Associaties voor jongen

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor mannelijke personen in de periode tussen geboorte tot en met adolescentie.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Loden munten die gedurende ceremonieën rond de verkiezing van de 'jongensbisschop' ter gelegenheid van het sint-nicolaasfeest in middeleeuws Europa werden gebruikt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Wordt gebruikt voor zuilen waarvan de schacht bovenaan kleiner in doorsnee is dan onderaan, met name wanneer het verloop in een rechte lijn gaat en geen entasis vertoont.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Poppen, typisch meer door jongens dan door meisjes als speelgoed gebruikt of door volwassen mannen als verzamelobject beschouwd, die voorstellingen zijn van stripfiguren, militairen, sportmensen, film- of televisiesterren of andere personen die deelnemen aan heldhaftige of avontuurlijke activiteiten. De figuren zijn meestal mannelijk en incidenteel vrouwelijk. Ze hebben vaak onnatuurlijke, overontwikkelde spierbundels en kunnen zijn voorzien van beweegbare gewrichten waardoor ze wapens kunnen vasthouden of verschillende houdingen kunnen aannemen. De term is bedacht door de firma Hasbro die in 1964 een militaire pop voor jongens, G.I. Joe, in de handel bracht. In de rechtszaak ‘Toy Biz versus de Verenigde Staten’ is bepaald dat door Toy Biz/Marvel Comics geproduceerde actiefiguren voor de douanerechten gelden als speelgoed en niet als poppen omdat ze ‘niet-menselijke wezens’ voorstellen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Reeks heldere lichte blauwen kleuren, meestal met weinig of geen gele boventoon. De kleur wordt zo genoemd omdat hij vaak wordt gebruikt voor babykleren voor jongens.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Een klasse van zeer oude gewervelde dieren waaronder haaien, roggen, vleten en draakvissen, die zich kenmerken door een kraakbeenachtig skelet en de typische aanwezigheid van een rudimentaire ruggengraat in de jonge dieren die geleidelijk wordt vervangen door kraakbeen, een relatief groot hersengewicht ten opzichte van de lichaamsgrootte, in de milt geproduceerde rode bloedcellen en speciaal weefsel rond de geslachtsklier in plaats van beenmerg, een uniek orgaan van Leydig en een epigonaal orgaan dat onderdeel kan zijn van het immuunsysteem, een taaie huid bedekt met huidtanden, vijf tot zeven kieuwen, inwendige bevruchting, jongen die afhankelijk van de soort levend geboren worden (ovovivipare soorten) of uit een ei ter wereld komen (ovipare soorten), en door het feit dat ze voornamelijk ectotherm of koudbloedig zijn. Veel levende haaien en roggen behoren tot dezelfde genera als soorten die meer dan 100 miljoen jaar geleden in de zeeën van het Krijt zwommen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heren- en jongensjassen met een nauwsluitend bovenstuk en een tamelijk wijde, knielange rok.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Heren of jongenshemden met een knoopsluiting van voren en lange mouwen met cilinder- of dubbele manchetten en een zachte of stijve boord. Als ze formeel of semiformeel worden gedragen hebben ze meestal een stijve of geplooide voorkant die wordt vastgemaakt met boordknopen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Tricot slips voor mannen en jongens.

Toegevoegd op: 16-8-2017

De jongen van rundvee, bizons, dolfijnen, olifanten, giraffen, nijlpaarden, elanden, neushoorns, walvissen, jaks en andere dieren.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Scholen die ontstonden in het middeleeuwse Europa en werden geleid door kathedrale geestelijken met als oorspronkelijke doel het opleiden van priesters. Deze scholen ontwikkelden zich later tot instellingen die ook lesgaven aan leken, meestal jongens van adellijke komaf die werden voorbereid op hoge posities in de kerk, provincie of het zakenleven.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Maskerades uitgevoerd door Afrikaanse jongens, als onderdeel van een initiatierite of ter verstrooiing; worden soms beschouwd als oefening voor volwassen maskerades.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Knielange broeken voor mannen en jongens; het standaardtype broek van de 17e tot begin 19e eeuw. Gebruik 'kuitbroeken' voor soortgelijke kledingstukken voor meisjes en vrouwen in de 20e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Te gebruiken voor een training als leerling/leerjongen

Toegevoegd op: 16-8-2017

Groep die de voormalige taxon Marsupialia (buideldieren) omvat en tevens de nauwste fossiele verwanten van de buideldieren. Een algemeen kenmerk is dat ze hun in hoge mate onvolgroeide jongen dragen in een buidel op de buik, waar de jongen melk kunnen drinken.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Constructies gemaakt, of plaatsen gekozen en aangepast door, een vogel, insect of ander dier om eieren in te leggen en broeden en meestal om de jongen te voeden. De term kan ook worden gebruikt voor constructies of plaatsen die worden gebruikt door dieren die geen eieren leggen, maar die nesten gebruiken om pasgeboren jongen te beschermen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Klasse van circa 1800 soorten overwegend hermafrodiete aard- en zoetwaterwormen met permanente geslachtsorganen, die zich voeden met afvalresten en algen. In het water levende wormen hebben kieuwen en zijn volledig ontwikkeld, wat inhoudt dat de jongen eruitzien als zeer kleine versies van volwassen wormen.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Vogelbekdieren zijn samen met mierenegels de enige zoogdieren die eieren leggen. Deze orde bevat één bestaand genus met één soort en één of meer uitgestorven genera. Vogelbekdieren zijn zoogdieren die op het land en in het water leven en holen uitgraven. Ze komen voor in de meren, rivieren en andere wateren op Tasmanië en in het oosten van Australië. De dieren hebben een bruine vacht, een gevoelige, flexibele snavel die op die van eenden lijkt, poten met zwemvliezen en een platte staart. De mannetjes hebben giftige sporen. De vrouwtjes leggen leerachtige eieren en de jongen drinken melk uit de poriën van de melkvelden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Fysieke ontwikkelingsfase waarin levende wezens voor het eerst in staat zijn om zich sexueel voort te planten; wordt gekenmerkt door de volle ontwikkeling van de voortplantingsorganen en van secundaire seksuele kenmerken. Bij mensen vindt dit meestal tussen het 10e en 15e levensjaar plaats en in Noord-Amerikaans recht wordt dit wettelijk vastgesteld op 14 jaar voor jongens en op 12 jaar voor meisjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Motieven die mollige, soms gevleugelde en naakte figuren van kleine jongens weergeven, afgeleid van Grieks-Romeinse afbeeldingen van Eros. Gebruikelijk in kunst van de Renaissance tot en met de 18e eeuw.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Geplooide overslagrokken tot op of net boven of onder de knie, meestal van Schotsgeruite wollen stof, halverwege de 18e eeuw ontwikkeld in de Schotse Hooglanden als een vereenvoudigde versie van de plaid. Later overgenomen door de Hooglandregimenten van het Britse leger als onderdeel van het uniform. Wordt in Schotland door mannen en jongens gedragen als deel van de nationale klederdracht. Wordt ook gebruikt voor geruite rokken gedragen door vrouwen en meisjes.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Jongenspakken, met een broek die wordt vastgeknoopt aan de taille van het bijbehorende jasje of gilet; gedragen aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw. Geen Nederlands equivalent.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit een meesterkunstenaar of -architect en zijn of haar assistenten. In de studio waren vaak een aantal assistenten en leerlingen werkzaam, meestal talentvolle en bedreven kunstenaars die onder leiding van de meester hun vaardigheden aanscherpten. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren in de 17de eeuw en later. De betekenis van de term komt deels overeen met 'werkplaatsen (organisaties)', maar er is vaak een subtiel onderscheid in gebruik: 'werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw en waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. 'Studio's (organisaties)' verwijst meestal naar latere groepen waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Dwarsfluiten van de Vendavolkeren in Zuid-Afrika. Ze worden gemaakt van rivierriet, hebben twee of vier vingergaten en worden bespeeld door jongens die vee hoeden.

Toegevoegd op: 16-8-2017

In de context van beeldende kunsten en kunstnijverheid een groep die bestaat uit kunstenaars en vakmensen die werk produceren, meestal onder de naam van een meester. De werkplaats bestond meestal uit geschoolde kunstenaars en een aantal leerjongens die het vak leerden door het uitvoeren van steeds ingewikkeldere handelingen voor het produceren van kunstwerken of beeldende kunst. Verschillende mensen voerden vaak verschillende taken uit. De ene persoon bracht bijvoorbeeld de vergulde achtergrond van een schilderij aan, terwijl een ander de hoofdfiguren schilderde. De term wordt meestal gebruikt voor groepen die actief waren voor het midden van de 17de eeuw. De betekenis van de term komt overeen met 'studio's (organisaties)', hoewel er wel een subtiel onderscheid is: 'studio's (organisaties)' verwijst meestal naar groepen die actief waren in de 17de eeuw en later, waarin de meesterkunstenaar of -architect geen leerjongens maar leerlingen opleidde en waarin de nadruk voor de leerlingen lag op het aanscherpen van artistieke vaardigheden en niet op het leren van een vak. 'Werkplaatsen (organisaties)' verwijst meestal naar vroegere groepen, waarin de nadruk lag op georganiseerde samenwerking, goed functionerend teamwerk en arbeidsverdeling. Ook leerden de leerjongens hier een vak en werden ze niet opgeleid tot kunstenaar in de moderne zin van de term. De termen 'studio van' of 'werkplaats van' worden vaak gebruikt om aan te geven dat een werk is geproduceerd in de studio of werkplaats van een kunstenaar, zonder dat de meester er zelf aan heeft gewerkt.

Toegevoegd op: 16-8-2017

Familie van negentien soorten in tien genera. De dieren zijn in hoge mate aangepast aan het leven in het water, maar paren op droog land of op pakijs, en daar worden ook de jongen geboren. Ze hebben gladde, gestroomlijnde lichamen, tepels die ze kunnen intrekken, interne testikels, een penis in een interne schede, een laag blubber onder de huid, de mogelijkheid om bloed naar de blubber te sturen om hun temperatuur te regelen, voorflippers die ze voornamelijk gebruiken om mee te sturen en achterflippers die zodanig aan het bekken vastzitten dat de dieren ze niet onder het lichaam kunnen houden om erop te lopen. Ze hebben geen externe oren.