snijden en enveloppen te openen.
Verwijst naar pijpen die deel uitmaken van andere blaasinstrumenten, niet zijn voorzien van vingergaatjes en worden gebruikt om een enkele noot aan te houden. Als zelfstandig muziekinstrument is het gewoonlijk vervaardigd van eucalyptushout en gemiddeld anderhalve meter hoog, en wordt dan 'didgeridoo' genoemd. Wordt vaak gebruikt bij ceremonies van de Australische inheemse bevolking.
Signaalinstrumenten uit Europa die zijn gemaakt van hoorn of hout en later nagemaakt in metaal, met een rechte conische buis die aan het eind iets wijder uitloopt.
De bovenste oppervlaktes van klankbodems van snaarinstrumenten waarover de snaren zijn gespannen, en die een belangrijke rol spelen in het overbrengen van de trillingen van de snaren naar de omringende atmosfeer.
Rietinstrumenten met een enkel riet en een conische boring, met de vorm van een fagot.
Instrumenten voor het meten van hoeveelheden warmte, bijvoorbeeld verbrandingswarmte, soortelijke warmte of rijpingswarmte in processen als chemische reacties of verandering van toestand.
Beweegbare sloffen of drukbarren die gebruikt worden op snaarinstrumenten met fretten en piano's om benedenwaartse druk uit te oefenen op sommige of alle snaren, waarbij de toonlengte wordt verkort.
Instrumenten voor het meten van het koolstofgehalte van staal.
Concussie-instrumenten die bestaan uit een paar kleine, ondiepe komvormige stukken hardhout die met de holle kanten naar elkaar toe met elkaar verbonden zijn door een koordje. De speler houdt ze vast met een lus die rond de duim is geslagen. De twee delen worden tegen elkaar getikt met de vingers. Meestal worden er twee paren tegelijk bespeeld, waarbij het ene paar een hogere toon heeft dan het andere.
Instrumenten die kleine hoogteverschillen meten, bijvoorbeeld tussen twee kwikkolommen.
Instrumenten voor het meten van de grootte van schedels van levende wezens; gebruik 'schedelmeters' voor instrumenten voor het opmeten van schedels van overleden wezens.
Toetsinstrumenten waarin metalen (meestal stalen) staven, boven resonatoren bevestigd, worden aangeslagen met hamertjes.
Strijkinstrumenten, tenorleden van de vioolfamilie, een octaaf lager gestemd dan de altviool; lijken qua bouw op de viool, maar onderscheiden zich door hun relatief bredere zijbanden en kortere hals.
Houten blaasinstrumenten met zeven toongaten, één duimgat, twee diametraal tegenovergestelde kleppen en meestal met een verbindingsstuk onderaan, zoals bij een blokfluit.
Kleine, luitachtige tokkelinstrumenten met fretten, uit het Andesgebied in Zuid-Amerika, die in vele vormen en met een wisselend aantal snaren voorkomen; van de twee belangrijkste typen is er één van hout met een plat achterblad terwijl de ander een bol achterblad heeft, gemaakt van het schild van een gordeldier.
Snaarinstrumenten met toetsenbord, genoemd in teksten uit de 14de tot de vroege 16de eeuw. Een nauwkeurige beschrijving van de constructie ontbreekt, maar er zijn aanwijzingen dat het een soort klavechord betrof. Dit zou hebben geleken op een orgel maar het geluid werd voortgebracht door snaren. De eerste bekende verwijzing dateert uit 1360, toen koning Edward III van Engeland een door Jehan Perrot gebouwd exemplaar schonk aan koning Jan van Frankrijk. Verwijzingen naar klavechords beginnen rond het midden van de 14de eeuw te verschijnen; omdat de klavecimbel pas na 1390 opduikt, wordt aangenomen dat met een 'chekker' geen getokkeld maar een aangeslagen snaarinstrument met toetsenbord werd bedoeld, al geeft de documentatie geen uitsluitsel.
Grote luitachtige instrumenten die van rond 1590 tot 1655 zeer geliefd waren in Europa. Ze hebben zes dubbele verkorte snarenkoren die boven de toets lopen en acht vrijzwevende bassnaren die niet worden verkort en ongeveer twee keer zo lang zijn als de gewone snaren. Hiervoor is de hals een eind verlengd voorbij de sleutelkast van de verkorte snaren. Ze worden vooral gebruikt om de solozangstem te begeleiden.
Instrumenten voor het meten van kleurwaarneming.
Instrumenten voor het meten van de optische effecten van kleur.
Wordt gebruikt voor elektronische instrumenten die zeer korte tijdsintervallen heel nauwkeurig meten, bijvoorbeeld voor het vaststellen van de snelheid van projectielen.
Meetinstrumenten voor het meten van verhoudingen; ze bestaan uit twee rechte metalen balkjes met een scharnier aan één eind en met een schaalverdeling voor het meten; worden gebruikt door klokkemakers.
Verwijst naar de Europese prehistorische spaantraditie, daterend uit de grote interglaciale periode van het Pleistoceen (1.600.000 tot 10.000 v. Chr.) en genoemd naar instrumenten die zijn aangetroffen bij Clacton-on-Sea in Essex (Engeland). De stijl kenmerkt zich door typische kern- en spaangereedschappen, in het bijzonder holle schrapers die mogelijk zijn gebruikt voor het gladmaken en vormen van houten speren. De gereedschappen zijn vergelijkbaar met die van de Soan-nijverheid in Pakistan en die welke zijn gevonden op diverse plaatsen in het oosten en zuiden van Afrika. De Clactoniëntraditie lijkt ook enigszins verband te houden met de Tayaciennijverheid uit Frankrijk en Israël.
Cubaanse slaginstrumenten die bestaan uit twee cilindervormige hardhouten stokjes, bespeeld door ze tegen elkaar te slaan.
Combinatie-instrumenten die aan het begin van de 18e eeuw werden ontwikkeld, met het hamermechanisme van een piano maar met de tokkeldokjes van een klavecimbel.
Snaarinstrumenten in de vorm van een vleugelpiano met een toetsenbord waarmee een tokkelmechanisme bedient wordt om de snaren te bespelen, met snaren die evenwijdig aan de toetsen lopen.
Snaarinstrumenten met een rechthoekige klankkast met toetsenbord aan de lange kant. De snaren, meestal 2 per toon, lopen van hoge pennen aan de linkerkant over een kam naar de stemsleutels aan de rechterkant. De snaren worden van onderaf aangeslagen door koperen tangenten aan de achterzijde van elke toets.
Toetsinstrumenten die een combinatie zijn van een klavecimbel en een orgel.
Landmeetkundige instrumenten die worden gebruikt in de mijnbouw en huizenbouw om te meten en vast te leggen hoeveel bijvoorbeeld boorgaten of putschachten afwijken van de verticaal.
Instrumenten, variërend van vorm, die iets stevig grijpen en vastklemmen.
Hout van de soort Brya ebenus die inheems is in Midden-Amerika en de Caribische eilanden. Het komt van zwart of warm bruin kernhout. Het materiaal is bros, zeer zwaar, uitermate hard, heeft een fijne uniforme textuur en kan erg glanzend worden gemaakt. Het wordt gebruikt voor inlegwerk, de rug van borstels, parket en muziekinstrumenten. Het is niet echt palissanderhout.
Toestellen waarin 2 of meer muziekinstrumenten gecombineerd worden, ook de combinatie van een muziekinstrument met een ander soort apparaat.
Instrumenten, zoals mantelbuizen, schroefbouten, of spijkerblokken die worden vastgezet aan een betonvorm voordat het beton wordt gestort. Wanneer de vormen worden verwijderd, blijven de inzetstukken ingebed in het beton.
Slaginstrumenten, bestaande uit stokken, meestal in paren, die worden bespeeld door ze tegen elkaar te slaan.
Muziekgezelschappen die gebruik maken van stemmen en/of instrumenten, van toepassing op Engelse muziek van rond 1570 tot 1720; ook gebruikt voor hedendaagse groepen die muziek brengen uit die tijd.
De grootste en laagst gestemde instrumenten van de vioolfamilie, met vier, soms vijf, snaren; ze kunnen aanzienlijk variëren in grootte en vorm.
Beschrijft muziekinstrumenten met een lagere toonhoogte dan bas. Bestaat niet voor alle instrumentenfamilies.
Instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de lengte van gebogen lijnen, bijvoorbeeld op landkaarten.
Instrumenten voor het meten van cirkelvormige bogen of voor het vastleggen van de omwentelingen van een wiel en dus voor het meten van de afgelegde afstand.
Behandelde darm die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor het maken van snaren voor muziekinstrumenten en tennisrackets.
Instrumenten waarmee continu of met tussenpozen opnamen worden gemaakt van de opeenvolgende waarden van een aantal verschillende fysieke omstandigheden, zoals warmte, lichtsterkte en vochtigheid.
Instrumenten voor het meten van de richting van een magnetisch veld in verhouding tot astronomische of landmeetkundige coördinaten.
Hulpstukken gebruikt op instrumenten om de tonen te dempen, waarbij meestal het volume afneemt.
Instrumenten voor het meten van de hoogte en de diameter van bomen met gebruik van principes die zijn gebaseerd op de relatie tussen de zijdes van gelijkvormige driehoeken.
Diverse instrumenten die de dichtheid of het soortelijk gewicht meten van vloeistoffen, vaste stoffen of gassen.
Instrumenten die de optische densiteit van materialen of voorwerpen meten door de intensiteit van doorgelaten of gereflecteerd licht te meten; ze worden bijvoorbeeld in de fotografie gebruikt om de zwarting van beelden te meten of om de snelheid van een film vast te stellen.
Instrumenten die worden gebruikt om een deur open te houden.
Instrumenten die bestaan uit een maatstok die door een kruisstuk schuift en word ingebracht in gaten, groeven of andere soortgelijke holtes om de diepte te meten.
Instrumenten waarmee de hoek wordt gemeten waarmee röntgenstralen, neutronen of elektronen worden afgebogen door een stof; wordt gebruikt om atomaire kristalstructuren te bestuderen.
Instrumenten om licht opnieuw te richten of te verspreiden, voornamelijk door het proces van diffuse transmissie.
Een systeem waarmee men digitaal geluid kan opnemen, bewerken, mixen, opslaan en afspelen of als elektrisch signaal kan uitvoeren. Gewoonlijk bestaat het systeem uit drie onderdelen: een computer, software en een hardware-interface voor de aansluiting van microfoons of muziekinstrumenten.
Instrumenten die meestal bestaan uit een stel verstelbare, draaiende armen en die worden gebruikt voor het meten van bijvoorbeeld diktes of diameters.
Instrumenten voor het meten van de uitzetting of verwijding van vloeistoffen of vaste stoffen onder invloed van warmte.
Iraanse bekertrommen die vaak uit één blok hout zijn gesneden en zijn versierd met een ontwerp in inlegwerk, en die de voornaamste percussie-instrumenten vormen in klassieke Iraanse muziek.
Kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan één van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor schaarachtige instrumenten met platte schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douters' gebruikt.
Instrumenten voor het meten en vastleggen van de mate van blootstelling aan nucleaire straling over een bepaalde periode.
Schaarachtige instrumenten met meestal platte schijfvormige uiteinden, die worden gebruikt om een vlam uit te knijpen. Voor schaarachtige instrumenten met een doosvormige bakje aan een van de bladen wordt 'kaarsesnuiters' gebruikt. Voor kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om kaarsen te doven wordt 'dompers' gebruikt.
Instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de hoeveelheid dauw die zich vormt op een bepaald oppervlak.
Instrumenten voor het meten van druk, meestal van gassen of vloeistoffen.
Cilindrische instrumenten met dubbel riet uit Armenië en Turkije. Ze hebben gewoonlijk acht vingergaten en één duimgat. Met hun warme timbre worden ze gebruikt voor lyrische melodieën.
Europese rietinstrumenten die vanaf het einde van de 16e tot de vroege 18e eeuw zeer populair waren en die worden beschouwd als de voorganger van de fagot. Ze hebben een buis uit een enkel stuk hout, waarin twee evenwijdige conische kanalen zijn geboord, naar beneden en weer omhoog. Bovenaan bevindt zich de klankbeker, die onderdeel is van de buis, met ernaast een korte aanblaashals met een dubbel riet.
Landmeetkundige instrumenten die worden gebruikt voor het vaststellen van relatieve hoogte, en die meestal bestaan uit een telescoop die vastzit op een verticale as en dus alleen kunnen draaien in een horizontaal vlak.
Lange rechte metalen op trompetten gelijkende instrumenten met conische boring, bestaande uit verschillende gedeelten die in elkaar geschoven kunnen worden wanneer het instrument niet gebruikt wordt; aangeblazen aan het uiteinde en met de grote klankbeker rustend op de grond of een andere ondersteuning bij het spelen; oorspronkelijk ontwikkeld in Tibet en in paren bespeeld tijdens boeddhistische rituelen.
Instrumenten voor nauwkeurige metingen van de absolute of differentiële kookpunten van oplossingen.
Radar- of ultrasonische instrumenten die gebruik maken van plaatsbepaling met echo's om de diepte van de zee te meten.
Instrumenten die elektriciteit meten door elektrische hoeveelheden en tijd bij elkaar te voegen, bijvoorbeeld watturenmeters.
Muziekinstrumenten die langs elektronische weg geluiden produceren.
Muziekinstrumenten waarbij trillingen worden voortgebracht die pas als geluid waarneembaar zijn nadat ze door elektrische circuits zijn geleid die uitmonden in luidsprekers.
Muziekinstrumenten die geluid produceren door middel van draaiende klankwielen die zelf geen akoestisch geluid maken maar die een regelmatige fluctuatie veroorzaken in een stroomkring die kan worden omgezet in een geluidssignaal.
Instrumenten die zijn afgesteld om zeer lage voltages te meten zonder waarneembaar stroom te trekken.
De tak van de natuurkunde die de studie omvat van het gedrag en het reguleren van elektronen die door halfgeleiders, luchtledige ruimtes of gassen stromen, en het ontwerpen en toepassen van instrumenten en systemen waarvan de werking geheel of gedeeltelijk afhangt van de kenmerken en het gedrag van elektronen.
Muziekinstrumenten die elektronische schakelsystemen bevatten als een wezenlijk onderdeel van het geluidsopwekkende systeem.
Instrumenten waarmee ovalen worden getekend.
Landmeetkundige meetinstrumenten die bestaan uit 2,5cm lange stalen schakels die zijn verbonden in een ketting van 30 meter lang; vervanger van landmeterskettingen maar tegenwoordig achterhaald.
Snaarinstrumenten uit Frankrijk, met een lange, geleidelijk smaller wordende, ondiepe klankkast met één hartvormig en één rozet klankgat. Ze hebben twee melodiesnaren, drie bourdonsnaren en vaste fretten.
Instrumenten voor het opmeten van de diameter van zeer kleine deeltjes of vezels op basis van een meting van het diffractiepatroon dat zij produceren in monochromatisch licht.
Doosjes, meestal ornamenteel, die zijn bedoeld om persoonlijke artikelen zoals haarspelden en tandenstokers op te bergen. Vroeger ook doosjes voor chirurgische instrumenten.
Koperblaasinstrumenten met ventielen, voornamelijk tenortuba's, met Bes als grondtoon, een lengte van 2,70 m, een wijde conische boring en een ketelmondstuk, gemaakt in de vorm van een helicon, tuba of trompet.
Instrumenten in de vorm van een fluit, met één open klankbekerachtig uiteinde terwijl het andere uiteinde door een uienschilmembraan is afgesloten en beschermd met een afneembare kap; bespeeld door er in te zingen of te neuriën.
Instrumenten voor het meten van dampdruk.
Instrumenten die zijn ontworpen om minieme veranderingen te meten in de afstand tussen twee referentiepunten als gevolg van krimping, uitzetting of vervorming.
Houten dubbelrietinstrumenten met een conische boring die als een haarspeld op zichzelf is teruggevouwen.
Slaginstrumenten rond 1920 uitgevonden, bestaande uit een klein, buigzaam stalen blad of lamel die is opgehangen in een raamwerk van ijzerdraad dat uitloopt in een handvat. Aan weerszijden bevinden zich metalen staafjes met aan de uiteinden houten of rubberen knoppen die afwisselend op elke kant van het blad slaan als de speler met het instrument zwaait;
Instrumenten voor het meten van magnetische flux.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de intensiteit meten van licht dat op een oppervlak valt (verlichtingssterkte), of dat wordt gereflecteerd door een oppervlak (luminantie), of dat wordt uitgezonden door een lichtbron (lichtstroom of lichtsterkte).
Blaasinstrumenten met conische boring, wijd uitlopende klankbeker, trechtervormig mondstuk en een slanke buis in een wijde ronde spiraal gebogen; tegenwoordig ook voorzien van ventielen, meestal zo geplaatst dat ze met de linkerhand kunnen worden bespeeld.
Instrumenten voor het meten van de frequentie van wisselstroom.
Verwijst naar een type traditionele Japanse muziek die hoofdzakelijk werd uitgevoerd bij ceremoniële gebeurtenissen aan het keizerlijk hof. De naam is afgeleid van de Japanse uitspraak van de Chinese tekens voor elegante muziek (ya yueh). Deze muziek werd in de 5de eeuw vanuit Korea in Japan geïntroduceerd en vormde vanaf de 8de eeuw een vast onderdeel van de hoftraditie. In de 9de eeuw werden de diverse vormen van de Noord-Aziatische, Chinese, Indiase, Zuidoost-Aziatische en inheemse Japanse muziek geherstructureerd tot twee hoofdgenres: togaku en komagaku. Togaku, de 'muziek van de rechterzijde,' is afgeleid van Chinese en Indiase vormen, terwijl komagaku, 'muziek van de rechterzijde,' Zuidoost-Aziatische en Japanse elementen bevat. Bij gagaku-uitvoeringen worden meestal combinaties van tokkelinstrumenten, blaasinstrumenten, trommels en een gong gebruikt. De hoofdtrommel en hoofdfluit van de twee typen verschillen onderling, en bij komagaku worden er geen snaarinstrumenten gebruikt. De term kangen verwijst naar zuiver instrumentale gagaku-uitvoeringen, terwijl bugaku ('dansmuziek') verwijst naar de muziek die wordt uitgevoerd in combinatie met een ceremoniële dans. Sommige elementen van het bijbehorende Shinto-rituelen en de oude stemmen zijn daarbij gehandhaafd; de solomuziek voor de gagaku-instrumenten is grotendeels verloren gegaan, maar sommige notaties zijn nog wel bewaard gebleven. De nog wel overgeleverde gagaku-muziek verschaft waardevolle informatie over de traditionele muziekvormen van Japan. Gagaku lijkt sterk op de wereldlijke muziek van China uit de Tang-dynastie, en verschaft daardoor inzicht in de muziek uit deze vroege periode.
Instrumenten voor het meten van zwakke elektrische stroom.
Instrumenten voor het meten van gas en voor het ijken van andere apparaten om gas te meten.
Het vormen van objecten met snijinstrumenten terwijl het materiaal waarvan de objecten worden gemaakt, snel ronddraait op een draaibank.
Japanse tokkelinstrumenten met twee paar snaren, een platte houten klankkast, een korte hals met fretten en schroeven opzij, en een metalen lamel die binnenin de klankkast is vastgemaakt.
Instrumenten die geluidsenergie meten door geluidsgolven te analyseren bij verschillende frequenties.
De hiërarchie Geluidsmiddelen bevat descriptoren voor apparaten die gebruikt worden voor het voortbrengen van muzikaal of niet-muzikaal geluid. Hieronder vallen instrumenten die tijdens muziekuitvoeringen worden bespeeld, instrumenten die binnen het kader van religieuze of andere ceremoniële gebeurtenissen worden bespeeld, geluidsproducerende instrumenten die niet in eerste instantie als muziekinstrument fungeren maar voor sein- of communicatiedoeleinden zijn bestemd, en benodigdheden die in combinatie met instrumenten worden gebruikt om geluid voort te brengen. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor toonhoogte-aanduidingen (bijvoorbeeld 'sopraan' of 'bas') zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpattributen. Descriptoren voor apparaten die geluid voortbrengen maar tot integrale systemen behoren (bijvoorbeeld 'inbraakalarmsystemen', 'intercomsystemen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Bouwwerkonderdelen. Descriptoren voor delen van geluidsmiddelen (bijvoorbeeld 'resonatoren', 'mondstukken') en voor benodigdheden die gebruikt worden voor het activeren van een geluidsproducerend mechanisme (bijvoorbeeld 'plectra') vindt u in de hiërarchie Objectonderdelen.
Wordt gebruikt voor instrumenten die zijn ontworpen voor het meten van geluidsniveaus en die meestal bestaan uit een microfoon, versterker, outputmeter en een frequentiemeter.
Slaginstrumenten in de Javaanse en Balinese gamelan: dunne bronzen staven, opgehangen aan horizontale koorden boven afzonderlijke buisvormige klankbodems.
Nauwkeurige landmeetkundige apparaten die gebruik maken van elektronisch-optische instrumenten die afstand meten op basis van de snelheid van het licht.
De hiërarchie Gereedschap en Uitrusting bevat descriptoren voor uitrusting die wordt gebruikt bij de verwerking van materialen en de vervaardiging van objecten, naast descriptoren die worden geassocieerd met activiteiten en disciplines in de bouw, de ontwerpbranche, de kunst en kunstnijverheid, en andere aspecten van de materiële cultuur. Niet opgenomen zijn artefacten zoals meetinstrumenten en wapens, die wel als uitrusting worden beschouwd maar binnen het kader vallen van andere hiërarchieën in de sectie Interieurinrichting en Uitrusting van het facet Objecten. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor meting op basis van standaardeenheden of vaste hoeveelheden (bijvoorbeeld 'kalibers') verschijnen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor objecten die nodig zijn voor het verankeren of verbinden van materialen, objecten of componenten (bijvoorbeeld 'spijkers', 'gespen') zijn ingedeeld bij 'bevestigingsmiddelen' in de hiërarchie Componenten. Samenstellende delen van uitrusting (bijvoorbeeld 'handvatten') zijn eveneens opgenomen in de hiërarchie Componenten. W-systemen maken deel uit van de hiërarchie Objectgroepen en systemen, en de descriptoren voor W-uitrusting (bijvoorbeeld 'airconditioningsapparaten') treft u hier aan.
Dozen om instrumenten en werkmaterialen in te doen, met name naaigerei.
Kleppensysteem waarbij elk vingergat alleen geopend wordt om de eigen noot te produceren; wordt in Europa gebruikt voor een beperkt aantal instrumenten zoals ophicleïden en bepaalde doedelzakken.
Instrumenten die worden gebruikt ter bevestiging en soms ter decoratie; bestaan uit een ring van meestal metaal, bedekt of onbedekt, en een of meer tanden, tongen of pallen.
Muziekinstrumenten op de juiste of de gewenste toonhoogte brengen. Gebruik 'afstemmen' voor het op de gewenste frequentie afstellen van geluidsapparatuur.
Naam van gestreken instrumenten die in het middeleeuwse Europa voorkomt van het midden van de 12de tot de late 14de eeuw. In 12de-eeuwse Duitse en Latijnse teksten wordt de term genoemd in combinatie met de 'vièle' (vedel), maar niet met de 'rebec', wat doet vermoeden dat de laatstgenoemde term een synoniem is. De term 'giga' begon uit fictieve en historische verslagen te verdwijnen in de 14de eeuw, toen 'rebec' in opkomst was. In verschillende talen worden de 'giga' en de 'vièle' beschreven als samen bespeelde instrumenten op feesten en vieringen, gewoonlijk in verband met minstrelen. Er is echter bewijs dat met de term in de vroege 14de eeuw soms ook werd verwezen naar instrumenten die als vedel zijn te identificeren.
Tokkelinstrumenten in allerlei vormen, maten en snarenaantallen met opgebouwde zijbanden, een licht getailleerde klankkast, een hals met fretten, een platte schroevenkast, stemschroeven die machinaal of aan de achterkant kunnen worden aangedraaid, een gecombineerde snaarhouder en kam aan de voorkant en een groot, rond klankgat.
Glazen instrumenten die worden gebruikt om een lichtbron in te sluiten en te beschermen, het licht te verspreiden of opnieuw te richten, of om de kleur ervan te wijzigen. Ook middelen die worden gebruikt om de luchtstroom naar de vlam te vergroten in een lamp met open vlam of een kaars.
Klokvormige glazen potten of deksels om gevoelige instrumenten of voorwerpen te beschermen tegen stof of beschadiging. Ook vaten voor gassen of vacuüms bij chemische experimenten.
Hout van de soort Gmelina arborea, met een normale textuur met een rechte of slingerende nerf. Het is eenvoudig te bewerken en kan erg glad en glanzend worden gemaakt. Melina wordt gebruikt voor meubels, kasten, boten, muziekinstrumenten en decoratieve kistjes. De boom wordt ook gekweekt voor pulp voor het maken van papier.
Slaginstrumenten in de vorm van een zeer ondiepe, ronde metalen schaal, in verschillende afmetingen en meestal met een omgebogen rand, ze kunnen bijna plat zijn of een slagknobbel hebben in het midden. Men laat ze klinken door er halverwege tussen het midden en de rand met een (omwonden houten) klepel tegen te slaan of ,indien aanwezig, op de uitstulping; ze vibreren het sterkst in het midden en het zwakst aan de rand.
Instrumenten die zijn ontworpen om hoeken te meten, vooral de hoeken van kristalvlakken.
Instrumenten die worden gebruikt voor het uitzetten of meten van hoeken, vaak ontworpen als bogen met schaalverdelingen.
Instrumenten die worden gebruikt om huiden of vellen te rillen, bestaande uit aan de ene zijde een gebogen, met kurk bedekte plank en aan de andere zijde een lus voor de arm van de drager, en een handgreep.
Instrumenten van het type dat is uitgevonden door Emil Berliner aan het eind van de negentiende eeuw, bedoeld om opgenomen geluid te reproduceren. Het bestaat uit een draaitafel voor platen, een geluidgever op een draaiarm (waardoor de naald de groef van de plaat kan volgen) en een kegelvormige hoorn. Grammofoons werken op dezelfde manier als cilinderfonografen. In tegenstelling tot dit soort fonografen maken ze echter geen gebruik van cilinders, maar van platte platen met een spiraalvormige groef. Als de plaat op de draaitafel ronddraait, gaat de naald in de groef trillen. De trillingen worden vervolgens omgezet in geluidsgolven. Met de eerste grammofoons kon men ook geluid op onbespeelde platen vastleggen. Gebruik ���platenspeler' voor vergelijkbare apparaten die in de jaren vijftig populair werden en die het op moderne langspeelplaten van vinyl opgenomen geluid elektronisch versterken.
Instrumenten die variaties meten in het gravitatieveld van de aarde door kleine verschillen waar te nemen in het gewicht van een voorwerp met een constante massa.
Hout van de boom behorende tot het genus Gremlina. Er is geen relatie met echte beuk, genus Fagus, maar wel met teak. Dit verklaart de Australische naam van het hout, grijze teak. Het wordt gebruikt voor het maken van kabinetten, vaten en tonnen, lambriseringen, muziekinstrumenten en fineer.
Hout van de boom behorende tot de soort Acer macrophyllum, de enige soort die van origine voorkomt in het westen van de Verenigde Staten. Dit commercieel waardevolle hout is donkerder dan die van andere esdoorns. Het wordt gebruikt voor het maken van meubels, piano-echappementen, draaiwerk en muziekinstrumenten.
Latijns Amerikaanse ritme-instrumenten bestaande uit een kalebas met inkepingen waaroverheen met een stok geschraapt wordt.
Europese snaarinstrumenten uit de middeleeuwen met een korte hals. Ze hebben ofwel een bolle klankkast zonder duidelijke scheiding tussen klankkast en hals, of een klankkast met een platte achterkant en een korte maar duidelijk te onderscheiden hals.
Gebogen of gekromde instrumenten die worden gebruikt voor het ophouden of vastmaken van objecten aan een oppervlak.
Snaarinstrumenten met een klankbodem en meerdere snaren, maar zonder toetsenbord. Ze worden aangeslagen met lichte hamertjes.
De handvaten die uitsteken van snaarinstrumenten zoals luiten, violen, viola's en gitaren, die de toets dragen en die door de speler met één hand worden vastgehouden terwijl de andere hand de snaren tokkelt of aanstrijkt. Het kunnen aparte stukken zijn die zijn aangehecht door lijm of spijkers, of ze kunnen deel uitmaken van het voornaamste gedeelte van het instrument.
Stokken waarmee slaginstrumenten bespeeld worden, met knoppen aan een uiteinde of met opgevulde uiteinden.
Instrumenten die bestaan uit een reeks ratelende voorwerpen die aan een raamwerk hangen.
Instrumenten die bestaan uit een klein boortje of de stompe punt van een druklichaam die onder druk staan en die worden gebruikt om de hardheid van materialen te meten, vooral van metalen of rubber.
West-Afrikaanse snaarinstrumenten die bestaan uit een stok of smalle plank en een hoge ingekerfde kam waar de snaren in verticale richting overheen lopen.
Tokkelinstrumenten die bestaan uit een klankbodem en een hals waartussen een serie evenwijdige snaren verticaal of diagonaal in een vlak zijn gespannen dat loodrecht op de klankbodem staat.
West-Afrikaanse snaarinstrumenten waarbij het snarenvlak loodrecht op een klankkast staat; de snaren lopen over een ingekerfde verticale kam.
Instrumenten die de duur van zonlicht vastleggen en die kwalitatieve metingen van de hoeveelheid zonlicht leveren aan de hand van de effecten van de zonnestralen op blauwdrukpapier.
Diverse instrumenten voor het meten van verticale hoeken, bijvoorbeeld voor buiging, hellingsgraad of hoogte.
Korte cilindrische rietinstrumenten uit Japan, met een dubbel riet, conische boring, zeven toongaten aan de voorkant, twee duimgaten aan de achterkant en een bamboe ring die het riet beschermt. Ze komen oorspronkelijk uit China en zijn sinds de 8e eeuw bekend in Japan. Voorheen werden ze van hardhout, been of hoorn gemaakt, tegenwoordig meestal van bamboe dat aan de binnenkant is gelakt.
Algemeen te gebruiken voor rietinstrumenten met een dubbel riet en conische boring. Meer specifiek: dubbelrietinstrumenten in westerse orkest- kamer- en solomuziek.
Term die met name in Groot Brittanie wordt gebruikt als verwijzing naar de stemmen van kinderen en naar bepaalde oudere Europese muziekinstrumenten, zoals viola's en blokfluiten met een sopraanbereik.
Rietinstrumenten met een enkel riet die eindigen in een naar boven gebogen klankbeker die gemaakt is van een dierlijke hoorn. Ze komen voor in verschillende vormen: met toongaten, met meerdere pijpen of uitgerust met een luchtzak.
De hiërarchie Houders bevat descriptoren voor artefacten die zijn bedoeld als houder voor stoffen of objecten. Hieronder vallen descriptoren voor houders bedoeld voor gebruik in de keuken, voor de tuinbouw, voor persoonlijke verzorging, hygiëne en soortgelijke persoonlijke behoeften, evenals descriptoren voor houders die worden geassocieerd met liturgische handelingen, begrafenissen en andere ceremoniële activiteiten. Een descriptor voor een houder wordt opgenomen met betrekking tot het vroegste historische gebruik van het object, of daar waar de descriptor de breedste betekenis heeft. Oude vaasvormen zijn evenwel ondergebracht op basis van hun klassieke functie of context, hoewel de descriptor in sommige gevallen ook op pre- of postklassiek vaatwerk kan worden toegepast. Relatie met andere hiërarchieën: descriptoren voor apparaten die worden gebruikt voor metingen in descriptoren van standaardeenheden of vaste eenheden (bijvoorbeeld 'maatlepels') zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. Grote en kleine keukenbenodigdheden en andere keukenapparatuur (bijvoorbeeld 'ijskasten', 'koffiezetapparaten') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor artefacten die in sommige gevallen als houder kunnen worden beschouwd (bijvoorbeeld 'ladekasten') maar die binnen het kader van andere hiërarchieën vallen, bijvoorbeeld Interieurinrichting of Gereedschap en Uitrusting, zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Wordt gebruikt voor het produceren van ontwerpen of afbeeldingen (o.a. op hout of op leer), door middel van branden of schroeien met hete instrumenten.
Meetinstrumenten, meestal in de vorm van platte stokken, 1 tot 2 meter lang, met verschillende schaalverdelingen en tabellen om een schatting te maken van hoeveel planken er uit een hoeveelheid ongezaagde boomstammen kunnen worden gehaald.
Instrumenten voor het meten van de dichtheid of het soortelijk gewicht van vloeistoffen.
Instrumenten die de hoeveelheid waterdamp in de lucht meten en aldus de relatieve vochtigheid aangeven.
Instrumenten die de luchtdruk meten, en daarmee soms de hoogte, door het effect daarvan op het kookpunt van vloeistoffen.
Instrumenten van materiaal dat zelf kan klinken, omdat het taai en elastisch genoeg is om te trillen zonder daarbij een gespannen trommelvel of snaren nodig te hebben.
Schoenachtige instrumenten of plateautjes die aan schoenen worden vastgezet, met daaraan bevestigd een metalen blad of metalen bladen, om mee over ijs te glijden.
Praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis, vaardigheden – met inbegrip van de bijbehorende instrumenten, voorwerpen, artefacten en culturele ruimtes – die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed.
Instrumenten die verticale hoeken meten door op iets in te stellen en te meten tegen een verticale slinger, of door de hoek te meten tussen het magnetische veld van de aarde en het horizonsvlak.
Ingelegde decoratieve en beschermende rand van hout, kunststof of een ander materiaal langs de rand van de kast, achterblad of hals van snaarinstrumenten. Voornamelijk gebruikt voor violen en gitaren.
Zij die instrumenten bespelen of concerten geven.
Zij die gereedschappen maken voor fijn werk of precisiewerk. Combineer 'muziekinstrument' + 'makers' voor personen die muziekinstrumenten maken. Zie 'makers van snaarinstrumenten' voor hen die specifiek snaarinstrumenten maken, ontwerpen of repareren uit de families van de luit, harp, viola en viool, zoals gitaren, lijstharpen, viola da gamba’s en violen.
De hiërarchie Interieurinrichting bevat descriptoren voor hoofdzakelijk verplaatsbare artikelen die comfort, gemak of bescherming bieden in woningen, zakelijke omgevingen of andere openbare ruimten of privéruimten. Interieurinrichting kan functioneel of ornamenteel van karakter zijn en binnenshuis of buitenshuis worden gebruikt. Ook handelsnamen en eigennamen van bepaalde typen interieurinrichting die (vrijwel) volledig zijn ingeburgerd in het algemene taalgebruik zijn in deze hiërarchie opgenomen. Relatie met andere hiërarchieën: objecten die primair fungeren als opslageenheid of andere vorm van houder (bijvoorbeeld 'kaarsenbakken' of 'footlockers') zijn opgenomen in de hiërarchie Houders. Permanente installaties die in gebouwen zijn geïntegreerd (bijvoorbeeld 'altaren' of 'koorschermen') zijn te vinden in de hiërarchie Componenten. Uurwerken en meteorologische instrumenten (bijvoorbeeld 'staande horloges' of 'barometers') zijn ondergebracht in de hiërarchie Meetinstrumenten. Descriptoren voor de diverse vormen van meubelstukken zijn opgenomen in de hiërarchie Kenmerken en Eigenschappen (bijvoorbeeld 'gerond'). Descriptoren voor samenstellende delen van interieurinrichting (bijvoorbeeld 'voetsteunen') zijn ondergebracht in de hiërarchie Componenten. Eveneens in deze hiërarchie vindt u descriptoren voor architecturale elementen die vaak deel uitmaken van een interieurinrichting (bijvoorbeeld 'bogen' of 'frontons'). Abstracte of gestileerde motieven en gestandaardiseerde patronen (bijvoorbeeld 'eierlijsten' of 'driepassen'), beeldbeschrijvende begrippen die telkens terugkeren in de kunstnijverheid, zijn opgenomen in de hiërarchie Ontwerpelementen.
Een ijzerlegering die weinig uitzet en ongeveer 36% nikkel bevat; wordt gebruikt voor landmeetkundige precisie-instrumenten en uurwerken.
Blaasinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd met de lippen als trillingsbron en die zijn uitgerust met gebogen inzetstukken die ook wel inventies worden genoemd. Deze inventies worden van tevoren in het midden van de klankkast tussen de ronde delen van de buis geplaatst om de toonhoogte te wijzigen zonder de lengte van de buis te veranderen.
Pulserende radarinstrumenten voor het meten van de verticale hoogte van lagen in de ionosfeer.
Blaasinstrumenten zonder kleppen waarbij het geluid wordt geproduceerd met de lippen als trillingsbron. Ze hebben een conische boring en worden in vele vormen gemaakt. Werden oorspronkelijk gebruikt om signalen door te geven tijdens de jacht.
Assemblages van hellende, elkaar overlappende bladen, latten of schotten die vast kunnen zitten of verstelbaar kunnen zijn. Gemaakt om regen en sneeuw te weren, om lucht en licht in verscheidene mate binnen te laten, om een lichtbron vanuit bepaalde hoeken af te schermen, of om ongewenst licht te absorberen. Worden gebruikt bij deuren, ramen, verlichtingsapparaten en de in- en uitlaten van mechanische ventilatiesystemen. Voor gelijksoortige, maar beweegbare en afneembare, instrumenten die bestaan uit latten of baffles als bedekking voor openingen om zicht of licht te verhinderen of te reguleren, gebruik 'jaloezieën (bedekkingen)'.
Instrumenten voor het afknippen van de pitten van kaarsen en lampen om het uiteinde van de pit gelijkmatig te maken en schoon te houden; meestal in de vorm van scharen met een doosvormig bakje aan een blad om de afgeknipte eindjes van de verkoolde pit op te vangen. Voor schaarachtige instrumenten met platte, schijfvormige uiteinden die worden gebruikt om een kaarsvlam uit te knijpen wordt 'douters' gebruikt. Voor kegelvormige instrumenten die worden gebruikt om vlammen te doven wordt 'dompers' gebruikt.
Zeer lange metalen, op trompetten lijkende, blaasinstrumenten met conische boring en gemaakt in twee delen. Oorspronkelijk ontwikkeld in West Afrika en bespeeld in ceremoniële muziek, meestal geassocieerd met koningen en emirs.
Artefacten van uiteenlopende aard gemaakt van de gedroogde, uitgeholde bast van diverse soorten pompoenen. Het betreft bijvoorbeeld houders zoals flessen en drinkkalebassen, keukengerei zoals kommen en soeplepels, en muziekinstrumenten of componenten daarvan, zoals trommels en ratels. Kalebassen worden overal ter wereld gemaakt en gebruikt, met name in Afrika en Midden- en Zuid-Amerika.
Wordt algemeen gebruikt voor instrumenten die worden gebruikt voor het meten of anderszins vaststellen van de afmetingen, staat of mechanische nauwkeurigheid van iets.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid kalk in grondsoorten.
Wig- of brugvormige apparaten, gewoonlijk gemaakt van hardhout, die gemonteerd zijn tussen de snaren en de klankborden van snaarinstrumenten, met het doel om de snaren naar een benodigde afstand te verhogen en de vibraties van de snaren naar het klankbord over te brengen.
Spiesvedels uit het Nabije Oosten, oorspronkelijk uit Iran, met een bolvormige klankkast, een rond bovenblad van dieren- of vissenhuid waarop de kam rust, en één tot vier snaren, voorheen van zijde, maar tegenwoordig meestal van metaal. De instrumenten worden verticaal gehouden en gedraaid om de snaren tijdens het spelen tegen de strijkstok aan te brengen. Spiesvedels uit Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië.
Weeginstrumenten voor keuringen.
Luitachtige, tokkelinstrumenten met vijf snaren, van de Wolof in Senegal en Gambia. Ze hebben een smalle, bootvormige klankkast en een cilindrische hals zonder fretten.
Citerachtige instrumenten, bestaande uit een uitgeholde, in de lengte gespleten of soms ook ongespleten magueystengel, bespannen met één of twee snaren van paardenhaar over kleine rechthoekige kammetjes, aan elke kant een; bespeeld met een strijkstok bespannen met paardenhaar, terwijl het instrument rechtop tegen borst of onderbuik wordt gehouden; vervaardigd en bespeeld door de White Mountain- en San Carlos Apache-Indianen in Arizona en de Diegueño in Californië.
Resonatoren in snaarinstrumenten met een toetsenbord, die bestaan uit dunne platen hout of ander materiaal waarover de snaren zijn gespannen.
Resonatoren van tokkel- en strijkinstrumenten.
Algemeen te gebruiken voor alle rietinstrumenten met een enkel riet en doorgaans een cilindrische boring. Specifiek te gebruiken voor die rietinstrumenten met een enkel riet die als solo- en orkestinstrumenten worden gebruikt in westerse klassieke, jazz-, volks- en fanfaremuziek.
Koperen blaasinstrumenten zonder kleppen of ventielen, met conische boring. Militair instrument gebruikt om het signaal van de infanterie te geven. 1825.
Slaginstrumenten bestaande uit twee of meer stokken, plaatjes, kommen of schaaltjes van hout, been, ivoor, schelp of een ander hard klinkend materiaal, die men laat klinken door ze tegen elkaar te slaan.
Trompetachtige blaasinstrumenten met een conische boring, die meestal zijn voorzien van vijf kleppen. Ze werden voor het eerst in 1801 gemaakt in Wenen en kwamen tot 1840 veel voor.
Instrumenten die kleuren meten door een gegeven kleur te vergelijken met een standaardkleur, een kleurenschaal of bepaalde combinaties van primaire kleuren.
Instrumenten die het verstrijken van de tijd meten en dat aangeven met wijzers of cijfers. Gebruik 'horloges' voor draagbare klokken.
Instrumenten die aan de grendel van een deur worden bevestigd en die ervoor zorgen dat de grendel in het slot valt zodra de deur wordt dichtgedaan. Ze worden vaak gebruikt in gevangenissen.
Schijven, ballen of instrumenten met een andere vorm, met gaten of een oog waardoor ze worden genaaid of vastgemaakt aan een voorwerp en die gebruikt worden als sluitingen door ze door een knoopsgat, een lus of een boordsel te halen.
Luitachtige, getokkelde snaarinstrumenten met twee snaren, van de Hausa in Nigeria.
Instrumenten voor het meten en aangeven van een horizontale verwijzingsrichting in relatie tot het magnetische noorden.
Getokkelde, luitachtige snaarinstrumenten met een korte hals en twee snaren, van de Bisa in Boerkina Faso.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid stof in de lucht, bijvoorbeeld in fabrieken of mijnen.
Tokkelinstrumenten met een lange hals die diametraal door een klankbodem loopt die is gemaakt van een grote met leer beklede kalebas. Ze hebben 21 lederen of nylon snaren die in twee evenwijdige rijen zijn geordend, aan beide kanten van een verticale kam met inkepingen, loodrecht op de klankbodem. Verder hebben ze twee handvatten, één aan de buitenste kant van elk van de twee rijen snaren. Ze worden alleen door professionele mannelijke musikanten bespeeld bij de Manding in Afrika.
Koperblaasinstrumenten met ventielen, die een middelgrote conische boring hebben en met een ketelmondstuk worden bespeeld.
De hiërarchie Kleding bevat descriptoren voor objecten die worden gedragen om warmte of bescherming te bieden, als verfraaiing of voor symbolische doeleinden. De hiërarchie bevat descriptoren voor kledingstukken die als hoofdelement van de kleding worden beschouwd (bijvoorbeeld 'overhemden' of 'broeken'), descriptoren voor kleding die onder de hoofdkleding wordt gedragen (bijvoorbeeld 'onderhemden') en descriptoren voor kledingstukken die over de hoofdkleding worden gedragen (bijvoorbeeld 'parka's'). Daarnaast zijn descriptoren opgenomen voor: beschermende kledij, met inbegrip van soorten harnassen; liturgische gewaden en andere ceremoniële kledij; uniformen; plus een uitgebreide lijst accessoires, met inbegrip van accessoires die op het lichaam worden gedragen (bijvoorbeeld 'hoofddeksels', 'schoeisel') en accessoires die een persoon meedraagt (bijvoorbeeld 'avondtasjes', 'parasols'). Relatie met andere hiërarchieën: de descriptoren 'zakhorloges' en 'polshorloges', evenals andere soorten uurwerken, zijn opgenomen in de hiërarchie Meetinstrumenten. De descriptoren 'zakpistolen' en 'staatsiezwaarden' verschijnen naast andere wapentypen in de hiërarchie Wapens en Munitie. Descriptoren voor objecten die kunnen worden gebruikt voor het onderhoud van kleding of de verzorging van de persoon zelf (bijvoorbeeld 'kledingborstels', 'nagelknippers') verschijnen in de hiërarchie Gereedschap en Uitrusting. Descriptoren voor objecten die worden gebruikt voor de opslag of het vervoer van kleding of andere persoonlijke eigendommen (bijvoorbeeld 'handschoenendozen', 'koffers') verschijnen in de hiërarchie Houders. Samenstellende delen van kleding (bijvoorbeeld 'busks', 'taillebanden') zijn opgenomen in de hiërarchie Componenten.
Dierenriemsymbool van een kreeft, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Dubbelrietinstrumenten met een cilindrische boring, een windkapsel dat het riet bedekt en een buis die aan de onderkant gebogen is en bij de opening licht uitloopt. Ze hebben één duimgat, zeven toongaten en één of meer stemgaatjes in het gebogen gedeelte aan de onderkant. Moderne versies hebben vaak een klep aan het bovenste toongat.
Kleine, luitachtige, snaarinstrumenten met één snaar van de Songhai in Niger en het noorden van Nigeria. Ze hebben een korte hals en een klankkast die van een halve kalebas of van metaal is gemaakt.
Instrumenten voor het meten van horizonshoogten, die meestal bestaan uit een boog van 90 graden met een schaalverdeling, een vizier en een loodje.
Instrumenten voor het meten en grafisch vastleggen van variaties in de druk van een vloeistof, bijvoorbeeld van de menselijke hartslag.
Muziekinstrumenten die geluid voortbrengen door de trilling van dunne lamellen of tongen van metaal, hout of een ander materiaal.
Instrumenten van doorzichtig glas die over een kaars passen en op de houder rusten om de vlam tegen de tocht te beschermen, meestal wijd uitlopend aan de bovenkant.
Buisvormige instrumenten van glas, metaal of mica die op de rand van de brander zijn bevestigd, en die de hete lucht die van de vlam opstijgt concentreren en een luchtstroom creëren.
Instrumenten die zijn bedoeld om een elektrische lamp te ondersteunen en hem elektrisch te verbinden aan de elektriciteitsleidingen.
Wordt gebruikt voor rechte stokken met een schaalverdeling in numerieke en geometrische tekens, die rechtop worden gehouden en worden gebruikt met transietinstrumenten of andere landmeetkundige instrumenten die zijn uitgerust met horizontale kruisharen voor het meten van horizontale afstanden. Gebruik 'niveaulatten' voor soortgelijke palen met een numerieke onderverdelingen voor het meten van hoogtes en verhogingen.
Landmeetkundige meetinstrumenten die bestaan uit 100 stalen schakels van elk 20cm die zijn samengevoegd in een ketting van bijna 20 meter; voorloper van @engineers' chains.
Citerachtige snaarinstrumenten met een lange, rechthoekige klankbodem of een cilindrische klankkast met een licht gewelfd oppervlak en meestal, maar niet altijd, met beweegbare kammen. Ze worden met de vingers getokkeld.
Wordt gebruikt voor instrumenten die daadwerkelijk van lood zijn gemaakt. Te onderscheiden van 'grafietpotloden' die in de 19e eeuw ten onrechte loodpotloden werden genoemd.
Dierenriemsymbool van een leeuw, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Doorzichtige instrumenten, vaak van gelatine of glas, die voor een lichtbron worden geplaatst en die dienen om de intensiteit van het licht te verminderen of de kleur ervan te veranderen.
Plankachtige passieve zonne-instrumenten die meestal vlakbij het plafond zijn geplaatst en die uit de binnen- of buitenkant van ramen steken om daglicht of direct zonlicht diep in gebouwen te laten doordringen zonder dat het schittert of wordt gedimd, zodat de lichtgesteldheid binnen wordt verbeterd.
Schepen, meestal voor anker liggend op plaatsen waar het ondoenlijk is een vuurtoren op te richten, die zijn voorzien van lichten en andere waarschuwingsinstrumenten als hulpmiddelen voor zeelieden.
Snaarinstrumenten uit Oeganda die bestaan uit een aantal afzonderlijke citerachige instrumenten van gierststengel met één snaar; ze worden in de open handpalm gehouden en met een opwaarste beweging van de wijsvinger getokkeld.
Snaarinstrumenten waarvan de snaren zijn bevestigd aan een juk bestaande uit twee armen en een dwarsbalk, dat in hetzelfde vlak ligt als de klankkast.
Wordt gebruikt voor orgelpijpen die geluid voortbrengen door de vibraties van een flexibel metalen rietje. Voor de eenvoudige pijpen, die afzonderlijk gebruikt worden als complete en onafhankelijke instrumenten, waarin geluid wordt voortgebracht door de vibratie van een enkel, dubbel of vrij rietje, wordt de term 'rietpijpen' gebruikt.
Luitachtigesnaarinstrumenten uit het moderne Griekenland, Bulgarije en Dalmatië, met een peervormige klankkast, een houten bovenblad, een sleutelschijf met stemsleutels aan de achterkant en drie snaren. Ze worden verticaal rustend op de knieën met een strijkstok bespeeld.
Slaginstrumenten, gebogen houtblok met 3, 4 of 5 dwarse spleten; bespeeld door met geharste handen over het oppervlak te wrijven; USA, New Ireland.
Instrumenten die worden gebruikt om de snelheid van schepen te meten.
Snaarinstrumenten met snarenhouder van een stok en een klankbodem van kalebas; Madagaskar.
Wordt gebruikt voor instrumenten die ontworpen zijn om stilstaande lucht door verse lucht te vervangen.
Te gebruiken voor niet-poreuze, flexibele, ronde zakken die zijn gemaakt van een lichtgewicht materiaal die worden opgevuld met verhitte lucht of een gas dat lichter is dan lucht en ontworpen zijn om op te stijgen en in de dampkring te blijven drijven, waarbij meestal passagiers of wetenschappelijke instrumenten mee naar boven worden genomen.
Instrumenten voor het vaststellen van zuiver horizontale of verticale vlakken door een luchtbelletje precies in het midden van een glazen buisje of een rond omhulsel dat bijna volledig is gevuld met alcohol of ether te manoeuvreren.
Instrumenten voor het meten van de stroomsnelheid van lucht of gas.
Snaarinstrumenten, waarvan het snarenvlak evenwijdig aan de klankkast en waarvan de hals zowel fungeert als snarenhouder en als handvat. Gebruik: "luiten" voor de specifieke tokkel-chordofonen die werden ontwikkeld in de Europese Renaissance.
Blaasinstrumenten met conische buis in gedraaide S-vorm, 2-3 meter lang, eindigend in een platte ornamentele schijf, aan het uiteinde aangeblazen; Scandinavië, bronzen tijdperk.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid in water oplosbare stoffen in de grond, bijvoorbeeld voor het testen van de doorsijpelingskwaliteit van het grondwater.
Dierenriemteken van een jonge vrouw, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Wordt gebruikt in verband met procédés voor het veranderen van de afmetingen of de vorm van een werkstuk met machinaal aangedreven snijinstrumenten.
Instrumenten voor het meten van de grootte en soms de richting van een magnetisch veld, vooral dat van de aarde.
Zuurrijk hout van de boomsoort Tieghemella heckelii, dat roodachtig tot paarsachtig bruin van kleur is, meestal met een rechte nerf en donkere strepen. Het wordt gebruikt voor meubilair, schrijnwerk, timmerwerk, decoratief fineer, lambriseringen, scheepsbouw, vloeren, draaiwerk, snijwerk, piano's en andere muziekinstrumenten.
Tokkelinstrumenten met toets, sleutelkast en een ronde klankast die of gesneden is uit een enkel stuk hout dat geleidelijk overgaat in hals en sleutelkast, of is opgebouwd volgens een luitachtige constructie.
Instrumenten die zijn ontworpen om het verschil in de hoeveelheid druk van twee vloeistoffen te meten en die meestal bestaan uit een U-vormige buis met een vloeistof erin.
Slaginstrumenten, in allerlei plaatselijke varianten met een bereik van 4 octaven. De klankbodems bestaan uit kalebassen of metalen buizen onder de claviaturen; Afrika, Latijns-Amerika.
Instrumenten die worden gebruikt om de massa te meten van kleine, elektrisch geladen deeltjes.
Slaginstrumenten, waarvan de klankbodems bestaan uit kalebassen met een door een trommelvel bedekt gat in de zijkant; bespeeld door het aanslaan van toetsen; Zuidelijk-Afrika.
Muziekinstrumenten waarbij het geluid automatisch of mechanisch wordt voortgebracht, meestal zonder uitvoerder, soms ook met een zekere mate van menselijk handelien.
Wordt gebruikt voor instrumenten of houders voor het meten van bijvoorbeeld de omvang, hoeveelheid, massa, plaats of het vermogen, uitgedrukt in een standaardeenheid of een vastgestelde hoeveelheid.
Verzamelnaam voor instrumenten die horizontale afstanden of lengtes meten.
Ronde blaasinstrumenten van koper met ventielen en een conische boring.
Wordt gebruikt voor pijpen die een samenstellend deel zijn van andere blaasinstrumenten, voorzien van vingergaatjes, die gebruikt worden voor het spelen van de melodie.
Muziekinstrumenten met gespannen vel; bespeeld door er op te slaan, te tokkelen, door wrijven of geluidsgolven.
Oud-Egyptische rituele percussie-instrumenten die gebruikt werden door priester om rituelen uit te voeren of goden op te roepen. De menat was een halsketting met vooraan een plaatje waaraan kralen hingen en op de rug een tegengewicht; het werd zoals een rammelaar gebruikt.
Slaginstrumenten bestaande uit metalen staven in een enkele of in een dubbele rij.
Instrumenten die zijn ontworpen om automatisch verschillende meteorologische elementen te meten en vast te leggen, bijvoorbeeld luchtdruk, temperatuur en vochtigheid.
Ballonnen die gebruikt worden om meteorologische instrumenten, vooral radiosondes, omhoog te dragen; gebruik 'weerballonnen' voor ballonnen die automatisch registrerende instrumenten omhoog dragen voor algemeen atmosferisch onderzoek.
Instrumenten voor de observatie, meting en documentatie van atmosferische verschijnselen.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de waarde van een hoeveelheid van iets meten en aangeven, bijvoorbeeld van gassen, vloeistoffen, kilometers of tijd.
Nauwkeurige instrumenten met een spil die wordt bewogen door een schroef met een fijne schroefdraad, die het voorwerp raakt dat moet worden gemeten, meestal om de dikte vast te stellen.
Optische instrumenten bestaande uit een lens of een combinatie van lenzen waarmee objecten kunnen worden bekeken die te klein zijn om zonder meer met het blote oog te worden waargenomen. De term kan ook worden gebruikt voor verschillende soorten instrumenten die gebruik maken van een elektronenbundel (elektronenmicroscoop), elektromagnetische straling (röntgenmicroscoop) of andere middelen dan licht en lenzen om beelden van kleine objecten te vergroten.
Membranen die worden gebruikt in muziekinstrumenten en andere geluidsapparatuur om het geluid dat het apparaat maakt, of dat de menselijke stem voortbrengt te wijzigen; hun vibraties kleuren de tonen met een zoemende nasale klankkleur.
Rietinstrumenten bestaande uit een vierkant metalen doosje met gleuven waarin vrijslaande rieten in zijn geplaatst, bespeeld door het voor de mond heen en weer te bewegen en ondertussen in- en uit te ademen.
Metalen muziekinstrumenten, bestaande uit een raamwerk met flexibele tong. Ze worden bespeeld door te tokkelen op het vrije uiteinde van de tong, vóór in de mondholte van de speler, waarbij de mond als klankbodem dient.
Rietinstrumenten waarin vrijslaande rieten in pijpen of kamers zijn geplaatst, die de speler afzonderlijk of samen kan laten klinken door te blazen of te zuigen.
Componenten van blaasinstrumenten die in of tegen de mond van de speler worden geplaatst en die samen met de lippen van de speler of het riet, de toongenerator vormen.
Snaarinstrumenten met 1 metalen snaar, bestaande uit een rechthoekige klankkast met úítstekend toetsenbord, eindigend in een ovale klankkast op opvouwbare poten.
Toetseninstrumenten met 1 snaar, gebruikt om muziek mee te maken, om muzikale intervallen mee te meten en te demonstreren, of als hulpmiddel voor piano- en orgelstemmers, uit Griekenland, 5de eeuw v.Chr.-heden.
Snaarinstrumenten met 1 snaar van paardenhaar, met toetsenbord, ovale klankkast, 29 toetsen op de hals, uit Frankrijk, 1880.
Hardware- en softwarestandaard uit 1983, die het mogelijk maakt om elektronische muziekinstrumenten fysiek op elkaar en op computers aan te sluiten en die de code bevat voor het verzenden van gegevens voor het bepalen van variabelen als noten, timbre, duur, snelheid en verschillende effecten.
Snaarinstrumenten, in allerlei typen, al of niet met afneembare klankbodem, bestaande uit een buigzame stok kromgetrokken door tussen de uiteinden van de stok gespannen snaren; bespeeld door ze aan te tokkelen, te slaan, te strijken, of te blazen, ook door een combinatie van deze speelwijzen; wereldwijd.
Mechanische muziekinstrumenten in een doos, waarbij stalen uitsteeksels aan het trillen worden gebracht door bewegende delen, aangedreven door een opwindmechaniek.
Krukken die meestal een draaibare of verstelbare zitting hebben. Ze worden bij het pianospelen of het spelen van andere instrumenten gebruikt. Geef de voorkeur aan 'muziekstoelen' voor gelijksoortig zitmeubilair met verstelbare rugleuning en eventueel met verstelbare of draaibare zitting.
Benaming die meestal van toepassing is op verschillende soorten stoelen met een verstelbare rugleuning en soms ook een verstelbare of roterende zitting die tijdens het spelen op een muziekinstrument wordt gebruikt. Gebruik 'muziekkruk' voor soortgelijke stoelen met roterende of verstelbare zitting zonder rugleuning die zijn bedoeld voor gebruik tijdens het spelen van de piano of andere muziekinstrumenten.
Aziatisch hout, ook wel nyatoh genoemd, uit Guttapercha bomen (genus palaquium beccarianum). Onder andere gebruikt in muziekinstrumenten, soms als vervanger van mahonyhout.
In algemene zin, zijn oorsprong hebben binnen de normale samenstelling en werking van zaken zoals die in de natuur worden aangetroffen, en die nauwelijks of geen enkele menselijke bewerking hebben ondergaan. Verwijst in specifieke zin naar blaasinstrumenten zonder kleppen, toetsen of andere mechanische voorzieningen voor het veranderen van de toonhoogte welke door het instrument wordt voortgebracht.
Wordt gebruikt voor diverse instrumenten, zoals kompassen, tolkompassen en sextanten waarmee navigators, meestal van vaartuigen of luchtvaartuigen, hun positie, koers en afgelegde afstand vaststellen.
Instrumenten voor het meten van de snelheid en richting van de beweging van wolken.
Wordt gebruikt voor rechte palen met een numerieke schaalverdeling, die rechtop worden gehouden en gebruikt als nivelleerwerktuigen om hoogtes en verhogingen te meten, vooral tijdens landmeten. Gebruik 'landmeetstokken' voor soortgelijke palen met numerieke en geometrische tekens, voor het meten van horizontale afstanden in combinatie met andere landmeetkundige instrumenten.
Wordt gebruikt voor kleine, bewegende schaalverdelingen die parallel lopen aan de vaste schaalverdelingen van precisie-instrumenten zoals sextanten of transietinstrumenten en die zijn ontworpen om fracties te meten van de kleinste verdelingen van de vaste schaalverdeling.
Snaarinstrumenten, met meerdere halzen, met 5 snaren, uit Gabon en West Angola.
Reflecterende navigatie-instrumenten die werden gebruikt bij het meten van de horizonshoogte van hemellichamen en die een boog hebben van 1/8 van een cirkel maar die door hun reflecterende eigenschappen tot 90 graden kunnen meten; uitgevonden in de jaren 1730 en gebruikt tot in de 19e eeuw toen ze werden vervangen door sextanten.
Blaasinstrumenten met een enkel riet, conische boring, snavelvormig mondstuk, kleine metalen klankbeker en 14 kleppen.
Instrumenten die zijn bevestigd op wielen voor het meten van de afgelegde afstand, bijvoorbeeld voor voertuigen of voor landmeetkundige instrumenten.
Instrumenten die worden gebruikt om elektrische weerstand te meten en die een schaalverdeling hebben in ohms of megohms.
Blaasinstrumenten gemaakt van de slagtand van een olifant, delicaat gegraveerd en bespeeld aan het uiteinde. Eerder een teken van beschikkingsrecht door rijken of als kerkelijk relikwie dan geluidsmiddel; Middeleeuwen.
Muziekinstrumenten, waarvan de klank elektronisch wordt opgewekt door de superponerende werking tussen een vaste en een variabele radiofrequentieoscillator; bestuurd door een toetsenbord met 7 octaven en de relatieve afstand van de hand van de speler tot een horizontaal gespannen draad; 1928.
Het onderzoeken van de bodem van een watergebied, ofwel met het blote oog ofwel met instrumenten, om een uitgebreid overzicht van meestal de geologische en archeologische kenmerken te verkrijgen.
Tafels die zijn uitgerust met medische instrumenten die door dokters worden gebruikt om patiënten te onderzoeken.
Instrumenten waarmee muziek gemaakt kan worden.
Massief geel hout van de boomsoort Platanus orientalis, met een fijne structuur die vergelijkbaar is met esdoornhout. Het wordt gebruikt voor meubels, slagersblokken, stoelen, muziekinstrumenten, interieurafwerkingen en kasten.
Foto-elektrische instrumenten voor het meten van de hoeveelheid bezinksel in vloeistoffen.
Kleppensysteem dat veel voorkomt bij Europese blaasinstrumenten, waarbij de vingergaatjes open staan wanneer ze niet in gebruik zijn.
Instrumenten die oorspronkelijk waren gemaakt voor het observeren en vastleggen van licht. Tevens optische uitrusting voor algemene doeleinden.
Instrumenten waarin met behulp van een foto-elektrische cel een tekst wordt gescand en omgezet in elektrische signalen die vervolgens worden weergegeven als geluid. Het apparaat wordt tegenwoordig voornamelijk gebruikt om blinden in staat te stellen te lezen, maar het had in de jaren 20 van de 20ste eeuw zijn oorsprong in de uitvindingen van de Oostenrijkse kunstenaar en dadaïst Raoul Hausmann, die zich bezighield met het verenigen van de zintuigen en het veranderen van licht in geluid. De optofoon werd in 1935 geoctrooieerd als rekenmachine.
Beschrijvende en analytische bestudering van muziekinstrumenten.
Blaasinstrumenten met één of meer rijen afzonderlijke pijpen, waardoorheen, via een toetsenbord of hendels, lucht wordt geperst. Voor orgels waarbij de klank op elektornische wijze geproduceerd wordt i.p.v. door lucht; gebruik elektronische orgels
Meetinstrumenten voor het vaststellen en grafisch vastleggen of aangeven van de golfvormen van veranderende hoeveelheden elektrische energie.
Instrumenten die de hoeveelheid zuur in een oplossing meten.
Instrumenten die worden gebruikt om de dikte van een materiaal te meten, bijvoorbeeld een vel papier.
Hout van de boom behorende tot het genus Buxus, met kleuren variërend van wit tot vaalgeel. Het wordt gebruikt voor gravures, inlegsels en muziekinstrumenten.
Wordt gebruikt voor grote panelen, kaders of andere assemblages waarop schakelaars, zekeringen, instrumenten en beschermende apparaten zijn bevestigd. Voor kleine panelen die schakelaars, zekeringen en stroomonderbrekers bevatten wordt 'bedieningspanelen' gebruikt.
Instrumenten die zijn ontworpen om alle hoeken te meten die nodig zijn om hoogtes of afstanden vast te stellen.
Volledige noteringen van muziekstukken of arrangementen of een eerdere versie daarvan, waarbij de partijen van alle verschillende instrumenten of stemmen op notenbalken onder elkaar staan, zodat ze in één oogopslag kunnen worden gelezen.
Een dure en vernuftige methode voor het decoreren van porselein. Hierbij worden dessins geschilderd op meerdere lagen witte slip op porselein dat in licht reliëf wordt aangebracht op vaatwerk of plaquettes van ongebakken klei. Voorafgaand aan de eerste bakfase worden de dessins vervolgens licht ingesneden met metalen instrumenten, om een cameo-achtig effect te bereiken. De stukken worden vervolgens geglazuurd en opnieuw gebakken. Deze techniek werd ontwikkeld in Sèvres in het midden van de 19de eeuw en werd daar en in de Minton-fabriek bijzonder succesvol toegepast door Marc-Louis-Emmanuel Solon.
Hout van de paulownia. Kiri is de japanse naam, meer bepaald voor de paulownia tomentosa. Wordt in China, Korea en Japan gebruikt bij het maken van decoratieve objecten en muziekinstrumenten.
Instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de dichtheid of weerstand van materialen, bijvoorbeeld aarde, door te meten tot op welke diepte een standaardnaald de materialen doorboort.
Een uitsteeksel aan een uiteinde of zijkant van een stuk hout, steen of ander materiaal dat in de corresponderende opening past om twee onderdelen met elkaar te verbinden. Zowel de benaming voor het uitstekende deel van verbindingen in architectonische constructies als in muziekinstrumenten met meerdere onderdelen, zoals hobo's en klarinetten. Gebruik ���pen-en-gat-verbindingen' in de architectuur voor het geheel van deze verbinding.
Slaginstrumenten; bespeeld door ze aan te slaan met een niet-klinkend voorwerp, zoals een stok of een hand, ook door ze te slaan tegen een niet-klinkend voorwerp, zoals het menselijk lichaam of de grond.
Slaginstrumenten bestaande uit buizen van bamboe, hout of metaal, afzonderlijk of in series, waartegen wordt geslagen met een strijkhout of een ander hard voorwerp.
Zij die percussie-instrumenten bespelen.
Hout van de boom behorende tot het genus Pyrus, vaal rozeachtig bruin van kleur met een uiterst fijne textuur. Het wordt gebruikt voor het maken van kommen, borstelgrepen, tekeninstrumenten en kabinetten.
Algemene term voor apparaten of instrumenten die worden gebruikt voor het samenpersen, het vlakken van een voorwerp of substantie, waardoor een dichtere consistentie ontstaat door het uitoefenen van druk, al mechanisch of niet.
Toetseninstrumenten die een combinatie zijn van piano en orgel, elk met een eigen toetsenbord; eind 19de eeuw.
Snaar-, tevens toetseninstrumenten, waarbij snaren in trilling worden gebracht door terugstuitende hamers, bestuurd door toetsen.
Verwijst naar muziekinstrumenten die de kleinste van hun familie zijn met de hoogste toonhoogte.
Instrumenten voor het meten van de samendrukbaarheid van vloeistoffen, bijvoorbeeld van water in een put.
Snaarinstrumenten met korte hals en peervormige klankkast, 10-24 frets op hals en bovenblad, 4 snaren van zijde of nylon; getokkeld met de vingers; China.
Houten of metalen schijven, cilinders, of komvormige aanhechtsels bevestigd onder de double reed in sommige Europese en de meeste niet-Europese dubbelriet-instrumenten, die dienst doen als een liprest. De muzikant neemt het riet in de mond en drukt de lippen tegen de pirouette.
Instrumenten die zijn ontworpen om de relatieve snelheid van vloeistoffen te meten en die bestaan uit een smalle buis waarvan één eind naar de stroom toe is gedraaid, die is verbonden met een toestel dat de druk aangeeft.
Middelen die gemaakt zijn van een of ander stijf materiaal, zoals hout, metaal, been, ivoor, schild of schacht, en die gebruikt worden om de snaren van een muziekinstrument te tokkelen. Ze kunnen vastgehouden worden in de hand, rondom de vinger worden gedragen, of een deel vormen van het mechaniek op sommige toetsinstrumenten zoals de klavecimbel.
Snaarinstrumenten met 2-8 gebogen houten halzen die aan de achterkant uit de klankbodem steken; aan elke hals is een snaar gespannen naar de voorkant van de klankbodem; Afrika, Cuba.
Instrumenten die het aantal genomen passen vastleggen tijdens het lopen of rennen, en die een grove schatting kunnen geven van de afgelegde afstand wanneer ze zijn ingesteld op de lengte van de passen van een bepaalde persoon.
Instrumenten voor het meten of aangeven van de polarisatie van licht of voor het onderzoeken van voorwerpen onder gepolariseerd licht; ze worden vaak gebruikt bij onderzoek naar druk- en trekspanning.
Blaasinstrumenten waarmee aandacht werd getrokken voor de postkoets, in allerlei vormen, van messing of koper, waarvan het geluid geproduceerd wordt met lipspanning; Europa.
Instrumenten voor het meten van verschillen in elektrisch vermogen.
Instrumenten die het mogelijk maken om de laatste centimeters van een kaars op te kunnen branden. Hieronder vallen kleine kommetjes of korte cilinders, meestal van metaal, met een of meer pennen of verstelbare armen aan de bovenkant om de stomp van een kaars vast te houden. Sommige hebben een pin die in een kaarsestandaard past.
Instrumenten voor het meten van de gladheid van oppervlakken door minieme variaties in verticale afwijkingen van het oppervlak te vergroten.
Snaarinstrumenten met opgehoogd houten bovenblad of met ondiepe klankkast met klankgaten, de snaren zijn evenwijdig aan het blad of de kast gespannen en aan beide kanten van het instrument met houten of metalen stemschroeven bevestigd; bespeeld door de snaren te tokkelen.
Instrumenten die in de stelen van kaarsenstandaards zijn gemaakt met als doel het aanpassen van de kaars in de standaard en het uitstoten van de stomp.
Instrumenten voor het meten van de totale intensiteit van zonnestraling.
Instrumenten voor het meten van hoge temperaturen door de straling te meten die wordt uitgestraald door hete voorwerpen.
Alle instrumenten, hulpstukken of constructie-elementen die nodig zijn om een raam te vormen en te bedienen, zoals klinken, koorden, raamuitzetters, scharnieren, hendels, sloten, handvaten , katrollen en raamgewichten.
Instrumenten voor het waarnemen en meten van warmtestraling, vooral bij golflengtes die langer zijn dan die van zichtbare straling, zoals bijvoorbeeld in het infrarode of microgolf-gebied.
Wordt gebruikt voor instrumenten die de lucht in worden gedragen door vrij zwevende onbemande ballonnen, die zijn uitgerust met apparatuur voor het meten van temperatuur, druk en relatieve vochtigheid en die de gegevens automatisch kunnen verzenden per radio.
Middelgrote, rechte, geelkoperen, op trompetten gelijkende blaasinstrumenten, met conische boring; aangeblazen aan het uiteinde; in paren bespeeld tijdens boeddhistische rituelen in Tibet.
Dierenriemsymbool van een ram, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Blaasinstrumenten bij joodse ceremonies bestaande uit een ramshoorn met een aanblaasgat in het smalle gedeelte van de hoorn; ook steenbokshoorn.
Lange sikkel- of S-vormige blaasinstrumenten met conische boring en enkele of dubbele klankbeker en zonder vingergaten of kleppen, geluid producerend door lipspanning van de speler; aangeblazen aan het uiteinde; oorspronkelijk ontwikkeld en bespeeld in India.
Slaginstrumenten met een bootvormige klankbodem op een voetstuk, aan haakjes aan de zijkanten van de klankbodem zijn 21 aan koorden geregen staafjes bamboe of hardhout bevestigd, hoge klank, bereik van 3 octaven, gestemd met behulp van stempasta aan de onderkanten van de staafjes; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja. Gebruik: 'ranat ek lek' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met metalen staafjes.
Slaginstrumenten met rechthoekige, gootvormige klankbodem op 4 pootjes, 21 ijzeren of stalen staafjes die rusten op smalle houten sporen bovenaan langs de kanten van de klankbodem, hoge klank, bereik van 3 octaven; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat ek' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met hardhouden of bamboe staafjes.
Slaginstrumenten, met een rechthoekige doosvormige klankbodem op korte pootjes, aan haakjes aan de zijkanten van de klankbodem zijn 17 aan koorden geregen staafjes bamboe of hardhout, bevestigd , lage klank, bereik van 2¼ octaaf, gestemd met behulp van stempasta aan de onderkanten van de staafjes, bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat thum lek' voor soortgelijke slaginstrumenten met metalen staafjes.
Slaginstrumenten met rechthoekige, gootvormige klankbodem op 4 pootjes, 17 ijzeren of stalen staafjes die rusten op smalle houten sporen bovenaan langs de kanten van de klankbodem, lage klank, bereik van 2¼ octaaf; bespeeld met 2 kloppers; Thailand, Cambodja.Gebruik: 'ranat thum' voor slaginstrumenten met hetzelfde bereik en dezelfde stemming met hardhouden of bamboe staafjes.
Slaginstrumenten met geribbeld oppervlak, bespeeld door er overheen te raspen met een niet-klinkend voorwerp.
Slaginstrumenten met een of meer houten of metalen tongen die snel langs de tanden van een tandwiel worden rondgedraaid, of waarlangs, met behulp van een hendel, een tandwiel wordt gedraaid.
Snaarinstrumenten met een peervormige klankkast met gebold achterblad, korte hals, gemaakt uit één stuk hout; Europa, Middeleeuwen, Renaissance.
Instrumenten die op verschillende manieren de brekingsindex van stoffen meten.
Instrumenten die zijn ontworpen om de hoeveelheid regen die is gevallen op te vangen en te meten.
Onderdelen van bepaalde muziekinstrumenten zoals xylofoons, muziekstrijkstokken en luiten, die de toon versterken door mee te trillen en zo veel van hun karakteristieke kwaliteit verlenen.
Slaginstrumenten, waarin draaiende wielen lichtstralen onderbreken, voor het uitvoeren van allerlei complexe ritmes, elektronisch; bespeeld met behulp van een toetsenbord, 1930.
Grassoort met brede bladeren die ongeveer 1,5 tot 5 meter hoog wordt. De planten hebben veervormige bloementrosjes en gladde stijve stengels. Ze groeien langs oevers van meren en waterstromen en in watergebieden en moerassen. Riet komt voor van de tropen tot de Arctische gebieden en is een van de meest wijdverspreide planten in de wereld. De vruchten zitten in parachuteachtige houders die worden meegevoerd door de wind. Tevens is het een van de meest geschikte planten om natte gebieden in moerassen en langs meertjes en waterstromen droog te maken. In dergelijke gebieden verspreidt de plant zich snel en hebben andere planten uiteindelijk weinig kans om te groeien. De stengels worden al duizenden jaren gebruikt als bouwmateriaal, bijvoorbeeld als dakbedekking, en voor het maken van manden, pijlen, pennen en muziekinstrumenten. Men oogst riet ook vanwege de cellulose in de plant.
Dunne, langwerpige stukken riet, hout, metaal, plastic of ander materiaal, die voorkomen in verschillende muziek instrumenten; ze worden aan het vibreren gebracht door de luchtstroom van de adem van de speler of door de blaasbalg, en brengen op die manier geluid voort.
Houtblaasinstrumenten met rieten.
Toetsinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd door vrijslaande rieten die in werking worden gebracht door samengeperste of weggezogen lucht.
Rietinstrumenten bestaande uit een pijp van riet, hout, been of metaal, waarbij het geluid wordt voortgebracht door de trilling van een enkel, dubbel of vrij riet. Gebruik 'tongpijpen' voor orgelpijpen die tonen voortbrengen door middel van de trilling van een flexibel metalen riet.
Instrumenten voor het meten van de hoogte van getijden; kunnen bestaan uit een staaf met een schaalverdeling voor visuele observatie of uit ingewikkelde elektronische apparaten die gedurende een periode informatie vastleggen op een doorlopende grafiek.
Instrumenten die worden gebruikt om de diameters te meten van ronde voorwerpen tot gespecificeerde toleranties, en die bestaan uit cilindervormige stalen ringen waarvan de diameter van de binnenkant overeenkomt met de grootste of kleinste toegestane afmetingen.
Een rode variant van het mineraal korund, dat als halfedelsteen tot de beste edelstenen wordt gerekend. Robijnen die de verkeerde kleur hebben worden gebruikt voor lagers in horloges en instrumenten.
Instrumenten, meestal van glas, die boven verlichtingsmiddelen met een open vlam hangen om het plafond te beschermen tegen roetaanslag.
Instrumenten voor het meten van de stroomsnelheid van vloeistoffen, die bestaan uit een taps toelopende buis waarin een kleine drijver naar binnen wordt geduwd tot het gewicht van de drijverr en de kracht van de vloeistof in evenwicht zijn.
Snaarinstrumenten met lange hals, per bevolkingsgroep verschillend in grootte, vorm en gebruikte materialen; bespeeld door er op te tokkelen; Centraal-Azië, Tadzjieks, Uighuren, Kazakken, Oezbeken.
Te gebruiken voor instrumenten bedoeld om zich mee op de eigen rug te krabben, vaak in de vorm van een handje op een lange stok.
Snaarinstrumenten met een vierkante klankkast bedekt met katten- of hondenhuid, lange hals zonder frets, kam, 3 snaren, van zijde of nylon; bespeeld door te tokkelen; Japan.
Snaarinstrumenten met een ovale, rechthoekige of vierkante klankkast, waarvan boven- en achterblad bedekt zijn met slangenleer, lange hals, 3 snaren van zijde of nylon, 3 schroeven aan de zijkant van de hals voor het stemmen; bespeeld met de nagels of met een plectrum; China.
Snaarinstrumenten, met 4 of 5 melodiesnaren, 3-6 bourdonsnaren en 11-16 sympathische snaren van metaal; brede, met metaal bedekte hals zonder frets; komvormige, met huid bedekte klankkast; ook met een tweede klankbodem van metaal, hout of kalebas achter de sleutelkast; bespeeld met een driehoekig houten plectrum; Noord-Indiase subcontinent.
Javaanse metallofonen bestaande uit dikke bronzen of ijzeren platen, gewoonlijk zes of zeven maar met regionale verschillen, geplaatst op een houten trog of drager, vaak gedetailleerd bewerkt en beslagen met houten of hoornen hamers. Ze bestaan in drie formaten en zijn belangrijke instrumenten in de Javaanse gamelan.
Blaasinstrumenten, met brede, wijd uitlopende conische uiteinde van koper; bespeeld met een dubbel riet.
Blaasinstrumenten met een gematigde conische boring en middelgrote klankbeker; 9 verschillende maten: van sopranino tot bas; België, 1843.
Snaarinstrumenten met een lange hals met beweegbare frets, een peervormige klankkast en een wisselend aantal snaren; Kaukasus, Iran, islamitische culturen uit Zuidoost-Europa en Klein-Azië.
Te gebruiken voor schoenachtige instrumenten of voor plateautjes die aan schoenen worden vastgezet, met aan de onderkant metalen bladen, wieltjes of rollers in diverse opstellingen om mee over ijs of andere, meestal gladde, oppervlakken te glijden.
Instrumenten voor het meten van de buitenmaten van schedels van overleden wezens; gebruik 'cefalometers' voor instrumenten voor het opmeten van de schedels van levende wezens.
Snaarinstrumenten met een slanke, rechthoekige klankkast met frets langs de lange linkerkant en spits toelopend aan de bovenkant, om daar uit te lopen in een sleutelkast, 1-4 melodiesnaren en meerdere bourdonsnaren; bespeeld door er op te tokkelen, Duitsland.
Blaasinstrumenten, gemaakt van schelpen, met conische boring, geluid producerend door lipspanning; met een mondstuk of met een gat bovenin, wanneer aangeblazen aan het uiteinde, of met een gat in de spiraal in de spiraal van de schelp, wanneer aan de zijkant aangeblazen.
Instrumenten voor het meten van de spoed, grootste en kleinste diameters, rechtheid en de draadhoek van schroefdraden.
U-vormige delen van een cilindrische buizen van koperen instrumenten, gemonteerd aan twee rechte delen van de buizen, zodanig dat het in en uitglijden wordt vergemakkelijkt. Hierdoor verandert de effectieve lengte van het instrument, en daarmee de basistoonhoogte.
Wordt gebruikt voor meetinstrumenten die een combinatie zijn van een lineaal en een krompasser, en die bestaan uit een dwarsstukje dat is vast gezet op of een deel is van een recht balkje met een schaalverdeling, waarop het andere dwarsstukje kan schuiven.
Instrumenten die worden gebruikt om de hardheid van materialen vast te stellen door de druk te meten die nodig is om materialen te krassen, deuken of doorboren.
Dierenriemteken van een schorpioen, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Diverse instrumenten voor het meten en vastleggen van trillingen van de aarde.
Instrumenten voor het meten van de richting, intensiteit en duur van bewegingen van de aarde.
Blaasinstrumenten, bestaande uit een kronkelende houten buis van ca.. 2 m. lang, met conische boring, kromme aanblaasbuis en cupmondstuk, lage stemming, geluid geproduceerd met lipspanning; Europa.
Snaarinstrumenten met een klankbodem van palmblad, de snaren zijn van koper en in paren rond de buisvormige snarenhouder van bamboe of hout gespannen, ook uit de bamboe snarenhouder zelf gesneden en omhoog gehaald; Timor. Gebruik: 'valika's' voor de gelijksoortige snaarinstrumenten uit Madagaskar.
Snaarinstrumenten met een peervormige klankkast en lange hals met beweegbare frets, 3 metalen snaren, sinds ca. 1850 ook 4 snaren; Iran, 15de eeuw of eerder.
Snaarinstrumenten bestaande uit een dikke rechte stok met dunne buigzame uiteinden, ingekerfd aan de punten, waaraan een metalen snaar is bevestigd. Deze wordt door een lus van darm verdeeld in 2 ongelijke delen die een kwart uit elkaar liggende grondtonen geven; bespeeld door te verkorten en te tokkelen; Zuid-Sotho, Zuidelijk-Afrika.
Astronomische instrumenten waarmee hoekafstanden worden gemeten, vooral de horizonshoogte van hemellichamen, om de lengte- en breedtegraad vast te stellen van schepen op zee.
Instrumenten die worden gebruikt voor het meten van de kromming van ronde of andere gebogen oppervlakken.
Hout dat wordt verkregen van de boomsoort Dalbergia sissoo, die inheems is in het Indiase subcontinent. Het kernhout is donkerbruin en slijtvast; het spinthout is lichter van kleur en gevoelig voor aantasting door schimmels en borende insecten. Het hout wordt gebruikt voor verfijnd kastwerk, fineer, vloeren, triplex, landbouwwerktuigen, muziekinstrumenten, houtsnijwerk, ski's en boten.
Korrelvormig gehydrateerd silica dat wordt gebruikt als ontwateringsmiddel, vaak bij langdurige opslag van elektronica of optische instrumenten, bijvoorbeeld camera's. Afhankelijk van de omgevingstemperatuur kan silicagel vocht opnemen of afgeven. Feitelijk fungeert het niet als droogmiddel maar als vochtstabilisator.
Snaarinstrumenten met een peervormige klankkast van kalebas of uitgehold hout, lange holle hals met frets; India.
Slaginstrumenten bestaande uit een of meer weerklinkende staven, bespeeld door ze tegen een hard voorwerp te slaan.
Verzamelnaam voor hamers en stokken die gebruikt worden om slaginstrumenten mee te bespelen.
Instrumenten met een gespannen (dieren)vel of met een toets van hout of metaal; bespeeld door er op te slaan of door ze te schudden.
Slaginstrumenten in de gamelan met lage klank en een bereik van 1 octaaf; bespeeld met 1 hamer.
Het bij een slot behorende instrument waarmee een slot wordt bediend. Voor handgereedschap zonder bek dat wordt gebruikt voor het openen en sluiten van andere instrumenten dan sloten, maar niet voor het aandraaien van schroeven wordt 'sleutels (afsteluitrusting)' gebruikt.
Wordt gebruikt voor instrumenten in land- en watervoertuigen die de reissnelheid meten en aangeven; meestal met een verdeling in kilometers, mijlen of knopen per uur.
Instrumenten voor het meten van de snelheid van geluid in water.
Snaarinstrumenten, vleugelvormig, met een toets langs de linkerkant en 2 snaren die verkortbaar zijn door middel van knopjes; bespeeld met een strijkstok.
Diverse mechanische instrumenten die worden gebruikt om de diepte van water te meten en die meestal betaan uit een spoel draad en een apparaat om gegevens mee vast te leggen.
Instrumenten, machines en andere toestellen die worden gebruikt bij het vaststellen van de hoeveelheid kracht die de zwaartekracht uitgeoefent op een voorwerp of een stof, of de hoeveelheid kracht die nodig is om een voorwerp of stof te dragen.
Beschrijft muziekinstrumenten met de hoogste toonhoogte, of, als er piccoloversies bestaan, de op een na hoogste toonhoogte in hun familie. Met betrekking tot menselijke stemmen beschrijft deze term de stem met de hoogste toonhoogte.
Instrumenten die bestaan uit een lange horizontale balk met twee verstelbare, schuivende punten, waarvan één met een potlood en de ander met een pin of stift. Worden gebruikt om grote cirkels of cirkelbogen te tekenen voor bijvoorbeeld werktekeningen op ware grootte, het opmeten van vaten of timmerwerk.
Te gebruiken voor personen die spelletjes of wedstrijden spelen of muziekinstrumenten bespelen. Gebruik 'acteurs' voor personen die een rol spelen in toneelstukken.
Strijkinstrumenten met een lange hals die diametraal door de klankkast loopt en er aan de onderkant uitsteekt als een pin of stompje waaraan de snaren zijn bevestigd.
Slaginstrumenten, bestaande uit 2 veerkrachtige armen die aan een uiteinde met elkaar verbonden zijn; bespeeld door de armen uit elkaar te duwen met een stokje, waarna ze rinkelen of trillen wanneer ze terugslaan en elkaar bij het andere uiteinde raken.
Instrumenten voor het meten van de afstand tussen de waarnemer en een voorwerp waarvan de hoogte bekend is door de hoek die door het voorwerp wordt onderspannen te meten.
Snaarinstrumenten met metalen snaren en stalen kam; bespeeld door de snaren te verkorten met een stalen staafje, dat de bespeler met de hand over de snaren laat glijden voor een beverig of glissando effect.
Meetinstrumenten met twee beweegbare armen met een scharnier of een draaipunt; lijken op tekenpassers maar met twee metalen punten die bijvoorbeeld worden gebruikt om lijnen te verdelen, maten over te zetten of om cirkels of bogen uit te zetten.
Slaginstrumenten met maximaal 30 gestemde vlakken aangebracht op het uiteinde van ingekorte olievaten; bespeeld door erop te slaan met stokken met rubberen kop.
Dierenriemsymbool van een steenbok, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Kamers waarin moeite wordt gedaan om verontreiniging buiten te houden, inclusief luchtverontreiniging, door middel van luchtfilters, matten of andere middelen, zoals in computerkamers of ruimten waar precisie-instrumenten in elkaar worden gezet.
Instrumenten die worden gebruikt voor het observeren, meten en vastleggen van voorwerpen en verschijnselen buiten de atmosfeer van de aarde.
Instrumenten waarbij het geluid wordt voortgebracht door trillende snaren; westerse muziektraditie.
Instrumenten die worden gebruikt om de stroomsnelheid, de ontladingssnelheid of de druk te meten van vloeistoffen, gassen of dampen in een buis of een andere gesloten houder.
Steeds opnieuw te gebruiken elektrische instrumenten om de stroom te onderbreken bij abnormale omstandigheden.
Hard, fijnnerfig hout van de soort Acer saccharum, afkomstig uit de Verenigde Staten en Canada. Het is licht roodbruin van kleur en heeft de neiging 'bird's eye' patronen te hebben. Het wordt gebruikt voor meubels, kasten, vloeren (dansvloeren, bowlingbanen), muziekinstrumenten, en fineer.
Strijkinstrumenten met een klankkast van ongeveer hetzelfde formaat als een viola' d'amore, 5 metalen dubbele snaren; Dublin, rond 1780.
Elektronische instrumenten die in veel verschillende modellen worden gemaakt, sterk uiteenlopend wat betreft grootte, uiterlijk en bediening, waarbij algemeen geldt dat de uitvoer door uitwendige versterkers en luidsprekers moet gaan om geluid voort te brengen.
Instrumenten die het aantal omwentelingen per minuut meten of de hoeksnelheid van draaiende schachten.
Snaarinstrumenten met lange hals zonder frets, een klankbodem met rond achterblad, 4 metalen snaren die alleen als een gonzende bourdon worden gebruikt ter begeleiding van gezongen en instrumentale melodieën; bespeeld door te tokkelen; Indiase subcontinent.
Snaarinstrumenten met een diep gebogen, achtvormige klankkast met een bovenblad van dierenvel, lange hals, beweegbare frets, 6 snaren in 3 koren van 2; Kaukasische modellen ook met sympathische snaren; bespeeld door te tokkelen; Iran, Kaukasus.
Blaasinstrumenten met een houten klankkast, conische boring, dubbel riet en pirouette; 13de eeuw. Het hedendaagse model, heeft een enkel riet en klarinetachtig mondstuk; Hongarije.
Dierenriemsymbool van een stier, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie. Ze waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffen sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Instrumenten die worden bevestigd op huurvoertuigen om de horizontaal afgelegde afstand te meten en soms ook de tijd die is verlopen tijdens het stilstaan, en die worden gebruikt om het verschuldigde bedrag te berekenen.
Instrumenten waarmee cirkels worden getekend en de afstand tussen twee punten wordt gemeten. Ze bestaan uit twee puntige benen, die bewegen door middel van een scharnier of draaipen. Meestal zijn ze zo gemaakt dat één deel kan worden losgemaakt om er een pen of verlengstuk in te zetten.
Wordt gebruikt voor instrumenten, toestellen of apparaten die geluiden over een afstand overbrengen of reproduceren, vooral die apparaten waarin een menselijke stem wordt overgebracht door een kabel of een satelliet.
Nauwkeurige landmeetkundige instrumenten die afstanden meten met gebruik van gemoduleerde, continue-golf radiosignalen.
Slaginstrumenten voor tempelrituelen, bestaande uit opengewerkte houtblokken; China, Japan, Korea.
Koperblaasinstrumenten, behorende tot de kornetfamilie, altbereik, middelgrote klankbeker, 3 kleppen, cupmondstuk.
Beschrijft menselijke stemmen en muziekinstrumenten met een toonhoogte lager dan alt, maar hoger dan bariton.
Blaasinstrumenten met tenorbereik en enkel riet; 19e eeuw.
Instrumenten voor het meten van trekspanning, bijvoorbeeld in staaldraden of balken, of voor het meten van de negatieve druk of oppervlaktespanning van vloeistoffen.
Grote boom die inheems is in de tropische gebieden in het westen van Afrika. De boom kan 60 meter hoog worden en heeft een koepelvormige of platte kroon. Aan het grootste deel van de stam groeien geen takken. De vrucht is een dopvrucht met twee vleugels. Het hout gebruikt men op verschillende manieren, onder meer voor het maken van muziekinstrumenten.
Landmeetkundige precisie-instrumenten voor het meten van horizontale en soms verticale hoeken, die bestaan uit een richttelescoop die zo is opgesteld dat het apparaat horizontaal en verticaal volkomen vrij kan ronddraaien, met bijbehorende schaalverdeling om de draaihoek te meten.
Snaarinstrumenten met lange hals en 2 sleutelkasten: één voor de snaren die over de toets lopen en tijdens het spelen met de vingers worden verkort, de andere, die hoger en opzij van de eerste is geplaatst, voor de lange vrijzwevende snaren die niet worden verkort; bespeeld door te tokkelen.
Elektronische instrumenten, met een antenne die uit het instrument omhoog steekt; bespeeld met de hand, door die heen en weer te bewegen op verschillende afstanden tot de antenne.
Boomsoort die inheems is in de groenblijvende regenwouden in Midden- en West-Afrika. De vruchten en zaden zijn een belangrijke voedingsbron voor olifanten en andere bosdieren. Het hout is hoogwaardig materiaal voor meubilair en muziekinstrumenten. De olie uit het zaad is te consumeren en de vrucht wordt lokaal gebruikt om zeep te maken.
Wordt gebruikt voor instrumenten die automatisch de tijdsduur opnemen van een gebeurtenis of proces, of die een activiteit of een apparaat in werking stellen op een bepaald tijdstip of tijdstippen; ze kunnen al of niet een hoorbaar signaal uitzenden aan het eind van het geklokte interval.
Het eigene of karakteristieke in de klank van een instrument of een stem. Het timbre vormt de belangrijkste grondslag voor de klankverschillen tussen de diverse muziekinstrumenten wanneer zij dezelfde muzieknoot spelen.
Snaarinstrumenten met 4 groepjes van 3 snaren; bespeeld door met de duimen te tokkelen; Benin.
Planken die zijn vastgemaakt op de halzen van sommige snaarinstrumenten, variërend in vorm zoals de karakteristieke kenmerken van specifieke instrumenten voorschrijven, waarover de snaren zijn gespannen en waartegen de snaren worden geduwd door de vingers van de speler.
Een serie hendels of toetsen die het geluidsmechanisme van toetsinstrumenten in werking stellen.
Muziekinstrumenten met een toetsenbord; bespeeld met hand(en).
Slaginstrumenten, met een lamel, uitgesneden in de buitenkant van een noot, van de peul van een vrucht of ander rond voorwerp als klankbord; bespeeld met de duim.
Instrumenten met flexibele tongen of lamellen aan één eind vastzittend; bespeeld met de vingers of met een trilmechaniek.
Navigatie-instrumenten die het noorden zoeken, een gyroscoop bevatten en die worden gebruikt voor de richtingsbepaling van een voertuig.
Slaginstrumenten met een gebogen klankkast, doorsnede in het midden groter dan aan de uiteinden.
Instrumenten voor het meten van de frequenties van tonen of de precieze toonhoogte, bijvoorbeeld een reeks gekalibreerde stemvorken.
Kamvormig onderdeel ��� gewoonlijk van hout, ivoor, kunststof of metaal ��� aan het eind van de hals van snaarinstrumenten (met name gitaren) waarover de snaren zijn gespannen, waardoor ze op een goede afstand van elkaar en op de juiste hoogte boven de hals worden gehouden.
Instrumenten die zijn ontworpen om torsie te meten.
Landmeetkundige instrumenten die vooral zijn ontworpen om horizontale en verticale hoeken te meten en die meestal bestaan uit een telescoop, luchtbelwaterpas, plaatjes met schaalverdelingen, diverse waterpasstelschroeven en vaak een kompas.
Slaginstrumenten, bestaande uit een stalen staaf, gebogen in een driehoek met één hoek open; bespeeld door aan te slaan met een metalen staafje.
Blaasinstrumenten met een telescopische schuif waarmee de lengte van de buis veranderd kan worden, cilindrische boring, cupmondstuk.
Slaginstrumenten, bestaande uit een resonerende holte, aan één of aan beide uiteinden bedekt met vel; bespeeld door erop te slaan, te wrijven, te tokkelen.
In algemene zin: alle blaasinstrumenten, bespeeld door lipspanning, en meestal met cylindrische boring. In specifieke zin: blaasinstrumenten in moderne westerse context met een wijd mondstuk, smalle boring, kleppen en een middelgrote klankhals en klankbeker.
Snaarinstrumenten met een slanke, driekantige, spitstoelopende klankkast van dunne plankjes, kam waarvan één van de voeten een fractie boven het bovenblad hangt, waardoor de kam daartegenaan roffelt tijdens het bespelen, 1 snaar; 15de eeuw tot midden 18de eeuw.
Blaasinstrumenten van koper met ventielen, een wijde conische boring en een wijd uitlopende klankbeker; bespeeld met een cupmondstuk, als de bas- of contrabasstemming.
Dierenriemsymbool van een tweeling, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Instrumenten die de absolute gasdruk meten in vacu³msystemen .
Snaarinstrumenten, per streek verschillend van vorm, bamboe, 7-20 snaren, uit de buitenste laag van de bamboe gesneden, ook van metaal; snaren worden aan beide uiteinden omhoog geduwd met kleine kammetjes; bespeeld door met de vingers te tokkelen; Madagaskar. Gebruik: 'sesando's' voor gelijksoortige snaarinstrumenten uit Timor.
Strijkinstrumenten met klankkast; bespeeld met een strijkstok.
Apparaten die toegepast zijn op aërofonen en hoofdzakelijk op koperen instrumenten, om de lengte van de buis met een vastgestelde hoeveelheid te veranderen tijdens het spelen.
Instrumenten voor het meten van de verdampingssnelheid van water in de atmosfeer.
Wordt gebruikt voor kleine elektrische panelen die schakelaars en zekeringen of stroomonderbrekers bevatten. Gebruik 'schakelborden' voor grotere panelen, kaders of assemblages die schakelaars, zekeringen, instrumenten en beschermende apparaten bevatten.
Instrumenten voor het meten, aanduiden of vastleggen van versnellende krachten zoals die bijvoorbeeld worden opgewekt door de zwaartekracht of door luchtvaartkundige apparaten.
Slaginstrumenten, met gestemde, metalen toetsen, in 2 rijen opgehangen in een raamwerk, met pijpen eronder in de open bovenkanten waarvan schijfjes, door een motortje draaiend gehouden, voor vibrato zorgen.
Snaarinstrumenten, bestaande uit een bamboe, of holle houten buis, waaraan één of meer klankbodems van een halve kalebas zijn bevestigd, meestal 1 aan elke kant; per streek een verschillend aantal frets en melodie- en bourdonsnaren; India, Zuid-Azië.
Snaarinstrumenten met 7 over een kam lopende melodiesnaren, 7 sympathische snaren die door de kam heen en onder de toets door naar aparte stemsleutels in de sleutelkast lopen; bespeeld met een strijkstok.
Snaarinstrumenten met 5 snaren; 1725-ca. 1770.
Snaarinstrumenten; de sopraanleden van de vioolfamilie, klankkast met vernauwing in het midden, gewelfd boven- en achterblad, 2 f-vormige klankgaten in het bovenblad, hals eindigend in een schroevenkast met krul, 4 snaren.
Zij die viola's en aanverwante instrumenten, zoals violen en cello's maken, ontwerpen en repareren.
Dierenriemsymbool van een vis, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Instrumenten voor het meten van de viscositeit van vloeistoffen.
Wordt gebruikt voor onderzoek met het blote oog, ter onderscheiding van meer technische analysemethoden waarbij gebruik wordt gemaakt van instrumenten of apparatuur.
Instrumenten voor het meten van het oppervlak van een plat vlak door de omtrek van het oppervlak te volgen.
Draagbaar gereedschap om vliegen te verwijderen. In een ceremoniële context, voornamelijk in Afrika, dienen ze ook als symbolen voor een hoge positie of autoriteit. Meestal gemaakt van flexibele vezels, die zijn bevestigd aan een handvat. Gebruik 'vliegenmeppers' voor instrumenten die worden gebruikt om insecten te doden, gewoonlijk gemaakt van een plat stuk geperforeerd materiaal of gaas dat is bevestigd aan een handvat.
Instrumenten die worden gebruikt om insecten te doden, gewoonlijk gemaakt van een plat stuk geperforeerd materiaal of gaas dat is bevestigd aan een handvat. Te onderscheiden van ‘ceremoniële vliegenmeppers’, die men bij zich draagt om vliegen van zich af te slaan en ook kunnen dienen als symbool van maatschappelijke positie of gezag.
Instrumenten die de temperatuur meten door gebruik te maken van het gegeven dat de fysieke eigenschappen van stoffen veranderen al naar gelang met de mate van verwarming.
Instrumenten voor het vaststellen van de hoeveelheid water in materialen, bijvoorbeeld hout of aarde, meestal door het elektrische weerstandsvermogen te meten.
Meetinstrumenten van meestal ruim een halve meter lang, bedoeld voor het meten van menselijke voeten om de schoenmaat te bepalen. Ze hebben ongeveer dezelfde vorm als een schuifmaat, met een verstelbaar balkje voor de tenen en een vast balkje voor de hiel, en zijn onderverdeeld in schoenmaten of centimeters.
Instrumenten met een schaalverdeling voor het meten van verschillen in elektrisch vermogen; ze zijn meestal verdeeld in volts.
Smalle, dunne instrumenten, gewoonlijk met spits toelopende randen en ronde of spits toelopende uiteinden, gebruikt voor vouwen, gladstrijken, polijsten en andere bewerkingen.
Blaasinstrumenten waarbij het geluid wordt geproduceerd door metalen of rieten tongen die binnen een nauwsluitende lijst trillen en aan één uiteinde vrij kunnen bewegen terwijl ze aan het andere worden vastgehouden. De toonhoogte wordt bepaald door de lengte en de massa van de tongen.
Wordt gebruikt voor automatische instrumenten die de temperatuur reguleren door het openen of sluiten van de demper van de verwarmingsketel of door de gastoevoer te bepalen.
Instrumenten uit de oudheid voor het meten van de tijd, die gebruik maakten van water dat met een regelmatige snelheid vaten met een schaalverdeling in of uit stroomde.
Dierenriemteken van een waterdrager, ruwweg gebaseerd op het gelijknamige sterrenbeeld. De tekens van de dierenriem, overblijfselen van Oudgriekse en Romeinse decoraties, waren populair in de romaanse en gotische kerken van Noord-Europa. Ze worden ook vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken als symbool van iedere maand waarin de zon in het betreffende sterrenbeeld komt. Daarnaast zijn ze gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Instrumenten voor het meten en vaak ook het vastleggen van de hoeveelheid water die langs een bepaald punt in een buizenstelsel stroomt.
Instrumenten die bestaan uit luchtbelwaterpassen die in een houten of metalen balkje zijn gezet en die worden gebruikt om vast te stellen of om ervoor te zorgen dat voorwerpen of oppervlakken precies verticaal of horizontaal staan.
Instrumenten met een schaalverdeling voor het meten van elektrische stroom in watts.
Instrumenten voor het vaststellen van het gewicht van voorwerpen of stoffen.
Dierenriemsymbool van een weegschaal, ruwweg gebaseerd op het sterrenbeeld met dezelfde naam. De dierenriemtekens zijn bewaard gebleven via klassieke Griekse en Romeinse decoratie, waren populair in Noord-Europese Romaanse en Gotische kerken en werden vaak aangetroffen in middeleeuwse psalters en getijdenboeken. Ze symboliseren elke maand waarin de zon het betreffende sterrenbeeld binnengaat. Deze tekens zijn ook gebruikt als decoratie op plafonds, kaarten, uurwerken en astronomische instrumenten.
Instrumenten voor het meten van de luchtdruk.
Te gebruiken voor kleine losse ballonnen die automatisch registrerende instrumenten omhoog dragen om metingen voor atmosferisch onderzoek vast te leggen en uit te zenden; gebruik 'meteorologische ballonnen' voor ballonnen die instrumenten omhoog dragen voor het vastleggen van informatie met betrekking tot het weer.
Tekeningen vervaardigd met behulp van instrumenten zoals passers of tekenhaken.
Massief geel hout van de soort Platanus occidentalis, met een fijne structuur die vergelijkbaar is met esdoornhout. Het wordt gebruikt voor meubels, slagersblokken, stoelen, muziekinstrumenten, interieurafwerkingen en kasten.
Gebouwen met daarin musea waarin de ontwikkeling en toepassing van wetenschap, wetenschappelijke ideeën, technologie en instrumenten centraal staat.
Musea waarin de ontwikkeling en toepassing van wetenschap, wetenschappelijke ideeën, technologie en instrumenten centraal staat. De eerste wetenschapsmusea (en de eerste natuurhistorische musea) werden geopend in de periode van de verlichting. Vaak begonnen die musea met particuliere collecties of de collecties van wetenschappelijke genootschappen.
Instrumenten voor het besprenkelen met wijwater, meestal van metaal dat is bevestigd aan een absorberend materiaal. In de westerse kerk bestaat de wijwaterkwast uit een steel met daarop een geperforeerde bol, spons of borstelachtig uiteinde dat het water bevat. Sommige wijwaterkwasten hebben sponzen of interne reservoirs die wijwater afgeven als ermee wordt geschud, terwijl andere regelmatig moeten worden ondergedompeld in 'wijwatervaten (vaten)'. Het werktuig werd oorspronkelijk gemaakt van takken van hysop-, palm- of bukshout, een bosje stro of de staart van een vos (in het oud-Frans heet een vos een 'goupil'). In de 13de eeuw nam de wijwaterkwast zijn moderne westerse vorm aan van een steel met daarop een met haren bedekte rozenvorm. De stelen van het sprenkelgedeelte werden zeer rijk versierd. In de Grieks-orthodoxe kerk is de wijwaterkwast een rechtopstaand vat met een taps deksel, waarin gaten zijn aangebracht voor de besprenkeling. In de Russisch-orthodoxe Kerk is het een kwast die is gemaakt van stof, haar of takjes basilicum. Het werktuig is gebaseerd op oude bronnen, waarbij takken werden gebruikt om tijdens rituelen water, bloed of een andere vloeistof te sprenkelen. Dergelijke werktuigen werden gebruikt in het oude Rome, in het Midden-Oosten, bij oude Noorse rituelen en elders.
Wordt gebruikt voor de instrumenten die de tijd aanwijzen op klokken en horloges.
Instrumenten die zijn ontworpen om de snelheid of de kracht van de wind te meten.
Slaginstrumenten, in allerlei vormen bestaande uit 2 of meer gestemde toetsen van hout, bamboe of synthetisch materiaal, steunend op 2 vibratiepunten, met klankbodems onder iedere toets afzonderlijk of onder alle toetsen gezamenlijk; bespeeld met stokjes of hamertjes; wereldwijd.
Hout van de boom behorende tot het genus Casearia praecox, inheems in West-Indië, Venezuela en Colombia. De kleur van het hout varieert van citroengeel tot bijna wit, met weinig of geen verschil tussen spint- en kernhout. Het wordt gebruikt voor het maken van schietspoelen, spillen, pianotoetsen en wiskundige instrumenten. het wordt vaak zwart gekleurd om op op ebbenhout te lijken.
Snaarinstrumenten, in allerlei vormen, bestaande uit een lange stok of stang met een knop aan beide uiteinden waarvan de snaren zijn bevestigd, 3 frets, een U-vormige kam, 1 of 2 klankbodems van een halve kalebas aan één uiteinde; bespeeld door strijken, tokkelen en slaan van de snaren; verschillende gebieden in Afrika.
Blaasinstrumenten, sopraan-, sopranino- en tenorstemming, bestaande uit een lange houten of ivoren buis, conische boring, recht, ook licht gebogen, vingergaten; bespeeld door lipspanning; Europa.
Instrumenten uit de 18de eeuw waarmee pseudostereoscopische beelden kunnen worden bekeken die soms 'vues d'optique' worden genoemd. Deze tafelkijkers bestaan uit een houten standaard ter ondersteuning van een scharnierende spiegel en lens, gebruikt om een plat op de tafel naast de standaard gelegde afbeelding te bekijken. Er wordt een perspectiefeffect geschapen door een combinatie van het beeldontwerp en de eigenschappen van spiegel en lens. Bewaard gebleven voorbeelden zijn elegante en hoogst gewilde mahoniehouten meubelstukken, bestemd voor de zitkamers van welgestelde families.
Navigatie-instrumenten die gebruik maken van de schaduw van een naald en bijbehorende schaalverdeling om het mogelijk te maken de zon te gebruiken bij het vaststellen van een richting.
Instrumenten die de duur van direct zonlicht meten.
Wordt gebruikt voor instrumenten die overdag bij benadering de tijd aangeven, door middel van een schaduw die bij zonlicht op een oppervlak met een schaalverdeling wordt geworpen door een gnomon.
Instrumenten voor het meten van de hoeveelheid zout in een oplossing.
Mechanismen die in een aantal toetsinstrumenten zijn ingebouwd, zoals orgels en klavecimbels, om het volume van een toon te variëren.