Associaties voor jas

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimvallende knie- of enkellange kledingstukken, vaak dichtgehouden met een ceintuur, die meestal van warm, absorberend materiaal zijn gemaakt en worden gedragen voor of na het baden of als gemakkelijke kleding binnenshuis.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jasjes of capes tot aan de taille die over andere nachtkleding in bed (zittend of liggend) worden gedragen; voor de warmte of uit kuisheidsoverwegingen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Korte uniformjassen, model dik overhemd of dun jasje, gedragen onder de gevechtsjas.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Op het hemd gedragen korte jassen afkomstig van het dagelijks of klein tenue; geen rokjas.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heren- en jongensjassen met een nauwsluitend bovenstuk en een tamelijk wijde, knielange rok.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Uniformjassen van het dagelijks tenue, met korte of lange mouwen, van linnen of katoen voor gebruik in de tropen en met verwisselbare knopen en epauletten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overjassen met capuchon met tressluiting, afgeleid van de marine-wachtjas met 'houtje touwtjesluiting'. Sinds generaal Montgomery zo genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Losvallende herenjasjes, daterend van omstreeks 1900, vaak van stevige stof en afgezet met een passement, in huis gedragen tijdens het luieren en roken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jassen die bij een pak behoren, met panden en een voorkant die is weggesneden bij de taille en in een boog naar beneden loopt tot achter de knie; afgeleid van jassen die worden gedragen bij het paardrijden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bovenkleding gevormd naar het bovenlichaam en doorlopend tot beneden de heuplijn, open aan de voor- of zijkant en in het algemeen met mouwen. Ook soortgelijke overkleding gedragen ter bescherming tegen het weer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Achterpanden van het onderste deel van een mannenjas, zoals bij een jacquet of rok.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jasperware is een ongeglazuurd steengoed dat veel gelijkenissen toont met het Franse biscuit, gebaseerd op een mengsel van veldspaat, pijpaarde, kwarts en barium. De kleur is meestal blauw, maar jasperware kan ook in wit of andere kleuren voorkomen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Elke rode hoornkiezel of calcedoon.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rekken of standaarden waarop jassen en andere kledingstukken tijdelijk kunnen worden opgeborgen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een periode en cultuur in de Noord-Europese IJzertijd die floreerde van circa 600 tot circa 300 v. Chr., vooral tussen de rivier de Oder en de Weser. Jastorf kenmerkt zich door specifiek aardewerk en metalen voorwerpen, zoals riemgespen en bladbronzen riemen die werden beïnvloed door de Halstatt-cultuur in het zuiden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jasjes tot in de taille van denim of ander keperkatoen, vaak blauw, waarbij de patroondelen worden geaccentueerd met stiksels, met opgestikte zakken aan de voorkant, waarvan sommige delen, b.v. de zakken, bij de hoeken worden versterkt met klinknagels.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruime, informele kleding die wordt gedragen wanneer men niet of slechts gedeeltelijk is gekleed, over het algemeen warm en vaak tot op de grond reikend, met een ceintuur van stof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange wijde capes, meestal met capuchon, of overjassen van ruige stof of dierenvellen; wordt vooral gebruikt voor de jassen die in de Middeleeuwen en later werden gedragen door soldaten en reizigers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Mouwloze jacks van leer die in de 16e en 17e eeuw in Europa werden gedragen, ofwel onder een kuras ofwel als op zichzelf staande bescherming tegen scherpe wapens.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Nauwsluitende jasjes met opstaande kraag, die aan de voorzijde niet helemaal doorloopt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jasjes met een dubbele plooi aan beide kanten van het midden aan de voorkant, een dubbele plooi in het midden op de rug en met zakken op de heupen en een ceintuur van hetzelfde materiaal.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimvallende regenjassen; wordt vooral gebruikt voor jassen van wasdoek of van een met een rubberlaag bedekte stof, vaak in felle kleuren vervaardigd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rokkostuums gedragen van 1825 tot de jaren '70 van de 19e eeuw, met zakken en waarbij de voorpanden vanaf de borst schuin zijn weggesneden naar het dijbeen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van de twee belangrijkste scholen van de Indiase miniatuurschilderkunst in de Rajputstijl; de andere is Pahari, een stijl die sterk verwant is qua techniek en themakeuze. Deze stijl wordt geassocieerd met het gebied van de Centrale Hoogvlakten. Het is nog niet geheel duidelijk hoe de Rajasthan-schilderkunst zich uit de vroege West-Indiase schilderkunst heeft ontwikkeld. Het lijkt erop dat het begin ligt in de 16de eeuw, en dat de eerste fase nog een overwegend hiëratisch en abstract karakter had. De thema's zijn meestal hindoeïstisch, met een sterk accent op het leven van Krishna. De literatuur en schilderkunst uit deze periode waren het product van de religieuze ontwikkelingen van die tijd, waarbij devotie aan Krishna de weg naar de verlossing zou wijzen. Populaire thema's waren verbeeldingen van de muzikale modi (ragamali) and liefdesgedichten. Tot de 18de eeuw werd de stijl nog nauwelijks beïnvloed door Mogolstijlen. Pas daarna viel het duidelijke onderscheid tussen de twee stijlen geleidelijk weg. Uit de stijl hebben zich diverse scholen ontwikkeld, waarvan sommige buiten de geografische grenzen van Rajasthan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overjassen van waterdicht of waterafstotend materiaal, die worden gedragen ter bescherming tegen het weer.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overjassen voor te paard; getailleerd en klokkend uitlopend.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jasjes tot op de heup met epauletten, knoopsluiting, revers, twee paar opgestikte klepzakken en een riem.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jasjes die onderdeel uitmaken van een 'smoking', zonder taille, meestal met satijnen of faille revers. Gedragen met een broek met bies die langs de buitennaad van de pijpen loopt om een smoking te vormen. Zie 'smokings' en 'jasjes'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange, lichte, jasachtige overkleding die aan het begin van de 20e eeuw werd gedragen om de drager te beschermen tegen stof, vooral bij het rijden in automobielen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Russische kopjes voor wodka, vaak met een horizontaal handvat op gelijke hoogte met de rand.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange winterjassen die reiken tot aan de enkels; gedragen tijdens de wacht.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Decoratief ondoorschijnend glas gemaakt door verschillende kleuren te mengen, om zo natuurlijke halfedelstenen als chalcedoon, jaspis, onyx en agaat te imiteren. Agaatglas werd in het oude Rome geproduceerd en vanaf de 15de eeuw ook in Venetië en Duitsland. Het lijkt op pâte de verre, waarvoor een ander productieproces wordt gebruikt. De term verwijst ook naar een soort kunstglas, ontwikkeld door Tiffany, dat lijkt op agaat.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar miniatuurschilderkunst die werd ontwikkeld in Ajmer in Rajasthan; Ajmer-schilderkunst is een voorbeeld van de uitbreiding van de Mogol-stijl van schilderen naar Rajasthan. De Mogol-keizer Jahangir (regeerde 1605-1627), die zijn hof tijdelijk verplaatste naar Ajmer tussen 1613 en 1616, was een belangrijke kunstbegunstiger. Getinte schilderijen met onvoltooide achtergronden en steenrode lijsten komen veel voor.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruiterkostuum voor vrouwen, in zwang sinds de 18e eeuw, met zwart als meest voor de hand liggende kleur. Bestaande uit zware wollen rok, met inzet om de benen ook in amazonezit te bedekken. Was lang meest mannelijke uitdossing in de vrouwelijke garderobe. De bovenkleding voor het bovenlijf zijn overeenkomstig aan formele kleding voor de man: jasje, overhemd en eventueel gilet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jas met tressen, die tevens als sluiting dienen, tot onder het middel maar boven de knieën.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Losvallende, semiformele herenjasjes die tot net onder het middel reiken en meestal open aan de voorkant werden gedragen, met een cummerband of vest. Oorspronkelijk deel van militaire of marine-uniformen, nu ook gedragen in andere beroepen, b.v. door obers.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor vrouwenjasjes, in het midden van de 19de eeuw gedragen over rokken, gewoonlijk verlengd met korte rokachtige stroken onder de taille. Soms voorzien van pagodemouwen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In Amerikaans militair woordgebruik: korte op een jas gelijkende bovenkleding, als onderdeel van een militair uniform gedragen door legerpersoneel, hoofdzakelijk tijdens velddienst en corvee, en in verband gebracht met generaal Dwight D. Eisenhower tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Brits militair woordgebruik ook getailleerde bovenkleding met een gordel aan de binnenzijde en met knopen vastgemaakt aan de broek, gedragen door land- en luchtsoldaten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een school van Indiase schilderkunst die wordt geassocieerd met het vorstendom Bikaner in het noordwesten van Rajasthan. Van alle Rajasthan-scholen is de Bikaner-school sedert zijn ontstaan, halverwege de 17de eeuw, het sterkst schatplichtig aan de Mogolstijl. Een verbond dat Bikaner eind 16de eeuw met de Mogols had gesloten, resulteerde namelijk in de komst van kunstenaars die in Bikaner-ateliers in het Delhi van de Mogols hadden gewerkt. Telkens terugkerende kenmerken zijn een elegante lijnvoering, zachte kleuren en een voorkeur voor de religieuze en literaire thema's die bij de koninklijke hindoe-opdrachtgevers in de smaak vielen. Tegen het einde van de 18de eeuw ging de stijl meer op die van Rajasthan lijken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Portemonnees gemaakt van twee rechthoekige stukken flexibel materiaal, gewoonlijk leer of stof, waarvan de twee korte kanten aan elkaar zijn genaaid. Eén lange kant is dichtgenaaid en de andere lange kant is open. Billfold portemonnees zijn maar iets groter dan de bankbiljetten waarvoor ze zijn bedoeld. Typische herenaccessoires, geschikt om in een broekzak te dragen of in een zak van een jasje.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Semiformele avondkostuums die bestaan uit een jasje, zonder taille en met satijnen of faille revers, en een broek met langs de buitennaad van de pijpen een bies van zijde of faille; gedragen met bijpassend overhemd, strikje, cummerbund of vest.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lichte, enigszins getailleerde jasjes, doorgaans met ingesneden revers, opgestikte zakken en soms een embleem op de borstzak. Zo genoemd omdat deze oorspronkelijk in zeer felle kleuren of gestreept waren uitgevoerd om scholen, universiteiten, teams en dergelijke te onderscheiden. Tegenwoordig ook blauwe colberts in nautische context.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Korte jas of jack met aansluitende taille en blousend lijf. Mannen- of vrouwenkleding, over het algemeen een vorm van sportieve of “casual” kleding. Kan onderdeel zijn van beroepskleding, zoals militaire uniformen, politie-uniformen en vliegenierskleding. Twintigste en eenentwintigste eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jasjes tot aan het middel of korter, met of zonder mouwen en open aan de voorkant; oorspronkelijk een in Spanje gedragen kledingstuk; mode voor vrouwen vanaf ca. 1850.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een hindoeïstisch georiënteerde beweging die in de jaren 30 van de 20ste eeuw in Hyderabad is voortgekomen uit de levendige religieuze ervaringen van een koopman genaamd Dada Lekhraj. Onder de nieuwe naam Prajapita Brahma bevorderde Lekhraj de overgang van het leiderschap van de beweging in vrouwelijke handen, waar het is gebleven. In deze duizendjarige beweging zijn de traditionele rollen van man en vrouw omgedraaid. Het hindoeïstische geloof in de mogelijkheid te ontsnappen aan de samsara wordt afgewezen ten gunste van een geloof in een gouden tijdperk dat zal volgen op onze tijd van neergang, die zal eindigen in een atoomramp. Alleen gezuiverde zielen zullen in dit gouden tijdperk blijven bestaan en als goden in een staat van volkomen geluk leven. Aanhangers propageren een vegetarisch, celibatair leven zonder alcohol en sigaretten met een grote nadruk op meditatie en yoga als manieren om geestelijke eenwording met God te bereiken. Hun ideeën worden verspreid in de vorm van boodschappen of 'murli’s' die dagelijks worden afgegeven bij Brahma Kumari-centra over de hele wereld. Volgelingen van de beweging zijn recentelijk actief geworden bij de Verenigde Naties; zij hebben bijvoorbeeld de inspiratie geleverd voor de Global Co-operation Movement. Het hoofdkwartier bevindt zich tegenwoordig in Mount Abu in Rajasthan (India).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tweedelige sluitingen voor een jas, colbert of ander kledingstuk, meestal gemaakt van een draad of koord in de vorm van een lus in een ornamenteel ontwerp aan de ene kant van het kledingstuk dat kan worden vastgemaakt aan een knoop, houtje of iets dergelijks aan de andere kant.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Double-breasted overjassen van het soort dat oorspronkelijk werd gedragen door Britse legerofficieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dameskostuums die bestaan uit een broek en een bijpassend bovenstuk in de vorm van een jasje, tuniek of iets dergelijks; kan een bijpassende blouse of ceintuur hebben.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Nauwsluitende, mouwloze jassen tot aan de heupen, meestal zonder kraag en met ceintuur, vooral die werden gedragen over een doublet in de 16e en 17e eeuw. Gebruik ook voor soortgelijke kledingstukken met sluitingen gemaakt van geweven of gebreide stof of leer en gedragen in de 20e eeuw als beschermende bovenkleding of om uitrusting te dragen door militair personeel.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een productieve Indiase schilderschool die verbonden is met het vorstendom Bundi in het zuidoosten van Rajasthan. Het andere grote centrum van de Bundi-schilderschool was het naburige vorstendom Kotah, waarmee Bundi ook familiebetrekkingen onderhield. Andere idioomvormen van de Bundi-stijl, zoals Indargarh, Khatoli, Toda Rai Singh, Raghugarh, Uniara en Kapren, hebben zich eveneens ontwikkeld uit deze school, die aanvankelijk uitsluitend door de Bundi-heersers werd ondersteund. De Mogolinvloeden lieten zich met name gelden in de Rajasthan-school, die een periode vanaf de 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw omvat. Bundi-schilderijen vertonen ook overeenkomsten met de Deccan-schilderijen uit het zuiden, een regio waarmee de heersers van Bundi en Kotah intensieve contacten onderhielden. De schilderijen werden meestal uitgevoerd als wandschilderingen in het paleis of als miniatuurkunst. Kenmerken van de Bundi-school zijn bewegende figuren, ronde hoofdvormen, symmetrische, waaiervormige platanen, weelderige plantengroei, spectaculaire nachtluchten en een opvallende weergave van water (lichtgekleurde wervelende vormen tegen een donkere achtergrond). Met name de schilderijen die werden geproduceerd onder Rao Bhao Singh (heerste van 1658-81) en Rao Anurad Singh (heerste van 1681-95) hadden een herkenbaar, gerijpt en verfijnd karakter. Bovendien was de repertoirekeuze vergroot. De schilders in Kotah hadden belangrijke opdrachtgevers als Rao Jagan Singh (heerste van 1658-84), Maharao Umed Singh (heerste van 1770-1819), Maharao Ram Singh (heerste van 1827-66) en Maharao Shatru Sal (heerste van 1866-89); vooral populair waren de weelderige schilderijen van jachttaferelen waarin de heerser een rol speelde, uitgevoerd in de vorm van wandschilderingen of als miniaturen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Getailleerde jasjes met een schootje, bij rijkere kleding behorend tot de informele kleding, om de breedte van de paniers van hoepelrokken te bedekken; van toepassing bij kleding van de 18e tot de vroege 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jasjes van gebreid of gehaakt materiaal (tricot), met een opening over de gehele lengte middenvoor en een ronde of V-hals, meestal zonder kraag.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Accessoires of basiskledingstukken die worden gebruikt om de open of laag-uitgesneden lijfjes van jurken te vullen of die onder een jasje worden gedragen. Ze zijn gemaakt van fijne materialen, al dan niet met mouwen, en werden gedragen van de 18e tot begin 20 eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Overjassen, single- of doublebreasted, in geval van single-breasted soms met blinde knoopsluiting, meestal van effen, donkere wollen stof en vaak met een fluwelen kraag. Een type dat oorspronkelijk door mannen werd gedragen in de 18e eeuw en werd aangepast voor vrouwen in de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Nette herendassen die aan de voorkant zijn gevouwen of geknoopt met de uiteinden in het jasje gestopt. Ook stukken kant, zijde of ander fijn materiaal die om de hals worden gedragen door mannen en vooral in de mode waren in de 17e eeuw. Gebruik `stropdassen' voor lange, smalle stroken stof die om de hals onder de boord worden gedragen en in een knoop, lus of strik worden vastgemaakt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-miniatuurschilderkunst met als centrum Deogarh, een afsplitsing van de Mewar-school; de stijl kende een bloeitijd aan het einde van de 18de eeuw, toen het werk van het Mewar-hof, waartoe Deogarth behoorde, aan kwaliteit had ingeboet. Duidelijk herkenbaar is een doelbewuste terugkeer naar pre-islamitische conventies, met name in het krachtige kleurgebruik en de vervormde weergave van figuren (bijvoorbeeld vissenogen, overdreven grote hoofden). Andere opvallende kenmerken van de Deogarth-schilderkunst zijn een dromerige blik, opgezwollen lichamen, bijzondere kledij, losjes geschilderde vormen en een voorkeur voor modderige kleuren, met name groentinten. Deogarh-kunstenaars brachten vaak een perspectivisch element in hun miniaturen aan door verder gelegen objecten kleiner weer te geven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Nauwsluitende, met tressen versierde huzarenjassen, zonder panden, sluitend om het middel en meestal gedragen in combinatie met een pelsjas. Gedragen door troepen te paard.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Eenvoudige jurken die de vorm hebben van een jas en over het algemeen zonder overkleding worden gedragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimten waar bagage, pakjes, kleding of andere persoonlijke artikelen tijdelijk in bewaring worden gegeven aan een toezichthouder. Gebruik voor ruimten in openbare gebouwen waar jassen en dergelijke kunnen worden opgehangen 'vestiaires', voor ruimten om kleding te bewaren in de huiselijke sfeer 'kleerkamers'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Nauwsluitende bovenkleding tot net onder de taille. Meestal mouwloos en met knopen aan de voorkant, gedragen over een overhemd en onder een jas of colbert.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zware, zeer ruimvallende herenoverjassen, oorspronkelijk gevoerd met bont. Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor Europese wapenrustingen, gedragen vanaf de tweede helft van de 16de eeuw door lichte cavalerie gewapend met vuurwapens, meestal bestaande uit een kuras over een leren legerjas, spaudlers, een open helm, zoals een wapenhelm, een lichte Zischägge of een stalen helmkap, en een pantserhandschoen voor de linkerhand.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Standaarden waaraan hoeden kunnen worden gehangen, meestal ook met plaats voor jassen of paraplu's. Over het algemeen zijn ze uitgebreider en vaker vrijstaand dan 'hoedenrekken'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Losvallende lange overjassen of capes met, vaak afneembaar, tot de elleboog reikend schoudermanteltje en nauwsluitende kraag, soms met riem; uit Inverness, Schotland, afkomstig en vooral in de tweede helft van de 19e eeuw in de mode.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sportjasjes of jassen, meestal van tweed of wol, die worden gedragen tijdens het schieten of jagen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Nauwsluitende korte jasjes met korte panden, flappen of slippen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heuplange, double-breasted, rechtvallende jassen, vooral zoals zeelieden die dragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-schilderkunst met als centrum Jodhpur in Marwar. Belangrijke kenmerken van deze laat-18de-eeuwse schilderkunst zijn grote ogen met boogvormige wenkbrauwen, krulhaar in rolletjes en rijen bomen over de gehele breedte van het beeldvlak. Raja Man Singh (1804-1843) uit Jodhpur was een belangrijk opdrachtgever voor de Marwar-schilderkunst.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jassen die aan de voorkant over de hele lengte kunnen worden dichtgeknoopt en met een kleine kraag, gedragen bij het paardrijden, voornamelijk gedragen door vrouwen in de 18e eeuw in koloniaal Amerika. Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange, op jassen gelijkende kledingstukken, ter hoogte van de taille vastgemaakt met een sjerp en met extra lange mouwen. Meestal van felgekleurde katoen of zijde, vaak gestreept en met borduurwerk; meestal zonder kraag. Gedragen in het oostelijk Middellandse Zeegebied. In westerse landen in de mode in de jaren '60 en '70 van de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heup- tot knielange gewaden, gemaakt in jas- of capevorm, die worden gedragen tijdens het maken van het toilet.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimvallende kleding met wijde mouwen, om het middel vastgemaakt met een obi of brede sjerp en traditioneel gedragen door Japanse mannen en vrouwen. Ook op dit kledingstuk geïnspireerde ochtendjassen in de westerse kleding.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een 18de-eeuwse Indiase schildersschool die is verbonden met de prinselijke staat Kishangarh in centraal Rajasthan. Net als andere Rajput-schilderstijlen is ook deze school enigszins schatplichtig aan contemporaine Mogol-schilderkunst. De school wordt gekenmerkt door zijn religieuze intensiteit en individualistische gelaatsuitdrukking die bestaat uit puntige kinnen en neuzen, diep gekromde ogen en golvende haarlokken. Panoramische landschappen vormen vaak de achtergrond voor de geïllustreerde scène. Een belangrijke begunstiger gedurende de vormende fase was Raja Savant Singh (regeerde 1748-57), die zelf een dichter en devoot lid was van de Vallabhacarya-sekte. Vooral de reeks schilderijen van Radha en Krishna zijn opmerkelijk. Er wordt gespeculeerd dat Savant Singh's minnares mogelijk model heeft gestaan voor het Kishangarh-gelaatstype. Nihal Chand is de meesterkunstenaar aan wie de verdienste wordt toegeschreven dat hij de romantische en religieuze aard van zijn begunstiger heeft omgezet in frisse, visuele beelden. De Kishangarh-school bleef haar activiteiten op een lager prestatieniveau voortzetten tot halverwege de 19de eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kettingpoolweefsel met ongesneden lussen aan één of beide zijden. Is vaak van katoen of linnen en wordt vanwege het absorptievermogen gebruikt voor handdoeken, badjassen en dergelijke.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Korte jassen, meestal double-breasted en met een ceintuur, die zijn gemaakt van dikke, wollen stof, vaak met ruitpatroon. Term afgeleid van Mackinaw City, Michigan. Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Regenjassen gemaakt van een met een rubberlaag bedekte stof; wordt vooral gebruikt voor jassen die zijn gemaakt van een rubberbewerking die ontwikkeld is door Charles Mackintosh (1766-1843). Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kralen met een religieuze betekenis die in Japan werden geïntroduceerd vanuit Korea. In Japan heeft men ze gevonden in prehistorische graven. Men denkt dat ze vanaf het begin van de Japanse geschiedenis tot en met de Kofun-periode (300-710) op het lichaam werden gedragen. De kralen werden gesneden uit jadeïet, agaat, mica, glas of jaspis, gewoonlijk in de vorm van een komma. De grootte varieert van een paar millimeter tot vijf centimeter.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een 17de-eeuwse Indiase school van Rajasthan-miniatuurschilders, met als voornaamste centra Malwa en Bundelkhand (in de tegenwoordige staat Madhya Pradesh). Vanwege de geografische verspreiding wordt de stijl soms omschreven als Centraal-Indiase schilderkunst. De Malwa-schilderkunst wordt meestal als vrij behoudend en sober beschouwd: vlakke composities, vaak met een donkere achtergrond, een in registers ingedeelde ruimte en figuren die tegen massieve kleurvlakken zijn geschilderd, met een helder geschilderde architectuur. De stijl wordt vaak als archaïsch beschouwd, maar vormde wel een stevig gewortelde traditie. Geleerden onderscheiden twee stijltypen, stijl A en stijl B, waarbij de latere stijl Mogolinvloeden verraadt. Vanaf 1690 raakte de Malwa-school in verval, maar wel beïnvloedde de stijl de schilderscholen in naburige regio's.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een aantal Rajasthan-schilderscholen in de regio Marwar in het westen van Rajasthan, met Jodhpur als hoofdstad. De schilderkunst in dit afgelegen gebied in het uiterste westen werd nauwelijks beïnvloed door de hofstijlen van de Mogols; de composities bleven eenvoudig en hebben een sterk hoekig karakter, waardoor het werk doet denken aan volkskunst. Kenmerkende gezichtskenmerken van Marwar zijn puntige neuzen, amandelvormige ogen, gewelfde voorhoofden en pruillippen; doorgaans is een ingetogen kleurpalet met gelen, groenen en grijzen gebruikt. De invloed van de Mogolkunst was groter op de schilderkunst in het oosten van deze regio. De Marwarschilderijen uit de 19de eeuw zijn formeler en hoofser van karakter, met sterke Mogol-invloeden; kenmerkend voor deze periode is het werk van Dalchand, een begaafd kunstenaar die door de Mogols was opgeleid en in Jodhpur werkzaam was. Werk uit de latere Marwar-periode staat bekend om het krachtige, overdadige kleurgebruik, de zwierige kledij en wervelende wolkenluchten. De schilderkunst van Marwar kende zijn productiefste periode aan het begin van de 19de eeuw, met name onder maharadja Man Singh (heerste van 1803-1843).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Extra lange rokken die meestal tot de enkel reiken. Ook soortgelijke delen van een jurk of jas. Term te gebruiken voor kleding vanaf de jaren '20 van de 20e eeuw; modekleding eind jaren '60 van de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

School van miniatuurschilderkunst die in verband wordt gebracht met de staat Mewar in Rajasthan, een belangrijk centrum van de Rajput-cultuur. De bevolking in deze regio beleed een strenge vorm van het hindoeïsme, en Mewar was het laatste Rajput-machtscentrum dat ten prooi viel aan de Mogols. Sinds de 17de eeuw of nog eerder vormt Mewar een van de belangrijkste en productiefste scholen van Rajasthani-schilderkunst. De stijl wordt gekenmerkt door krachtige contouren, een zeer helder coloriet en enigszins archaïsche conventies, bijvoorbeeld het (narratief) tonen van opeenvolgende episoden binnen één afbeelding. Het traditionele aspect van de Mewarkunst wist lang stand te houden, in weerwil van invloeden van de Mogols, Deccan en Europeanen, hetgeen toe te schrijven is aan het behoudende karakter van dit Rajputhof en de traditionele structuur van de kunstenaarsfamilies. De kunstenaars verwerkten de typische Mewar-details op consequente wijze in hun werk, zoals lokale architectuur en flora en fauna. In de 17de eeuw maakte de inheemse traditie van mythologische en poëtische manuscriptillustraties hier een ware wedergeboorte door. In de 18de eeuw gingen de door de Mogols geïnspireerde hofportretten en beeldvertellingen een prominentere rol spelen. Na 1947, het jaar waarin de vorstendommen werden ontbonden en er een eind kwam aan het koninklijk mecenaat, verdween de stijl naar de achtergrond.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zeer korte rokken die meestal tot halverwege de dij reiken; ook soortgelijke delen van een jurk of een jas. Term te gebruiken voor kleding vanaf de jaren '60 van de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De cultuur en stijl van het oude volk dat zich tijdens het derde millennium v.Chr. vestigde in Boeotië en Orchomenos tot hoofdstad maakte. Met hen worden de legenden over Jason en de Argonauten geassocieerd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zeer brede, omgeslagen manchetten aan een herenjas, die vaak tot de elleboog konden reiken. In de mode van 1727 tot in de jaren 1740.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange, soepelvallende damesochtendjassen of -badjassen, veelal gemaakt van zachte of dunne stof, decoratief afgezet met kant, bont of ruches.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de stijl in de schilder- en beeldhouwkunst die werd geïnspireerd door de Dada-stroming en die als eerste werd gezien aan het eind van de jaren 50 van de 20ste eeuw in de werken van de kunstenaars Jasper Johns en Robert Rauschenberg. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van bestaande motieven zoals vlaggen, kaarten en getallen , populaire afbeeldingen zoals bijvoorbeeld strips en beelden uit de massamedia. De stijl wordt wel beschouwd als voorloper van de Pop art.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Rokkostuums uit de periode 1840-1850 met korte afgeronde slippen, de voorzijde sterk teruggesneden vanaf de borst naar de dijen, enkel- of dubbelrijig, vaak met zakken met kleppen; gedragen tijdens het paardrijden of als jas van een kostuum.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pakken bestaande uit een Norfolkjasje met knickerbockers, een lange broek of een rok in bijpassende stof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschermende bovenkleding bestaande uit een jas en een broek gemaakt van geoliede, waterdichte stof.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Korte, ruimvallende jasjes voor mannen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jassen die over een pak of andere bovenkleding worden gedragen; wordt vooral gebruikt voor jassen die bij koud weer worden gedragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een van de twee belangrijkste scholen van de Indiase miniatuurschilderkunst in de Rajputstijl; de andere is Rajasthan, een stijl die sterk verwant is qua techniek en themakeuze. Deze stijl wordt geassocieerd met het gebied aan de voet van de Himalaya, tussen Jammu en Garhwal. Het gebied is kleiner van omvang dan dat van Rajasthan, hetgeen verklaart waarom veel kunstenaars vermoedelijk elders op zoek gingen naar werk. Hoewel geleerden meestal Basohli en Kangra aanwijzen als de twee belangrijkste scholen, bestaan er daarnaast nog tal van andere regionale idiomen. Vaak is een categorisering op basis van ateliers en families zinvoller, aangezien de regionale scholen moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. De plundering van Delhi in 1739 en de daaropvolgende ineenstorting van de macht van de Mogols dwong kunstenaars elders te zoeken naar opdrachtgevers; deze kunstenaars zorgden voor een nog grotere verfijning van de Pahari-schilderkunst, met name wat het realistisch gehalte betreft. De Pahari-schilderkunst wordt beschouwd als de laatste vitale hindoeïstische kunstvorm voordat het neutraliserende effect van het westen in de 19de eeuw zijn invloed liet gelden. Evenals bij sommige andere Rajputschilderkunst laat de Pahari-schilderkunst een voorkeur zien voor het afbeelden van de legende van de veeherder en godheid Krishna.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruimvallende capes en jassen voor mannen en vrouwen. Term toegepast van 1830 tot 1900; ook nauwsluitende damesjassen die werden gedragen over een kledingstuk met een hoepelrok of een tournure in de periode 1850-1880.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Inlegwerk waarbij men harde en gepolijste steentjes in marmer of een ander hard materiaal heeft gezet. Een Florentijnse specialiteit, vaak gebruikt voor decoratieve tafelbladen en kleine wandpanelen. Het enkelvoud ���pietra dura' verwijst in Italië naar inlegwerk met één enkele steensoort, maar buiten Italië gebruikt men de term ook wanneer er sprake is van meerdere steensoorten. Dit soort inlegwerk maakte men al in het klassieke Rome, en de gebruikte technieken voor het snijden van de harde steensoorten werden in de zestiende eeuw opnieuw toegepast in Florence. Daar creëerde men onder de bescherming van groothertog Cosimo I de' Medici een werkplaats waar decoratieve panelen werden gemaakt. In 1588 kreeg dit atelier de naam Opificio delle Pietre Dure. De harde stenen die men gebruikte waren halfedelstenen als agaat, chalcedon, jaspis en lazuursteen. Men gebruikte geen marmer of edelstenen. Over het algemeen hebben de stenen een hardheid tussen 6 en 10 op de hardheidsschaal van Mohs, dat wil zeggen: een hardheid tussen die van orthoklaas en diamant in (lazuursteen is een uitzondering).

Toegevoegd op: 16-8-2017

Platte, opvouwbare houders voor bankbiljetten en documenten die gewoonlijk in de zak van een herenjasje past, 19e en begin 2oe eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar een regionale school van Rajasthan-miniatuurschilderkunst met als centrum Raghogarh in Malwa, Centraal-India. De opdrachtgevers van deze school waren de Rajput-heersers van het Khichi Chauhan-geslacht, die Raghogarh als hoofdstad hadden. De school, die in de 17de eeuw een bloeitijd doormaakte, is stilistisch verwant met de Bundi-school, hoewel de aard van de relatie niet duidelijk is. De figuren zijn vaak afgebeeld met een smal middel, slanke ledematen, grote ogen en een enigszins langgerekt hoofd. De Raghogarh-schilderkunst heeft zich tot aan de 19de eeuw gehandhaafd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Indiase schilderstijl die wordt geassocieerd met de hindoeïstische Rajputvorsten, welke na de val van het Guptarijk aan de macht kwamen. Hun hoven waren vaak hindoeïstische leercentra, en ze begunstigden dichters, geleerden en kunstenaars. De Rajputschilderkunst was een omvangrijke stroming met een sterk Indiase inslag en vormde daardoor in zekere zin een contrast met de kunst van hun tegenstanders, de islamitische Mogols. Niettemin moesten de Rajputheersers zich uiteindelijk aan de Mogolheersers onderwerpen om hun gebied te kunnen behouden; het gevolg was dat de kunstzinnige ontwikkeling van de Mogols aan het eind van de 16de eeuw en het begin van de 17de eeuw invloed ging uitoefenen op de traditionele manuscriptverluchting van de Rajputhoven. De Mogols waren met name belangrijk voor de invoering en verspreiding van het portretschilderen in de kunstcentra van de Rajput. In tegenstelling tot de realistische schilderkunst van de Mogols is de Rajputschilderkunst symbolisch van karakter en al net zo doordrenkt met poëtische metaforen als de Hindiliteratuur waarmee deze kunst sterk verwant is. Zelfs de kleuren hadden vaak een specifieke betekenis; het coloriet is meestal vlak, zonder kleurmenging, waardoor er een soort glas-in-loodeffect ontstaat. De bekende voorbeelden uit de periode eind 16de eeuw tot de 19de eeuw vallen uiteen in twee hoofdgroepen, Rajasthan en Pahari.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Double-or single-breasted, driekwart- of enkellange nauwsluitende overjassen met wijde rokken, soms open aan de voorkant om de kleding eronder te tonen en meestal met grote kragen en revers. Ze werden vooral gedragen in de 18e en 19e eeuw door mannen en vrouwen. Oorspronkelijk gemaakt met een korte schoudercape.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De twee delen van een kledingstuk die worden teruggevouwen op de borst en meestal een verlenging zijn van de jaskraag.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jassen die bij een rokkostuum horen, met een gevormd bovenstuk en een taillenaad, waaraan aan de achterzijde panden zijn genaaid.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bovenkledingstukken voor het onderlichaam, in verschillende lengtes vanaf de taille of heup. Ook het onderste gedeelte van een japon, jas of ander kledingstuk.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Bij elkaar passende kleding voor het paardrijden, meestal bestaande uit een jasje of jas en een vest en een rok, rijbroek of jodhpurs.. Er bestaan verschillende gradaties van formaliteit. Meestal gedragen met een @stock-tied overhemd, een cap of hoed en rijlaarzen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Duurzame keper van kamgaren of met de schering van kamgaren en de inslag van een ander wolgaren. Het heeft een gladde afwerking met een platte diagonale ribbel en wordt vaak gebruikt voor kledingstukken die op maat worden gemaakt, zoals pakken, jassen en jurken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Beschermende kledingstukken die bestaan uit overlappende platen van staal, aluminium of gelaagd glasvezel die aan de binnenkant van een nylon jasje zijn bevestigd. Ze werden tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld om vliegtuigbemanningen te beschermen tegen scherven van luchtdoelprojectielen en worden tegenwoordig veel gebruikt door grondstrijdkrachten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Zeer korte jasjes of truien met aangeknipte mouwen. Geen Nederlands equivalent. Zie 'bolero's' of 'gebreide vesten'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Sarangis, vedels met hoge stemming, 3 melodiesnaren, 1 bourdonsnaar, 23 sympathische snaren; Langas, Rajasthan.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jongenspakken, met een broek die wordt vastgeknoopt aan de taille van het bijbehorende jasje of gilet; gedragen aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw. Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een- of tweedelige kostuums die bestaan uit een nauwsluitende broek en een jasje gemaakt van warme, lichte, weerbestendige stof. Soms gemaakt als een ensemble met een bijpassende trui, muts of pet, handschoenen of nog andere accessoires.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Nauwsluitende jasjes tot aan de taille of korter, gedragen door vrouwen en kinderen in de 19e eeuw. Ook dergelijke buitenkleding, die vooral door mannen werden gedragen in de 18e en 19e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een- of tweedelige kinderkledingstukken voor buitenshuis bij koud weer, vaak een dik gevoerde broek en jas. Gebruik skipakken voor kleding die gedragen wordt tijdens deze sportieve activiteit.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Verwijst naar de relatief kortstondige cultuur die vernoemd is naar de archeologische vindplaats Solutré, die voornamelijk in het zuidwesten van Frankrijk floreerde tussen 21.000 en 17.000 jaar geleden.Deze kwam na de culturen van de Perigord en Aurignac en ging vooraf aan de Magdalenische, maar onderzoekers zijn het er niet over eens of deze cultuur ontstond uit lokale tradities of door invloeden van nieuwe indringers in het gebied. De cultuur kenmerkt zich door de vervaardiging van de voor die periode gebruikelijke werktuigen, maar met een nieuwe preoccupatie met ornamentatie, zoals: juwelen gemaakt van botten, werktuigen, en stenen voorwerpen, gekozen om hun schoonheid, waaronder gekleurde kwarts en jaspis, alsmede duidelijk symmetrische, tweezijdig afgeschilferde, laurierbladvormige en geschouderde vuurstenen punten, waarvan sommige waarschijnlijk eerder een rituele dan een gebruiksfunctie hadden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Enkellange of driekwartjassen, meestal vervaardigd van verfijnde stoffen, gedragen bij formele of semiformele gelegenheden; vooral populair aan het begin van de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Standaards, gewoonlijk van hout of metaal, met haken aan de bovenkant waaraan men jassen, hoeden of andere kledingstukken kan ophangen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kledingstukken bestaande uit een wijde broek en bijpassend jasje of truitje die van ongeveer 1920 tot 1950 als informele kleding op het strand werden gedragen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Lange, ruimvallende zware herenoverjassen met grote knopen en één of meer over de schouder vallende kragen die schoudercapes worden genoemd.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Ruime regenjassen met een kraag en ceintuur en met veel zakken en flappen, vaak met dubbel bovendeel; meestal double-breasted; gedragen in de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Nauwsluitende bovenkledingstukken voor het bovenlichaam tot de taille of net daaronder. Meestal zonder mouwen en boord en vaak met knopen of zakken. Voor nauwsluitende bovenkleding die tot over de taille komt en meestal knopen aan de voorkant heeft, soms ook mouwen heeft, en worden gedragen over een overhemd en onder een jas, gebruik dan 'gilets'.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Kamers waar jassen of andere kledingstukken gedurende iemands bezoek kunnen worden achtergelaten.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Informele tweedelige herenpakken die bestaan uit een broek en een bijpassend jasje dat als een overhemd is vormgegeven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Pakken voor vrouwen, meestal bestaande uit een jas of jack en lange rok, gedragen tijdens het wandelen en andere lichamelijke activiteiten, daterend van rond 1900.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Haken die men direct aan de muur bevestigt, of aan een plank of een ander voorwerp aan de muur, om jassen, hoeden of andere kledingstukken op te hangen.